NL8302810A - Draaistel met twee assen voor railvoertuigen of trams en railvoertuigen of trams met dit draaistel. - Google Patents

Draaistel met twee assen voor railvoertuigen of trams en railvoertuigen of trams met dit draaistel. Download PDF

Info

Publication number
NL8302810A
NL8302810A NL8302810A NL8302810A NL8302810A NL 8302810 A NL8302810 A NL 8302810A NL 8302810 A NL8302810 A NL 8302810A NL 8302810 A NL8302810 A NL 8302810A NL 8302810 A NL8302810 A NL 8302810A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bogie
bogies
bogie according
wheels
trams
Prior art date
Application number
NL8302810A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fiat Ferroviaria Savigliano
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fiat Ferroviaria Savigliano filed Critical Fiat Ferroviaria Savigliano
Publication of NL8302810A publication Critical patent/NL8302810A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61FRAIL VEHICLE SUSPENSIONS, e.g. UNDERFRAMES, BOGIES OR ARRANGEMENTS OF WHEEL AXLES; RAIL VEHICLES FOR USE ON TRACKS OF DIFFERENT WIDTH; PREVENTING DERAILING OF RAIL VEHICLES; WHEEL GUARDS, OBSTRUCTION REMOVERS OR THE LIKE FOR RAIL VEHICLES
    • B61F3/00Types of bogies
    • B61F3/12Types of bogies specially modified for carrying adjacent vehicle bodies of articulated trains
    • B61F3/125Types of bogies specially modified for carrying adjacent vehicle bodies of articulated trains with more than one axle or wheel set
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61DBODY DETAILS OR KINDS OF RAILWAY VEHICLES
    • B61D13/00Tramway vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61DBODY DETAILS OR KINDS OF RAILWAY VEHICLES
    • B61D3/00Wagons or vans
    • B61D3/10Articulated vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61FRAIL VEHICLE SUSPENSIONS, e.g. UNDERFRAMES, BOGIES OR ARRANGEMENTS OF WHEEL AXLES; RAIL VEHICLES FOR USE ON TRACKS OF DIFFERENT WIDTH; PREVENTING DERAILING OF RAIL VEHICLES; WHEEL GUARDS, OBSTRUCTION REMOVERS OR THE LIKE FOR RAIL VEHICLES
    • B61F5/00Constructional details of bogies; Connections between bogies and vehicle underframes; Arrangements or devices for adjusting or allowing self-adjustment of wheel axles or bogies when rounding curves
    • B61F5/02Arrangements permitting limited transverse relative movements between vehicle underframe or bolster and bogie; Connections between underframes and bogies
    • B61F5/04Bolster supports or mountings
    • B61F5/10Bolster supports or mountings incorporating fluid springs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)
  • Platform Screen Doors And Railroad Systems (AREA)

Description

* ' * I
N.0. 31927 1 I
Draaistel met twee assen voor railvoertuigen of trams en I
railvoertuigen of trams met dit draalstel. ^ I
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op railvoertuigen I
en trams, en heeft meer in het bijzonder betrekking op een draalstel I
met twee assen bedoeld om te worden toegepast bij dergelijke voertui- I
gen. I
5 Eén van de fundamentele problemen waarop transportondernemingen, I
in het bijzonder ondernemingen voor stedelijk transport, stuiten, is I
dat van de toegang van de passagiers vanaf de vaste perrons naar het I
inwendige van de wagenbakken van de voertuigen. Tot op heden is dit I
probleem opgelost bij voertuigen van dit type door toepassing, ter I
10 hoogte van de toegangsdeuren, van afstappen of treden met variabele ge- I
ometrie, waarvan de toegankelijkheid zelden gemakkelijk is. I
Voor het verschaffen van een functionele en doeltreffende oplos- I
sing voor dit ‘probleem is het noodzakelijk het vlak van de vloer van I
het voertuig omlaag te brengen tot een niveau dat men gemakkelijk kan I
15 overschrijden bij het gaan vanaf een perron aanwezig op een hoogte van I
15 £ 20 cm, dat wil zeggen omstreeks 40 cm boven het vlak van de I
rails. I
Het grote nadeel van dit type oplossing is de aanwezigheid van de I
draaistellen van het voertuig, die het verhinderen de vloer boven deze I
20 draaistellen te handhaven, gewoonlijk op een hoogte liggende tussen 85
en 90 cm. I
De oplossingen die tot op heden in dit opzicht zijn voorgesteld voorzien alle in het gebruik van aandrijfdraaistellen en gebruikelijke I
dragers, dat wil zeggen gebruikelijke wielen met grote diameter, ge- I
25 woonlijk in de orde van 60 £ 70 cm. I
Dit brengt met zich de noodzakelijkheid van het toepassen van inwendige treden hetzij op de aandrijfdraaistellen hetzij op de draag- I
draaistellen. In elk geval zijn de afgeplatte zones van de vloer klein, zelfs in het geval van voertuigen met een carrosserie uit twee schar- I
30 nierende wagenbakken, met het nadeel dat de beschikbare deuren beperkt I
in aantal zijn en in elk geval moeilijk toegankelijk zijn als gevolg van de aanwezigheid van de treden. Anderzijds wordt de onderlinge verbind Ings zone tussen de twee wagenbakken zelden gebruikt en de opneemca-paciteit van het voertuig wordt dus teveel verkleind vergeleken met 35 traditionele oplossingen.
Het is dus duidelijk dat de tot op heden voorgestelde oplossingen 8302810 % * "f 2 waarbij draaistellen van hat gebruikelijke type warden toegepast ener-zijds slechts het bovengenoemde probleem oplossen en anderzijds nadelen met. zich brengen die niet te verwaarlozen zijn.
Omdat het draaistel of de draaistellen van het voertuig niet radi-5 kaal kunnen worden gewijzigd vergeleken met de gebruikelijke oplossingen, als gevolg van de aanwezigheid van motoren en reductoren, bestaat de enige weg die zich aanbiedt om op doelmatige en tegelijkertijd voordelige wijze het probleaa op te lossen uit het ingrijpen op het draagdraaistel of de draagdraaistellen van het voertuig op zodanige 10 wijze dat een voertuig kan worden verschaft waarbij het deel van de vloer liggende tussen de twee aandrijfdraaistellen geheel wordt gebracht op een verlaagd niveau zonder enige oplossing wat betreft de continuïteit.
Om deze doelsteling te bereiken heeft de uitvinding tot doel het 15 verschaffen van een draagdraaistel met twee assen voor rail- of tranr-voertuigen, met het kenmerk, dat deze omvatten: een gestel gevormd uit twee liggers en een paar dwarsassen die op scharnierende wijze aan de tegenover elkaar liggende uiteinden van de twee liggers zijn verbonden, waarbij elke as een overeenkomstig paar 20 wielen van kleine diameter draagt, verticale en transversale ondersteuningsorganen op een enkel vlak gedragen door de middendelen van de twee liggers, een belasting opnemende traverse waarvan de uiteinden steunen op genoemde ondersteuningsmiddelen en waarvan het middendeel is bedoeld om 25 te worden bevestigd door middel van een taats op een wagenbak voor een railvoertuig of tram, een paar langsarmen die de belasting opnemende traverse verbindt door middel van scharnieren, resp. met êên van de uiteinden van een drager en met het tegenover liggende uiteinde van de andere drager, 30 en een diagonale arm die onderling door scharnieren de uiteinden van de twee liggers verbindt die aanwezig zijn tegenover de overeenkomstige langsarmen.
In de beschrijving en in de conclusies wsrdt met de uitdrukking "wiel met kleine diameter" bedoeld een wiel waarvan de diameter belang-35 rijk kleiner is dan de helft (35 cm) van die van de wielen van de gebruikelijke draaistellen.
De constructie van het draaistel volgens de uitvinding maakt het in de praktijk mogelijk de primaire ondersteuning te elimineren en als gevolg daarvan de omvang in hoogterichting van het draaistel belangrijk 40 Ce reduceren. Dit kenmerk samen met de afmetingen van de wielen maakt l 8302810 % t' f 3 het mogelijk een wagenbak te verschaffen voor de railvoertuigen of trams met een vloervlak dat over een hoogte van ongeveer 45 cm boven het vlak van de rails omlaag is gebracht, zelfs boven het draagdraai-stel of de draagdraaistellen, en dat. in de nabijheid van een aangedre-5 ven draaistel of draaistellen.
Volgens een bijzonder voordelige uitvoering heeft de uitvinding tot doel bet verschaffen van een railvoertuig of een tram met een car* rosserie gevormd uit twee scharnierend verbonden wagenbakken en een paar gebruikelijke draaistellen, waarvan ten minste een aangedreven 10 draaistel, geplaatst in de nabijheid van z'n uiteinde, en waarbij een paar draagdraaistellen worden gebruikt van het type dat boven is aangθ'-geven geplaatst in de schamierzone tussen de twee wagenbakken.
Deze oplossing maakt het mogelijk tussen de twee aangedreven draaistellen een enkel omlaaggebracht vloervlak aan te brengen, dat 15 continu is en geen inwendige gevaarlijke trappen bezit, zonder het verkrijgen van onaanvaardbare belastingen per as voor de wielen met kleine diameter van de draagdraaistellen, omdat de belasting duidelijk wordt verdeeld over de twee draagdraaistellen. Aan de andere kant heeft deze oplossing het voordeel van de toepassing op optimale wijze van de zone 20 toegelaten door het "grensprofiel" van de baan terwijl in de verbin-dingszone tussen de twee wagenbakken de ruimte maximaal kan worden gebruikt, wat het mogelijk maakt de transportcapaciteit belangrijk te verhogen vergeleken met de gebruikelijke voertuigen. Een ander voordeel is de veel grotere vrijheid van de verdeling van de toegangsdeuren over 25 de lengte van het voertuig omdat de draagdraaistellen volgens de uitvinding op hun flanken een voldoende vrijheid laten voor het aanbrengen van traptreden, zelfs als zij worden onderworpen aan de maximale rotatie op de bochten met kleine straal.
Bij het draaistel volgens de uitvinding kunnen de wielen een ge-30 heel vormen met hun respectieve rotatieassen of zij kunnen vrij roteerbaar op deze assen worden aangebracht. In het tweede geval zijn de assen duidelijk vrij om onafhankelijk van elkaar te draaien waarbij aldus het nadeel wordt opgeheven van glijden tussen de wielen en de gebogen rails, welk glijden in het bijzonder in het geval van trams en van wier 35 len met een zo kleine diameter, een grote slijtage van de banden zouden kunnen veroorzaken.
Volgens de uitvinding wordt de verbinding tussen de assen en de liggers van het voertuig van het draaistel gerealiseerd onder tussenr komst van elastische ondersteuningselementen. Dit kenmerk, behalve dat 40 hierdoor de correctie wordt gegarandeerd van de geleidingsfuncties van 8302810 « 4. r 4 het voertuig en de veiligheid van het voortbewegen, maakt het mogelijk een hoge mate van comfort te verzekeren en een gemakkelijke aanpassing aan onregelmatigheden van de banen voor het voertuig, waarbij dit draaistel wordt gebruikt.
5 Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.
Fig. 1 toont een schematisch aanzicht in bovenaanzicht op een draaistel volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een zijaanzicht in de richting van de pijl II in fig.
10 1.
Fig. 3 toont een aanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede over de lijn III-III in fig. 1.
Fig. 4 toont een uitvoeringsvariant van een deel van fig. 1.
Fig. 5 toont een dwarsdoorsnede op groter schaal over de lijn V-V 15 in fig. 4.
Fig. 6 toont een gedeeltelijk zijaanzicht op groter schaal in de richting van de pijl VI-VI in fig. 1.
Fig. 7 toont een doorsnede op groter schaal over de lijn VII*^11 in fig. 1.
20 Fig. 8 toont schematisch een zijaanzicht een rail- of tramvoertuig waarbij het draagdraaistel volgens de uitvinding wordt toegepast.
In de fig. 1 tot 3 is in zijn geheel een draagdraaistel weergegeven met twee assen 10 in het bijzonder voor trams.
Het draaistel 10 omvat een chassis 12 gevormd uit twee kanaallig-25 gers uit staalplaat 14, 16 waarvan de uiteinden 14a, 16a en 14b, 16b onderling zijn verbonden door een paar dwarsassen 18, 20 die resp. flenswiel en 21 dragen. De wielen 21 bezitten een veel kleinere diameter van die van de gebruikelijke draaistellen, die tegenwoordig voor trams worden gebruikt. Volgens de uitvinding ligt deze diameter bij voorkeur 30 in de orde van 35 cm.
In de middenvlakken van de twee liggers 14, 16 zijn de bases aangebracht van twee pneumatische veren gevormd door toroïdale manchetten met verticale hartlijn 22 van het gebruikelijke type, die de hoogte van de secundaire verticale en transversale ondersteuning van het draaistel 35 10 vormen.
Bij 24 is een lasttraverse aangegeven gevormd door een buisvormig element uit ijzer aan zijn uiteinden voorzien van consoledelen 26 die steunen op de bovenste uiteinden van de twee pneumatische veren 22 en worden op deze veren gesteund. Zoals beter zichtbaar in fig. 3 is op 40 elk van de delen van de console 26 een aanslag 28 bevestigd die coaxi- 8302810
V
* t * « * 5 aal is met de betreffende pneumatische veer 22 en die is gericht naar een complementaire aanslag 30, die zelf wordt geleid langs een gelei"* dings- en centreerorgaan 32, dat is bevestigd op de betreffende liggers 14, 16* Tussen de aanslag 30 en de basis 34 van de luchtveer 32 is een 5 elastisch ringvormig orgaan geplaatst dat een kussen vormt*
Op het centrale deel van de belaste traverse 24 is door verticale bouten 38 de onderring 40 van een taats met kogels of rollen 42 bevestigd die dient voor het scharnierend aanbrengen van het draaistel 10 op de wagenbak C van het voertuig.
10 In de zone liggende tussen de ring van de taats 40 en de twee conr* solevormige uiteinden 26 is de belastingstraverse 24 voorzien van twee beugelvormige ondersteuningen 46, die gedeeltelijk evenwijdig met de langshartlijn A van het draaistel 10 zijn gebogen en die elk een overeenkomstige dwarsas 48 dragen, die dient voor het scharnierend bevesti-15 gen met een cardankoppeling van een uiteinde van een betreffende langs-arm 50. De tegenover elkaar liggende uiteinden van de twee lang samen 50 zijn scharnierend aangebracht op overeenkomstige verticale assen 52 die worden gedragen door een vorkvormig steunorgaan 54, dat dwars op de liggers 14 en 16 uitstèekt resp. in de nabijheid van de tegenover el-20 kaar liggende uiteinden 14b en 16a.
Het 56 is een diagonale am aangegeven die onder de lasttraverse 24 is geplaatst en waarvan de uiteinden scharnierend zijn verbonden door overeenkomstige verbindingen waarvan er een is aangegeven in zijn geheel met 58 in fig. 6, met twee verticale assen 60 die worden gedra-25 gen door twee dwarsondersteuningen 62 die zelf zijn bevestigd op liggers 14 en 16 resp. in de nabijheid van de uiteinden 14a en 16b ervan.
Het aanbrengen van de assen 18, 20 op de uiteinden 14a, 14b en 16a, 16b van de twee liggers 14 en 16 is mogelijk door middel van ringvormige elastische ondersteuningen 64 die zich gedragen op de wijze van 30 kogelverbindingen voor het toelaten van onderlinge beperkte rotatie om de langas A van het draaistel 10. In het geval van de fig. 1 tot 3 roteren de wielen 21 als een geheel met de betreffende uiteinden van de assen 18 en 20 en als gevolg hiervan zijn, in dit geval, de niet weergegeven rollen geplaatst tussen de elastische ondersteuningen 64 en 35 de overeenkomstige uiteinden van de assen 18, 20. Als variant kan deze verbinding worden uitgevoerd onder gebruikmaking van heen en weer beweegbare pennen die de elastische ondersteuningen 64 vormen. In tegenstelling hiermede zijn in het geval van de variant weergegeven in de fig. 4 en 5, waarin identieke of analoge elementen als hierboven be-40 schreven zijn aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers, de wielen 21 8302810 __4 ► 6 * .* vrij roteerbaar aangebracht op de uiteinden van de assen 18, 20, onder tussenplaatsing van cilindrische rollen 66. Op deze wijze zijn de twee wielen 21 van dezelfde as 18, 20 vrij onafhankelijk van elkaar te rote-ren waardoor het nadeel van glijden tussen de wielen en de rails in de 5 bochten wordt vermeden, welk glijden in het geval van kromtestralen van trams (15 meter) en van de wielen met ook een kleine diameter slijtage van de wielbanden kunnen veroorzaken.
De uitvoering die hierboven is beschreven maakt in de praktijk van onderlinge rotaties van de twee liggers 14, 16 om de transversale as B 10 en als gevolg hiervan van de twee assen 18, 20 om de langshartlijn A van het draaistel 10 mogelijk op een wijze dat een juiste compensatie van deformaties en onregelmatigheden van de baan warden verzekerd.
De werking van de twee langsarmen 50 omvat weliswaar het vermijden van relatieve rotaties tussen de lasttraverse 24 en het gestel 12 en 15 het overbrengen van langskrachten tussen het gestel 12 en de traverse 24, terwijl transversale krachten in de praktijk door de ondersteur ningsveren 22 lopen. Natuurlijk worden de langskrachten en de transver-' sale krachten vervolgens overgebracht van de lasttraverse 24 op de wagenbak C van het voertuig via de taatsen '42.
20 De werking van de diagonale arm 56 omvat het tegengaan van ruitde- formaties van het gestel 12 die een gevolg zouden kunnen zijn van de gebogen uitvoering die hierboven is beschreven.
Het draaistel 10 is voorzien van elektro-magnetische remschoenen 68 die worden geleid tussen de geleidingselementen 70 die zijn beves-25 tigd op de uitwendige zijden van de twee liggers 12 in de zones liggende tussen de wielen 21 en bestuurd op op zichzelf bekende wijze door besturingshefbomen 72.
Opgemerkt wordt dat de schoenen 68 kunnen zijn aangebracht in rem-beugels die direkt zijn verbonden met de wielen 21.
30 Als boven reeds gesteld kan het draaistel volgens de uitvinding op bijzondere wijze worden toegepast op trams. De vorm van het draaistel maakt het mogelijk op doeltreffende wijze het probleem op te lossen van het verlagen van het vlak van de vloer van de voertuigenbak om de toegang van de passagiers naar het inwendige van de wagenbak zelf te ver-35 gemakkelijken. Het draaistel volgens de uitvinding bezit verticale afmetingen die beperkter zijn dan die van de gebruikelijke draagdraai-stellen, dankzij, enerzijds, de afwezigheid van een primaire ondersteuning en anderzijds de gereduceerde diameter van de wielen. Dit maakt het in de praktijk mogelijk te voorzien in een verlaagde vloer van de 40 wagenbak ook in het gebied van het draagdraaistel volgens de uitvin- 8302810 * * ,* 7 ding.
Fig. 8 toont een voorkeursuitvoering van de toepassing van het draaistel of wel van een paar draaistellën volgens de uitvinding op een tramvoertuig V gevormd door twee halve wagenbakken Οχ, C2 die on-5 derling scharnierend zijn verbonden onder tussenkomst van een centraal verbindingsdeel en van de doorgang F. Zoals blijkt uit deze fig. is het voertuig V in de nabijheid van het vooreinde van de wagenbak (¾ en het achteruiteinde van de wagenbak C2 voorzien van een paar aangedreven draaistellen Μχ, M2 met wielen R met gebruikelijke diameter. De 10 twee draagdraaistellen 10 volgens de uitvinding, voorzien van wielen 21 met een kleinere diameter zijn geplaatst in de nabijheid van de uiteinden van de scharnierverb inding van de twee wagenbakken Οχ, C2 in de doorgangszone F. Op deze wijze kan de vloer F van het voertuig V geheel omlaag worden gebracht, behalve in de zones van de twee aandrijvende 15 draaistellen Μχ, M2 tot een hoogte die normaal ligt in de orde van 45 cm boven het vlak van de rails, waarbij als gevolg een toegang wordt verzekerd die meer geschikt is en bovendien veel gemakkelijker voor de deuren D. Een overeenkomstige vorm van het tramvoertuig V verzekert behalve een betere toegankelijkheid van het inwendige van de wegenstellen 20 Οχ, C2 de volgende belangrijke voordelen: de mogelijkheid van het verkrijgen van een ééndelig continu vlak van de vloer zonder inwendige gevaarlijke treden in de zone liggende tussen de twee aangedreven draaistellen Μχ, M2 met een belasting die op correcte wijze wordt verdeeld over de wielen van de twee draag-25 draaistellen; het optimale gebruik van het oppervlak toegelaten door de nvormM van het voertuig dankzij het feit dat de verbindingszone tussen de twee wagenbakken op meer compleet mogelijke wijze wordt gebruikt, dankzij de afwezigheid van sterke vernauwingen van treden of andere obstakels wat 30 zich uit door een belangrijke vergroting van de transportcapaciteit van het voeruig; de aanwezigheid tussen de twee halve wagenbakken Οχ, C2 van een ruim verbindingselement dat behalve de hierboven genoemde voordelen het voordeel geeft van ruimte voor de passagiers en hen een doorgang 35 verzekert die geschikt is en gemakkelijk tussen de twee halve wagenbakken; een grotere vrijheid bij het bepalen van de plaats van de toegangsdeuren D van het voertuig V.
8302810

Claims (9)

  1. 2. Draaistel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wielen (21) bij rotatie van hun betreffende assen (18, 20) één geheel vormen.
  2. 3. Draaistel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wielen 25 (21) vrij roteerbaar zijn aangebracht op hun betreffende assen (18, 20).
  3. 4. Draaistel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de assen (18, 20) en de overeenkomstige draageinden (14a, 14b; 16a, 16b) van de liggers (14, 16) elastische ondersteunings- 30 elementen (64) zijn geplaatst.
  4. 5. Draaistel volgens één van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de verticale en transversale ondersteuningsmiddelen een paar pneumatische veren (22) omvatten.
  5. 6. Draaistel volgens copnclusie 5, met het kenmerk, dat genoemde 35 ondersteuningsmiddelen (22) onder andere elastische ringvormige aanslag elementen (36) omvatten die coaxiaal zijn met pneumatische veren (22).
  6. 7. Draaistel volgens één van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het onder andere remmiddelen omvat en elektromagnetische schoenen (68) nabij en evenwijdig met de uitwendige flanken van de twee 40 liggers (14, 16). 8302810 * *
  7. 8. Draaistel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wielen (21) een diameter bezitten In de orde van 35 cm.
  8. 9. Railvoertuig of tram, met het kenmerk, dat het ten minste een 5 draagdraaistel omvat volgens één of meer van de voorgande conclusies.
  9. 10. Railvoertuig of tram met een wagenbak gevormd uit twee halve onderling scharnierend verbonden wagenbakken (Οχ, C2), met het kenmerk, dat deze zijn voorzien van twee gebruikelijke draaistellen waar" van ten minste een aandrijfdraaistel (Μχ, M2) geplaatst in de na- 10 bijheid van z*n uiteinde, en twee draagdraaistellen (10), volgens één of meer van de voorgaande conclusies, geplaatst in het schamiergebied (P) van de wagenbak, en dat de twee halve wagenbakken (Οχ, 02) een vloervlak (F) bezitten dat is verlaagd zonder onderbreking van de continuïteit tussen de twee genoemde aandrijfdraaistellen (Μχ, M2). 15 8302810
NL8302810A 1982-12-23 1983-08-10 Draaistel met twee assen voor railvoertuigen of trams en railvoertuigen of trams met dit draaistel. NL8302810A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IT68510/82A IT1157986B (it) 1982-12-23 1982-12-23 Carrello portante a due assi per veicoli ferro tramviari e veicolo ferro tramviario utilizzante tale carrello
IT6851082 1982-12-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302810A true NL8302810A (nl) 1984-07-16

Family

ID=11309646

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302810A NL8302810A (nl) 1982-12-23 1983-08-10 Draaistel met twee assen voor railvoertuigen of trams en railvoertuigen of trams met dit draaistel.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE898075A (nl)
DE (2) DE3326540A1 (nl)
FR (1) FR2538334A1 (nl)
IT (1) IT1157986B (nl)
NL (1) NL8302810A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2573715B1 (fr) * 1984-11-29 1988-05-20 Schneider Jeumont Rail Bogie porteur de vehicule ferroviaire
FR2605276B1 (fr) * 1986-10-17 1995-05-12 Alsthom Dispositif de butee de secours pour suspension secondaire pneumatique de vehicule a bogies
CZ298520B6 (cs) * 2006-01-16 2007-10-24 Ceské vysoké ucení technické Dvounápravový otocný trakcní podvozek cástecne nízkopodlažního kolejového vozidla
DE102014217430A1 (de) 2014-09-01 2016-03-03 Siemens Ag Österreich Schienenfahrzeug in Gliederzugausführung
AT516921B1 (de) * 2015-03-10 2017-03-15 Siemens Ag Oesterreich Anordnung zur Befestigung eines Koppelelements an einem Wagenkasten eines Fahrzeugs

Also Published As

Publication number Publication date
IT8268510A0 (it) 1982-12-23
DE8321221U1 (de) 1984-12-20
DE3326540A1 (de) 1984-07-05
IT1157986B (it) 1987-02-18
BE898075A (fr) 1984-02-15
FR2538334A1 (fr) 1984-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101456595B1 (ko) 피벗 단부 보기를 포함한 철도차량
EP0258502B1 (en) Self-steering railway truck
US3789770A (en) Articulated railway truck
CA1236725A (en) Articulated joint for railway vehicles
US4986190A (en) Vehicle, particularly track vehicle
RU2123951C1 (ru) Направляющая система для двух четырехколесных тележек с изменяемым поперечным расстоянием между колесами и направляющая система для четырехколесной тележки с изменяемым поперечным расстоянием между колесами
CZ297213B6 (cs) Nízkopodlazní clánkové kolejové vozidlo, zejména tramvajové
EP0185694B1 (en) Articulation system for articulated depressed-floor tramway carriages
US4058065A (en) Spring stub axle railway vehicle
US5081934A (en) Railway bogie with articulated side frames
NL8302810A (nl) Draaistel met twee assen voor railvoertuigen of trams en railvoertuigen of trams met dit draaistel.
JPH0356940B2 (nl)
CZ284478B6 (cs) Nákladní vůz na sypký materiál
EA023992B1 (ru) Трехосная тележка для рельсового транспортного средства
EP1685015B1 (en) Articulated passenger rail vehicle with an intermediate car module
EP1349762B1 (en) Vehicles transit apparatus
US4729324A (en) Multiple axle self-steering powered locomotive truck
EP0134201B1 (en) Two-axle load-bearing bogie
DK166314B (da) Treakslet bogie til skinnekoeretoejer
CZ284898A3 (cs) Železniční článkový vůz pro kombinovaný nákladní provoz, zejména silničních vozidel
RU2094273C1 (ru) Тележка железнодорожного средства
RU2267425C1 (ru) Тележка рельсовая
SU869894A1 (ru) Слитковоз кольцевой системы подачи слитков
CZ87396A3 (en) Combined arrangement of an undercarriage for supporting and transverse incline of a vehicle body
Hafter BOA—the RAPT's New Concept for its Urban System

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed