NL8302556A - Maaimachine. - Google Patents

Description

- - τψ* • + -φ Λ -1- 23332/CV/tl |

Korte Aanduiding: Maaimachine.

De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine voorzien van een gestel en tenminste vier om zich omhoog uitstrekkende draaiingsassen 5 draaibare maaiorganen,die ieder zijn voorzien van snijmessen en boven deze snijmessen gelegen trommels,waarbij de aandrijving van de maaior-ganen zodanig is,dat tijdens bedrijf naastdkaar gelegen trommels tegengesteld aan elkaar draaien.

Bij dergelijke naaimachines,die reeds vele jaren algemeen gebruike-10 lijk zijn,zijn de verschillende maaiorganen gelijk uitgevoerd,dat wil zeggen dat de uiteinden van de snijmessen tijdens bedrijf cirkels van gelijke diameter beschrijven, terwijl de trommels allen dezelfde doorsneden hebben. Het afgesneden gewas wordt daarbij tussen de trommels van tegengesteld aan elkaar draaiende maaiorganen naar achteren gevoerd en achter 15 de maaimachines af gel egi op een zwad,waarvan de breedte ongeveer overeenkomt met de afstand tussen de naar elkaar toegekeerde zijden van de trommels van de buitenste maaiorganen. Bij gebruikmaking van achter de trommels opgestelde zwadborden kan men de breedte van dit zwad eventueel nog een weinig terugbrengen. Bij gebruik van maaimachines met grote werk-20 breedte kan echter de breedte van een zo gevormd zwad te groot zijn in het bijzonder indien een dergelijke maaimachine voor op een trekker wordt gemonteerd,dus gebruikt wordt als zgn. frontmaaier. Bij een dergelijke gebruikelijke maaimachine treedt het nadeel op,dat de breedte van de gevormde zwaden zodanig^lat niet vermeden kan worden,dat de trekkerwielen 25 over het gemaaide gewas heenrijden hetgeen uiteraard ongewenst is.Ook bij gebruik van zgn.laadwagens mag de breedte van het op te nemen zwad niet te groot zijn.

Met de uitvinding wordt beoogd een maaimachine van bovengenoemde soort te verkrijgen met behulp waarvan op eenvoudige wijze het gewas kan 30 worden afgelegd op een zwad,dat smaller is dan de gebruikelijke door dergelijke maaimachines gevormde zwaden.

Volgens de uitvindingkan dit worden bereikt doordat de diameters van de door de uiteinden van de snijmessen tijdens bedrijf beschreven cirkels van de buitenste maaiorganen groter zijn dan die van de 35 tussengelegen maaiorganen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor- beelden van de constructie volgens de uitvinding. 8302556 -2- 23332/CV/tl

Fig. 1 toont schematisch een zijaanzicht op een naaimachine volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch een doorsnede over fig.1,gezien volgens de lijn II- II in fig.1.

5 Fig. 3 toont een met fig.2 overeenkomende doorsnede,waarbij een mogelijke opstelling van zwadborden is aangeduid.

De in de fig.1 en 2 weergegeven naaimachine omvat een langgestrekte gestelbalk 1 waarmede een viertal onder deze gestelbalk gelegen maai-organen 2- 5 zijn verbonden. De maaiorganen zijn op gebruikelijke wijze 10 opgebouwd en voorzien van een trommel, een op het ondereinde van de trommel aansluitende ringvormige kraag waaraan snijmessen zijn bevestigd en een onder de kraag gelegen steunschotel.

Zoals uit de figuren blijkt zijn de trommels 6 van de beide buitenste maaiorganen 2 en 5 uitgevoerd met een aanzienlijk grotere doorsnede 15 dan de trommels 7 van de beide binnenste maaiorganen 3 en 4. Op soort- buitendiameters van de gelijke wijze zijn de/de messen 8 van de buitenste maaiorganen ondersteunende ringkragen 9 aanzienlijk groter dan de buitendiaméters van de de messen 10 van de binnenste trommels 3 en 4 ondersteunende ringuragen 11. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de diameter 20 van de cirkel beschreven door de vrije uiteinden van de snijmessen 10 van de binnenste maaiorganen ongeveer de helft van de diameter van de cirtë. beschreven door de uiteinden van de snijmessen^van de buitenste maaiorganen 2 en 5. De grootte van de trommeldoorsnede is daaraan aangepast. De maaiorganen zijn verder voorzien van in grootte aangepaste 25 steunschotels 12.

De maaiorganen kunnen op gebruikelijke wijze via een in de holle gestelbalk 1 gelegen overbrengingsmechanisme zodanig worden aangedreven, dat de naast elkaar gelegen maaiorganen in tegengestelde richtingen draaien,zoals met pijlen in fig.2 is aangeduid.Verder zal de maaimachine 30 op gebruikelijke wijze zijn voorzien van niet nader weergegeven middelen voor het aankoppelen van de maaimachine aan een landbouwtrekker of dergelijce en van middelen met behulp waarvan de maaiorganen via het in de holle gestelbalk 1 gelegen overbrengingsmechanisme vanaf de aftakas van een trekker of dergelijke kunnen worden aangedreven.

35 Zoals reeds hierboven vermeld is de inrichting in het bijzonder geschikt om voor op een trekker of dergelijke te worden gemonteerd waartoe dan uiteraard met het gesteldeel 1 geschikte aankoppelorganen zullen zijn J3Q 2 5 5 ^erbonden om een aankoppeling van de maaimachine aan de voorzijde van de -3- 23332/CV/tl trekker mogelijk te maken,zodanig,dat een midden tussen de middelste maaiorganen 3 en 4 gelegen vertier, vlak,dat zich loodrecht op de gestelbalk 1 uitstrekt,samenvalt met het langsmiddenvlak van de trekker. Tijdens bedrijf zal dan deinrichting worden voortbewogen in de richting 5 volgens pijl A en zal het afgemaaide gewas weer tussen de naast elkaar gelegen trommels 6 en 7 door naar achteren worden bewogen om daar te worden afgelegd op een zwad,met ongeveer een breedte zoals aangeduid met lijn C.

Doordat bij de boven omschreven inrichting de buitenste maaiorganen 10 een aanzienlijk grotere diameter bezitten dan de daartussen gelegen maaiorganen zullen deze buitenste maaiorganen het gewas over een grotere afstand naar het midden van de machine toe verplaatsen dan bij een gebruikelijke opstelling waarbij^met de lijn X aangeduide raaaibreedte wordt bestreken met een viertal maaiorganen van gelijke diameter.Dientengevol-15 ge zal bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding bij gelijk blijrende raaaibreedte X de breedte C van het gevormde zwad kleiner zijn dan de breedte van een met een gebruikelijke maalinrichting gevormd zwad.

Zoals schematisch nog in fig.3 is weergegeven kan de zwadbreedte 20 nog verder verkleind worden indien nabij de buitenste naaitrommels 6 zwadborden 13 0f zwadwielen worden opgesteld.

De steunschotels 12 van de buitenste maaiorganen zijn bij voorkeur in hoogterichting instelbaar ter instelling van de maaihoogte.Deze grote steunschotels kunnen zonder bezwaar de inrichting samen ondersteunen 25 zodat voor de tussengelegen trommels geen instelbare schotels behoeven te worden aangebracht.

8302556

Claims (4)

1. Maaimachine voorzien van een gestel en tenminste vier om zich omhoog uitstrekkende draaiingsassen draaibare maaiorganen,die ieder zijn voorzien van snijmessen en boven deze snijmessen gelegen trommels,waarbij de aandrijving van de maaiorganen zodanig is,dat tijdens bedrijf naast elkaar 5 gelegen trommels tegengesteld aan elkaar draaien,met het kenmerk,dat de diameters van de door de uiteinden van de snijmessen tijdens bedrijf beschreven cirkels van de buitenste maaiorganen gr*öten zijn dan die van de tussengelegen maaiorganen.

2. Maaimachine volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de doorsneden 10 van de trommels van de buitenste maaiorganen groter zijn dan die van de tussengelegen maaiorganen.

3. Maaimachine volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de diameter van een door de uiteinden van de snijmessen van een buitenste maaiorgaan beschreven cirkel ongeveer twee maal groter is dan de diameter beschreven 15 door de uiteinden van de snijmessen van een tussengelegen maaiorgaan.

4. Maaimachine volgens conclusie 2 of 3>met het kenmerk,dat de diameter resp.grootste en kleinste middellijn van een buitenste trommel ongeveer gelijk of groter is dan 2 x de diameter resp. grootste en kleinste middellijn van een trommel van een tussen de buitenste maaiorganen gelegen maai- 20 orgaan. 8302556