NL8302515A - Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig bouwelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd lager plafond. - Google Patents

Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig bouwelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd lager plafond. Download PDF

Info

Publication number
NL8302515A
NL8302515A NL8302515A NL8302515A NL8302515A NL 8302515 A NL8302515 A NL 8302515A NL 8302515 A NL8302515 A NL 8302515A NL 8302515 A NL8302515 A NL 8302515A NL 8302515 A NL8302515 A NL 8302515A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
legs
bracket
base
fixing
ceiling
Prior art date
Application number
NL8302515A
Other languages
English (en)
Other versions
NL178379C (nl
NL178379B (nl
Original Assignee
Maars Holding Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maars Holding Bv filed Critical Maars Holding Bv
Priority to NL8302515A priority Critical patent/NL178379C/nl
Publication of NL8302515A publication Critical patent/NL8302515A/nl
Publication of NL178379B publication Critical patent/NL178379B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL178379C publication Critical patent/NL178379C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/06Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members
    • E04B9/065Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members comprising supporting beams having a folded cross-section
    • E04B9/067Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members comprising supporting beams having a folded cross-section with inverted T-shaped cross-section
    • E04B9/068Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members comprising supporting beams having a folded cross-section with inverted T-shaped cross-section with double web
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/006Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation with means for hanging lighting fixtures or other appliances to the framework of the ceiling
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/26Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor directly on or in walls, ceilings, or floors
    • H02G3/263Installation, e.g. suspension, of conduit channels or other supports

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)

Description

. * * * - 83.5072/AA/sme
Korte aanduiding: Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig bouwelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd lager plafond.
De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsstelsel geschikt voor het daarmee horizontaal aanbrengen van een langwerpig bouwelement tussen een vast plafond en een op afstand onder het vaste plafond bevestigd laag plafond, dat 5 een aantal langwerpige horizontaal verlopende profieldelen omvat.
De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een bevestigingsstelsel voor het daarmee tussen de plafonds kunnen bevestigen van een spanningsrail, en waarbij het lager 10 plafond, ook wel zwevend plafond genoemd, in het bijzonder een demontabel plafond is.
Langwerpige bouwelementen zoals kabelgoten of spannings-rails worden reeds langer toegepast tussen een vast plafond en een op afstand daaronder aangebracht lager plafond. Tot 15 op heden werd een zodanig bouwelement direct aan het vaste plafond bevestigd of door middel van met het vaste plafond met een spanningsrail samenwerkend aantal bevestigingshaken.
De bekende wijze voor het bevestigen van het langwerpig bouwelement in de ruimte tussen de plafonds heeft als bezwaar 20 dat het, benevens de bevestigingspunten voor het bevestigen van het lager plafond, een aantal extra bevestigingspunten aan het vaste plafond benodigt, die vaak, zoals tegenwoordig in beton, moeilijk tot stand te brengen zijn, zodat door de daarvoor benodigde tijd, bevestigingsmaterialen en gereed-25 schappen de bekende bevestigingswijze duur is. Dit is vooral bezwaarlijk in het geval dat het lager plafond demontabel uitgevoerd is, in welk geval de installatiesnelheid en wijzigings-snelheid en -kosten een grote rol spelen. In het geval van een demontabel lager plafond heeft de bekende bevestigings-30 wijze tevens als bezwaar dat het in verband met de mate van toegankelijkheid van de ruimte tussen de plafonds moeilijk is om achteraf een bouwelement van de genoemde soort op een op dat latere moment gekozen plaats aan te brengen.
8302515 « * - 2 -
Een ander bezwaar van de bekende bevestigingswijze is, dat als gevolg van de eventueel moeilijk te verkrijgen bevestigingspunten aan het vaste plafond deze bevestigingspunten, of daaraan te koppelen bevestigingshaken, ook moeilijk op één 5 lijn te brengen zijn. Het gevaar bestaat dan dat een zich vanaf naar beneden het bouwelement/uitstrekkende kabelzuil niet juist in de configuratie van het verlaagde plafond gepast kan worden.
Er wordt opgemerkt, dat het gewenst is dat de langwerpige bouwelementen, zoals spanningsrails, trillingsvrij in de 10 ruimte tussen de plafonds aangebracht worden, zodat geen geluidsoverlast zal ontstaan en beschadiging van bijvoorbeeld elektrische contactdozen in het bouwelement door trillingen tegengegaan wordt.
De uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende wijze 15 van bevestigen van een langwerpig bouwelement tussen een vast plafond en een op afstand daaronder bevestigd lager plafond, dat een aantal langwerpige horizontaal verlopende profieldelen omvat, op te heffen.
Het bevestigingss-telsel volgens de uitvinding heeft 20 daarom als kenmerk, dat het een beugel met in hoofdzaak een U-vorm met twee ten opzichte van het vaste plafond naar beneden te richten benen en een de benen verbindende basis omvat, * dat elk been tegenover een langs dat been en dwars op de basis verlopend profieldeel voorzien is van tenminste één door een 25 sleuf van dat profieldeel te ste'ken en vervolgens om te buigen ^eves^igingsfip, dat elk been aan de zijde van het andere been een naar de basis gekeerde oplegrand heeft, dat het een op de beide oplegranden te plaatsen brugdeel omvat, waarop tegenover de basis van de beugel het bouwelement ondersteund kan worden 30 en dat het een aan de beugel bevestigd fixatiedeel omvat, dat op verende wijze met het bouwelement kan samenwerken.
Nadat de bevestigingslippen door een betreffende sleuf van een profieldeel gestoken zijn, kunnen zij omgezet worden, zodat op eenvoudige wijze met eenvoudig gereedschap snel 35 een goede koppeling van de beugel aan het profieldeel verkregen kan worden. Op deze wijze zijn zeer gemakkelijk een aantal soortgelijke beugels tussen twee parallel verlopende profieldelen aan te brengen, waarbij verzekerd wordt dat de door- 8302515 * · - 3 - gangen tussen de benen van de beugels alle op één lijn liggen. Er kunnen een aantal stellen van twee parallel verlopende profieldelen met daartussen gekoppelde beugels op onderlinge afstand in het lager plafond verwerkt worden, zodat op veel 5 plaatsen initieel bij het installeren van het verlaagde plafond of achteraf op veel plaatsen, bijvoorbeeld boven een scheidingswand of een kabelzuil, een langwerpig bouwelement zoals een spanningsrail aangebracht kan worden. Het achteraf aanbrengen van een bouwelement kan plaatsvinden zonder dat 10 enig onderdeel aan het vaste plafond of aan het lage plafond bevestigd behoeft te worden, zodat het aanbrengen eenvoudig en snel en cbor ongeoefend personeel kan plaatsvinden.
Het fixatiedeel zorgt ervoor dat het bouwelement slechts moeilijk kan verschuiven, waardoor trillingen en dus geluids-15 overlast en beschadiging van wandcontactdozen in de spanningsrail voorkomen worden. Dankzij het op verende wijze met het bouwelement samenwerkende fixatiedeel behoeft het bouwelement ook niet met bevestigingselementen zoals schroeven of klinknagels aan de beugels bevestigd te worden, zodat de plaats 20 van het bouwelement in de lengterichting ervan willekeurig kan zijn en dat locatietoleranties van de diverse onder delen van het verlaagde plafond, bijvoorbeeld van de beugels, gecompenseerd kunnen worden.
Overigens kunnen de bevestigingslippen van het ene been 25 vanaf of naar die van het andere been gericht zijn, waarbij zij door verticaal verlopende sleuven van profieldelen gestoken kunnen worden of zij kunnen naar beneden gericht zijn, waarbij zij in horizontaal verlopende sleuven van de profieldelen gestoken kunnen worden. Ook combinaties van dergelijke 30 bevestigingslippen zijn mogelijk, zodat zij geschikt zijn voor samenwerking met verschillend gevormde profieldelen.
Bij voorkeur is elk bevestigingslip uitgevoerd in de vorm van een haak, waarvan het eindgedeelte over de rand van de betreffende sleuf verdraaibaar is, waarbij de naar het 35 profieldeel gekeerde rand van het eindgedeelte van de haak uitgaande van een smaller uiteinde van het eindgedeelte in de richting van het betreffende been zodanig schuin verloopt, dat het tijdens verdraaien van het eindgedeelte een oploop- 8302515 , » - 4 - rand voor de rand van de sleuf vormt. Hierdoor kan een zeer stevige verbinding tussen de beugel en een profieldeel verkregen worden.
Bij voorkeur is het brugdeel aan weerszijden en uitgaan-5 de van het ondersteuningsgedeelte ervan uitgevoerd met een zich naar beneden uitstrekkende stabilisatielip met een relatief groot gewicht resp. aan de nabij de benen te brengen uiteinden ervan naar de benen gerichte blokkeeruitsteeksels.
Het brugdeel beditdaardoor een stabiele stand, waarbij de 10 relatief zware stabilisatielip verticaal naar beneden gericht is en de blokkeeruitsteeksels aan de andere zijde van de benen tegen de benen steunen. Het brugdeel kan daardoor zonder gevaar van verlies vooraf op de oplegranden van elk van een aantal beugels gelegd worden, terwijl ook tijdens gebruik, 15 dat wil zeggen met een daarop geplaatst bouwelement, het gevaar van verlies van het brugdeel, bijvoorbeeld door het optreden van trillingen, zeer klein is.
Teneinde het bouwelement in elke doorgang tussen de benen van een beugel ook in een richting evenwijdig aan de 20 basis van de beugel te kunnen fixeren, is het brugdeel aan de zijde van de blokkeeruitsteeksels bij voorkeur uitgevoerd met naar boven gerichte fixatielippen, waarvan de onderlinge afstand gekozen is in afhankelijkheid van de vorm van de naar beneden gekeerde zijde van het bouwelement.
25 Bij voorkeur is elke oplegrand in een vlak loodrecht op de doorgang tussen de benen bolrond uitgevoerd en is het daarop steunende gedeelte van het brugdeel in overeenstemming daarmee holrond uitgevoerd. Hierdoor is het brugdeel met relatief weinig wrijving over de oplegrand te verdraaien, 30 wat tevens als voordeel heeft dat de genoemde stabiele stand van het brugdeel gemakkelijker bereikt en gehandhaafd kan worden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het bevestigings-stelsel volgens de uitvinding bestaat het fixatiedeel uit een 35 in een H-vorm gebogen veerkrachtige draad, waarvan de bovenste uiteinden draaibaar aan de basis van de beugel bevestigd zijn, de dubbel uitgevoerde onderste gedeelten van de benen in vanaf de bovenzijde van een profieldeel verlopende .1 V.
8302515 4 „ - 5 - groeven kunnen grijpen en waarbij het de benen verbindende tussendeel, dat zich, althans bij niet geplaatst bouwelement, onder de basis van de beugel bevindt, verend tegen de bovenzijde van een bouwelement kan steunen. Afhankelijk 5 van de uitvoering of de stand ervan zal het bouwelement samenwerken met de onderste gedeelten van de benen en/of met het tussendeel van het fixatiedeel.
De beugel is volgens de voorkeursuitvoeringsvorm tevens voorzien van zodanig aangebrachte vergrendelingshaken, dat 10 de haken na verdraaiing van het fixatiedeel in een verticaal vlak onder basis om de benen van het fixatiedeel haken, zodat een goede veerkrachtige vergrendeling van het bouwelement in de doorgang tussen de benen van de beugel en het brugdeel verkregen wordt, die slechts door een bewuste handeling tot 15 stand gebracht en verbroken kan worden.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van een in de tekening getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van het be-vestigingsstelsel volgens de uitvinding. In de tekening toont: 20 fig. 1 in perspektief en in uiteengenomen vorm de voorkeursuitvoeringsvorm van het bevestigingsstelsel volgens de uitvinding in samenhang met andere daarmee te verbinden elementen,· fig. 2 een doorsnede van het in fig. 1 getoonde doch nu 25 samengevoegde stelsel volgens een vlak gaande door met de bevestigingslippen van de beugel samenwerkende sleuven; fig. 3 een gedeeltelijk linker zijaanzicht van het in fig. 1 getoonde, doch nu samengevoegde, bevestigingsstelsel; fig. 4 een in detail volgens een doorsnede door de basis 30 van de beugel van fig. 1 getoonde vergrendelingshaak; en fig. 5 een bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde beugel.
De in fig. 1 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van het bevestigingselement volgens de uitvinding omvat een beugel 1, 35 een brugdeel 2 en een door een draadveer gevormd fixatiedeel 3. Het bevestigingsstelsel 1, 2, 3 werkt samen met twee aan weerszijden van de beugel 1 horizontaal verlopende profiel-delen 4, 5, waartussen een afdichtingsprofiel 6 aangebracht 8302515 * * - 6 - kan worden, terwijl de beugel 1 geschikt is voor het parallel aan de profieldelen 4, 5 doorlaten van een langwerpig bouwelement zoals een spanningsrail 7 met geïsoleerde geleiders 8 en een contactdoos 9· 5 De beugel 1 is volgens de getoonde voorkeursuitvoerings vorm gevormd uit plaatmateriaal en heeft in hoofdzaak een U-vorm met de benen 10, 11 en een de benen 10, 11 verbindende basis 12. De beugel 1 wordt, zoals getoond, met de benen 10, 11 naar beneden gericht ten opzichte van een erboven aanwezig 10 vast plafond georiënteerd, zodat een spanningsrail 7 vanaf de onderzijde in de resp. doorgangen van een aantal op één lijn aangebrachte beugels 1 gebracht kan worden.
De profieldelen 4, 5 zijn door middel van niet-getoonde bevestigingselementen op een op zich bekende wijze aan het 15 vaste plafond bevestigd. De profieldelen 4, 5 vormen daarbij relatief lange hoofdprofieldelen met horizontaal verlopende gedeelten, zoals de flens 13 van het profieldeel 5, waarop panelen, van een demontabel verlaagd plafond gelegd kunnen worden. Daarbij zijn in verticaal verlopende gedeelten van 20 de profieldelen 4, 5, zoals het gedeelte-14 van het profieldeel 5, op regelmatige afstanden sleuven 15 gevormd, die geschikt zijn voor het opnemen van aan de uiteinden van relatief kortere, dwars op de hoofdprofieldelen 4, 5 verlopende, tussenprofieldelen gevormde bevestigingslippen.
25 De uiteinden van de naar beneden gerichte benen van de beugel 1 zijn voorzien van van elkaar af gerichte bevestigingslippen, zoals bevestigingslip 16 van het been 11, die door een sleuf 15 van een profieldeel 4, 5 gestoken kunnen worden en die vervolgens over de rand van de betreffende 30 sleuf 15 verdraaid kunnen worden, zodat de beugel 1 aan de profieldelen 4, 5 bevestigd wordt. Zoals getoond is de bevestigingslip 16 daarbij bij voorkeur uitgevoerd met een zodanig schuin verlopende oplooprand 17, dat tijdens het draaien van de bevestigingslip 16 over de rand van de sleuf 15 het 35 materiaal langs de rand van de sleuf 15 in cfe richting van het betreffende been 10, 11 getrokken wordt, zodat daardoor een zeer stevige verbinding van de beugel 1 aan de profieldelen 4, 5 verkregen wordt.
8302515 * « J mm
De benen 10, 11 van de beugel 1 zijn op de naar elkaar toegekeerde zijden naar elkaar versprongen, zodat zij elk een oplegrand vormen voor het daarop kunnen plaatsen van het brugdeel 2. De vlakke uiteinden van de versprongen gedeelten 5 zijn bij voorkeur, zoals getoond, elk omgezet tot in een vlak welke parallel aan de profieldëLen 4, 5 en het bouwelement 7 verloopt. De bovenrand van elk omgezet gedeelte vormt daarbij de eigenlijke oplegrand 18 voor het ondersteunen van het brugdeel 2. Doordat de oplegrand 18 bolrond is uitgevoerd 10 en het daardoor ondersteunde gedeelte van het brugdeel 2 in overeenstemming daarmee holrond is uitgevoerd, kan het brugdeel 2 gemakkelijk op een as dwars op het bouwelement 7 over de oplegranden 18 verdraaien.
Het brugdeel 2 is uitgevoerd met een relatief zware 15 stabilisatielip 19 alsmede van· blokkeeruitsteeksels 20 aan de tegenover de benen 10, 11 te plaatsen uiteinden van het brugdeel 2. Dankzij de aanwezigheid van de relatief zware stabilisatielip 19 en de blokkeeruitsteeksels 20 kan het brugdeel 2 in een stabiele positie op de oplegranden 18 van 20 de beugel 1 geplaatst worden, waarbij de stabilisatielip 19 naar beneden gericht is. De beugel 2 is tevens voorzien van naar boven gerichte fixatielippen 21 waartussen het op het brugdeel 2 te plaatsen bouwelement 7 in dwarsrichting gefixeerd kan worden. Met behu}?van de in het midden van het 25 brugdeel 2 gevormde bedieningslip 22 kan de beugel 2 gemakkelijker over de oplegranden 18 gedraaid worden.
Het uit een veerkrachtige draad bestaande fixatiedeel 3 heeft in de voorkeursuitvoeringsvorm in hoofdzaak een H-vorm, waarvan de uiteinden van de bovenste gedeelten van 30 de benen elk de vorm van een haak 23 hebben, die door in de basis 12 van de beugel 1 gevormde doorgangen 24 gestoken zijn, zodat de benen van het fixatiedeel 3 in een verticaal vlak dwars op de basis 12 verdraaid kunnen worden. De lengten van de bovenste gedeelten van de benen, dat wil zeggen de 35 gedeelten boven het dwarsverbindingsstuk van de benen, zijn daarbij zodanig gekozen, dat in het geval dat de benen van het fixatiedeel 3 geheel naar beneden gericht zijn bij niet-geplaatst bouwelement 7, de bovenzijde van het dwarsverbin- 8302515 r - 8 - dingsstuk van het fixatiedeel 3 lager is dan de onderzijde de van de basis 12; in/doorsnede van fig. 2 is dan sprake van een geprojecteerde speling 25 tussen het dwarsverbindingsstuk van het fixatiedeel en de basis 12 van de beugel 1.
5 Nadat een aantal beugels 1 achter elkaar aan de profiel- delen 4, 5 bevestigd zijn wordt, indien gewenst, het bouwelement 7 in de tussen de benen van de beugels gevormde doorgangen geplaatst en wordt daarna op de oplegranden 18 van tenminste enkele beugels 1 een brugdeel 2 geplaatst door 10 het door de betreffende doorgang steken en over de oplegranden 18 geleiden van de stabilisatielip 19. Het bouwelement 7 wordt dan axiaal in de gewenste positie gebracht, waarna de brug-delen 19 in de in fig. 2 getoonde stand gedraaid kunnen worden. Daarna, of direct voorafgaand aan het verdraaien van de brug-15 delen 2, worden de draadvormige fixatiedelen 3 naar beneden gedraaid, zodat het dwarsverbindingsstuk verend op de bovenzijde van het bouwelement 7 komt te steunen. Doordat de beugel 1 voorzien is van vergrendelingshaken 26, kunnen de draadvormige benen van het fixatiedeel 3 achter de haakvormige 20 uiteinden van de haken 26 vergrendeld worden.
Het bouwelement 7 zal bij omhoog gedraaide fixatielippen 21 van het brugdeel 2 en bij het vergrendeld zijn van het fixatiedeel 3 zeer moeilijk in de lengterichting en/of dwars-richting ervan verplaatst kunnen worden. Hierdoor kan dus 25 eenvoudig een betrouwbare stabiele bevestiging van een bouwelement 7 zoals een spanningsrail aan een verlaagd plafond verkregen worden. Het bouwelement 7 kan daarbij direct tijdens het installeren van het verlaagde plafond of later op een, eventueel nieuwe, locatie tussen reeds aangebrachte beugels 1 30 geplaatst worden.
De basis 12 van de beugel 1 is in het midden voorzien van een sleuf 27 waardoor een tapeind 28 gevoerd kan worden, die aan één uiteinde voorzien is van een moer 29, die wordt geborgd door nabij de sleuf 27 vanaf de basis 12 naar beneden 35 gerichte borglippen 30. Het andere uiteinde van het tapeind 28 kan, eventueel via een ander bevestigingselement, aan het vaste plafond bevestigd zijn.
De plaatvormige benen 10, 11 van de beugel 1 hebben aan 8302515 ♦ - 9 - de naar elkaar toe gerichte zijden doorgangen, zoals 31, voor het aan een rij beugels 1 kunnen bevestigen van strook-vormige gipsplaten, zodat een betere geluidsisolatie tussen twee aangrenzende ruimten verkregen wordt in het geval dat 5 de beugels 1 boven de scheidingswand tussen deze ruimten aangebracht zijn.
Zoals getoond in de figuren, strekken de benen 10, 11 van de beugel 1 zich naar boven tot voorbij de basis 12 uit, waarbij de uitstekende gedeelten voorzien kunnen zijn van een 10 doorgang 32. Op de basissen 12 van een rij beugels 1 kan dan tegen de betreffende uitsteeksels en bijvoorbeeld door middel van door de gaten 32 gevoerde klinknagels, een langwerpig bouwelement van een ander type bevestigd worden. Een zodanig bouwelement kan bijvoorbeeld een relatief smalle kabelgoot 15 zijn voor. het daarin opnemen van bijvoorbeeld telefoonkabels, die volgens voorschrift niet in een spanningsrail van de in de figuren getoonde soort opgenomen mogen worden.
Zoals getoond in fig. 2 kan het bouwelement 7, dat voorzien is van in de lengterichting ervan verlopende groeven, 20 ook in de met onderbroken lijnen aangegeven positie op het brugdeel 2^^eplaatst worden. De onderste gedeelten van de benen van/fixatiedeel 3 zullen dan ter fixatie van het bouwelement 7 op het brugdeel 2 in de bovenste groeven van het bouwelement 7 grijpen.
8302515

Claims (10)

1. Bevestigingsstelsel geschikt voor het daarmee horizontaal aanbrengen van een langwerpig bouwelement tussen een vast plafond en een op afstand onder het vaste plafond bevestigd laag plafond, dat een aantal langwerpige horizontaal 5 verlopende profieldelen omvat,, met het kenmerk, dat het een beugel met in hoofdzaak een U-vorm met twee ten opzichte van het vaste plafond naar beneden te richten benen en een de benen verbindende basis omvat, dat elk been tegenover een langs dat been en dwars op de 10 basis verlopend profieldeel voorzien is van tenminste één door een sleuf van dat profieldeel te steken en vervolgens of te torderen om te buigen/bevestigingslip, dat elk been aan de zijde van het andere been een naar de basis gekeerde oplegrand heeft, 15 dat het een op de beide oplegranden te plaatsen brugdeel omvat, waarop tegenover de basis van de beugel het bouwelement ondersteund kan worden en dat het een aan de beugel bevestigd fixatiedeel omvat, dat op verende wijze met het bouwelement kan samenwerken.
2. Bevestigingsstelsel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elke bevestigingslip de vorm heeft van een haak, waarvan het eindgedeelte over de rand van de betreffende sleuf verdraaibaar is, waarbij de naar het profieldeel gekeerde rand van het eindgedeelte van de haak, uitgaande 25 van een smaller uiteinde van het eindgedeelte in de richting van het betreffende been zodanig schuin verloopt, dat het tijdens verdraaien van het eindgedeelte een oplooprand voor de rand van de sleuf vormt.
3. Bevestigingsstelsel volgens conclusie 1 of 2, m e t 30 het kenmerk, dat het brugdeel aan weerszijden en uitgaande van het ondersteuningsgedeelte ervan een zich naar beneden uitstrekkende stabilisatielip met een relatief groot gewicht resp. aan de nabij de benen te brengen uiteinden ervan naar de benen gerichte blokkeerujisteeksels heeft. 8302515 5 *. - 11 -
4. Bevestigingsstelsel volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat het brugdeel uitgaande van het ondersteu-ningsgedeelte ervan aan de zijde van de blokkeeruitsteeksels naar boven gerichte fixatielippen heeft, waarvan de onder- 5 linge afstand gekozen is in afhankelijkheid van de vorm van de naar beneden gekeerde zijde van het bouwelement.
5. Bevestigingsstelsel volgens conclusie 1, 2, 3, of 4, met het kenmerk, dat elke oplegrand in een vlak loodrecht op de doorgang tussen de benen bolrond is en het 10 daarop steunende gedeelte van het brugdeel in overeenstemming daarmee holrond is.
6. ' Bevestigingsstelsel volgens conclusie 3, 4 of 5, m e t het kenmerk, dat het ondersteunend gedeelte van het brugdeel aan de zijde van de uitsteeksels naar beneden ge- 15 richte bedieningslip heeft.
7. Bevestigingsstelsel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het fixatie-deel in hoofdzaak een ü-vorm heeft, waarvan de daartoe geschikt omgezette bovenste uiteinden van de benen scharnierbaar 20 aan de basis van de beugel bevestigd zijn, waarbij het de benen van het fixatiedeel verbindend tussendeel zich op een zodanige plaats bevindt, dat in de verticale positie van het fixatiedeel de bovenzijde van het tussendeel lager is dan de onderzijde van de basis van de beugel.
8. Bevestigingsstelsel volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de benen van het fixatiedeel zich tot onder het tussendeel ervan uitstrekken, waarbij de afstand tussen de onder het tussendeel verlopende gedeelten van de benen gekozen is in afhankelijkheid van het profiel van de 30 bovenzijde van het bouwelement.
9. Bevestigingsstelsel volgens conclusies 8, m e t het kenmerk, dat de benen in een richting evenwijdig aan het tussendeel veerkrachtig zijn en dat de beugel op zodanige —- ——m 8302515 - 12 - * κ V- V plaatsen voorzien is van vergrendelingshaken, dat de benen, na verdraaiing ervan in een verticaal vlak onder de basis, achter de vergrendingelinshaken gehaakt kunnen worden.
10. Bevestigingsstelsel volgens conclusies 7 - 9, m e t 5 het kenmerk, dat het fixatiedeel bestaat uit een geschikt gebogen veerkrachtige draad. 8302515
NL8302515A 1983-07-14 1983-07-14 Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig kanaalelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd verlaagd plafond. NL178379C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302515A NL178379C (nl) 1983-07-14 1983-07-14 Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig kanaalelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd verlaagd plafond.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302515A NL178379C (nl) 1983-07-14 1983-07-14 Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig kanaalelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd verlaagd plafond.
NL8302515 1983-07-14

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8302515A true NL8302515A (nl) 1985-02-01
NL178379B NL178379B (nl) 1985-10-01
NL178379C NL178379C (nl) 1986-03-03

Family

ID=19842157

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302515A NL178379C (nl) 1983-07-14 1983-07-14 Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig kanaalelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd verlaagd plafond.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL178379C (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0281170A1 (en) * 1987-02-13 1988-09-07 Chicago Metallic Continental N.V. Coupling element for metal structures and bridge for suspended ceilings equipped therewith
BE1000301A3 (nl) * 1987-02-13 1988-10-11 Chicago Metallic Continent Nv Koppelgedeelte voor metalen strukturen en brugstuk voor opgehangen plafonds dat hiervan is voorzien.
EP0301658A1 (fr) * 1987-07-28 1989-02-01 Chicago Metallic Continental N.V. Elément de couplage pour faux-plafonds
BE1001827A3 (nl) * 1988-06-24 1990-03-13 Chicago Metallic Continent Nv Inrichting voor het ophangen van elementen en hanger hierbij aangewend.
BE1003273A3 (nl) * 1988-01-26 1992-02-11 Chicago Metallic Continent Nv Koppelgedeelte voor metalen strukturen en brugstuk voor opgehangen plafonds dat hiervan is voorzien.

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0281170A1 (en) * 1987-02-13 1988-09-07 Chicago Metallic Continental N.V. Coupling element for metal structures and bridge for suspended ceilings equipped therewith
BE1000301A3 (nl) * 1987-02-13 1988-10-11 Chicago Metallic Continent Nv Koppelgedeelte voor metalen strukturen en brugstuk voor opgehangen plafonds dat hiervan is voorzien.
EP0301658A1 (fr) * 1987-07-28 1989-02-01 Chicago Metallic Continental N.V. Elément de couplage pour faux-plafonds
BE1000792A4 (nl) * 1987-07-28 1989-04-04 Chicago Metallic Continent Nv Koppelstuk voor opgehangen plafonds.
BE1003273A3 (nl) * 1988-01-26 1992-02-11 Chicago Metallic Continent Nv Koppelgedeelte voor metalen strukturen en brugstuk voor opgehangen plafonds dat hiervan is voorzien.
BE1001827A3 (nl) * 1988-06-24 1990-03-13 Chicago Metallic Continent Nv Inrichting voor het ophangen van elementen en hanger hierbij aangewend.

Also Published As

Publication number Publication date
NL178379C (nl) 1986-03-03
NL178379B (nl) 1985-10-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6082690A (en) Bracket for conduit carriers
US6996943B2 (en) Cable support bracket
US3596425A (en) Ceiling tile support grid system
US2710679A (en) Suspended ceiling construction
CN1932197B (zh) 用于吊顶式天花板的嵌条
RU2321934C1 (ru) Аксессуар для повышения уровня и стыкового соединения проволочных кабель-каналов
US4726165A (en) Understructure for a panel lining
KR920021814A (ko) 현수 천정용 장식 시스템
JP2002233024A (ja) 長尺ビルディングサービス供給手段の支持手段
US2271472A (en) Building construction
WO2014176692A1 (en) Cross braced joist hanger
CA2083034A1 (en) Seismic brace for electric cable tray
NL8302515A (nl) Bevestigingsstelsel voor het aanbrengen van een langwerpig bouwelement tussen een vast plafond en een daaraan bevestigd lager plafond.
US8640408B2 (en) Grid system for a suspended ceiling
US20240084589A1 (en) Track system for double butt joint glass t-connections
US6446406B1 (en) Direct attached grid
EP0089718B1 (en) An assembly for forming a ceiling
US11165230B1 (en) Roller assembly for use when drawing a cable through a cable tray
EP0238279A2 (en) Cladding
AU4816100A (en) Stud wall system and method using combined bridging and spacing device
US5345729A (en) Support for tamper proof securing light fixture on suspended ceiling panel
US1879778A (en) Building structure
US2304480A (en) Building assembly and bracket therefor
JP7107483B2 (ja) 天井構造
US10107420B1 (en) Cable tray assembly with side rails and method of using

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee