NL8302466A - Inzetorgaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistofleiding. - Google Patents
Inzetorgaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistofleiding. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8302466A NL8302466A NL8302466A NL8302466A NL8302466A NL 8302466 A NL8302466 A NL 8302466A NL 8302466 A NL8302466 A NL 8302466A NL 8302466 A NL8302466 A NL 8302466A NL 8302466 A NL8302466 A NL 8302466A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- liquid
- insert
- housing
- flow
- cavity
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L45/00—Pipe units with cleaning aperture and closure therefor
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K24/00—Devices, e.g. valves, for venting or aerating enclosures
- F16K24/02—Devices, e.g. valves, for venting or aerating enclosures the enclosure being itself a valve, tap, or cock
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K5/00—Plug valves; Taps or cocks comprising only cut-off apparatus having at least one of the sealing faces shaped as a more or less complete surface of a solid of revolution, the opening and closing movement being predominantly rotary
- F16K5/04—Plug valves; Taps or cocks comprising only cut-off apparatus having at least one of the sealing faces shaped as a more or less complete surface of a solid of revolution, the opening and closing movement being predominantly rotary with plugs having cylindrical surfaces; Packings therefor
- F16K5/0407—Plug valves; Taps or cocks comprising only cut-off apparatus having at least one of the sealing faces shaped as a more or less complete surface of a solid of revolution, the opening and closing movement being predominantly rotary with plugs having cylindrical surfaces; Packings therefor with particular plug arrangements, e.g. particular shape or built-in means
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K5/00—Plug valves; Taps or cocks comprising only cut-off apparatus having at least one of the sealing faces shaped as a more or less complete surface of a solid of revolution, the opening and closing movement being predominantly rotary
- F16K5/06—Plug valves; Taps or cocks comprising only cut-off apparatus having at least one of the sealing faces shaped as a more or less complete surface of a solid of revolution, the opening and closing movement being predominantly rotary with plugs having spherical surfaces; Packings therefor
- F16K5/0605—Plug valves; Taps or cocks comprising only cut-off apparatus having at least one of the sealing faces shaped as a more or less complete surface of a solid of revolution, the opening and closing movement being predominantly rotary with plugs having spherical surfaces; Packings therefor with particular plug arrangements, e.g. particular shape or built-in means
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K5/00—Plug valves; Taps or cocks comprising only cut-off apparatus having at least one of the sealing faces shaped as a more or less complete surface of a solid of revolution, the opening and closing movement being predominantly rotary
- F16K5/08—Details
- F16K5/10—Means for additional adjustment of the rate of flow
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L41/00—Branching pipes; Joining pipes to walls
- F16L41/02—Branch units, e.g. made in one piece, welded, riveted
- F16L41/021—T- or cross-pieces
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L41/00—Branching pipes; Joining pipes to walls
- F16L41/08—Joining pipes to walls or pipes, the joined pipe axis being perpendicular to the plane of the wall or to the axis of another pipe
- F16L41/16—Joining pipes to walls or pipes, the joined pipe axis being perpendicular to the plane of the wall or to the axis of another pipe the branch pipe comprising fluid cut-off means
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
Description
-w- ^ * $ * C/Ca/ar/25
Inzetorgaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistof-leiding.
De uitvinding verschaft een inzetorgaan voor aftap-ping van vloeistof uit een vloeistofleiding. De uitvinding beoogt daarmee de mogelijkheid te verschaffen om op eenvoudige wijze vloeistof uit een aanwezige/ bijvoorbeeld juist aan-5 gelegde en in bedrijf genomen of nog in bedrijf te nemen, vloeistofleiding af te tappen. Daarbij kan enerzijds gedacht worden aan een tijdelijke of periodieke behoefte aan dergelijke aftapping, welke een investering in kosten en onderhoud van een vaste aftapinstallatie niet wettigt. Anderzijds kan 10 zich bij een zojuist aangelegde en in bedrijf genomen of nog in bedrijf te nemen vloeistofleiding, of bij een vloeistofleiding waarin gedurende langere tijd vloeistofstilstand heeft geheerst, de behoefte aan reiniging voordoen. Zo kan de leiding bijvoorbeeld verontreinigingen, respectievelijk ver-15 ontreinigde vloeistof, bevatten. Een inzetorgaan van het door de uitvinding voorgestelde type verschaft dan de mogelijheid tot eenmalige, respectievelijk periodieke, verwijdering van de verontreinigingen of de verontreinigde vloeistof.
Volgens de uitvinding dient een dergelijk inzetor-20 gaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistofleiding te bestaan uit een via een in de leiding opgenomen aftapspruit-stuk met een doorstroomopening in de vloeistofstroom door de leiding te situeren schepgedeelte, een voor bevestiging in het spruitstuk dienend bevestigingsgedeelte en een met het 25 schepgedeelte in vloeistofgeleidende verbinding staand afgif-tegedeelte. Duidelijk is, dat de uitvinding een minimum aan permanente voorzieningen vergt? ten hoogste dient op één of meer in aanmerking komende plaatsen een aftapspruitstuk met een geschikte doorstroomopening in de vloeistofleiding te 30 worden opgenomen.
In zijn eenvoudigste vorm is het inzetorgaan volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, dat de drie gedeelten één samenhangend geheel van kunststof vormen. Een dergelijk inzetorgaan, waarvan de vervaardigingskosten gering kunnen 35 zijn, kan op eenvoudige wijze in het aftapspruitstuk worden 8302466 - 2 - * · λ geplaatst, respectievelijk worden bevestigd, en na gebruik daaruit worden verwijderd.
In het voorgaande is reeds opgemerkt, dat het in-zetorgaan onder meer uit een schepgedeelte bestaat. Volgens 5 de uitvinding verdient het aanbeveling, dat het schepgedeelte een zodanige vorm heeft, dat het de vloeistofstroom door het aftapspruitstuk tenminste in overwegende mate naar het afgif-tegedeelte leidt. Deze maatregel is vooral van belang in geval van vloeistofaftapping uit een leiding, welke verontrei-10 nigingen of een verontreinigde vloeistof bevat. Toepassing van een schepgedeelte, dat de normale vloeistofstroom door het aftapspruitstuk zoveel mogelijk naar het afgiftegedeelte van het inzetorgaan leidt, voorkomt dan, dat de vóör het aftapspruitstuk in de leiding aanwezige verontreinigingen of 15 verontreinigde vloeistof tot het na het spruitstuk komende gedeelte van de vloeistofleiding kan doordringen. Als prac-tische uitvoeringsvorm stelt de uitvinding voor, dat het schepgedeelte aan de vorm van de doorstroomopening van het aftapspruitstuk is aangepast, waarbij het volgens de uitvin-20 ding van voordeel kan zijn, dat het schepgedeelte een onder de inwerking van de vloeistofdruk elastisch meegevend uiteinde heeft, zodat een maximale aanpassing van het schepgedeelte aan de doorstroomopening wordt verkregen.
Uit practische overwegingen verdient het volgens de 25 uitvinding aanbeveling, dat het bevestigingsgedeelte van het inzetorgaan een cylindervormige, holle buis met een uitwendige kraag omvat. In verreweg de meeste gevallen verschaft deze maatregel de mogelijkheid om het inzetorgaan in de hals van het aftapspruitstuk te situeren en daarop door middel van een 30 wartelmoer te fixeren.
In het voorgaande is steeds van de situatie uitgegaan, waarin het inzetorgaan via een in de leiding opgenomen aftapspruitstuk in de vloeistofstroom wordt gesitueerd. Daarbij is verondersteld, dat de vloeistofstroom door de leiding 35 voor het aanbrengen en het verwijderen van het inzetorgaan tijdelijk door middel van een vast in de leiding opgenomen afsluiter kan worden onderbroken. Indien een dergelijke afsluiter zich op een te grote afstand van een gewenst aftap- I * - 3 - * punt bevindt, kan dit problemen opleveren. Ook voor een dergelijk geval, en tevens voor het geval, waarin in de vloei-stofleiding reeds een debietbegrenzer of andere stromingsbe-grenzende inrichting met een door middel van een bedieningsas 5 binnen een huis roteerbaar lichaam is opgenomen, verschaft de uitvinding een speciaal inzetorgaan van het hiervoor beschreven type. Volgens de uitvinding geldt voor een dergelijk speciaal inzetorgaan, dat tenminste het bevestigingsgedeelte wordt gevormd door de verwijderbare bedieningsas van een 10 binnen de vloeistofleiding opgenomen huis roteerbaar lichaam met een eerste stand, waarin het een vloeistofstroom tot het inwendige van het huis toelaat, en een tweede stand, waarin het een dergelijke vloeistofstroom verhindert, waarbij de bedieningsas een centraal kanaal voor vloeistofgeleidende 15 verbinding van het inwendige van het huis met het afgiftege-deelte bevat. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt zodanig tewerkgegaan, dat een bedieningsas zonder een centraal kanaal van het beschreven type in de tweede stand van het roteerbare lichaam uit het huis wordt verwij-20 derd en tijdelijk wordt vervangen door een als bevestigingsgedeelte van een speciaal inzetorgaan volgens de uitvinding dienende bedieningsas met een dergelijk centraal kanaal. Het roteerbare lichaam kan dan binnen het huis naar de eerste stand terug worden geroteerd met behulp van het als tijde-25 lijke bedieningsas fungerende inzetorgaan, dat daartoe aan het afgiftegedeelte met de hand kan worden aangegrepen. Herstel van de oorspronkelijke toestand, respectievelijk vervanging van het speciale inzetorgaan door een normale bedieningsas vindt in tegengestelde volgorde plaats. Duidelijk 30 zal zijn, dat de vervanging van een normale bedieningsas door het speciale afzetorgaan volgens de uitvinding steeds in de tweede stand van het roteerbare lichaam plaatsvindt, zodat een vloeistofstroom uit de leiding naar het inwendige van het huis tijdens de vervanging door het lichaam zelf wordt ver-35 hinderd. De aftapping kan in dat geval slechts plaatsvinden, nadat het roteerbare lichaam in zijn genoemde eerste stand is teruggebracht.
üit practische overwegingen verdient het volgens de 8302466 9 · - 4 - uitvinding aanbeveling, dat het afgiftegedeelte van het in-zetorgaan een slangtuit is.
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende teke-5 ning van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:
Fig. 1 een zijaanziajit, gedeeltelijk in axiale doorsnede, op een in een aftapspruitstuk opgenoraen inzetor-gaan volgens de uitvinding, !0 Fig. 2, op soortgelijke wijze als in Fig. 1, een speciale uitvoeringsvariant van een inzetorgaan volgens de uitvinding, en
Fig. 3, gedeeltelijk in zijaanzicht en gedeeltelijk in axiale doorsnede, de belangrijkste hoofdonderdelen van een 15 vloeistofdebietbegrenzer, waarbij het speciale inzetorgaan volgens Fig. 2 kan worden toegepast.
Fig. 1 toont een op willekeurig geschikte wijss tussen twee stanpen 2 en 3 van een verder niet getekende vloeistof-leing opgenomen aftapspruitstuk 1, waarvan de effectieve 20 doorstoomopening althans tenminste bij benadering met die van de beide vloeistofleidingsstompen 2 en 3 overeenkomt. In de vloeistofleiding is stroomopwaarts van de stomp 2, welke ook als toevoerstomp van het aftapspruitstuk 1 kan worden beschouwd, een afsluiter 4 opgenomen, welke in Fig. 1 slechts 25 schematisch is weergegeven.
Omtrent het aftapspruitstuk 1, dat van willekeurig geschikt type en materiaal (metaal of kunststof) kan zijn, wordt slechts opgemerkt, dat de inwendige holte 5 van het spruitstuk aan de bovenzijde daarvan overgaat in de cylinder-30 vormige holte 6 van een verticale hals 7, welke aan zijn boveneinde van een uitwendige schroefdraad 8 is voorzien.
In de cylindervormige holte 6 van de hals 7 bevindt zich een cylindervormige middengedeelte 9 van een voorts uit een in de inwendige holte 5 van het spruitstuk 1 uitstekend 35 schepgedeelte 10 en een boven de hals 7 uitstekend afgiftegedeelte 11 bestaand inzetorgaan volgens de uitvinding.
Het genoemde middengedeelte 9, dat evenals de beide andere gedeelten 10 en 11 in hoofdzaak uit een cylindervormi- 8302466 - 5 - ge, holle buis bestaat en met de beide zojuist genoemde gedeelten één samenhangend geheel van kunststof vormt, dient als bevestigingsgedeelte. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm vertoont dit bevestigingsgedeelte een omtrekskraag 12, 5 welke op het boveneinde van de hals 7 van het aftapspruitstuk 3 rust en daarop door middel van een wartelmoer 13 met inwendige schroefdraad 14 is vastgeklerad. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm neemt het bevestigingsgedeelte 9 het grootste deel van de totale lengte van het inzetorgaan in beslag. Aan 10 zijn boveneinde is het bevestigingsgedeelte 9 over een hoek omgezet tot een tuitvormig afgiftegedeelte 11, dat als slang-tuit kan zijn uitgevoerd voor aansluiting van een verdere vloeistofleiding of -slang. Aan zijn ondereinde, waar het uit de inwendige holte 6 van de hals 7 treedt, gaat het bevesti-15 gingsgedeelte 9 over in het binnen de inwendige holte 5 van het aftapspruitstuk 3 stekende schepgedeelte 10 van het inzetorgaan. In principe wordt dit schepgedeelte 10 gevormd door het resterende gedeelte 15 van de cylindervormige wand, welke zich in het verlengde van het bevestigingsgedeelte 9 20 benedenwaarts uitstrekt en waaruit aan de naar de stomp 2 gekeerde zijde een aanzienlijk deel is verwijderd, zodat het schepgedeelte 10 aan die zijde een inlaatopening 16 vertoont. In principe kan het genoemde wandgedeelte 15 zich met onverminderde wanddikte tot aan de bodem van de inwendige holte 5 25 van het spruitstuk 1 uitstrekken, doch bij de hier beschreven uitvoeringsvorm gaat het wandgedeelte 15 aan zijn ondereinde over in een geleidelijk dunner wordend, in axiale doorsnede puntvormig gedeelte 17, dat uiteraard een geringere buig-stijfheid dan het resterende wandgedeelte 15 zelf heeft. Daar 30 het gehele inzetorgaan van kunststof is vervaardigd, vertoont met name het puntvormige gedeelte 17 van het schepgedeelte 10 een zodanige elasticiteit, dat het enerzijds bij de invoer en de bevestiging van het inzetorgaan in een aftapspruitstuk, zoals 1 in Fig. 1, zich aan de afmetingen van de inwendige 35 holte 5 van een dergelijk spruitstuk 1 aanpast, respectievelijk een daaraan aangepaste stand inneemt. Anderzijds zal het puntvormige gedeelte 17 tijdens bedrijf onder de inwerking van de vloeistofstroom, welke uit de stomp 2 via de opening 8302466 - 6 - 16 van het schepgedeelte 10 en vervolgens door het beves-tigingsgedeelte 9 naar het afgiftegedeelte 11 loopt, enigszins meegeven en zich nog verder aan de afmetingen en de vorm van de inwendige holte 5 aanpassen. Daardoor wordt zekerge-5 steld, dat een zo groot mogelijk gedeelte van de vloeistof-stroom naar het afgiftegedeelte 11 wordt geleid. Dit is vooral van belang wanneer het inzetorgaan volgens de uitvinding voor reiniging van het zich tussen de hoofdafsluiter 4 en het aftapspruitstuk 1 uitstrekkende gedeelte (2) van een vloei-10 stofleiding wordt gebruikt; in dat geval wordt namelijk voorkomen, dat de in dat vloeistofleidingsgedeelte aanwezige verontreinigingen of verontreinigde vloeistof in de stomp 3 terechtkomt, welke het op het aftapspruitstuk 1 volgende gedeelte van een dergelijke vloeistofleiding vertegenwoordigt. 15 Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm wordt ervan uitgegaan, dat een aftapspruitstuk 1 van zeer eenvoudige uitvoering de enige voorziening vormt, welke blijvend in een vloeistofleiding op één of meer voor vloeistofaftapping in aanmerking komende plaatsen behoeft te worden aangebracht.
20 Voor het aanbrengen van het inzetorgaan volgens de uitvinding in, respectievelijk het verwijderen daarvan uit, het aftapspruitstuk 1 wordt eerst de hoofdafsluiter 4 kortstondig gesloten. Aangenomen wordt, dat onder voor de beschouwde vloeistofleiding normale omstandigheden, dat wil zeggen wanneer 25 niet behoeft te worden afgetapt, op het boveneinde van de hals 7 een met de wartelmoer 13 vergelijkbare, niet in de tekening weergegeven sluitdop is bevestigd. Deze dient voor het aanbrengen van het inzetorgaan tijdelijk te worden verwijderd, doch wordt na herstel van de normale toestand, res-30 peetievelijk na verwijdering van het inzetorgaan, weer aangebracht. Eventueel kan aan het inzetorgaan een stel voor samenwerking met de kraag 12 dienende wartelmoeren 13 met onderling verschillende inwendige schroefdraad 14 zijn toegevoegd.
35 Duidelijk zal zijn, dat een inzetorgaan van het hiervoor beschreven type, eventueel met een bijbehorende wartelmoer of bijbehorend stel wartelmoeren, respectievelijk daarmede vergelijkbare bevestigingsorganen van willekeurig 8302466 - 7 - geschikt type, een zeer eenvoudig werktuig vormt, dat met zeer geringe kosten kan worden vervaardigd en de bijna ongelimiteerde mogelijkheid van vloeistofaftapping uit een vloeistof leiding verschaft. Zoals reeds is opgemerkt, kan een der-5 gelijke vloeistofaftapping zowel voor verbruiksdoeleinden als voor reinigingsdoeleinden gewenst zijn.
Bij de in het voorgaande aan de hand van Pig. 1 beschreven uitvoeringsvorm van een inzetorgaan volgens de uitvinding is er van uitgegaan, dat in de vloeistofleiding, 10 waarin het inzetorgaan wordt gebruikt, een hoofdafsluiter is opgenomen, waarmede de vloeistofstroom door de leiding voor het aanbrengen en verwijderen van het inzetorgaan tijdelijk kan worden onderbroken. Pig. 2 toont een speciale uitvoeringsvorm van een inzetorgaan volgens de uitvinding, waarbij 15 de behoefte aan een dergelijke hoofdafsluiter niet aanwezig is. Ter verduidelijking wordt eerst verwezen naar Pig. 3, welke de belangrijkste hoofdonderdelen laat zien van een vloeistofdebietbegrenzer, waarbij een inzetorgaan volgens de uitvinding kan worden toegepast, zoals Pig. 2 ook laat zien. 20 Van de genoemde debietbegrenzer, welke geen onder deel van de onderhavige uitvinding vormt en derhalve niet in alle details zal worden beschreven, toont Fig. 3 als belangrijkste hoofdonderdelen een in zijn geheel met 18 aangeduid en met het aftapspruitstuk 1 volgens Pig. 1 enigszins verge-25 lijkbaar, samengesteld huis 18 voor opname van een in Pig. 3 boven het huis 18 weergegeven bedieningsas 19, welke in zijn •holle ondereinde een in Fig. 2 niet zichtbaar smoororgaan bevat. In Fig. 3 is rechts aan de bovenzijde van het huis 18 nog een koppel-lichaam 21 getekend, dat in de met die volgens Pig. 2 over-30 eenkomende rotatiestand van de bedieningsas deze laatstgenoemde op hier niet nader te beschrijven wijze met het huis 18 gekoppeld houdt. In Fig. 2 is een dergelijk koppellichaam niet getekend.
Vervolgens zal op enige details van het huis 18 en 35 de bedieningsas 19 in Fig. 3 nader worden ingegaan.
Zoals Fig. 3 laat zien, vertoont het huis 18 een voor opname in een niet in Pig. 3 weergegeven vloeistofleiding dienende toevoerstomp 22 en afvoerstomp 23 en een met de 8302466 - 8 - B * beide stompen 22 en 23 in verbinding staande inwendige holte 24; de inwendige holte 24 heeft een bolvorm. Binnen de inwendige holte 24 bevindt zich een roteerbaar lichaam 25 met een inwendige, boven-5 waarts open holte 26, welke in de met die volgens Fig. 2 overeenkomende rotatiestand van het bolvormige lichaam 25 via respectieve boringen 27 en 28 met de beide stompen 22 en 23 in vèrbinding staat, doch in de in Fig. 3 weergegeven rotatiestand van het bolvormige lichaam 25 door dit lichaam van 10 de beide stompen wordt gescheiden.
In de inwendige holte 26, waarvan de horizontale doorsnede cirkelvormig is, past, respectievelijk steekt in de met die volgens Fig. 2 overeenkomende (gemonteerde) positie van de bedieningsas 19, het uitwendig eveneens ronde onderin einde van deze as, waarbij dit ondereinde een in Fig. 3 weggelaten smoororgaan ondersteunt, waarvan de uitvoering en de werking hier niet nader worden beschreven. Volstaan wordt met op te merken, dat het smoororgaan in de in Fig. 3 niet getekende doch met 20 die volgens Fig. 2 overeenkomende rotatiestand van de bedieningsas via respectieve boringen 29 en 30 in het ondereinde van de bedieningsas 29 met de respectieve boringen 27 en 28 van het lichaam 25 en via deze laatstgenoemde boringen met de respectieve stompen 22 en 23 in verbinding staat. In de in 25 Fig. 2 getekende stand van het lichaam 25 (en van het smoororgaan) is de verbinding tussen de beide stompen 22 en 23 onderbroken door het roteerbare lichaam 25.
Omtrent de bedieningsas 19 wordt het volgende opgemerkt. Deze vormt een uit één geheel bestaand kunststof-30 lichaam van betrekkelijk samengestelde vorm. Aan zijn boveneinde vertoont de bedieningsas 19 een naaf 31 met twee in radiale richting daaraan uitstekende vleugels 32 en een centrale holte 33. De vleugels 32 steunen op een omtrekskraag 34. Op enige afstand onder de kraag 34 strekt zich een tweede 33 omtrekskraag 35 uit, welke op een bepaalde plaats een onderbreking 36 vertoont. Op enige afstand onder de tweede omtrekskraag 35 is in een omtreksgroef 37 een O-ring 38 opgenomen, Onder deze bevinden zich enige nokken 39, welke voor 8302466 ψ - 9 - rotatiekoppeling van de bedieningsas 19 met het binnen het huis 18 roteerbare lichaam 25 dienen? het laatstgenoemde is daartoe aan zijn boveneinde van bijpassende uitsparingen 41 voorzien. Zoals reeds is opganarkt, wordt het niet af geheelde smoororgaan 5 ondersteund in het ondereinde van de bedieningsas 19, dat daartoe een open holte 40 bevat, welke in de met die in Fig. 2 overeenkomende rotatiestand van de bedieningsas 19 volgens Fig. 3 via respectieve boringen 29 en 30 met de respectieve boringen 27 en 28 in het roteerbare lichaam 25 en via deze 10 met de beide stompen 22 en 23 in verbinding staat.
Op de werking van de debietbegrenzer volgens Fig. 3 wordt niet verder ingegaan. Volstaan wordt met op te merken, dat de samengestelde bedieningsas 19 in zijn in Fig. 3 weergegeven rotatiestand in verticaal bovenwaartse richting uit 15 het huis 18 kan worden verwijderd, waarbij het in de rotatiestand volgens Fig. 3 verkerende lichaam 25 zijn inwendige holte 26 van de beide stompen 22 en 23 scheidt, zodat in de desbetreffende rotatiestand geen vloeistof in de inwendige holte 26 kan doordringen.
20 Van deze laatstgenoemde eigenschap van een debiet begrenzer van het hiervoor kort beschreven type maakt de uitvinding gebruik om te komen tot een speciaal inzetorgaan voor aftapping van een vloeistof uit een vloeistofleiding, waarbij geen hoofdafsluiter van het type 4 volgens Fig. 1 in de lei-25 ding aanwezig behoeft te zijn.
Uitgaande van een bedieningsas 19 van het grotendeels aan de hand van Fig. 3 beschreven type, verschaft de uitvinding namelijk een inzetorgaan, dat in principe alle beschreven details 29-40 van de bedieningsas volgens Fig. 2 30 vertoont. Daarnaast is in de centrale holte 33 van de naaf 31 het ondereinde 42 opgenomen van een als slangtuit 43 uitgevoerd afgiftegedeelte, terwijl de centrale holte 33 van de naaf 31 aan zijn ondereinde via een boring 44 met de inwendige holte 40 in het ondereinde van de "bedieningsas" in ver-binding staat. Tenslotte is in de boring 30, welke bij de oorspronkelijke bedieningsas de holte 40 met de boring 28 in het roteerbare lichaam 25 verbindt, een prop 45 opgenomen, zodat de boring 30 geen vloeistof via de boring 8302466 - 10 - 28 in het roteerbare lichaam 25 naar de afvoerstomp 23 kan doorlaten. Via de boring 29 in de holte 40 doordringende vloeistof (zie Fig. 2), kan deze slechts via de boring 44 verlaten naar de centrale naafholte 33, waaraan de afgifte-5 tuit 43 aansluit.
Duidelijk zal zijn, dat na verwijdering van een bedieningsas 19 met bijbehorend smoororgaan uit een de-bietbegrenzer van het type volgens Fig. 3 een inzetorgaan volgens Fig. 2, dat daartoe uit zijn in Fig. 2 weergegeven 10 rotatiestand eerst over 90° dient te worden verdraaid, in het huis 18, respectievelijk in de inwendige holte 26 van het roteerbare lichaam 25 kan worden gestoken. Wanneer het inzetorgaan vervolgens naar zijn stand volgens Fig. 2 wordt teruggedraaid, zal een gestadige vloeistofstroom van de toevoer-15 stomp 22 via de boringen 27 en 29, de holte 40, de boring 44 en de centrale naafholte 33 naar de afgiftetuit 43 optreden. Opgemerkt wordt, dat de aanwezigheid van de prop 45 in de boring 30 tot gevolg heeft, dat de desbetreffende zijwand van de holte 40 fungeert als een schepgedeelte, dat de via de 20 boringen 27 en 29 in de holte 40 doordringende vloeistof- stroom geheel naar het door de boring 44 en de centrale naafholte 33 gevormde, inwendige langskanaal van het inzetorgaan leidt.
Van de in Fig. 2 weergegeven, speciale uitvoerings-25 vorm van een inzetorgaan volgens de uitvinding kan worden gesteld, dat dit door geringe modificatie van een bedieningsas 19 van een vloeistofdebietbegrenzer volgens Fig. 3 is gevormd, zodanig, dat deze door de afsluiting van de boring 30 met een prop 45 aan zijn ondereinde als schepgedeelte van het 30 inzetorgaan fungeert, verder zelf grotendeels als bevesti- gingsgedeelte van een inzetorgaan fungeert en aan zijn boveneinde door toevoeging van een slangtuit 43 met een afgiftege-deelte is uitgebreid.
Duidelijk zal echter zijn, dat de speciale uit-35 voeringsvorm volgens Fig. 2 zich niet tot een gemodificeerde bedieningsas van een vloeistofdebietbegrenzer beperkt. Meer algemeen kan voor een dergelijk speciaal inzetorgaan worden gesteld, dat tenminste het bevestigingsgedeelte wordt gevormd 8302466 s ** - 11 - door de verwijderbare bedieningsas van een binnen een in een vloeistofleiding opgenomen huis roteerbaar lichaam met een eerste stand, waarin het een vloeistofstroom naar het inwendige van het huis toelaat, en een tweede stand, waarin het 5 een dergelijke vloeistofstroom verhindert, waarbij de bedieningsas een centraal kanaal voor vloeistofgeleidende verbinding van het inwendige van het huis met het afgiftegedeelte van het inzetorgaan bevat. Hoewel een dergelijke constructie met een in een vloeistofleiding opgenomen huis, waarbinnen IQ een roteerbaar lichaam door middel van een bedieningsas in verschillende rotatiestanden kan worden gebracht, in vergelijking met een eenvoudig aftapspruitstuk van het type 1 volgens Fig. 1 een meer kostbare voorziening vormt, heeft deze constructie het voordeel, dat stroomopwaarts van het aftap-^5 punt geen hoofdafsluiter behoeft te worden bediend.
Samenvattend kan worden gesteld, dat de uitvinding als nieuw werktuig een inzetorgaan voor aftapping van vloeistof verschaft, dat bij geringe vervaardigingskosten de mogelijkheid verschaft om voor verbruiksdoeleinden of reinigings-2Q doeleinden op eenvoudige wijze vloeistof uit een vloeistofleiding af te tappen.
De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de bechreven 25 details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.
8302466
Claims (9)
1. Inzetorgaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistofleiding, bestaande uit een via een in de leiding opgenomen aftapspruitstuk met een doorstroomopening in de vloeistofstroom door de leiding te situeren schepgedeelte 5 (10;30,45), een voor bevestiging in het spruitstuk (1;18) die nend bevestigingsgedeelte (9;19) en een met het schepgedeelte (10;30r45) in vloeistofgeleidende verbinding staand afgifte-gedeelte (11;43).
2. Inzetorgaan volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat de drie gedeelten (9,10,11;19,30,45,43) één samenhangend geheel van kunststof vormen.
3. Inzetorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schepgedeelte een zodanige vorm (15;30,45) heeft, dat het de vloeistofstroom door het aftapspruitstuk i5 (1;18) tenminste in overwegende mate naar het afgiftegiedeelte (11;43) leidt.
4. Inzetorgaan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het schepgedeelte (10) aan de vorm van de doorstroomopening van het aftapspruitstuk (1) is aangepast.
5. Inzetorgaan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het schepgedeelte (10) een onder de inwerking van de vloeistofdruk elastisch meegevend uiteinde (17) heeft.
6. Inzetorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bevestigingsgedeelte een cylindervormige, 25 holle buis (9?19) met een uitwendige kraag (12;35) omvat.
7. Inzetorgaan volgens conclusie 6, gekenmerkt door tenminste één bijbehorende wartelmoer (13).
8. Inzetorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afgiftegedeelte een slangtuit (11?43) is.
9. Inzetorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste het bevestigingsgedeelte wordt gevormd door de verwijderbare bedieningsas (19) van een binnen een in de vloeistofleiding opgenomen huis (18) roteerbaar lichaam (25) met een eerste stand, waarin het een vloeistofstroom 35 naar het inwendige (26) van het huis toelaat, en een tweede stand, waarin het een dergelijke vloeistofstroom verhindert, 8302466 - 13 - waarbij de bedieningsas (19) een centraal kanaal (44,33) voor vloeistofgeleidende verbinding van het inwendige van het huis (26) met het afgiftegedeelte (43) bevat. 8302466
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8302466A NL191899C (nl) | 1983-07-11 | 1983-07-11 | Inzetorgaan aan te brengen in een zijaansluitstomp aan een doorgaande leiding. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8302466A NL191899C (nl) | 1983-07-11 | 1983-07-11 | Inzetorgaan aan te brengen in een zijaansluitstomp aan een doorgaande leiding. |
NL8302466 | 1983-07-11 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8302466A true NL8302466A (nl) | 1985-02-01 |
NL191899B NL191899B (nl) | 1996-06-03 |
NL191899C NL191899C (nl) | 1996-10-04 |
Family
ID=19842145
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8302466A NL191899C (nl) | 1983-07-11 | 1983-07-11 | Inzetorgaan aan te brengen in een zijaansluitstomp aan een doorgaande leiding. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL191899C (nl) |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2010071437A1 (en) * | 2008-12-19 | 2010-06-24 | Wing Visions Holding B.V. | Stench trap assembly |
FR3026183A1 (fr) * | 2014-09-22 | 2016-03-25 | Snecma | Dispositif de derivation fluidique a plusieurs positions comprenant un t |
CN112897437A (zh) * | 2019-12-03 | 2021-06-04 | 阿尔伯特汉特曼机械制造有限公司 | 用于配量食物产品的配量阀和灌装机 |
US11535459B2 (en) | 2020-06-22 | 2022-12-27 | Krones Ag | Method and device for buffering containers |
-
1983
- 1983-07-11 NL NL8302466A patent/NL191899C/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2010071437A1 (en) * | 2008-12-19 | 2010-06-24 | Wing Visions Holding B.V. | Stench trap assembly |
FR3026183A1 (fr) * | 2014-09-22 | 2016-03-25 | Snecma | Dispositif de derivation fluidique a plusieurs positions comprenant un t |
CN112897437A (zh) * | 2019-12-03 | 2021-06-04 | 阿尔伯特汉特曼机械制造有限公司 | 用于配量食物产品的配量阀和灌装机 |
EP3832179A1 (de) * | 2019-12-03 | 2021-06-09 | Albert Handtmann Maschinenfabrik GmbH & Co. KG | Dosierventil und füllmaschine zur dosierung von nahrungsmitteln |
CN112897437B (zh) * | 2019-12-03 | 2022-08-16 | 阿尔伯特汉特曼机械制造有限公司 | 用于配量食物产品的配量阀和灌装机 |
US11535459B2 (en) | 2020-06-22 | 2022-12-27 | Krones Ag | Method and device for buffering containers |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL191899B (nl) | 1996-06-03 |
NL191899C (nl) | 1996-10-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3936892A (en) | Multi purpose clean-out attachment | |
US4630569A (en) | Self-cleaning birdbath apparatus | |
US9574335B2 (en) | Drain trap adaptor | |
NL8302466A (nl) | Inzetorgaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistofleiding. | |
US2851007A (en) | Automatic poultry drinking valve | |
US4555820A (en) | Drain pipe system | |
US3453667A (en) | Drain valve connecting means | |
US10982881B2 (en) | Water heater fitting for draining a water heater | |
NZ247508A (en) | Sullage diversion valve: overflow outlet at level higher than alternative outlets | |
US1163451A (en) | Sediment-collecting device and water-inlet valve for kitchen-boilers. | |
US20120273060A1 (en) | Plumbing siphon | |
US1216815A (en) | Drain for water systems. | |
US2116626A (en) | Compression stop and drain valve | |
US1081563A (en) | Combined self-cleaning filter and faucet. | |
CN208486092U (zh) | 一种全自动洗衣机的用水装置和水龙头的连接管件 | |
US5269027A (en) | Device for unplugging drains | |
US866329A (en) | Combined hydrant and stop and waste cock. | |
CN211547913U (zh) | 卫浴设施中的下水装置 | |
PL178757B1 (pl) | Wylot spustowy z sitkiem osadowym | |
KR200405568Y1 (ko) | 세면대 배수구 개폐장치 | |
CN220185884U (zh) | 一种污垢方便清理的球阀 | |
GB2448729A (en) | Waste water diverter valve assembly | |
CN208778803U (zh) | 一种带排水装置的供回水阀体 | |
KR200342578Y1 (ko) | 걸름망 교체가 용이한 수도관 연결용 밸브장치 | |
KR200388772Y1 (ko) | 필터의 세척이 용이한 스트레이나 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19980201 |