NL8302466A

NL8302466A - Drainage insert for flow duct - has branch-piece, and scoop with liquid drain and isolating valve

Info

Publication number: NL8302466A
Application number: NL8302466A
Authority: NL
Original assignee: Simmonds Precision N V
Priority date: 1983-07-11
Filing date: 1983-07-11
Publication date: 1985-02-01
Also published as: NL191899B; NL191899C

Abstract

The plastics insert for controlled drainage of liquid, has two branch pieces (2,3) connected to a liquid carrying pipe line. On the inlet side of one branch piece (2) is an isolating valve (4).The branch piece may be of plastics or metal. The internal cavity (5) of the brach piece extends at the top into a cylindrical cavity (6) with a vertical neck (7) or having an external screw thread (8) at the top. In the cavity of the neck is a curved scoop (10) whilst above the neck is a protruding discharge spout (11) with a shoulder (12), enabling an nipple nut (13) with an internal thread (14), to secure the spout part. A flexible part (17) serves for cleaning any residual matter.

Description

-w- ^ * $ * C/Ca/ar/25-w- ^ * $ * C / Ca / ar / 25

Inzetorgaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistof-leiding.Insert for draining liquid from a liquid line.

De uitvinding verschaft een inzetorgaan voor aftap-ping van vloeistof uit een vloeistofleiding. De uitvinding beoogt daarmee de mogelijkheid te verschaffen om op eenvoudige wijze vloeistof uit een aanwezige/ bijvoorbeeld juist aan-5 gelegde en in bedrijf genomen of nog in bedrijf te nemen, vloeistofleiding af te tappen. Daarbij kan enerzijds gedacht worden aan een tijdelijke of periodieke behoefte aan dergelijke aftapping, welke een investering in kosten en onderhoud van een vaste aftapinstallatie niet wettigt. Anderzijds kan 10 zich bij een zojuist aangelegde en in bedrijf genomen of nog in bedrijf te nemen vloeistofleiding, of bij een vloeistofleiding waarin gedurende langere tijd vloeistofstilstand heeft geheerst, de behoefte aan reiniging voordoen. Zo kan de leiding bijvoorbeeld verontreinigingen, respectievelijk ver-15 ontreinigde vloeistof, bevatten. Een inzetorgaan van het door de uitvinding voorgestelde type verschaft dan de mogelijheid tot eenmalige, respectievelijk periodieke, verwijdering van de verontreinigingen of de verontreinigde vloeistof.The invention provides an insert for draining liquid from a liquid line. The object of the invention is thus to provide the possibility of draining liquid conduit in a simple manner from an existing / for instance correctly installed and commissioned or still to be put into operation. On the one hand, this may include a temporary or periodic need for such tapping, which does not justify an investment in costs and maintenance of a fixed tapping installation. On the other hand, the need for cleaning may arise with a liquid pipe which has just been installed and commissioned or still to be put into operation, or with a liquid pipe in which liquid standstill has existed for a longer period of time. For example, the conduit can contain impurities or contaminated liquid, respectively. An insert of the type proposed by the invention then provides the option of one-off, or periodic, removal of the contaminants or the contaminated liquid, respectively.

Volgens de uitvinding dient een dergelijk inzetor-20 gaan voor aftapping van vloeistof uit een vloeistofleiding te bestaan uit een via een in de leiding opgenomen aftapspruit-stuk met een doorstroomopening in de vloeistofstroom door de leiding te situeren schepgedeelte, een voor bevestiging in het spruitstuk dienend bevestigingsgedeelte en een met het 25 schepgedeelte in vloeistofgeleidende verbinding staand afgif-tegedeelte. Duidelijk is, dat de uitvinding een minimum aan permanente voorzieningen vergt? ten hoogste dient op één of meer in aanmerking komende plaatsen een aftapspruitstuk met een geschikte doorstroomopening in de vloeistofleiding te 30 worden opgenomen.According to the invention, such an insert for draining liquid from a liquid line must consist of a scooping section to be positioned via a drain manifold received in the line with a flow opening in the liquid flow through the line, a serving serving for fixing in the manifold attachment part and a dispensing part standing in liquid-conducting connection with the scoop part. Is it clear that the invention requires a minimum of permanent provisions? at most, at one or more eligible locations, a drain manifold with a suitable flow-through opening must be included in the liquid line.

In zijn eenvoudigste vorm is het inzetorgaan volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, dat de drie gedeelten één samenhangend geheel van kunststof vormen. Een dergelijk inzetorgaan, waarvan de vervaardigingskosten gering kunnen 35 zijn, kan op eenvoudige wijze in het aftapspruitstuk worden 8302466 - 2 - * · λ geplaatst, respectievelijk worden bevestigd, en na gebruik daaruit worden verwijderd.In its simplest form, the insert according to the invention is designed in such a way that the three parts form one coherent whole of plastic. Such an insert, the manufacturing costs of which may be low, can be simply placed in the drain manifold, respectively mounted, and fixed and removed therefrom after use.

In het voorgaande is reeds opgemerkt, dat het in-zetorgaan onder meer uit een schepgedeelte bestaat. Volgens 5 de uitvinding verdient het aanbeveling, dat het schepgedeelte een zodanige vorm heeft, dat het de vloeistofstroom door het aftapspruitstuk tenminste in overwegende mate naar het afgif-tegedeelte leidt. Deze maatregel is vooral van belang in geval van vloeistofaftapping uit een leiding, welke verontrei-10 nigingen of een verontreinigde vloeistof bevat. Toepassing van een schepgedeelte, dat de normale vloeistofstroom door het aftapspruitstuk zoveel mogelijk naar het afgiftegedeelte van het inzetorgaan leidt, voorkomt dan, dat de vóör het aftapspruitstuk in de leiding aanwezige verontreinigingen of 15 verontreinigde vloeistof tot het na het spruitstuk komende gedeelte van de vloeistofleiding kan doordringen. Als prac-tische uitvoeringsvorm stelt de uitvinding voor, dat het schepgedeelte aan de vorm van de doorstroomopening van het aftapspruitstuk is aangepast, waarbij het volgens de uitvin-20 ding van voordeel kan zijn, dat het schepgedeelte een onder de inwerking van de vloeistofdruk elastisch meegevend uiteinde heeft, zodat een maximale aanpassing van het schepgedeelte aan de doorstroomopening wordt verkregen.It has already been noted in the foregoing that the insertion member consists inter alia of a scooping section. According to the invention, it is recommended that the scooping section has a shape such that it directs the flow of liquid through the draining manifold at least predominantly to the dispensing section. This measure is particularly important in the case of liquid tapping from a pipe containing contaminants or a contaminated liquid. The use of a scooping section, which leads the normal liquid flow through the drain manifold as far as possible to the discharge part of the insert, then prevents the impurities or contaminated liquid present in the pipe before the drain manifold from reaching the part of the liquid pipe following the manifold. penetrate. As a practical embodiment, the invention proposes that the scooping section is adapted to the shape of the flow-through opening of the drain manifold, wherein it can be advantageous according to the invention that the scooping section yields elastically under the action of the liquid pressure end, so that a maximum adaptation of the scoop portion to the flow-through opening is obtained.

Uit practische overwegingen verdient het volgens de 25 uitvinding aanbeveling, dat het bevestigingsgedeelte van het inzetorgaan een cylindervormige, holle buis met een uitwendige kraag omvat. In verreweg de meeste gevallen verschaft deze maatregel de mogelijkheid om het inzetorgaan in de hals van het aftapspruitstuk te situeren en daarop door middel van een 30 wartelmoer te fixeren.For practical reasons, according to the invention it is recommended that the mounting part of the insert comprises a cylindrical, hollow tube with an external collar. In the vast majority of cases, this measure provides the opportunity to locate the insert in the neck of the bleed manifold and fix it thereon by means of a union nut.

In het voorgaande is steeds van de situatie uitgegaan, waarin het inzetorgaan via een in de leiding opgenomen aftapspruitstuk in de vloeistofstroom wordt gesitueerd. Daarbij is verondersteld, dat de vloeistofstroom door de leiding 35 voor het aanbrengen en het verwijderen van het inzetorgaan tijdelijk door middel van een vast in de leiding opgenomen afsluiter kan worden onderbroken. Indien een dergelijke afsluiter zich op een te grote afstand van een gewenst aftap- I * - 3 - * punt bevindt, kan dit problemen opleveren. Ook voor een dergelijk geval, en tevens voor het geval, waarin in de vloei-stofleiding reeds een debietbegrenzer of andere stromingsbe-grenzende inrichting met een door middel van een bedieningsas 5 binnen een huis roteerbaar lichaam is opgenomen, verschaft de uitvinding een speciaal inzetorgaan van het hiervoor beschreven type. Volgens de uitvinding geldt voor een dergelijk speciaal inzetorgaan, dat tenminste het bevestigingsgedeelte wordt gevormd door de verwijderbare bedieningsas van een 10 binnen de vloeistofleiding opgenomen huis roteerbaar lichaam met een eerste stand, waarin het een vloeistofstroom tot het inwendige van het huis toelaat, en een tweede stand, waarin het een dergelijke vloeistofstroom verhindert, waarbij de bedieningsas een centraal kanaal voor vloeistofgeleidende 15 verbinding van het inwendige van het huis met het afgiftege-deelte bevat. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt zodanig tewerkgegaan, dat een bedieningsas zonder een centraal kanaal van het beschreven type in de tweede stand van het roteerbare lichaam uit het huis wordt verwij-20 derd en tijdelijk wordt vervangen door een als bevestigingsgedeelte van een speciaal inzetorgaan volgens de uitvinding dienende bedieningsas met een dergelijk centraal kanaal. Het roteerbare lichaam kan dan binnen het huis naar de eerste stand terug worden geroteerd met behulp van het als tijde-25 lijke bedieningsas fungerende inzetorgaan, dat daartoe aan het afgiftegedeelte met de hand kan worden aangegrepen. Herstel van de oorspronkelijke toestand, respectievelijk vervanging van het speciale inzetorgaan door een normale bedieningsas vindt in tegengestelde volgorde plaats. Duidelijk 30 zal zijn, dat de vervanging van een normale bedieningsas door het speciale afzetorgaan volgens de uitvinding steeds in de tweede stand van het roteerbare lichaam plaatsvindt, zodat een vloeistofstroom uit de leiding naar het inwendige van het huis tijdens de vervanging door het lichaam zelf wordt ver-35 hinderd. De aftapping kan in dat geval slechts plaatsvinden, nadat het roteerbare lichaam in zijn genoemde eerste stand is teruggebracht.The foregoing has always been based on the situation in which the insert is situated in the liquid flow via a drain manifold included in the pipe. It is assumed here that the flow of liquid through the line 35 for the insertion and removal of the insert can be temporarily interrupted by means of a shut-off valve fixedly incorporated in the line. If such a valve is too far away from a desired tap I * - 3 - * point, this can cause problems. Also for such a case, and also for the case in which a flow limiter or other flow-limiting device with a body rotatable within a housing by means of an operating shaft 5 is already incorporated in the liquid line, the invention provides a special insertion member of the type described above. According to the invention, for such a special insert, at least the fastening part is formed by the removable operating shaft of a housing rotatable body received within the liquid line with a first position, in which it allows a flow of liquid to the interior of the housing, and a second position, in which it prevents such a liquid flow, the operating shaft comprising a central channel for liquid-conducting connection of the interior of the housing to the dispensing part. In such an embodiment of the invention, the procedure is such that an operating shaft without a central channel of the described type is removed from the housing in the second position of the rotatable body and is temporarily replaced by an attachment part of a special insert operating axis serving according to the invention with such a central channel. The rotatable body can then be rotated back inside the housing to the first position with the aid of the insert acting as temporary operating shaft, which can be gripped on the dispensing part by hand. Restoration of the original condition or replacement of the special insert by a normal operating axis takes place in reverse order. It will be clear that the replacement of a normal operating shaft by the special depositing element according to the invention always takes place in the second position of the rotatable body, so that a flow of liquid from the pipe to the interior of the housing is replaced during the replacement by the body itself. hindered. In that case, the tapping can only take place after the rotatable body has been returned to its said first position.

üit practische overwegingen verdient het volgens de 8302466 9 · - 4 - uitvinding aanbeveling, dat het afgiftegedeelte van het in-zetorgaan een slangtuit is.For practical reasons, it is recommended according to the 8302466 9-4 invention that the dispensing portion of the insert is a hose nozzle.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende teke-5 ning van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:The invention will be elucidated in the following description with reference to the accompanying drawing of some embodiments, to which the invention is not, however, limited. Show in the drawing:

Fig. 1 een zijaanziajit, gedeeltelijk in axiale doorsnede, op een in een aftapspruitstuk opgenoraen inzetor-gaan volgens de uitvinding, !0 Fig. 2, op soortgelijke wijze als in Fig. 1, een speciale uitvoeringsvariant van een inzetorgaan volgens de uitvinding, enFig. 1 shows a side view, partly in axial section, on an insert according to the invention incorporated in a drain manifold, FIG. 2, in a similar manner as in FIG. 1, a special embodiment variant of an insert according to the invention, and

Fig. 3, gedeeltelijk in zijaanzicht en gedeeltelijk in axiale doorsnede, de belangrijkste hoofdonderdelen van een 15 vloeistofdebietbegrenzer, waarbij het speciale inzetorgaan volgens Fig. 2 kan worden toegepast.Fig. 3, partly in side view and partly in axial section, the main main parts of a liquid flow limiter, the special insert according to FIG. 2 can be applied.

Fig. 1 toont een op willekeurig geschikte wijss tussen twee stanpen 2 en 3 van een verder niet getekende vloeistof-leing opgenomen aftapspruitstuk 1, waarvan de effectieve 20 doorstoomopening althans tenminste bij benadering met die van de beide vloeistofleidingsstompen 2 en 3 overeenkomt. In de vloeistofleiding is stroomopwaarts van de stomp 2, welke ook als toevoerstomp van het aftapspruitstuk 1 kan worden beschouwd, een afsluiter 4 opgenomen, welke in Fig. 1 slechts 25 schematisch is weergegeven.Fig. 1 shows an arbitrarily arranged point between two stems 2 and 3 of a liquid manifold 1, which is not further shown, of a drain manifold 1, the effective throughflow opening of which at least approximately corresponds to that of the two liquid pipe stubs 2 and 3. In the liquid line upstream of the stub 2, which can also be regarded as a supply stub of the drain manifold 1, a valve 4 is included, which is shown in FIG. 1 is only schematically shown.

Omtrent het aftapspruitstuk 1, dat van willekeurig geschikt type en materiaal (metaal of kunststof) kan zijn, wordt slechts opgemerkt, dat de inwendige holte 5 van het spruitstuk aan de bovenzijde daarvan overgaat in de cylinder-30 vormige holte 6 van een verticale hals 7, welke aan zijn boveneinde van een uitwendige schroefdraad 8 is voorzien.Regarding the drain manifold 1, which may be of any suitable type and material (metal or plastic), it is only noted that the inner cavity 5 of the manifold at the top thereof merges into the cylinder-shaped cavity 6 of a vertical neck 7 which is provided at its top end with an external screw thread 8.

In de cylindervormige holte 6 van de hals 7 bevindt zich een cylindervormige middengedeelte 9 van een voorts uit een in de inwendige holte 5 van het spruitstuk 1 uitstekend 35 schepgedeelte 10 en een boven de hals 7 uitstekend afgiftegedeelte 11 bestaand inzetorgaan volgens de uitvinding.In the cylindrical cavity 6 of the neck 7 there is a cylindrical central portion 9 of a further insertion element according to the invention consisting of a scooping portion 10 projecting into the internal cavity 5 of the manifold 1 and a dispensing part 11 projecting above the neck 7.

Het genoemde middengedeelte 9, dat evenals de beide andere gedeelten 10 en 11 in hoofdzaak uit een cylindervormi- 8302466 - 5 - ge, holle buis bestaat en met de beide zojuist genoemde gedeelten één samenhangend geheel van kunststof vormt, dient als bevestigingsgedeelte. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm vertoont dit bevestigingsgedeelte een omtrekskraag 12, 5 welke op het boveneinde van de hals 7 van het aftapspruitstuk 3 rust en daarop door middel van een wartelmoer 13 met inwendige schroefdraad 14 is vastgeklerad. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm neemt het bevestigingsgedeelte 9 het grootste deel van de totale lengte van het inzetorgaan in beslag. Aan 10 zijn boveneinde is het bevestigingsgedeelte 9 over een hoek omgezet tot een tuitvormig afgiftegedeelte 11, dat als slang-tuit kan zijn uitgevoerd voor aansluiting van een verdere vloeistofleiding of -slang. Aan zijn ondereinde, waar het uit de inwendige holte 6 van de hals 7 treedt, gaat het bevesti-15 gingsgedeelte 9 over in het binnen de inwendige holte 5 van het aftapspruitstuk 3 stekende schepgedeelte 10 van het inzetorgaan. In principe wordt dit schepgedeelte 10 gevormd door het resterende gedeelte 15 van de cylindervormige wand, welke zich in het verlengde van het bevestigingsgedeelte 9 20 benedenwaarts uitstrekt en waaruit aan de naar de stomp 2 gekeerde zijde een aanzienlijk deel is verwijderd, zodat het schepgedeelte 10 aan die zijde een inlaatopening 16 vertoont. In principe kan het genoemde wandgedeelte 15 zich met onverminderde wanddikte tot aan de bodem van de inwendige holte 5 25 van het spruitstuk 1 uitstrekken, doch bij de hier beschreven uitvoeringsvorm gaat het wandgedeelte 15 aan zijn ondereinde over in een geleidelijk dunner wordend, in axiale doorsnede puntvormig gedeelte 17, dat uiteraard een geringere buig-stijfheid dan het resterende wandgedeelte 15 zelf heeft. Daar 30 het gehele inzetorgaan van kunststof is vervaardigd, vertoont met name het puntvormige gedeelte 17 van het schepgedeelte 10 een zodanige elasticiteit, dat het enerzijds bij de invoer en de bevestiging van het inzetorgaan in een aftapspruitstuk, zoals 1 in Fig. 1, zich aan de afmetingen van de inwendige 35 holte 5 van een dergelijk spruitstuk 1 aanpast, respectievelijk een daaraan aangepaste stand inneemt. Anderzijds zal het puntvormige gedeelte 17 tijdens bedrijf onder de inwerking van de vloeistofstroom, welke uit de stomp 2 via de opening 8302466 - 6 - 16 van het schepgedeelte 10 en vervolgens door het beves-tigingsgedeelte 9 naar het afgiftegedeelte 11 loopt, enigszins meegeven en zich nog verder aan de afmetingen en de vorm van de inwendige holte 5 aanpassen. Daardoor wordt zekerge-5 steld, dat een zo groot mogelijk gedeelte van de vloeistof-stroom naar het afgiftegedeelte 11 wordt geleid. Dit is vooral van belang wanneer het inzetorgaan volgens de uitvinding voor reiniging van het zich tussen de hoofdafsluiter 4 en het aftapspruitstuk 1 uitstrekkende gedeelte (2) van een vloei-10 stofleiding wordt gebruikt; in dat geval wordt namelijk voorkomen, dat de in dat vloeistofleidingsgedeelte aanwezige verontreinigingen of verontreinigde vloeistof in de stomp 3 terechtkomt, welke het op het aftapspruitstuk 1 volgende gedeelte van een dergelijke vloeistofleiding vertegenwoordigt. 15 Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm wordt ervan uitgegaan, dat een aftapspruitstuk 1 van zeer eenvoudige uitvoering de enige voorziening vormt, welke blijvend in een vloeistofleiding op één of meer voor vloeistofaftapping in aanmerking komende plaatsen behoeft te worden aangebracht.The said central section 9, which, like the other two sections 10 and 11, consists essentially of a cylindrical hollow tube and which forms a coherent whole of plastic with the two sections just mentioned, serves as a fixing section. In the embodiment described here, this fastening section has a peripheral collar 12, 5 which rests on the top end of the neck 7 of the drain manifold 3 and is fixed thereon by means of a union nut 13 with internal thread 14. In the embodiment described here, the mounting portion 9 takes up most of the total length of the insert. At its upper end, the attachment portion 9 is angled into a spout-shaped dispensing portion 11, which can be designed as a hose spout for connecting a further liquid line or hose. At its lower end, where it exits from the interior cavity 6 of the neck 7, the attachment portion 9 merges into the scoop portion 10 of the insert member projecting within the interior cavity 5 of the drain manifold 3. In principle, this scooping section 10 is formed by the remaining section 15 of the cylindrical wall, which extends downward in the extension of the fastening section 9 and from which a considerable part is removed on the side facing the stump 2, so that the scooping section 10 that side has an inlet opening 16. In principle, the said wall portion 15 can extend with undiminished wall thickness to the bottom of the internal cavity 5 of the manifold 1, but in the embodiment described here, the wall portion 15 at its lower end changes into a gradually thinning, in axial section pointed section 17, which of course has a lower bending stiffness than the remaining wall section 15 itself. Since the entire insert is manufactured from plastic, in particular the pointed part 17 of the scoop part 10 has such elasticity that, on the one hand, during the insertion and fixing of the insert in a tapping manifold, such as 1 in FIG. 1, adapts to the dimensions of the internal cavity 5 of such a manifold 1, or occupies a position adapted thereto. On the other hand, the pointed part 17 will yield slightly during operation under the action of the liquid flow, which flows out of the stump 2 through the opening 8302466-6-16 of the scooping part 10 and then through the fastening part 9 to the dispensing part 11 and adapt even further to the dimensions and shape of the internal cavity 5. This ensures that as much of the liquid flow as possible is directed to the delivery section 11. This is especially important when the insert according to the invention is used for cleaning the part (2) of a liquid line extending between the main valve 4 and the drain manifold 1; in that case, it is prevented that the impurities or contaminated liquid present in that liquid-pipe section end up in the stub 3, which represents the part of such a liquid pipe following the drain manifold 1. In the embodiment described here it is assumed that a very simple embodiment of a drain manifold 1 is the only provision which has to be permanently installed in a liquid line at one or more locations suitable for liquid tapping.

20 Voor het aanbrengen van het inzetorgaan volgens de uitvinding in, respectievelijk het verwijderen daarvan uit, het aftapspruitstuk 1 wordt eerst de hoofdafsluiter 4 kortstondig gesloten. Aangenomen wordt, dat onder voor de beschouwde vloeistofleiding normale omstandigheden, dat wil zeggen wanneer 25 niet behoeft te worden afgetapt, op het boveneinde van de hals 7 een met de wartelmoer 13 vergelijkbare, niet in de tekening weergegeven sluitdop is bevestigd. Deze dient voor het aanbrengen van het inzetorgaan tijdelijk te worden verwijderd, doch wordt na herstel van de normale toestand, res-30 peetievelijk na verwijdering van het inzetorgaan, weer aangebracht. Eventueel kan aan het inzetorgaan een stel voor samenwerking met de kraag 12 dienende wartelmoeren 13 met onderling verschillende inwendige schroefdraad 14 zijn toegevoegd.Before inserting the insert according to the invention into, or removing it from, the drain manifold 1, the main valve 4 is first briefly closed. It is assumed that under normal conditions, that is to say when it is not necessary to drain, for the liquid line considered, a cap which is comparable with the union nut 13, not shown in the drawing, is mounted on the top end of the neck 7. This has to be temporarily removed before the insertion member is fitted, but is reinstalled after the normal condition has been restored, and after the insertion member has been removed. Optionally, a pair of union nuts 13 with mutually differing internal threads 14 can be added to the insert member for cooperation with the collar 12.

35 Duidelijk zal zijn, dat een inzetorgaan van het hiervoor beschreven type, eventueel met een bijbehorende wartelmoer of bijbehorend stel wartelmoeren, respectievelijk daarmede vergelijkbare bevestigingsorganen van willekeurig 8302466 - 7 - geschikt type, een zeer eenvoudig werktuig vormt, dat met zeer geringe kosten kan worden vervaardigd en de bijna ongelimiteerde mogelijkheid van vloeistofaftapping uit een vloeistof leiding verschaft. Zoals reeds is opgemerkt, kan een der-5 gelijke vloeistofaftapping zowel voor verbruiksdoeleinden als voor reinigingsdoeleinden gewenst zijn.It will be clear that an insert of the above-described type, optionally with an associated union nut or associated set of union nuts, or fastening members of any suitable type, respectively, of comparable type, is a very simple tool which can be produced at very low cost. manufactured and provides the almost unlimited possibility of liquid tapping from a liquid line. As already noted, such liquid tapping may be desirable for both consumption and cleaning purposes.

Bij de in het voorgaande aan de hand van Pig. 1 beschreven uitvoeringsvorm van een inzetorgaan volgens de uitvinding is er van uitgegaan, dat in de vloeistofleiding, 10 waarin het inzetorgaan wordt gebruikt, een hoofdafsluiter is opgenomen, waarmede de vloeistofstroom door de leiding voor het aanbrengen en verwijderen van het inzetorgaan tijdelijk kan worden onderbroken. Pig. 2 toont een speciale uitvoeringsvorm van een inzetorgaan volgens de uitvinding, waarbij 15 de behoefte aan een dergelijke hoofdafsluiter niet aanwezig is. Ter verduidelijking wordt eerst verwezen naar Pig. 3, welke de belangrijkste hoofdonderdelen laat zien van een vloeistofdebietbegrenzer, waarbij een inzetorgaan volgens de uitvinding kan worden toegepast, zoals Pig. 2 ook laat zien. 20 Van de genoemde debietbegrenzer, welke geen onder deel van de onderhavige uitvinding vormt en derhalve niet in alle details zal worden beschreven, toont Fig. 3 als belangrijkste hoofdonderdelen een in zijn geheel met 18 aangeduid en met het aftapspruitstuk 1 volgens Pig. 1 enigszins verge-25 lijkbaar, samengesteld huis 18 voor opname van een in Pig. 3 boven het huis 18 weergegeven bedieningsas 19, welke in zijn •holle ondereinde een in Fig. 2 niet zichtbaar smoororgaan bevat. In Fig. 3 is rechts aan de bovenzijde van het huis 18 nog een koppel-lichaam 21 getekend, dat in de met die volgens Pig. 2 over-30 eenkomende rotatiestand van de bedieningsas deze laatstgenoemde op hier niet nader te beschrijven wijze met het huis 18 gekoppeld houdt. In Fig. 2 is een dergelijk koppellichaam niet getekend.In the above with reference to Pig. 1 described embodiment of an insert according to the invention it is assumed that in the liquid line in which the insert is used a main valve is included, with which the liquid flow through the line for the insertion and removal of the insert can be temporarily interrupted. Pig. 2 shows a special embodiment of an insert according to the invention, wherein the need for such a main valve is not present. For clarification, reference is first made to Pig. 3, which shows the main main parts of a liquid flow limiter where an insert according to the invention can be used, such as Pig. 2 also shows. From said flow limiter, which is not part of the present invention and therefore will not be described in full detail, FIG. 3 as the main main components, indicated in their entirety by 18 and with the drain manifold 1 according to Pig. 1 somewhat comparable composite housing 18 for incorporation of a Pig. 3 shows operating shaft 19 above the housing 18, which in its hollow lower end shows one in FIG. 2 contains invisible throttle. In FIG. 3, a coupling body 21 is shown on the right-hand side at the top of the housing 18, that in the same as that according to Pig. 2 corresponding rotation position of the operating shaft keeps the latter coupled to the housing 18 in a manner not described here. In FIG. 2, such a coupling body is not shown.

Vervolgens zal op enige details van het huis 18 en 35 de bedieningsas 19 in Fig. 3 nader worden ingegaan.Next, on some details of the housing 18 and 35, the operating shaft 19 in FIG. 3 are discussed in more detail.

Zoals Fig. 3 laat zien, vertoont het huis 18 een voor opname in een niet in Pig. 3 weergegeven vloeistofleiding dienende toevoerstomp 22 en afvoerstomp 23 en een met de 8302466 - 8 - B * beide stompen 22 en 23 in verbinding staande inwendige holte 24; de inwendige holte 24 heeft een bolvorm. Binnen de inwendige holte 24 bevindt zich een roteerbaar lichaam 25 met een inwendige, boven-5 waarts open holte 26, welke in de met die volgens Fig. 2 overeenkomende rotatiestand van het bolvormige lichaam 25 via respectieve boringen 27 en 28 met de beide stompen 22 en 23 in vèrbinding staat, doch in de in Fig. 3 weergegeven rotatiestand van het bolvormige lichaam 25 door dit lichaam van 10 de beide stompen wordt gescheiden.As Fig. 3, the housing 18 has one for inclusion in a not in Pig. 3, liquid line serving supply stub 22 and discharge stub 23 and an internal cavity 24 communicating with the 8302466-8B * both stubs 22 and 23; the internal cavity 24 has a spherical shape. Within the inner cavity 24 there is a rotatable body 25 with an inner, upwardly open cavity 26, which is in the same as in FIG. 2, the corresponding rotational position of the spherical body 25 is in communication with the two stubs 22 and 23 via respective bores 27 and 28, but in FIG. 3, the rotational position of the spherical body 25 is separated from the two stubs by this body.

In de inwendige holte 26, waarvan de horizontale doorsnede cirkelvormig is, past, respectievelijk steekt in de met die volgens Fig. 2 overeenkomende (gemonteerde) positie van de bedieningsas 19, het uitwendig eveneens ronde onderin einde van deze as, waarbij dit ondereinde een in Fig. 3 weggelaten smoororgaan ondersteunt, waarvan de uitvoering en de werking hier niet nader worden beschreven. Volstaan wordt met op te merken, dat het smoororgaan in de in Fig. 3 niet getekende doch met 20 die volgens Fig. 2 overeenkomende rotatiestand van de bedieningsas via respectieve boringen 29 en 30 in het ondereinde van de bedieningsas 29 met de respectieve boringen 27 en 28 van het lichaam 25 en via deze laatstgenoemde boringen met de respectieve stompen 22 en 23 in verbinding staat. In de in 25 Fig. 2 getekende stand van het lichaam 25 (en van het smoororgaan) is de verbinding tussen de beide stompen 22 en 23 onderbroken door het roteerbare lichaam 25.Into the internal cavity 26, the horizontal cross-section of which is circular, fits or protrudes into the one with that according to FIG. 2 corresponding (mounted) position of the operating shaft 19, the externally also round bottom end of this shaft, this bottom end being a fig. 3 supports omitted throttle member, the design and operation of which are not further described here. Suffice it to note that the throttle in the FIG. 3 not shown but with 20 shown in FIG. 2 corresponding rotation position of the operating shaft via respective bores 29 and 30 in the lower end of the operating shaft 29 with the respective bores 27 and 28 of the body 25 and communicating via these latter bores with the respective stubs 22 and 23. In the FIG. 2 of the body 25 (and of the throttling member), the connection between the two stubs 22 and 23 is interrupted by the rotatable body 25.

Omtrent de bedieningsas 19 wordt het volgende opgemerkt. Deze vormt een uit één geheel bestaand kunststof-30 lichaam van betrekkelijk samengestelde vorm. Aan zijn boveneinde vertoont de bedieningsas 19 een naaf 31 met twee in radiale richting daaraan uitstekende vleugels 32 en een centrale holte 33. De vleugels 32 steunen op een omtrekskraag 34. Op enige afstand onder de kraag 34 strekt zich een tweede 33 omtrekskraag 35 uit, welke op een bepaalde plaats een onderbreking 36 vertoont. Op enige afstand onder de tweede omtrekskraag 35 is in een omtreksgroef 37 een O-ring 38 opgenomen, Onder deze bevinden zich enige nokken 39, welke voor 8302466 ψ - 9 - rotatiekoppeling van de bedieningsas 19 met het binnen het huis 18 roteerbare lichaam 25 dienen? het laatstgenoemde is daartoe aan zijn boveneinde van bijpassende uitsparingen 41 voorzien. Zoals reeds is opganarkt, wordt het niet af geheelde smoororgaan 5 ondersteund in het ondereinde van de bedieningsas 19, dat daartoe een open holte 40 bevat, welke in de met die in Fig. 2 overeenkomende rotatiestand van de bedieningsas 19 volgens Fig. 3 via respectieve boringen 29 en 30 met de respectieve boringen 27 en 28 in het roteerbare lichaam 25 en via deze 10 met de beide stompen 22 en 23 in verbinding staat.The following is noted with regard to the operating shaft 19. It forms a one-piece plastic body of relatively composite shape. At its upper end, the operating shaft 19 has a hub 31 with two radially projecting wings 32 and a central cavity 33. The wings 32 rest on a circumferential collar 34. A second 33 circumferential collar 35 extends some distance below the collar 34, which has a break 36 at a certain location. At some distance below the second circumferential collar 35 an O-ring 38 is received in a circumferential groove 37. Below these are a few cams 39, which serve for the rotary coupling of the operating shaft 19 to the body 25 rotatable within the housing 18. ? the latter is provided with corresponding recesses 41 at its top end. As has already been noted, the unhealed throttle member 5 is supported in the lower end of the actuating shaft 19, which includes an open cavity 40 for this purpose, which is similar to that in FIG. 2 corresponding rotation position of the operating shaft 19 according to FIG. 3 communicates with the respective bores 27 and 28 in the rotatable body 25 via respective bores 29 and 30 and via these 10 with the two stubs 22 and 23.

Op de werking van de debietbegrenzer volgens Fig. 3 wordt niet verder ingegaan. Volstaan wordt met op te merken, dat de samengestelde bedieningsas 19 in zijn in Fig. 3 weergegeven rotatiestand in verticaal bovenwaartse richting uit 15 het huis 18 kan worden verwijderd, waarbij het in de rotatiestand volgens Fig. 3 verkerende lichaam 25 zijn inwendige holte 26 van de beide stompen 22 en 23 scheidt, zodat in de desbetreffende rotatiestand geen vloeistof in de inwendige holte 26 kan doordringen.On the operation of the flow limiter according to Fig. 3 is not discussed further. Suffice it to note that the assembled actuator shaft 19 is in FIG. 3, the rotational position shown in the vertical upward direction can be removed from the housing 18, while in the rotational position according to FIG. 3, body 25 separates its internal cavity 26 from the two stubs 22 and 23, so that no liquid can penetrate into the internal cavity 26 in the respective rotational position.

20 Van deze laatstgenoemde eigenschap van een debiet begrenzer van het hiervoor kort beschreven type maakt de uitvinding gebruik om te komen tot een speciaal inzetorgaan voor aftapping van een vloeistof uit een vloeistofleiding, waarbij geen hoofdafsluiter van het type 4 volgens Fig. 1 in de lei-25 ding aanwezig behoeft te zijn.The invention uses this last-mentioned property of a flow limiter of the type briefly described above to arrive at a special insert for draining a liquid from a liquid line, wherein no main valve of the type 4 according to FIG. 1 need be present in the line.

Uitgaande van een bedieningsas 19 van het grotendeels aan de hand van Fig. 3 beschreven type, verschaft de uitvinding namelijk een inzetorgaan, dat in principe alle beschreven details 29-40 van de bedieningsas volgens Fig. 2 30 vertoont. Daarnaast is in de centrale holte 33 van de naaf 31 het ondereinde 42 opgenomen van een als slangtuit 43 uitgevoerd afgiftegedeelte, terwijl de centrale holte 33 van de naaf 31 aan zijn ondereinde via een boring 44 met de inwendige holte 40 in het ondereinde van de "bedieningsas" in ver-binding staat. Tenslotte is in de boring 30, welke bij de oorspronkelijke bedieningsas de holte 40 met de boring 28 in het roteerbare lichaam 25 verbindt, een prop 45 opgenomen, zodat de boring 30 geen vloeistof via de boring 8302466 - 10 - 28 in het roteerbare lichaam 25 naar de afvoerstomp 23 kan doorlaten. Via de boring 29 in de holte 40 doordringende vloeistof (zie Fig. 2), kan deze slechts via de boring 44 verlaten naar de centrale naafholte 33, waaraan de afgifte-5 tuit 43 aansluit.Starting from an operating shaft 19 of the part largely with reference to FIG. 3, the invention provides an insert, which basically contains all described details 29-40 of the operating shaft according to FIG. 2 30. In addition, the central cavity 33 of the hub 31 accommodates the lower end 42 of a dispensing section designed as a hose nozzle 43, while the central cavity 33 of the hub 31 is at its lower end via a bore 44 with the internal cavity 40 in the lower end of the " operating shaft "is connected. Finally, a plug 45 is included in the bore 30, which connects the cavity 40 to the bore 28 in the rotatable body 25 at the original operating axis, so that the bore 30 does not contain any liquid via the bore 8302466 - 10 - 28 in the rotatable body 25 can pass to the discharge stub 23. Liquid penetrating through the bore 29 into the cavity 40 (see Fig. 2), it can only leave via the bore 44 to the central hub cavity 33, to which the discharge spout 43 connects.

Duidelijk zal zijn, dat na verwijdering van een bedieningsas 19 met bijbehorend smoororgaan uit een de-bietbegrenzer van het type volgens Fig. 3 een inzetorgaan volgens Fig. 2, dat daartoe uit zijn in Fig. 2 weergegeven 10 rotatiestand eerst over 90° dient te worden verdraaid, in het huis 18, respectievelijk in de inwendige holte 26 van het roteerbare lichaam 25 kan worden gestoken. Wanneer het inzetorgaan vervolgens naar zijn stand volgens Fig. 2 wordt teruggedraaid, zal een gestadige vloeistofstroom van de toevoer-15 stomp 22 via de boringen 27 en 29, de holte 40, de boring 44 en de centrale naafholte 33 naar de afgiftetuit 43 optreden. Opgemerkt wordt, dat de aanwezigheid van de prop 45 in de boring 30 tot gevolg heeft, dat de desbetreffende zijwand van de holte 40 fungeert als een schepgedeelte, dat de via de 20 boringen 27 en 29 in de holte 40 doordringende vloeistof- stroom geheel naar het door de boring 44 en de centrale naafholte 33 gevormde, inwendige langskanaal van het inzetorgaan leidt.It will be clear that after removal of an operating shaft 19 with associated throttle from a flow limiter of the type shown in FIG. 3 an insert according to FIG. 2, which are illustrated in FIG. 2 shown, the rotational position must first be rotated through 90 °, and the housing 18, respectively, can be inserted into the internal cavity 26 of the rotatable body 25. When the insert is then moved to its position according to FIG. 2, a steady fluid flow from the supply stub 22 through the bores 27 and 29, the cavity 40, the bore 44 and the central hub cavity 33 to the dispensing spout 43 will occur. It is to be noted that the presence of the plug 45 in the bore 30 results in the respective side wall of the cavity 40 acting as a scooping portion, fully transferring the liquid flow penetrating the cavities 40 through the bores 27 and 29 into the cavity 40. the internal longitudinal channel of the insert member formed by the bore 44 and the central hub cavity 33.

Van de in Fig. 2 weergegeven, speciale uitvoerings-25 vorm van een inzetorgaan volgens de uitvinding kan worden gesteld, dat dit door geringe modificatie van een bedieningsas 19 van een vloeistofdebietbegrenzer volgens Fig. 3 is gevormd, zodanig, dat deze door de afsluiting van de boring 30 met een prop 45 aan zijn ondereinde als schepgedeelte van het 30 inzetorgaan fungeert, verder zelf grotendeels als bevesti- gingsgedeelte van een inzetorgaan fungeert en aan zijn boveneinde door toevoeging van een slangtuit 43 met een afgiftege-deelte is uitgebreid.From the in FIG. 2, a special embodiment of an insert according to the invention can be said to be a minor modification of an operating shaft 19 of a liquid flow limiter according to FIG. 3 is formed such that by closing the bore 30 with a plug 45 at its lower end it functions as a scoop portion of the insert, further itself largely functions as an attachment part of an insert and at its top end by the addition of a hose nozzle 43 has been extended with a delivery part.

Duidelijk zal echter zijn, dat de speciale uit-35 voeringsvorm volgens Fig. 2 zich niet tot een gemodificeerde bedieningsas van een vloeistofdebietbegrenzer beperkt. Meer algemeen kan voor een dergelijk speciaal inzetorgaan worden gesteld, dat tenminste het bevestigingsgedeelte wordt gevormd 8302466 s ** - 11 - door de verwijderbare bedieningsas van een binnen een in een vloeistofleiding opgenomen huis roteerbaar lichaam met een eerste stand, waarin het een vloeistofstroom naar het inwendige van het huis toelaat, en een tweede stand, waarin het 5 een dergelijke vloeistofstroom verhindert, waarbij de bedieningsas een centraal kanaal voor vloeistofgeleidende verbinding van het inwendige van het huis met het afgiftegedeelte van het inzetorgaan bevat. Hoewel een dergelijke constructie met een in een vloeistofleiding opgenomen huis, waarbinnen IQ een roteerbaar lichaam door middel van een bedieningsas in verschillende rotatiestanden kan worden gebracht, in vergelijking met een eenvoudig aftapspruitstuk van het type 1 volgens Fig. 1 een meer kostbare voorziening vormt, heeft deze constructie het voordeel, dat stroomopwaarts van het aftap-^5 punt geen hoofdafsluiter behoeft te worden bediend.It will be understood, however, that the special embodiment of FIG. 2 is not limited to a modified fluid flow limiter operating axis. More generally, for such a special insert, it can be said that at least the fastening portion is formed by the removable actuating shaft of a body rotatable within a housing contained in a liquid conduit with a first position in which it flows a liquid stream to the interior of the housing, and a second position, in which it prevents such a flow of liquid, the operating shaft comprising a central channel for liquid-conducting connection of the interior of the housing to the dispensing part of the insert. Although such a construction has a housing housed in a liquid line, within which IQ a rotatable body can be brought into different rotational positions by means of an operating shaft, compared to a simple type 1 drain manifold according to FIG. 1 constitutes a more costly facility, this construction has the advantage that no main valve needs to be operated upstream of the tapping point.

Samenvattend kan worden gesteld, dat de uitvinding als nieuw werktuig een inzetorgaan voor aftapping van vloeistof verschaft, dat bij geringe vervaardigingskosten de mogelijkheid verschaft om voor verbruiksdoeleinden of reinigings-2Q doeleinden op eenvoudige wijze vloeistof uit een vloeistofleiding af te tappen.In summary, it can be stated that the invention as a new tool provides a liquid draining insert which provides, at low manufacturing costs, the possibility of simply draining liquid from a liquid line for consumption or cleaning purposes.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de bechreven 25 details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.The invention is not limited to the embodiments described above and shown in the drawing. Various modifications can be made in the details described and in their interrelationships, without exceeding the scope of the invention.

83024668302466

Claims

1. Insertion device for draining liquid from a liquid line, consisting of a scooping section 5 (10; 30, 45) to be located via a drain manifold incorporated in the line with a flow opening in the liquid flow through the line, one for fixing in the manifold (1 18) said nend mounting portion (9; 19) and a dispensing portion (11; 43) communicating with the scoop portion (10; 30r45).

Insert according to claim 1, characterized in that the three parts (9,10,11; 19,30,45,43) form one coherent whole of plastic.

Insert according to claim 1, characterized in that the scoop portion has a shape (15; 30, 45) such that it flows the liquid through the drain manifold i5 (1; 18) at least predominantly to the dispensing portion (11; 43). ) leads.

Inserting device according to claim 3, characterized in that the scooping portion (10) is adapted to the shape of the through-flow opening of the drain manifold (1).

Inserting device according to claim 3, characterized in that the scooping portion (10) has an end (17) elastically yielding under the action of the liquid pressure.

Insert according to claim 1, characterized in that the fastening part comprises a cylindrical hollow tube (9-19) with an external collar (12; 35).

Inserting member according to claim 6, characterized by at least one associated union nut (13).

Inserting device according to claim 1, characterized in that the dispensing part is a hose nozzle (11? 43).

Insert according to claim 1, characterized in that at least the mounting portion is formed by the removable actuating shaft (19) of a body (25) rotatable within a housing (18) contained in the liquid line, with a first position, in which it flows a liquid 35 to the interior (26) of the housing, and a second position, in which it prevents such a flow of liquid, 8302466 - 13 - wherein the operating shaft (19) has a central channel (44, 33) for liquid-conducting connection of the interior of the housing (26) with the dispensing part (43). 8302466