NL8302278A

NL8302278A - DEVICE FOR COMPRESSING CROP.

Info

Publication number: NL8302278A
Application number: NL8302278A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1983-06-28
Filing date: 1983-06-28
Publication date: 1985-01-16
Also published as: GB2142274B; FR2547977A1; DE3423670C2; DE3423670A1; GB2142274A; GB8416339D0

Description

C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.

"Inrichting voor het samenpersen van gewas""Crop compaction device"

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het samenpersen van gewas op een stapelplaats.The invention relates to a device for compressing crop on a stacking place.

Volgens de uitvinding omvat de inrichting middelen om reeds van te voren samengeperst gewas op de stapelplaats 5 nog verder tegen elkaar te persen.According to the invention, the device comprises means for pressing compacted crop which has already been compressed beforehand at the stacking location 5 even further against each other.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren.The invention will be further elucidated with reference to the following figures.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding in een stand vóór de aanvang van het 10 verdere samenpersen, in combinatie met een krachtbron.Fig. 1 is a top view of a device according to the invention in a position before the start of further compression, in combination with a power source.

Fig. 2 is een horizontaal aanzicht van de inrichting volgens fig. 1 volgens de pijl II.Fig. 2 is a horizontal view of the device of FIG. 1 according to the arrow II.

Fig. 3 is een horizontaal aanzicht volgens de lijnen III - III in fig. 1Fig. 3 is a horizontal view taken on lines III-III in FIG. 1

15 Fig. 4 is een bovenaanzicht volgens de pijl IVFIG. 4 is a top view according to arrow IV

in fig. 3.in fig. 3.

Fig. 5 is een aanzicht volgens de lijnen V - VFig. 5 is a view along lines V-V

in fig. 4.in fig. 4.

Fig. 6 is een aanzicht volgens de lijnen VI - VIFig. 6 is a view taken on lines VI - VI

20 in fig. 3.20 in fig. 3.

Fig. 7 is een aanzicht volgens de lijnen III - III in fig. 1 in een stand na afloop van het verdere samenpersen met losgekoppelde krachtbron.Fig. 7 is a view taken on lines III-III in FIG. 1 in a position after further compression with disconnected power source has been completed.

Fig. 8 is een bovenaanzicht van een deel van de 25 inrichting in een stand zoals deze na afloop van het verdere samenpersen optreedt.Fig. 8 is a plan view of a portion of the device in a position as it occurs after further compression.

Fig. 9 is een doorsnede volgens de lijnen IX - IXFig. 9 is a section on lines IX-IX

in fig. 8.in fig. 8.

Fig. 10 is een horizontaal aanzicht overeenkomend 30 met de lijnen III - III in fig. 1 volgens een tweede uitvoe-ringsvoorbeeld.Fig. 10 is a horizontal view corresponding to lines III-III in FIG. 1 according to a second exemplary embodiment.

De inrichting omvat een aantal ongeveer vertikaal opgestelde, onderling scharnierbaar verbonden schotten 1, die - zoals uit fig. 1 blijkt - in bovenaanzicht in een 35 gekromde rij zijn opgesteld, die de vorm van een cirkel benadert. De rij schotten 1 vormt een langwerpige, flexibele 8302278 - 2 -The device comprises a number of approximately vertically arranged, mutually hingedly connected partitions 1, which - as appears from fig. 1 - are arranged in top view in a curved row, which approximates the shape of a circle. The row of bulkheads 1 forms an elongated, flexible 8302278 - 2 -

VV

h k band of klemmiddel 2 die een bij benadering cirkelvormige opslagplaats of verzamelplaats 3 bijna geheel omsluit. De rij schotten of banddelen 1 bezit twee uiteinden 4 resp.h k band or clamping means 2 which almost completely encloses an approximately circular storage location or collection location 3. The row of partitions or strip parts 1 has two ends 4 and 4, respectively.

5 die naar elkaar toe zijn gericht en op relatief korte 5 afstand 6 (fig. 1 en 2) van elkaar zijn opgesteld.5 which face each other and are arranged at a relatively short distance 6 (fig. 1 and 2) from each other.

De opslagplaats of stapelplaats 3 is in het getekende uitvoeringsvoorbeeld gevuld met een groot aantal cylin-drische balen 7, die zijn samengesteld uit gewas zoals gras, bij voorkeur in "groene" of "halfgroene" toestand, maar 10 droog gewas kan in principe ook worden toegepast. Deze cylin-drische balen zijn op een van hun eindvlakken geplaatst zodanig dat de symmetrieas van de bal ongeveer verticaal is gericht, terwijl de balen tegen elkaar zijn geschoven zodat elke baal, althans in dit uitvoeringsvoorbeeld, ten 15 minste drie andere balen langs een beschrijvende lijn van hun omtrek raakt. De opstelling is zodanig dat, gezien in bovenaanzicht, een omhullende om de tegen elkaar geplaatste balen met de bovengenoemde vorm, die bij benadering met een cirkelvorm overeenkomt, ontstaat.In the embodiment shown, the storage location or stacking location 3 is filled with a large number of cylindrical bales 7, which are composed of crop such as grass, preferably in "green" or "semi-green" condition, but in principle dry crop can also be applied. These cylindrical bales are placed on one of their end faces such that the axis of symmetry of the ball is directed approximately vertically, while the bales are pushed together so that each bale, at least in this embodiment, at least three other bales along a descriptive line their circumference. The arrangement is such that, seen in top view, an envelope is formed around the bales placed against each other with the above-mentioned shape, which approximately corresponds to a circular shape.

20 De in het uitvoeringsvoorbeeld getoonde balen 7 zijn elk vervaardigd door middel van een op zichzelf bekende pers die over het land rijdbaar is en daarbij op de grond liggend gemaaid gewas opneemt en samenperst in de vorm van een cylindrische baal. Indien de baal de gewenste grootte 25 heeft bereikt, wordt de baal aan de achterzijde uit de pers gelost, waarna de pers gereed is voor het vervaardigen van een volgende baal. Deze door een pers vervaardigde balen 7 bezitten derhalve reeds een zekere mate van persing. De aard van deze persing is afhankelijk van het type balenpers; 30 bij een eerste type is de kern van een baal sterker samengeperst dan de buitenste lagen, bij een ander type bezitten de buitenste lagen een grotere persing dan het hart van de baal. De balen worden, alvorens zij de pers geheel verlaten, veelal omwikkeld door een draad of touw dat dient te 35 verhinderen dat delen van de baal loslaten van de overige delen ervan. De door de balenpers geloste balen worden door een niet nader beschreven inrichting naar de opsalgplaats 3 gebracht en rechtopstaande tegen elkaar geplaats zoals hier- 8302278 t * -é - 3 - voor is aangeduid.The bales 7 shown in the exemplary embodiment are each manufactured by means of a per se known press which can drive over the land and thereby picks up crop mown on the ground and compresses it in the form of a cylindrical bale. When the bale has reached the desired size 25, the bale is unloaded from the rear of the baler, after which the baler is ready to produce a next bale. These bales 7 produced by a press therefore already have a certain degree of pressing. The nature of this pressing depends on the type of baler; In a first type, the core of a bale is more strongly compressed than the outer layers, in another type, the outer layers have a greater compression than the center of the bale. The bales, before they leave the baler completely, are often wrapped by a wire or rope which should prevent parts of the bale from loosening from the other parts thereof. The bales unloaded by the baler are brought to storage location 3 by an unspecified device and placed upright against one another as indicated above.

De axiale afmeting van de baal bedraagt ongeveer 1 a 1,5 meter, de diameter ongeveer 1,2 a 1,8 meter, maar deze afmetingen zijn afhankelijk van het gebruikte type 5 balenpérs. ^The axial size of the bale is about 1 to 1.5 meters, the diameter about 1.2 to 1.8 meters, but these dimensions depend on the type of bale press used. ^

De hiervoor genoemde omhulling van de tegen elkaar geplaatste balen 7 wordt in de opstelling volgens fig. 1, afgezien van de afstand 6, bewerkstelligd door de uit de onderling scharnierbare schoften 11 bestaande band 2.In the arrangement according to Fig. 1, the aforementioned wrapping of the bales 7 placed against each other is effected, apart from the distance 6, by the band 2 consisting of the hinged withers 11.

10 Elk der schotten of banddelen 1 bestaat uit een aantal aan elkaar gelaste metalen strippen. Zoals uit fig. 7 blijkt, omvat elk schot 1 een aantal, in dit uitvoerings-voorbeeld 5 stuks, horizontaal opgestelde dunne metalen strippen 8, die op afstand boven elkaar zijn opgesteld en 15 die aan beide einden zijn vastgelast aan een vertikale strip 9, die zich uitstrekt over de gehele hoogte van het schot.Each of the partitions or strip parts 1 consists of a number of metal strips welded together. As can be seen from Fig. 7, each partition 1 comprises a number of horizontally arranged thin metal strips 8, in this embodiment 5 pieces, which are arranged at a distance from one another and which are welded at both ends to a vertical strip 9, which extends over the entire height of the shot.

De doorsnede van elk van deze strippen kan ongeveer 80 x 5 mm. bedragen. De hoogte van een schot bedraagt ongeveer 100 cm. of meer (ongeveer overeenkomend met die van een 20 baal 7),de in de omtreksrichting van de band 2 gemeten afmeting van een schot bedraagt ongeveer 50 cm. Aan de van de strippen 8 afgekeerde zijden van elke verticale strip 9 is een helft van een pianoscharnier 10 vastgelast zodanig dat de scharnierhelft van het naastliggende schot 1 het 25 pianoscharnier vervolledigt. Dit scharnier bewerkstelligt een flexibele, scharnierbare verbinding tussen de schotten onderling. Door de ogen van het pianoscharnier tussen elk tweetal aangrenzende schotten is een pen 11 gestoken, die aan zijn bovenzijde voorzien is van een handgreep 12, die 30 in gemonteerde toestand van de band 1 juist boven de bovenzijde van de schotten uitsteekt en door middel waarvan de daaraan bevestigde pen uit het scharnier 10 kan worden getrokken resp. in het scharnier kan worden gestoken.The diameter of each of these strips can be approximately 80 x 5 mm. amounts. The height of a shot is about 100 cm. or more (approximately corresponding to that of a bale 7), the size of a shot measured in the circumferential direction of the belt 2 is about 50 cm. A half of a piano hinge 10 is welded to the sides of each vertical strip 9 facing away from the strips 8, such that the hinge half of the adjacent partition 1 completes the piano hinge. This hinge achieves a flexible, hinged connection between the partitions. Through the eyes of the piano hinge between each pair of adjacent partitions a pin 11 is inserted, which at its top is provided with a handle 12, which in the mounted condition of the band 1 projects just above the top of the partitions and by means of which the pin attached thereto can be pulled out of hinge 10, respectively. can be inserted into the hinge.

Aan de beide schotten 1, die nabij de uiteinden 35 4 en 5 van de band 2 zijn gelegen, zijn eindstukken 13 resp.End parts 13 and 13 are respectively attached to the two partitions 1, which are located near the ends 35 and 5 of the belt 2.

14 scharnierbaar bevestigd door middel van de aan deze eind-schotten 1 bevestigde, naar elkaar toegekeerde pianoschar-nierdelen (fig. 3 en 7). Elk van deze eindstukken 13 en 8302278 - 4 - 14 omvatten een vertikale metalen kokerbalk 15 die buig-stijf is uitgevoerd. Aan elke kokerbalk 15 (fig. 6) is een deel van een pianoscharnier bevestigd dat passend is in het deel dat aan het naastliggende schot 1 is bevestigd.14 pivotally mounted by means of facing piano end members facing each other to these end bulkheads 1 (FIGS. 3 and 7). Each of these end pieces 13 and 8302278-4-14 comprises a vertical metal box beam 15 which is bend-rigid. Attached to each box beam 15 (Fig. 6) is a part of a piano hinge that fits the part that is attached to the adjacent bulkhead 1.

5 De kokerbalk 15 van elk der eindstukken 13 en 14 kan eveneens door middel van een pen 11 aan het naastliggende schot verzwenkbaar worden bevestigd. Ter halve hoogte van de opwaartse lengteafmeting van elke stijve kokerbalk 15 zijn aan weerszijden van deze balk oren 16 vastgelast zodanig 10 dat de oren van de beide balken 15 naar elkaar toe wijzen.The box beam 15 of each of the end pieces 13 and 14 can also be pivotally attached to the adjacent bulkhead by means of a pin 11. Half the height of the upward length of each rigid box beam 15, ears 16 are welded on either side of this beam so that the ears of the two beams 15 face each other.

Nabij hun naar elkaar toe gerichte uiteinden zijn de oren 16 voorzien van gaten 17 waardoor van handgrepen voorziene pennen 18 kunnen worden gestoken (fig. 3 en 6).Near their ends facing each other, the ears 16 are provided with holes 17 through which pins 18 provided with handles can be inserted (Figures 3 and 6).

Een der beide kokerbalken 15 (in fig. 3 de rechter 15 kokerbalk) is op korte afstand van zijn bovenzijde zowel als op korte afstand van zijn onderzijde voorzien van een star aan de kokerbalk bevestigde beugel 19, die ongeveer de vorm heeft van een omgekeerde U en waarbij de beide benen van deze U star aan de bijbehorende balk 15 zijn bevestigd, 20 Het tussen de beide benen gelegen middendeel van elke beugel 19 ligt evenwijdig aan en op afstand van het zijvlak van de balk 15 waartegen de beugels 19 zijn bevestigd. Dit op afstand van het zijvlak van de bijbehorende balk 16 gelegen middendeel van de beugel 19 ligt evenwijdig aan een ongeveer 25 verticaal vlak dat ter plaatse tangentiaal ten opzichte van de buitenomtrek van de band 2 is gericht. De beugels 19 liggen tegen het buitenste zijvlak van de betreffende kokerbalk 15. In het genoemde middendeel van elke beugel 19 is een gat geboord waarvan de hartlijn samenvalt met 30 de hartlijnen van gaten die in de binnenste en buitenste zijvlakken van de betreffende balk 15 zijn geboord, zodanig dat door het gat in het middendeel en de beide in de betreffende balk 15 geboorde gaten een van een handgreep voorziene pen 20 kan worden gestoken (Fig. 3 en 5).One of the two box girders 15 (in Fig. 3 the right-hand box gutter beam) is provided at a short distance from its top as well as at a short distance from its bottom with a bracket 19 rigidly fixed to the box beam, which has approximately the shape of an inverted U and wherein the two legs of this U are rigidly attached to the associated beam 15. The middle part of each bracket 19 situated between the two legs is parallel to and at a distance from the side face of the beam 15 against which the brackets 19 are mounted. This central part of the bracket 19, which is spaced from the side surface of the associated beam 16, is parallel to an approximately vertical plane which is oriented tangentially to the outer circumference of the band 2 at the location. The brackets 19 lie against the outer side surface of the relevant box girder 15. A hole has been drilled in the said central part of each bracket 19, the center line of which coincides with the center lines of holes drilled in the inner and outer side surfaces of the respective beam 15 such that a pin 20 provided with a handle can be inserted through the hole in the middle part and the two holes drilled in the respective beam 15 (Fig. 3 and 5).

35 De band 1 kan worden bekrachtigd door middel van een krachtbron 21 (zie fig. 1) die kan zijn bevestigd aan een landbouwtrekker 22. De trekker 22 is voorzien van een driepuntshefinrichting 23 waaraan een draagraam 24 is 8302278 1 , « - 5 - bevestigd door middel van een drietal aankoppelpunten 25 die corresponderen met de einden van de armen van de hefin-richting 23. Het draagraam 24 omvat een rechthoekig raamwerk dat in de bedrijfstoestand ongeveer verticaal is opge-5 steld. Het raamwerk van het draagraam 24 omvat twee op afstand boven elkaar opgestelde kokerbalken 26, die zijn verbonden door star daaraan bevestigde vertikale en tussen de balken 26 gelegen kokerbalken 27, die ter plaatse van de onderste aankoppelpunten 25 met de onderste balk 26 zijn verbonden.The belt 1 can be energized by means of a power source 21 (see fig. 1) which can be attached to an agricultural tractor 22. The tractor 22 is provided with a three-point lifting device 23 to which a carrying frame 24 8302278 1, 5 - is attached. by means of three coupling points 25 corresponding to the ends of the arms of the lifting device 23. The supporting frame 24 comprises a rectangular frame which is arranged approximately vertically in the operating condition. The frame of the support frame 24 comprises two spaced apart superimposed box beams 26, which are connected by vertical box beams 27 rigidly attached thereto and located between the beams 26, which are connected to the bottom beam 26 at the location of the lower coupling points 25.

10 De horizontale balken 26 steken aan één zijde buiten een zijdelings begrenzingsvlak van de trekker 22 uit. De opstelling van de trekker 22 en het draagraam 24 ten opzichte van de band 2 is zodanig dat het buiten de trekker uitstekende deel van het draagraam 24 naar de band 2 is toegekeerd.The horizontal bars 26 protrude on one side beyond a lateral boundary surface of the tractor 22. The arrangement of the tractor 22 and the supporting frame 24 relative to the belt 2 is such that the part of the supporting frame 24 projecting outside the tractor faces the belt 2.

15 De beide uiteinden van de balken 26, die tijdens het bedrijf het dichtst bij de band 2 zijn gelegen zijn onderling verbonden door een vertikale kokerbalk 28, die over een korte afstand boven de bovenzijde van de bovenste balk 26 uitsteekt en aldaar bevestigingsmiddelen omvat voor een hydraulische 20 motor 29 die door middel van hydraulische leidingen 30 en 31 met het hydralisch systeem van de trekker zijn verbonden.The two ends of the beams 26, which are closest to the belt 2 during operation, are mutually connected by a vertical box beam 28, which protrudes a short distance above the top of the top beam 26 and comprises fasteners therein for a hydraulic motor 29, which are connected to the hydraulic system of the tractor by means of hydraulic lines 30 and 31.

De leidingen 30 en 31 dienen voor toe- en afvoer van hydraulische vloeistof naar de motor 29 (fig. 1). De uitgaande as 31 van de motor 29 is ongeveer vertikaal gericht en steekt 25 in opwaartse richting buiten de motor 29 uit. De uitgaande as 32 draagt een worm 33 die in aandrijvende verbinding staat met een wormwiel 34 die evenals de as 32 en de worm 33 gelegerd is in een huis 35 dat op de bovenzijde van de kokerbalk 28 afsteunt (fig. 7). Zoals uit fig. 5 blijkt 30 treedt de draaiingsas van het wormwiel 34 in de van de trekker 22 afgekeerde richting en in de naar de band 2 toegekeerde zijde buiten het huis 35 uit en draagt een kabel-trommel 36, die in de werkzame stand van de krachtbron ongeveer boven de van de beugels 19 voorziene eindbalk 15 van 35 de band 2 is opgesteld. De kokerbalk 28 van het draagraam 24 is aan zijn naar de eindbalk 15 van de band 2 toegekeerde zijvlak voorzien van een tweetal op afstand boven elkaar opgestelde uitstekende oren 37 en 38 (fig. 5 en 7), die 8302278 - 6 - • * in de werkzame stand van de krachtbron, bijvoorbeeld door manoeuvreren van de trekker 22, met hun achter het draag-raam 24 uitstekende delen? door de beide beugels 19 van de eindbalk 15 zijn gestoken (fig. 5).The lines 30 and 31 serve to supply and discharge hydraulic fluid to the motor 29 (fig. 1). The output shaft 31 of the motor 29 is oriented approximately vertically and extends 25 upwardly from the motor 29. The output shaft 32 carries a worm 33 which is in a driving connection with a worm wheel 34 which, like the shaft 32 and the worm 33, is mounted in a housing 35 which rests on the top of the box girder 28 (fig. 7). As can be seen from Fig. 5, the axis of rotation of the worm gear 34 exits outside the housing 35 in the direction away from the trigger 22 and in the side facing the belt 2 and carries a cable drum 36, which in the operative position of the power source is positioned approximately above the end bar 15 of the belt 2 provided with the brackets 19. The box girder 28 of the supporting frame 24 is provided on its side face facing the end beam 15 of the belt 2 with two spaced apart projecting ears 37 and 38 (fig. 5 and 7), which are 8302278 - 6 - * the operating position of the power source, for example by maneuvering the tractor 22, with their parts projecting behind the supporting frame 24? through the two brackets 19 of the end beam 15 (fig. 5).

5 Indien het draagraam 24 nog niet met de band 2 resp. een der eindstukken 15 is gekoppeld, dragen de oren 37 en 38 kabelschijven 39 resp. 40 die door middel van de reeds hiervoor genoemde pennen 18 en in de oren 37 en 38 -aangebrachte gaten aan het bovenste oor 37 resp. het onderste 10 oor 38 draaibaar zijn bevestigd.5 If the mounting frame 24 is not yet with the strap 2 resp. one of the end pieces 15 is coupled, the ears 37 and 38 carry cable pulleys 39 and 32 respectively. 40 which, by means of the aforementioned pins 18 and in the holes 37 and 38 - holes made on the upper ear 37 and. the lower ear 38 are rotatably mounted.

Om de kabeltrommel 36 is een kabel 41 geslagen die in de niet met de band 2 gekoppelde toestand van de krachtbron vanaf de kabeltrommel 36 neerwaarts is gericht, tegen een zijkant van de bovenste kabelschijf 39 rust, vervol-15 gens om de onderste kabelschijf 40 is geslagen, vanaf de kabelschijf 40 om de bovenste helft van de bovenste kabelschi jf 39 loopt, opnieuw om de onderste helft van de kabelschijf 18 is geslagen en vervolgens in de richting van de hartlrjn van de kabelschijf 39 is gericht en aan een oor 20 42 is bevestigd, dat om de pen 18 van de kabelschijf 39 vrij verzwenkbaar is. De kabel 41 strekt zich dus met vier kabel-doorsneden tussen de oren 39 en 40 uit en vormt een vertra-gings- resp. krachtvergrotingsmechanisme.A cable 41 is wrapped around the cable drum 36, which in the non-coupled condition of the power source is directed downwards from the cable drum 36, rests against a side of the upper cable pulley 39, then is around the lower cable pulley 40 twisted, from the cable pulley 40 around the top half of the upper cable pulley 39, again wrapped around the bottom half of the cable pulley 18 and then directed towards the center of the cable pulley 39 and attached to an ear 20 42 that it is freely pivotable about the pin 18 of the cable pulley 39. The cable 41 thus extends with four cable cross-sections between the ears 39 and 40 and forms a retardation resp. power augmentation mechanism.

In de bedrijfsstand waarbij de krachtbron aan 25 de band 2 is gekoppeld en waarbij de kabelschijven 39 en 40 tezamen met de kabel 41 van de oren 37 en 38 volgens fig. 7 zijn verwijderd en waarbij de oren 37 en 38 door de beugel 19 zijn gestoken, zijn de kabelschijven 39 en 40 draaibaar bevestigd in de gaten· die zijn aangebracht 30 in de oren 16 van de beide naar elkaar toegkeerde eindbalken 15 van de band 2 en wel zodanig dat de kabelschijf 39 aan de onder de kabeltrommel 36 gelegen eindbalk 15 is bevestigd (fig. 3). De kabelschijf 39, die het dichtst bij de kabeltrommel 36 is gelegen, is daarbij aan het oor 16 van de onder 35 de kabeltrommel gelegen balk 15 bevestigd. Deze bevestiging vindt plaats door middel van dezelfde pennen 18 die ook in de niet met de band 2 gekoppelde stand (fig. 7) zijn gebruikt om de kabelschijven 39 en 40 in die stand aan het 8302278 - 7 - raamwerk 24 te bevestigen. In de voor het bedrijf geschikte stand volgens fig. 3 is de kabelomloop om de schijven 39 en 40 dezelfde als die in de stand volgens de fig. 7 waarbij het raamwerk niet met de band 2 is gekoppeld.In the operating position in which the power source is coupled to the belt 2 and wherein the cable pulleys 39 and 40 have been removed together with the cable 41 from the ears 37 and 38 according to Fig. 7 and wherein the ears 37 and 38 have been inserted through the bracket 19 , the cable pulleys 39 and 40 are rotatably mounted in the holes · arranged in the ears 16 of the two facing end beams 15 of the belt 2, such that the cable pulley 39 is on the end beam 15 located under the cable drum 36 confirmed (fig. 3). The cable pulley 39, which is closest to the cable drum 36, is attached to the ear 16 of the beam 15 located underneath the cable drum. This fastening takes place by means of the same pins 18 which are also used in the position not coupled to the strap 2 (fig. 7) to fix the cable pulleys 39 and 40 in that position to the 8302278-7 frame 24. In the suitable position according to Fig. 3, the cable circulation around the disks 39 and 40 is the same as that in the position according to Fig. 7, in which the frame is not coupled to the tape 2.

5 Tenslotte is aan elk der beide eindbalken 15 van de band 2 zowel op korte afstand van het boveneinde als op korte afstand van het ondereinde aan de naar elkaar toegekeerde zijvlakken van de balken 15 een bevestigingsoog 43 resp. 44 bevestigd, dat telkens in de richting van de 10 andere eindbalk is gericht.Finally, on each of the two end beams 15 of the belt 2, a fastening eye 43 and 43, respectively, are fastened at a short distance from the top end as well as a short distance from the bottom end to the mutually facing side surfaces of the beams 15. 44, which is always oriented in the direction of the other end beam.

De werking van de beschreven inrichting is als volgt.The operation of the described device is as follows.

De in fig. 1 getekende balen 7, die te voren in de balenpers reeds zijn samengeperst, worden op de hier-15 voor aangeduide wijze tegen elkaar geplaatst, waarbij de hartlijnen van de cylindrische balen ongeveer verticaal zijn gericht en elke baal ten minste drie andere balen raakt, zodanig dat de buitenomtrek van de tegen elkaar geplaatste balen in hoofdzaak een ronde, bij benadering cirkelvormige 20 omvang bezit. De uit de onderling scharnierbare schotten 1 bestaande band 2 is permanent op de verzamelplaats 3 aanwezig en kan - indien gewenst - nabij zijn beide einden 4 en 5 enigszins worden opengezwaaid om toegang te verlenen voor het plaatsen van de balen 7. Nadat de balen 7 op de 25 in fig. 1 getekende wijze tegen elkaar zijn geplaatst wordt de band 2 in de in fig. 1 getoonde, bij benadering cirkelvormige stand opgesteld waarbij - zoals vermeld - tussen de einden 4 en 5 een afstand 6 openblijft. Hierna wordt de krachtbron 21 die gekoppeld is aan een energiebron 22 30 in de vorm van een landbouwtrekker zodanig in een ten opzichte van de band 2 tangentiale richting nabij het uiteinde 5 gereden, dat de oren 37 en 38 van het draagraam 24 in de beugels 19 schuiven die dwars aan een der eindbalken 15 zijn bevestigd, hierbij is een instellingsmogelijkheid in 35 hoogterichting maar tevens enigszins in zijdelings richting door middel van de hefinrichting van de trekker 22 mogelijk.The bales 7 shown in Fig. 1, which have already been pressed together in the baler, are placed against each other in the manner indicated above, the axes of the cylindrical bales being oriented approximately vertically and each bale containing at least three others hitting bales such that the outer circumference of the bales placed against each other is substantially round, approximately circular in size. The belt 2 consisting of the hinged partitions 1 is permanently present at the collection point 3 and can - if desired - be swung open slightly near its two ends 4 and 5 to provide access for placing the bales 7. After the bales 7 have been In the manner shown in FIG. 1, the tape 2 is arranged in the approximately circular position shown in FIG. 1, with a distance 6 remaining as stated between the ends 4 and 5. After this, the power source 21 which is coupled to an energy source 22 in the form of an agricultural tractor is driven in a direction tangential to the belt 2 near the end 5, such that the ears 37 and 38 of the supporting frame 24 are moved into the brackets 19 slides which are mounted transversely to one of the end beams 15, an adjustment option in height direction but also somewhat in lateral direction by means of the lifting device of the tractor 22 is possible.

Tevoren zijn de aan het draagraam 24 bevestigde kabelschijven 39 en 40 van de oren 37 en 38 verwijderd.Beforehand, the cable pulleys 39 and 40 attached to the supporting frame 24 have been removed from the ears 37 and 38.

De pennen 18 die daartoe losgenomen zijn, worden gebruikt 8302278 * * - 8 - om de kabelschijven 39 en 40 aan de oren 16 van de eind-balken 15 te bevestigen zoals in fig. 3 is weergegeven. De oren 37 en 38 die nu in de beugels 19 zijn gelegen worden door middel van de pennen 20 aan de bijbehorende beugels 5 19 en daarmee aan de betreffende band 2 vastgezet.The pins 18 which have been released for this purpose are used to attach the cable pulleys 39 and 40 to the ears 16 of the end beams 15 as shown in Fig. 3. The ears 37 and 38, which are now located in the brackets 19, are fixed by means of the pins 20 to the associated brackets 5 19 and thus to the relevant strap 2.

Hierna wordt de motor 29 met hydraulische vloeistof bekrachtigd, waardoor de worm 33 het wormwiel 34 aandrijft en daarmee de kabeltrommel 36 en wel in een zodanige richting dat de kabel 41 op de trommel wordt gewonden. 10 Deze installatie heeft de functie van een lier. Hierdoor worden de kabelschijven 39 en 40 naar elkaar toegetrokken en daarmee tevens de eindbalken 15 van de band 2, zodat de einden 4 en 5 van de band 2 elkaar naderen waarbij de schotten 1 van de band 2 een binnenwaarts gerichte 15 druk op de balen 7 uitoefenen. De balen 7 worden daardoor tegen elkaar geperst en gezien in bovenaanzicht, vervormen ze zodanig dat een onronde vorm zoals de in hoofdzaak zeshoekige vorm volgens fig. 8, ontstaat. Het kan hierbij voorkomen dat de einden 4 en 5 elkaar zover naderen dat de 20 afstand 6 tot "0" nadert voordat de maximaal mogelijke of gewenste persing van de balen 7 is bereikt. In dit geval wordt de aandrijving van de motor 29 stop gezet waardoor - ten gevolge van de in de band 2 optredende spanning - de einden 4 en 5 zich enigszins van elkaar 25 verwijderen maar niet in die mate dat de oorspronkelijke afstand 6 tussen de einden 4 en 5 zal optreden omdat ten gevolge van wrijving in en tussen de balen een deel van de reeds verkregen toegevoegde persing aanwezig blijft zonder volledige ontspanning. De afstand 6 is ten opzichte 30 van de oorspronkelijke afstand 6 in belangrijke mate verminderd.After this, the motor 29 is energized with hydraulic fluid, whereby the worm 33 drives the worm wheel 34 and thus the cable drum 36 in such a direction that the cable 41 is wound on the drum. 10 This installation has the function of a winch. As a result, the cable pulleys 39 and 40 are pulled together and thus also the end beams 15 of the belt 2, so that the ends 4 and 5 of the belt 2 approach each other, whereby the partitions 1 of the belt 2 have an inwardly directed pressure on the bales 7 exercise. The bales 7 are thereby pressed against each other and, viewed in top view, they deform such that a non-round shape such as the substantially hexagonal shape according to Fig. 8 is formed. It may happen that the ends 4 and 5 approach each other until the distance 6 approaches "0" before the maximum possible or desired pressing of the bales 7 is reached. In this case, the drive of the motor 29 is stopped, as a result of which - as a result of the tension occurring in the belt 2 - the ends 4 and 5 move slightly apart, but not to the extent that the original distance 6 between the ends 4 and 5 will occur because, as a result of friction in and between the bales, part of the added pressing already obtained remains present without complete relaxation. The distance 6 is significantly reduced from the original distance 6.

Hierna worden naar behoefb een aantal schotten 1 verwijderd door het opwaarts uittrekken van een aantal pennen 11 en worden de overige schotten met behulp van 35 pennen 11 weer tot een ononderbroken rij samengevoegd.After this, a number of partitions 1 are removed, if necessary, by pulling up a number of pins 11 upwards, and the remaining partitions are again combined into a continuous row by means of pins 11.

De weggenomen schotten 1 zijn zo veel mogelijk over de omtrek van de band 2 verdeeld gekozen. De afstand 6 is hierna weer vergroot tot bijvoorbeeld ongeveer de oorspronkelijke afmeting, waarna de persing onder aandrijving 8302278 - 9 - •Ή • « van de motor 29 wordt voortgezet totdat een maximale persdruk die wordt beïnvloed door de maximale uitoefenbare spankracht in de band 2, wordt bereikt.The partitions 1 removed have been chosen distributed as much as possible over the circumference of the belt 2. The distance 6 is then increased again to, for example, approximately the original size, after which the pressing under drive 8302278 - 9 - • Ή • «of the motor 29 is continued until a maximum pressing pressure which is influenced by the maximum applied tension in the belt 2, is reached.

De omwentelingssnelheid van de uitgaande as 5 32 van de motor 29 wordt in hoge mate vertraagd door de toepassing van de worm/wormwiel aandrijving 33, 34 en tevens door de dubbele wikkeling van de kabel 41 om de kabelschijven 39 en 40. Desgewenst kan een krachtsver-groting door middel van de kabelschijven worden toegepast, 10 die nog groter is. Op deze wijze kan een spankracht in de band 2 worden bereikt van ongeveer 30.000 - 60.000 kg.The speed of revolution of the output shaft 32 of the motor 29 is greatly slowed down by the use of the worm / worm gear drive 33, 34 and also by the double winding of the cable 41 around the pulleys 39 and 40. If desired, a more powerful enlargement by means of the cable pulleys are applied, 10 which is even larger. In this way, a tension in the belt 2 can be achieved of about 30,000 - 60,000 kg.

Na afloop van de persing van de balen 7, waarbij de balen bijvoorbeeld de in fig. 8 getekende, ongeveer zeshoekige vorm hebben verkregen, is de hoeveelheid lucht binnen 15 de band 2, die oorspronkelijk aanwezig was in de balen 7 maar tevens tussen de balen 7 (vergelijk fig. 1) aanzienlijk verminderd. Hiermee is tevens bereikt dat de hoeveel-hied zuurstof in de samengeperste gewasmassa aanzienlijk verminderd is, zodat een klimaat geschapen wordt dat 20 gunstig is voor de ontwikkeling van anaërobe melkzuurbacteriën in de samengeperste gewasmassa en een ontwikkeling van rottingsbacteriën wordt verhinderd. Hierdoor treedt een fermentatie of gisting op, die na enige tijd bewerkstelligt dat de gewasmassa geschikt is als veevoer.After the pressing of the bales 7, whereby the bales have obtained, for example, the approximately hexagonal shape shown in fig. 8, the amount of air within the belt 2 is, which was originally present in the bales 7, but also between the bales. 7 (compare Fig. 1) is significantly reduced. This also achieves that the amount of oxygen in the compressed crop mass is considerably reduced, so that a climate is created which is favorable for the development of anaerobic lactic acid bacteria in the compressed crop mass and a development of rot bacteria is prevented. This results in a fermentation or fermentation, which after some time ensures that the crop mass is suitable as animal feed.

25 Hiertoe wordt de gehele gewasmassa zowel aan zijn open bovenzijde als aan de door de schotten 1 gevormde zijkant van de ongeveer cylindervormige voerkuil afgedekt met een ondoorlatende kunststoffolie die rondom aan de buitenzijde van de band 2 op een bodemplaat 45 is gevouwen 30 en langs de gehele omtrek verzwaard is met zware voorwerpen zoals stenen, die niet alleen windkrachten moeten weerstaan maar ook dienen te verhinderen dat tussen de folie en de bodemplaat 45 lucht in het ingekuilde voer dringt.For this purpose, the entire crop mass, both on its open top side and on the side of the approximately cylindrical feed pit formed by the partitions 1, is covered with an impermeable plastic foil which is folded all around on the outside of the belt 2 on a bottom plate 45 and along the entire circumference is weighted with heavy objects such as stones, which must not only withstand wind forces but also prevent air from entering the ensiled feed between the foil and the bottom plate 45.

Zoals uit fig. 9 blijkt is de bodemplaat 45, bijvoorkeur 35 een betonplaat, alzijdig afwaterend uitgevoerd. De bodemplaat bezit de vorm van een zeer stompe kegel met een totale tophoek van bijvoorbeeld ongeveer 160 a 170° en verticale kegelas. Opgemerkt wordt dat indien de persing 8302278 fc * - 10 - van de gewasmassa gereed is gekomen de einden 4 en 5 onder spanning op afstand worden gehouden door het aanbrengen van kettingen 46 die in de oren 43 resp. 44 zijn bevestigd. De kettingen-46 worden uiteraard aangebracht 5 voordat de spanning in de kabel 41 tussen de kabelschijven 39 en 40 wordt verminderd. De daarna afgenomen kabelschijven 39 en 40 worden op de reeds hiervoor vermelde wijze in een transportstand aan het draagraam 24 bevestigd, zoals dit in fig. 7 is afgebeeld.As can be seen from Fig. 9, the bottom plate 45, preferably a concrete plate, is designed to be drained on all sides. The bottom plate is in the form of a very obtuse cone with a total top angle of, for example, about 160 to 170 ° and vertical cone axis. It is noted that when the pressing 8302278 fc * - 10 - of the crop mass has come to an end, the ends 4 and 5 are kept under tension by means of chains 46 which are placed in the ears 43 and 10 respectively. 44 have been confirmed. The chains 46 are of course fitted before the tension in the cable 41 between the pulleys 39 and 40 is reduced. The subsequently removed cable pulleys 39 and 40 are attached to the supporting frame 24 in a transport position in the manner already mentioned above, as shown in Fig. 7.

10 Het is eveneens mogelijk om de schotten 1 als dichte platen uit te voeren, die op aanvullende wijze verminderen dat zuurstof via de band 2 in de samengeperste gewasmassa kan dringen. De van een balenpers afkomstige balen 7 die voor de aanvang van de persing binnen de 15 band 2 worden geplaatst zijn veelal gebonden door middel van kabel of touw; in verband met de tijdens de persing optredende vormverandering van de balen, wordt de voorkeur gegeven aan niet-gebonden balen.It is also possible to design the partitions 1 as closed plates, which additionally reduce that oxygen can penetrate through the belt 2 into the compressed crop mass. The bales 7 originating from a baler which are placed within the belt 2 before the start of the pressing are usually tied by means of cable or rope; due to the shape change of the bales occurring during pressing, non-tied bales are preferred.

In fig. 10 is een ander uitvoeringsvoorbeeld 20 gegeven, waarbij dezelfde schotten 1 worden toegepast, als die volgens het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld, maar waarbij reeds van te voren, regelmatig verdeeld over de omtrek van de band 2, een aantal schotten zijn weggelaten. Aan de vertikale omrandingen van elk der 25 schotten zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld ogen 47 aangebracht en wel bijvoorkeur bij slechts een deel van de schotten 1 en wel aan die schotten die een opening in de band 2 begrenzen. Deze ogen 47 zijn zodanig aangebracht dat een kabel 48 die door de ogen 47 is gestoken, om 30 de band 2 kan worden gelegd, die de band 2 bijvoorbeeld twee maal omringd. Een einde van de kabel 48 is bevestigd in een oog 47, dat op de balk 15 nabij het uiteinde 4 is vastgelast en wel op korte afstand vanaf zijn bovenzijde. Het laatstgenoemde oog 47 bevindt zich bijvoorbeeld bij 35 het uiteinde 4 van de band. De kabel 48 wordt vervolgens door een oog 47 gevoerd, dat op ongeveer dezelfde hoogte aan de balk 15 nabij het uiteinde 5 van de band is vastgelast. De kabel 48 zet zich langs de buitenomtrek van de band 2 8302278 - 11 - voort en wel ongeveer in de vorm van een schroeflijn, ' waarbij de kabel op gelijkmatige wijze de grond nadert, totdat bijvoorbeeld twee gehele omwentelingen om de band 2 zijn bereikt. De kabel is daarbij steeds door ogen 5 47 gevoerd nabij openingen in de band 2. De kabel 48 eindigt vervolgens nabij het uiteinde 5 waar op analoge wijze als in het vorige uitvoeringsvoorbeeld een kabeltrommel aan de bijbehorende balk 15 is bevestigd, die tevens kan afsteunen op een op de laatstgenoemde balk 15 afsteu-10 nende krachtbron, bijvoorbeeld een niet-getekende landbouwtrekker zoals in het eerste uitvoeringsvoorbeeld, maar ook bijvoorbeeld een aan de balk 15 nabij het uiteinde 5 bevestigde stationnaire verbrandingsmotor of electrische motor voorzien van een vertragingsmechanisme met zeer 15 grote vertraging. Indien de kabeltrommel 49 in werking wordt gesteld, wordt de band 2 door de kabel 48 ingesnoerd, waarbij de openingen in de band 2 kleiner worden en waarbij tevens de afstand 6 verminderd, bijvoorbeeld tot ongeveer de waarde 0. Deze persing kan derhalve zonder onderbreking 20 plaatsvinden totdat de balen hun maximale samenpersing hebben bereikt, waarbij nagenoeg alle lucht tussen de balen in en tevens een deel van de lucht in de balen is verwijderd. Hierna volgt eveneens een afdekking door middel van kunststoffolie.In Fig. 10 another embodiment 20 is given, in which the same partitions 1 are used as those according to the previous embodiment, but in which a number of partitions have already been omitted in advance, regularly distributed over the circumference of the belt 2. In this exemplary embodiment, eyes 47 are arranged on the vertical edges of each of the partitions, in particular with only a part of the partitions 1, namely on those partitions which delimit an opening in the strip 2. These eyes 47 are arranged in such a way that a cable 48 which has been passed through the eyes 47 can be placed around the tape 2, which for instance surrounds the tape 2 twice. One end of the cable 48 is secured in an eye 47, which is welded to the beam 15 near the end 4, a short distance from its top. The latter eye 47 is located, for example, at the end 4 of the strap. The cable 48 is then passed through an eye 47, which is welded to the beam 15 near the end 5 of the tape at approximately the same height. The cable 48 continues along the outer circumference of the tire 2, 8302278-11, approximately in the form of a helix, the cable approaching the ground evenly until, for example, two full revolutions about the tire 2 are reached. The cable is here always passed through eyes 47 near openings in the band 2. The cable 48 then ends near the end 5, where a cable drum is attached to the associated beam 15 in an analogous manner as in the previous embodiment, which can also rest on a power source that supports the latter beam 15, for instance an agricultural tractor (not shown) as in the first exemplary embodiment, but also, for example, a stationary combustion engine or electric motor, which is attached to the beam 15 near the end 5, and has a deceleration mechanism with very large delay. When the cable drum 49 is actuated, the belt 2 is constricted by the cable 48, the openings in the belt 2 becoming smaller and the distance 6 also being reduced, for instance to approximately the value 0. This pressing can therefore be carried out without interruption. take place until the bales have reached their maximum compression, with virtually all air in between the bales and also some of the air in the bales being removed. After this also follows a cover by means of plastic foil.

25 Als derde uitvoeringsvoorbeeld wordt een band 2 voorgesteld als klemmiddel, dat op eenvoudige wijze een rij opwaarts gerichte stijve staven omvat die op gelijkmatig verdeelde wijze langs de omtrek van het samen te persen gewas zijn opgesteld. Deze rij staven is analoog 30 aan het tweede uitvoeringsvoorbeeld één of meer malen op schroeflijnvormige wijze omwonden door middel van een kabel, snoer of dergelijke, die door de krachtbron wordt aangetrokken totdat de opening 6 nagenoeg gedicht is. De kabels, die relatief gemakkelijk in tangentiale 35 richting langs het gewas kunnen schuiven, vormen daarbij niet alleen een insnoerinrichting maar vervullen zelf meer een persfunctie in radiale richting op het gewas dan bij de vorige uitvoeringen en treden in plaats van de vlakken van de schotten.As a third exemplary embodiment, a belt 2 is proposed as a clamping means, which simply comprises a row of upwardly directed rigid rods which are arranged in an evenly distributed manner along the circumference of the crop to be compressed. Analogously to the second embodiment, this row of rods is wound one or more times in a helical manner by means of a cable, cord or the like, which is pulled by the power source until the opening 6 is substantially closed. The cables, which can slide along the crop relatively easily in tangential direction, not only form a constriction device, but also perform more a pressing function in the radial direction on the crop than in the previous embodiments and replace the surfaces of the partitions.

8302278 - 12 -8302278 - 12 -

In de vorige uitvoeringsvoorbeelden zijn cylindri-sche hooibalen 'die in een balenpers zijn voorgeperst als samen te persen delen voorgesteld. Het is uiteraard ook mogelijk om bijvoorbeeld voorgeperste balen in de vorm 5 van een· parallellopipedum in de opslagplaats te brengen en deze met de hiervoor beschreven middelen samen te persen teneinde zo veèl mogelijk lucht uit de gewasmassa te verwijderen. Tevens is het mogelijk om in de door de band 2 omsloten opslagplaats 3 bijvoorbeeld los gehakseld gewas of los ge-10 stort gras te brengen en dit gewas op de hiervoor beschreven wijze samen te persen totdat de massa de bovenrand van de band 2 bereikt, teneinde zoveel mogelijk lucht uit deze gewasmassa te onttrekken, uiteraard opnieuw gevolgd door afdekken door middel van een kunststoffolie.In the previous embodiments, cylindrical hay bales which have been pressed in a baler have been proposed as parts to be compressed. It is of course also possible to bring, for example, pre-pressed bales in the form of a parallelopiped into the storage place and to compress them by means described above in order to remove as much air as possible from the crop mass. It is also possible to bring into the storage place 3 enclosed by the belt 2, for instance loosely chopped crop or loose grass, and compress this crop in the manner described above until the mass reaches the top edge of the belt 2, in order to extract as much air as possible from this crop mass, of course again followed by covering with a plastic film.

15 De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat in de beschrijving en/of in de conclusies is vermeld, maar heeft betrekking op de details van de figuren, al dan niet beschreven.The invention is not limited to what is stated in the description and / or in the claims, but relates to the details of the figures, whether or not described.

- Conclusies - 8302278- Conclusions - 8302278

Claims

Device for compressing crop on a stacking place, characterized in that the device comprises means for pressing compacted crop already previously compressed on the stacking place even further against each other.

Device as claimed in claim 1, characterized in that the device comprises at least one cable, cord, tape or the like which can be clamped and attracted flexible to the crop.

3. Device for compressing crop on a stacking place, characterized in that the device comprises at least one cable, cord, belt or the like clamping means which can be arranged and attracted around the crop in a flexible manner.

4. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the crop compressed in approximately cylindrical bales 15 can be pressed further against each other by mechanical means.

5. Device for compacting crop on a stacking place; characterized in that the crop is compressed in approximately round bales and tied with auxiliary means such as rope or wire, while the device comprises mechanical means whereby the bales can be further pressed together.

6. Device according to any one of claims 2 to 5, characterized in that the clamping means extends substantially approximately horizontally.

Device as claimed in any of the claims 2-6, characterized in that the clamping means encloses the crop.

8. Device according to claim 7, characterized in that the elongated clamping means has two ends which are movable towards each other by a power source.

Device as claimed in claim 8, characterized in that the power source comprises a winch which is attached to one end of the clamping means and which co-acts with the other end by means of a cable. .35 10. Device according to claim 9, characterized in that the winch cooperates with a worm / worm wheel drive.

11. Device as claimed in any of the claims 8-10, characterized in that the power source comprises a hydraulic motor 8302278 * -14 - which drives the winch.

Device according to any one of claims 8 to 11, characterized in that the power source can be driven by a tractor. 13. Device according to claim 12, characterized in that the hydraulic motor can be driven by the tractor's hydraulic system.

14. Device as claimed in any of the claims 8-11, characterized in that the power source can be driven by a stationary motor.

Device according to claim 14, characterized in that the power source can be driven by an electric motor.

16. Device according to claim 12 or 13, characterized in that the power source is attached to the lifting device of the tractor.

Device as claimed in any of the claims 2-16, characterized in that the clamping means is band-shaped and comprises hinge-shaped parts hingedly attached to each other.

Device as claimed in claim 17, characterized in that two adjacent parts are fastened together by means of a pin.

Device according to claim 18, characterized in that the pin is removable.

Device according to claim 18 or 19, characterized in that the parts are connected to each other by means of a piano hinge.

21. Device as claimed in any of the claims 17-20, characterized in that in the operating position the height of each of the parts is greater than its width measured along the circumference of the clamping means.

Device according to any one of claims 2-21, characterized in that the height of the band-shaped clamping means corresponds approximately to the height dimension of a crop bay. 23. Device according to claim 21 or 22, characterized in that the height of a baffle-shaped part is about 100 cm or more and the width is about 50 cm.

24. Device as claimed in any of the claims 17-23, characterized in that a partition consists of metal strips welded together in a window-like manner.

Device according to claim 24, characterized in that the strips have a diameter of approximately 80 x 5 mm. to own.

26. An apparatus according to any one of claims 17-25, characterized in that the band-shaped clamping means comprises a continuous row of band parts.

27. An apparatus according to any one of claims 17-25, characterized in that the band-shaped clamping means comprises a plurality of uninterrupted rows of band parts placed one behind the other along the circumference of the crop, the ends of which face each other are arranged separately.

28. An apparatus according to claim 27, characterized in that the facing ends of two adjacent rows are spaced apart.

29. Device according to claim 27 or 28, characterized in that the rows are wound at least once by a cable or the like.

30. Device according to claim 29, characterized in that the power source cooperates with the cable.

31. An apparatus according to claim 17, characterized in that the band-shaped clamping means comprises a row of upwardly directed rod-shaped band parts, which are arranged at a distance from one another along the circumference of the crop, which row is at least once by a cable or the like. wound that interacts with the power source.

32. Crop-compression belt, characterized in that the belt comprises a row of upwardly extending parts having a height of about 100 cm or more.

Belt according to claim 32, characterized in that the length of the belt corresponds approximately to that of the circumference of a collection of crop bales placed against each other.

34. Belt for compacting crop, characterized in that the length of the belt corresponds approximately to that of the circumference of a collection of crop bales placed against each other. 8302278 f ..... ......... "" ’~ - 16 -». Η

Belt according to any one of claims 32 - 34, characterized in that the belt comprises a row of baffle-shaped parts hingedly attached to each other.

36. Belt according to claim 35, characterized in that two adjacent parts of the row are fastened together by means of a pin.

A strap according to claim 36, characterized in that the pin is removable.

38. Belt according to claim 36 or 37, characterized in that the parts are connected to each other by means of a piano hinge.

39. Tire according to any one of claims 32 to 38, characterized in that in the operating position the height of each of the parts is greater than the width measured along the circumference.

Tire according to any one of claims 33 to 39, characterized in that the height of the tire corresponds approximately to the height dimension of a crop bay.

41. Belt according to claim 39 or 40, characterized in that the height of a belt part is about 100 cm or more and the width is about 50 cm.

42. A belt according to any one of claims 32 to 41, characterized in that a belt part consists of metal strips welded together in a frame-like manner.

43. Tape according to claim 42, characterized in that the strips have a diameter of approximately 80 x 5 mm.

A tire according to any one of claims 32 to 43, characterized in that the tire parts form a continuous row. _

45. Belt according to any one of claims 32-43, characterized in that the belt comprises a plurality of uninterrupted rows of belt parts placed one behind the other along the circumference of the crop, the ends of which are turned towards one another, which are arranged at a distance from each other.

46. Tape according to claim 45, characterized in that the rows are wound at least once by a cable or the like.

Belt according to any one of claims 32 - 34, characterized in that the belt comprises a row of mutually approximately parallel rod-shaped belt parts, which row of belt parts is coupled by a cable or the like. 8302278 m ψ - 17 -

48. Week method for compacting the crop, whereby the crop is first compressed into bales in the field and then the bales are further pressed together in a stacking place.

49. A method according to claim 48, characterized in that the crop is compressed into approximately cylindrical bales, which bales are then pressed against each other at an assembly point with their shaft in an upwardly directed position until a round shape is reached and then by an artificial 10 dust film or the like are covered.

50. A method of compacting the crop, characterized in that the crop is compressed into approximately cylindrical bales, which bales are then pressed together in an upwardly directed position at an assembly point until an unround shape is reached and then covered by a coastal film or the like.

51. A method of compacting a crop, wherein the crop is first compressed as an approximately cylindrical bale and then further compressed in a non-round shape.

A method according to any one of claims 48 - 51, characterized in that the bales placed against each other are largely enclosed by a clamping means and both ends of the clamping means are pulled together.

53. A method according to claim 52, characterized in that the ends are kept at a constant distance after the clamping means is clamped around the crop.

54. A method of silage of crop, characterized in that the crop is dumped at a collection point, then compressed by a tire surrounding the crop to a height approximately corresponding to that of the tire and then covered by a covering means .

55. Collection point for crop to be silted, characterized in that the collection point comprises a sloping floor.

Assembly point according to claim 55, characterized in that the floor is slightly conical.

57. Sampling site according to claim 56, characterized in that the floor surface is part of a conical surface with vertical axis. -o-o-o-o-o- 8302278