NL8302252A - Penvormige kunststofafsluiting voor dranken bevattende houders. - Google Patents

Description

, * I - «.

X Sch/lh/188

Korte aanduiding: Penvormige kunststofafsluiting voor dranken bevattende houders.

De uitvinding heeft in hoofdzaak betrekking op dranken bevattende houders en in het bijzonder op kunststof-afsluitingen daarvoor. Er zijn verschillende, afsluitingen voor dranken bevattende houders bekend, waarvan vele door 5 snijlijnen begrensde eindpanelen of op een kant staande organen bevatten, die aan het houderlichaam zijn bevestigd.

De kunststofafsluitingen bestaan uit door wrijving vastgehouden pennen of vergrendelingsorganen tussen de kunststof-afsluiting en het metalen houdergedeelte of ook is de kunst-10 stof zodanig met de houder verbonden, dat het'kunststofdeel kan worden afgescheurd om de houder te openen.

De uitvinding heeft tot doel de vervaardiging van een metalen of kunststofafsluiting te vergemakkelijken, die gemakkelijk kan worden geopend en die niet in verband 15 staat met de gebruikelijke bevestiging van het einddeel aan » het houderlichaam.

In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel in het eindpaneel een eindloos omtrekskanaal*en een uitlaat-opening aan te brengen, waaroverheen een kunststofplaatje is 20 gelegd, dat een daarmee één geheel vormende kraalrand vertoont, die het kanaal passend opvult, dat stevig om de kraalrand wordt gekrompen ter verkrijging van een afdichting, waarbij een snijrand langs de vrije rand van het kanaal is aangebracht om de kraalrand door te snijden wanneer het af-25 sluitdeel wordt opgelicht.

Een verder doel is een nieuwe vergrendeling tussen het kanaal en de kraalrand aan te geven, waarbij de scherpe rand van het kanaal in de kraalrand is ingebed om contact met de inhoud van het blik te voorkomen en waarbij 30 bij het openscheuren de kraalrand als een beschermende lip om de rand van de uitlaatopening achterblijft om verwonding van de gebruiker te voorkomen.

De uitvinding maakt gebruik van de toepassing van het kanaal en de verste^igingsstructuur om kromtrekken 8302252 t -2- van het paneel tengevolge van druk door de inhoud van het blik en dus losraken van de afdichting tussen de kraalrand en het kanaal te voorkomen.

Een verder doel is een nieuwe, dunne, broze 5 tussenverbinding aan te geven tussen het afdichtpaneel en de kraalrand, die tussen de tegenover elkaar gelegen randen van het kanaal is geklemd, dat om de kraalrand ter afdichting is opgekrompen.

Bovengenoemde en verdere doelstellingen en voor-10 delen van de uitvinding zullen blijken uit de navolgende beschrijving aan de hand van de tekeningen,, waarin fig. 1 een bovenaanzicht van een houder volgens de uitvinding, fig. 2 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht 15 van de afsluiting in gedeeltelijk geopende stand, fig. 3 op grotere schaal een doorsnede over de lijn 3-3 in fig. 1, fig. 4 op grotere schaal een doorsnede van de afsluiting en het einddeel van het blik gereed voor samen-20 voeging, fig. 5 de opengescheurde afsluiting, de fig. 6 en 7 de kraalrandstructuur, die het openen vergemakkelijkt, fig. 6 betreft'de delen in de gesloten stand en fig. 7 de 25 opengescheurde afdichting, de fig. 8 en 9 de afsluiting met een kraalrand van nagenoeg trapeziumvormige doorsnede in de stand, waarin deze in het kanaal ingekrompen wordt en fig. 9 de van het eindpaneel weggescheurde afdichting vertonen.

30 De fig. 1-5 tonen een metalen houder 2 bestaande uit een lichaam 3 en een einddeel 5, dat bij 6 op gebruikelijke wijze aan het lichaam dubbel is vastgelast.

Het einddeel heeft een middenpaneel 7 voorzien van een uitlaatopening 8. De marge van de opening 8 heeft .35 een eindloos, ingedrukt kanaal 10. Het kanaal 10 steekt vanaf de achterzijde 12 van het paneel naar binnen in de houder en heeft een nagenoeg cylindrische doorsnede, terwijl het naar boven toe open is ter vorming van een spleet 14 voor 8302252 -3- het invoeren van een eindloze kraalrand 15 van een kunststof-afsluiting 16.

De kraalrand 15 wordt gevormd aan de onderste rand van een dun plaatje 18. In deze uitvoering heeft de 5 kraalrand een cylindrische dwarsdoorsnede. De bovenrand van het plaatje 18 vormt één geheel met een vlak deel 20 van de afsluiting 16. Het deel 20 ligt over de opening 8 heen in de sluitstand (fig. 3). Het kanaal wordt tegen het plaatje 18 gekrompen door de binnenwand 23 van het kanaal naar de 10 buitenwand 24 te drukken om de spleet te sluiten en de scherpe hoek 25 in het plaatje 18 te schuiven en de onbedekte rand 26 in de kunststof van het plaatje te dringen. Op deze wijze neemt de scherpe hoek 25 een optimale stand in om het plaatje door te snijden, wanneer de greep of treklip 28 van 15 het deel 8 van de afsluiting, die gewoonlijk op het lichaam is gelegd zoals in fig. 1 is aangegeven, wordt opgelicht en weggetrokken om de afsluiting te openen zoals in fig. 2 is weergegeven.

Het deel van het lichaam vormt één geheel met 20 een verbindingsstrip 30, die bijvoorbeeld met een niet 32 aan het eindpaneel is bevestigd, zodat de afsluiting niet verwijderd kan worden.

Een van de kenmerken van de uitvinding bestaat daarin, dat bij het aanbrengen van het kanaal of lus binnen 25 de omtrek van de opening het nabij gelegen gebied van het eindpaneel zodanig wordt verstevigd, dat bij het vullen van de houder met onder druk staande vloeistof het eindpaneel niet bol gaat staan of op andere wijze zal uitwijken, waardoor vervorming van het metaal en eventuele lekkage wordt 30 voorkomen. Ook bij het oplichten van de afsluiting om de houder te openen vergemakkelijkt de versteviging het doorsnijden van de kunststofafsluiting, die kan bestaan uit polyethyleen, polypropyleen of een ander bekende kunststof.

Fig. 1 toont een kenmerk van de uitvinding in •35 een opstelling, waarin de voor het openen uit te oefenen trekkrachten zijn geconcentreerd in het aanrakingspunt 35 (fig. 1) in de verbinding tussen het plaatje 18 en de treklip 28 aan de boogvormige voorrand 36 van de snijhoek 25 t 8302252 r -4- * van het kanaal. Vanaf het begin verloopt de doorsnijding gemakkelijk verder langs de zijkanten 37, 38 van het dropvormige kanaal langs de omtrek van de opening.

De fig. 6 en 7 tonen een verdere uitvoeringsvorm, 5 waarbij delen overeenkomend met die in de voorgaande uitvoering met dezelfde verwijzingseijfers zijn aangeduid. Het voornaamste verschil is, dat de kraalrand 50 langs de gehele buitenomtrek een gleuf 52 vertoont om de kraalrand nabij zijn verbinding met het plaatje 18 te verzwakken. Bij het openen 10 van de afsluiting kan daardoor de koordachtige kraalrand gemakkelijk worden losgetrokken.

In de uitvoeringsvorm volgens de fig. 8 en 9 wordt de kraalrand 100 uitgevoerd met een nagenoeg trapeziumvormige dwarsdoorsnede met platte oppervlakken 102, 103, 104 15 en 105, die ruimtesectoren begrenzen tegenover naast elkaar gelegen cylindrische wandsecties van het kanaal, waardoor de kunststof kan uitstulpen en het kanaal een vastere lus kan worden, terwijl de snijhoek 25 omlaag gericht kan worden en het plaatje 18 dunner en strakker gespannen kan zijn.

20 Verdere varianten van de beschreven uitvoerings vormen zullen binnen de beschermingsomvang van de uitvinding de vakman duidelijk zijn.

8302252

Claims (10)

1. Afsluiting voor een uitlaatopening in de wand van een houder, binnen welke opening de wand een kanaal vertoont, waarbij een kunststofafsluiting een over de opening ge-5 legen deel en een vanaf êên zijde van genoemd deel in het kanaal stekend, losscheurbaar plaatje bezit, een met genoemd plaatje verbonden kraalrand in genoemd kanaal is ondergebracht, een wand van genoemd kanaal om genoemde kraalrand 10 is gekrompen en voorzien is van een in genoemde kraalrand op de genoemde verbindingsplaats ingebedde snijrand vertoont voor het doorsnijden van genoemd plaatje bij het oplichten van genoemd deel van het lichaam van de afsluiting voor het openen van de houder.

2. Afsluiting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat genoemde snijrand een boogvormige voorrand heeft en het lichaam is voorzien van trekmiddelen langs een raaklijn aan genoemde gekromde voorrand voor het concentreren van de trekkrachten op het aanrakingspunt ter vergemakkelijking van 20 het doorsnijden van genoemd plaatje.

3. Afsluiting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de kraalrand is voorzien van een het losscheuren inleidende insnijding langs de omtrek in de nabijheid van genoemde snijrand.

4. Afsluiting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat genoemde kraalrand een aantal vlakke oppervlakken vertoont en genoemd kanaal een nagenoeg cylindrische dwarsdoorsnede heeft, waardoor genoemde oppervlakken van de kraalrand plaatselijk uitstulpingen kunnen vormen, terwijl het kanaal 30 een stevige lus om de kraalrand kan vormen en dat genoemde snijrand nagenoeg evenwijdig aan het losscheurbare plaatje verloopt om het doorsnijden optimaal te doen verlopen.

5. Afsluiting volgens conclusie 1 met hét kenmerk, dat genoemde kraalrand nagenoeg trapeziumvormig is uitgevoerd 35 en het kanaal nagenoeg cylindrisch is, waartussen open ruimten aanwezig zijn voor hat opnemen van uitstulpingen van 8302252 -6- φ het kunststofmateriaal, waardoor het kanaal een stevige lus om de kraalrand vormt, waarbij het genoemde plaatje bij het krommen van het kanaal strak gespannen en in een dunne sectie tussen tegenover elkaar gelegen secties van het kanaal 5 vastgeklemd wordt.

6. Afsluiting voor een houder voorzien van een dun, metalen einddeel met een normaal uitbuigbaar, dun, centraal paneel met een uitlaatopening, waarbinnen een kanaal van het paneel is aangebracht, welk kanaal een naar de opening 10 gekeerde spleet vertoont met het kenmerk, dat de afsluiting is voorzien van een kunststofdeel, dat genoemde opening afdekt, een met genoemd deel één geheel vormend plaatje, dat door genoemde opening steekt en in de spleet van genoemd kanaal en 15 een kraalrand aan de vrije rand van genoemd plaatje en gelegen binnen genoemd kanaal.

7. Afsluiting volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat genoemd plaatje is vastgeklemd met een dunne dwarsdoorsnede tussen tegenover elkaar gelegen delen van genoemd 20 kanaal bij genoemde spleet en een van de kanaalde-len is voorzien van middelen voor het doorsnijden van genoemd plaatje bij het oplichten van het betreffende deel van het lichaam.

8. Afsluiting volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het doorsnijden van 25 genoemd plaatje bij het oplichten van het deel van het lichaam.

9. Afsluiting volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het oplichten en het concentreren van oplichtkrachten op genoemd deel van het 30 lichaam op een vooraf gekozen punt om het doorsnijden van genoemd plaatje in te leiden.

10. Afsluiting volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat bij het open scheuren het plaatje delen bezit, die de snijmiddelen afschermen. 8302252