NL8301941A - Roterend snijgereedschap. - Google Patents

Description

-1-

Roterend snijgereedschap.

De uitvinding betreft een roterend snijgereedschap bestand voor hetmaaien van begroeiingen langs en in open watergangen, sloten en kanalen.

Tot nu was het bekend voor dergelijke werkzaamheden 5 gebruik te maken van maaibalken, cyclomaaiers en klepelmaaiers, waarbij de cyclo- en klepelmaaiers met hoge omtreksnelheden werken om zodoende de begroeiing los te slaan, terwijl de maaibalk cpde wijze van een tondeuse de begroeiing onder water kan afsnijden.

Vaak echter bestaat de begroeiing uit zware houtsoortige 10 planten, die een lengte van 3 S 4 meter kunnen hebben, in welk geval de maaibalk te licht blijkt te zijn, terwijl bij een zwaardere uitvoering van de maaibalk stengeldelen en wortels van de bij de grond afgesneden planten achterblijven. Voor het onder water maaien van dergelijke planten komen evenmin de cyclo- en klepelmaaiers 15 in aanmerking, daar de slagkracht hiervan te sterk door het water wordt af geremd. Voorts vormt het afvoeren vein dergelijke lange planten na het maaien hiervan een groot probleem. Wanneer tenslotte de wortels van de planten niet mede vernietigd kunnen worden, zullen de planten weer versneld opnieuw opgroeien.

20 Met voorgenoemde problemen voor ogen is gezocht naar een snijgereedschap, dat alvorens de planten los te snijden van de bodem van een sloot of dergelijke de top van de plant afsnijdt en indien nodig in verband met de lengte van de plant deze in meerdere werkfasen inkortere delen afsnijdt, zodat de af-25 voer van de afgesneden plantendelen geen probleem meer vormt. Voorts wordt om in het water te kunnen werken bij een dergelijk snijgereedschap uitgegaan van een lage omtreksnelheid van de snijdende messen gekoppeld aan. een hoge snijcapaciteit voor zowel de stengels, de wortels en de grond.

30 Cta voorgenoemd doeleinden te verwezenlijken wordt daarom overeenkomstig de uitvinding een roterend snijgereedschap voorgesteld, dat gekenmerkt wordt door een stator opgebouwd uit een cirkelvormige plaat met uitsparingen en aan de cirkelomtrek hiervan opgestelde, ______—- 8301941 t Λ % -2- volgens de beschrijvenden van een omwentelingslichaam lopende messen, en een rotor bestaande uit een aantal armen van gelijke lengte, die elk aan hun uiteinde een evenwijdig aan het statormes lopend mes dragen en die onderling eengelijke hoek insluiten.

5 Overeenkomstig een verdere ontwikkeling van de uitvinding zijn op het benedenvlak van de door de uitsparingen in de cirkelvormige plaat van de stator begrensde spaken horizontale messen losneembaar bevestigd en zijn op elk naar het benedenvlak van de spaken van de stator gericht bovenvlak van elke rotorarm steunvlakken 10 aangebracht, waaraan eveneens horizontaal gerichte messen losneembaar zijn bevestigd, die samenwerken met de messen op de stator.

Overeenkomstig een ander kenmerk van de uitvinding loopt onder elke rotorarm en gelegen in het vertikale vlak hiervan een 'tweede rotorarm uitgaande van de naaf van de rotor schuin naar 15 beneden en naar buiten en eindigt in een horizontaal eindvlak, waaraan een mes losneembaar is bevestigd.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij: fig. 1 perspectivisch de samenstellende delen van het 20 onderhavige snijgereedschap weergeeft; fig. 2 een doorsnede is over de stator, waarvan de snijmessen vertikaal gericht zijn; fig. 3 een doorsnede is over de stator, waarvan de snijmessen schuin naar buiten, naar beneden gericht zijn; 25 fig. 4 een serie-opstelling van een aantal snijge reedschappen toont.

Het onderhavige snijgereedschap bestaat uit een stator 1 en een rotor 2, zoals in fig. 1 is aangegeven. De stator 1 is opgebouwd uit een cirkelvormige plaat 3, waarin een aantal uitsparingen 30 4 is gevormd, die het af voeren van de afgesneden planten en het doorstromen van water bevorderen. Vanaf de omtrek van de cirkelvormige plaat 3 strekken zich naar beneden gerichte, van binnenuit gezien holvormige snijmessen 5 uit, waarvan de snijkanten aan de binnenomtrek van de cirkel zijn gelegen. Wanneer deze snijmessen 5 loodrecht op het vlak van de plaat 3 zijn aangebracht, zijn deze spits- 8301941 -3- vormig uitgevoerd. Voorts bevindt zich in het middelpunt van de cirkelvormige plaat 3 een opneemleger 6a voor de rotoras 6 van de rotor 2. Op het benedenvlak van de door de uitsparingen 4 begrensde spaken 7 zijn horizontale messen 8 losneembaar bevestigd.

5 De rotor 2 bestaat uit een uit meerdere armen 9 bestaande constructie, die elk aan hun uiteinde een losneembaar bevestigd, naar beneden gericht mes 10 met de snijkanten aan de buitenzijde dragen, waarbij deze messen 10 met de snijmessen 5 van de stator 1 een afsnijdende werking van de plantenstengels bewerkstelligen.

10 Onder elke rotorarm 9 bevindt zich een andere arm 11, die vanaf de naaf van de rotor schuin naar beneden is gericht, met de rotorarm 9 is gelegen in eenzelfde vertikaal vlak, en eindigt in een horizontaal vlak 12, waaraan een mes 13 losneembaar is bevestigd. Hierbij kam het vlak, waarin de op de horizontale eindvlakken 12 15 van de armen 11 bevestigde messen 13 zijn gelegen, samenvallen met het vlak, waarin de benedeneinden van damessen 5 van de stator en van de rotormessen 10 zijn gelegen. Het is echter ook mogelijk dat de afstand van het vlak, waarin de rotormessen 13 zijn gelegen, tot de cirkelvormige statorplaat 3 groter is dan de afstand van het 20 vlak, waarin de uiteinden van de statormessen 5 zijn gelegen, tot de cirkelvormige statorplaat 3. Afhankelijk van het te versnijden materiaal is de straal van de cirkel beschreven door de uiteinden van de messen 13, in radiale richting gezien, groter of kleiner dan de straal van de cirkel beschreven door de punten van de messen 10.

25 Voorts is op het bovenvlak van elke arm 9 een horizontaal steunvlak 14 aangevormd, waarop een horizontaal gericht mes 15 losneembaar is bevestigd, welke messen 15 samenwerken met de eveneens horizontaal gerichte messen 8 op het benedenvlak van de spaken 7 van de stator 1. De vertikaal gerichte messen 5 op de stator 1 30 en de messen 10 op de rotor 2, alsmede de horizontaal gerichte messen 8 op de stator en de messen 15 op de rotor zijn bestemd voor het in stukken snijden van de stengels van de planten, terwijl de horizontaal gerichte messen 13 van de rotor de wortels van de planten in de grond afsnijden en grondoneffenheden wegnemen, 35 in welk geval de messen 13 werken als een vlakfrees.

8301941 .. -. -4-

Zoals in de fig. 1 en 2 is aangegeven, staan de messen 5 van de stator 1 loodrecht op de omtrek van de cirkelvormige plaat 3 en lopen cfe messen 10 van de rotor 2 evenwijdig aan de messen 5.

Met 16 zijn de af te snijden plantenstengels aangegeven. Afhankelijk 5 van het af te snijden materiaal kunnen de messen 5 van de stator 1 echter een hoek groter dan 90° met de cirkelvormige plaat 3 maken en kan de radiale afstand van de messen 5ten opzichte van de evenwijdig aan de messen 5 lopende messen 10 van de rotor 2 gewijzigd worden door de rotor axiaal te verplaatsen ten opzichte van de stator.

10 De messen 5 kunnenin dit geval recht uitgevoerdzijn. Een voordeel van deze opstelling van de messen 5 en 10 is hierin gelegen dat de afgesneden plantenstengels in het snijgereedschap gemakkelijk gelost worden.

In fig. 4 is een bovenaanzicht van een serie-opstelling van 15 het snijgereedschap weergegeven, waarbij met 17 de aandrijfkast, met 18 de aandrijfas, met 1 de stator, met 9 de armen van de rotor, en met 10 de vertikaal gerichte messen van de rotor zijn aangegeven.

Bij het hierboven beschreven snijgereedschap is de dia-meterkeuze van de stator en van de rotor en de lengtekeuze van de 20 messen afhankelijk van het af te snijden materiaal, terwijl ter ontlasting van cfe messen de verhouding van het aantal messen 10 op de rotor ten opzichte van het aantal messen 5 op de stator zodanig is gekozen, dat steeds slechts dén mes snijdt. Voorts bestaan de snijkanten van de messen uit gehard staal en kunnen gekarteld zijn.

25 Tenslotte kan de rotatiesnelheid van de rotor regelbaar zijn.

30 8301941 35

Claims (16)

1. Gereedschap voor het afsnijden van begroeiingen zoals plantenstengels langs en in open watergangen, sloten en kanalen, omvattende een stator (1) opgebouwd uit een cirkelvormige plaat 5 (3) met uitsparingen (4) en aan de cirkelomtrek hiervan opgestelde, volgens de beschrijvenden van een omwentelingslichaam lopende messen (5), en een rotor (2) bestaande uit een aantal armen (9) van gelijke lengte, die elk aan hun uiteinde een evenwijdig aan het stator-mes (5) lopend mes (10) dragen, en die onderling een gelijke hoek 10 insluiten.

2. Gereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op het benedenvlak van de door de uitsparingen (4) in de cirkelvormige plaat (3) van de stator (1) begrensde spaken (7) horizontale messen (8) losneembaar zijn bevestigd, en dat op elk naar het 15 benedenvlak van de speken (7) van de stator (1) gericht bovenvlak van elke rotorarm (9) steunvlakken (14) zijn aangebracht, waaraan eveneens horizontaal gerichte messen (15) losneembaar zijn bevestigd, die samenwerken met de messen (8) op de stator.

3. Gereedschap volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, 20 dat onder elke rotorarm (9) en gelegen in het vertikale vlak hiervan een tweede rotorarm (11) uitgaande van de naaf van de rotor (2) zich schuin naar beneden en naar buiten uitstrekt en eindigt in een horizontaal eindvlak (12), waaraan een mes (13) losneembaar is bevestigd.

4. Gereedschap volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vlak, waarin de aan de armen (11) bevestigde messen (13) zijn gelegen, samenvalt met het vlak, waarin de uiteinden van de messen (5) van de stator en van de rotormessen (10) zijn gelegen.

5. Gereedschap volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 de afstand van het vlak, waarin de rotormessen (13) zijn gelegen, tot de cirkelvormige statorplaat (3) groter is dan de afstand van het vlak, waarin de uiteinden van de statormessen (5) zijn gelegen, tot de cirkelvormige statorplaat (3).

6. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met 35 het kenmerk, dat de straal van de cirkel beschreven door de uitein- 8301941 •J -6- .1 den, gezien in radiale richting, van de messen (13) groter of kleiner is dan de door de punten van de mssen (10) beschreven cirkel.

7. Gereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het omwentelingslichaam van. de stator een cylinder is.

8. Gereedschap volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de messen (5) van de stator (1) gezien van binnenuit holvormig zijn en spits toelopen.

9. Gereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het omwentelingslichaam van de stator een kegel is.

10. Gereedschap volgens conclusie 9, met het kemerk, dat de messen van de stator recht zijn.

11. Gereedschap volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de rotor axiaal verstelbaar is ten opzichte van de stator.

12. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de verhouding van het aantal rotormessen (10) ten opzichte van het aantal statormessen (5) zodanig is gekozen, dat slechts één mes snijdt.

13. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotatiesnelheid van de rotor regelbaar is.

14. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snijkanten van de mess®, bestaan uit gehard staal.

15. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snijkanten van de messen gekarteld zijn.

16. Snijeeriheid opgebouwd uit een aantal in serie opge stelde, aangedreven snijgereedschappen volgens een der voorgaande conclusies. 8301941