NL8301762A - Koffiezetinrichting. - Google Patents

Koffiezetinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8301762A
NL8301762A NL8301762A NL8301762A NL8301762A NL 8301762 A NL8301762 A NL 8301762A NL 8301762 A NL8301762 A NL 8301762A NL 8301762 A NL8301762 A NL 8301762A NL 8301762 A NL8301762 A NL 8301762A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
mill housing
coffee
main body
mill
Prior art date
Application number
NL8301762A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tokyo Shibaura Electric Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP57085528A external-priority patent/JPS58200715A/ja
Priority claimed from JP1982133485U external-priority patent/JPS5937036U/ja
Priority claimed from JP14034782U external-priority patent/JPS5945027U/ja
Priority claimed from JP15424282U external-priority patent/JPS5959944U/ja
Priority claimed from JP1982181147U external-priority patent/JPS5985124U/ja
Application filed by Tokyo Shibaura Electric Co filed Critical Tokyo Shibaura Electric Co
Publication of NL8301762A publication Critical patent/NL8301762A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/04Coffee-making apparatus with rising pipes
    • A47J31/057Coffee-making apparatus with rising pipes with water container separated from beverage container, the hot water passing the filter only once i.e. classical type of drip coffee makers
    • A47J31/0573Coffee-making apparatus with rising pipes with water container separated from beverage container, the hot water passing the filter only once i.e. classical type of drip coffee makers with flow through heaters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/42Beverage-making apparatus with incorporated grinding or roasting means for coffee

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Apparatus For Making Beverages (AREA)

Description

# * * ψ -1- 23228/JF/ts
Korte aanduiding: Koffiezetinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een koffiezetinrichting, omvattende een van een voetstuk voor een kan voorzien hoofdlichaam, een aan het voetstuk geplaatste kan voor het bewaren van gezetten koffie, een op het hoofdlichaam aangebracht molenhuis voor het opslaan van koffiebonen een in het molenhuis aangebracht snijorgaan voor het malen van koffiebonen in het molenhuis, een motor voor het aandrijven van het snijorgaan, een trek-orgaan voor het opslaan van door het snijorgaan gemalen koffie, een in • het hoofdlichaam aangebracht waterreservoir voor het bewaren van water en een in het hoofdlichaam aangebracht heet water-toevoerorgaan voor het verhitten van water in het waterreservoir en voor het toevoeren van heet water naar het trekorgaan.
In het algemeen heeft de onderhavige uitvinding betrekking op ^ een koffiezetinrichting en meer in het bijzonder op een koffiezetinrichting, die is voorzien van een molenmechanisme, waarbij koffie wordt gemalen door het molenmechanisme en heet water van een heet water-toevoermechanisme wordt toegevoerd naar de gemalen koffie om daarvan gezette koffie te trekken.
Er zijn twee typen bekende koffiezetinrichtingen met een derge-lijk molenmechanisme. Het eerste type bekende koffiezetinrichting omvat een hoofdlichaam, een motorbehuizing en een voetstuk voor een kan. De motorbehuizing en het voetstuk voor de kan worden aangebracht aan twee zijden van het benedengedeelte van het hoofdlichaam. Een molenmotor is ondergebracht in de motorbehuizing. Een hoofdbehuizing is gevormd boven de motor-^ behuizing. Een koffiemaal/trekhuis is aangebracht in de huisbehuizing.
Wanneer de gebruiker koffie wenst te zetten, plaatst hij koffiebonen in het koffiemaalA^ekhuis en start de motor, zodat de koffiebonen worden gemalen door een snijorgaan, dat is bevestigd op een draaiende as van de motor. Heet water wordt dan toegevoerd van een heet water-toevoermechanisme, dat is aangebracht in het hoofdlichaam, naar het koffiemaal/: trekhuis waardoor koffie wordt getrokken. De gezette koffie wordt dan bewaard in een kan, die is geplaatst op het voetstuk daarvoor.
Het tweede type bekende koffiezetinrichting omvat een hoofdlichaam een motorbehuizing en een voetstuk voor een kan. De motorbehuizing en een J voetstuk voor de kan zijn aangebracht aan twee zijden van het benedengedeelte van het hoofdlichaam. Een molenhuis is losmaakbaar aangebracht boven de motorbehuizing. Wanneer de gebruiker koffie wenst te zetten, plaatst hij koffiebonen in het molenhuis, teneinde deze te malen door een door een 8301762 * -2- 23228/JF/ts e motor aangedreven snijorgaan. De gebruiker verwijdert daarna het molenhuis en doet de gemalen koffie in een koffië^rekorgaan boven een kan, die is geplaatst op een voetstuk daarvoor. Heet water wordt dan toegevoerd vanaf een heet water-toevoermechanisme, waardoor koffie wordt gezet.
5 In de bovengenoemde bekende koffiezetinrichtingen echter zijn zowel het voetstuk van de kan als de motorbehuizing , die elk een grote diameter hebben naast elkaar onder het hoofdlichaam geplaatst. Beide koffiezetinrichtingen hebben derhalve een grote totale grootte en nemen een grote ruimte in beslag.
10 In de Japanse octrooipublicatie no. 56-68414 is een koffiezet- inrichting beschreven, waarin een kan, een koffietrekorgaan en een molenhuis zijn aangebracht langs de hoogte van de koffiezetinrichting en een motor is ondergebracht in het molenhuis. Deze koffiezetinrichting heeft een compacte grootte en beslaat een geringere ruimte, waardoor de problemen 15 van zowel het eerste als tweede bekende type koffiezetinrichting worden opgelost. Volgens de in de Japanse octrooipublicatie no. 56-68414 beschreven koffiezetinrichting is het molenhuis niet losmaakbaar aangebracht met betrekking tot het hoofdlichaam en de motor is niet bevestigd aan het hoofd lichaam. Het molenhuis kan dus niet worden verwijderd van het hoofdlichaam 20 om schoongemaakt te worden, hetgeen betekent, dat oude gemalen koffie achterblijft in het molenhuis, waardoor de smaak van opvolgend gezette koffie slechter wordt en hetgeen een nadelige invloed op de motor heeft. Aangezien verder de motor niet is gemonteerd aan de hoofdbehuizing, trilt de motor, waardoor tijdens bedrijf veel lawaai wordt veroorzaakt.
25 De onderhavige uitvinding is gedaan onder beschouwing van de bekende nadelen en heeft als doel te voorzien in een compacte koffiezetinrichting, die een geringe ruimte 'beslaat, die stabiel de motor ondersteunt en waarvan een molenhuis eenvoudig kan worden verwijderd.
De uitvinding voorziet hiertoe in een inrichting van de in de 30 aanhef genoemde soort, die het kenmerk heeft, dat het hoofdlichaam een basis heeft, die het voetstuk voor de kan vormt, een recht gedeelte, dat zich uitstrekt van de basis om in hoofdzaak loodrecht met betrekking tot de basis te zijn en een ondersteuningsgedeelte, dat zich uitstrekt van het rechte gedeelte om in hoofdzaak op een vooraf bepaalde afstand daarvan parallel 35 te zijn aan de basis, waarbij het trekorgaan is geplaatst op de kan, waarbij het molenhuis lsomaakbaar is gemonteerd op het ondersteuningsgedeelte boven het trekorgaan en een toevoerpoort heeft, die tegenover het trekorgaan is aangebracht, waarbij in het molenhuis gemalenkoffie via de toevoerpoort naar het trekorgaan wordt toegevoerd, waarbij de motor is gemonteerd op het ondersteuningsge- 8301762 4 % -3- 23228/JF/ts gedeelte en in het molenhuis is aangebracht voor het vormen van een maal-ruimte met een binnenoppervlak van het molenhuis enwaarbij het snijorgaan is aan-gebracht in de maalruimte.
Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt voorzien 5 in een koffiezetinrichting, die een van een basis voor het vormen van een voetstuk voor een houder voorzien hoofdlichaam omvat, een recht gedeelte, dat zich uitstrekt van de basis om in hoofdzaak loodrecht met betrekking tot de basis te zijn en een ondersteuningsgedeelte, dat zich uitstrekt van het rechte gedeelte en op afstand geplaatst van de basis over een vooraf 10 bepaalde afstand om in hoofdzaak parallel aan de basis te zijn ,een houder voor het bewaren van gezette koffie, die is geplaatst op het voetstuk voor de houder, een op de houder geplaatst trekorgaan, een molenhuis voor het opslaan van koffiebonen, dat losmaakbaar is bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte om boven het trekorgaan te zijn aangebracht, een op aan het 15 ondersteuningsgedeelte bevestigde motor, die is ondergebracht in het molenhuis voor het bepalen van de maalruimte met een binnenoppervlak van het molenhuis, een in de maalruimte aangebracht snijorgaan, dat wordt aangedreven door de motor voor het malen van koffiebonen in het molenhuis, welk mdLe nhuis is voor zien van een toevoerpoort» die ligt tegenover het 20 trekorgaan door middel waarvan de in de maalruimte gemalen koffie wordt toegevoerd naar het trekorgaan, een waterreservoir voor het bewaren van water, dat is gemonteerd in het hoofdlichaam en een heet water-toevoeror-gaan, dat is aangebracht in het hoofdlichaam, voor het verhitten van het water in het waterreservoir en voor het toevoeren van het hete water naar 25 het trekorgaan.
Volgens de koffiezetinrichting van de onderhavige uitvinding is de motor aangebracht in het molenhuis. Verder zijn het molenhuis, het trekorgaan en de houder vertikaal in een zogenaamde tandem-inrichting aangebracht. Vanwege deze redenen vereist de koffiezetinrichting niet een 30 afzonderlijke motorbehuizing, die gebruikelijk naast het voetstuk van de kan is aangebracht, waardoor wordt voorzien in een compacte koffiezetinrichting, die een geringe ruimte beslaat. Derhalve kan deze koffiezetinrichting met gemak worden geplaatst op een smalle tafel, toonbank of dergelijk. Aangezien verder het molenhuis losmaakbaar is bevestigd aan het 35 hoofdlichaam, kan dit worden verwijderd van het hoofdlichaam om te worden gereinigd. Derhalve kan oude gemalen koffie, die in het molenhuis is achtergebleven, eenvoudig worden verwijderd. Zoals hierboven beschreven is de motor stabiel bevestigd aan het hoofdlichaam, waardoor trilling gedurende bedrijf word ei voorkomen en lawaai wordt opgeheven.
8301762 ' -4- 23228/JF/ts * * \
De uitvinding zal nu gedetailleerd worden beschreven aan de hand van meerdere voorkeursuitvoeringsvormen en onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuren 1 tot en met 3 een koffiezetinrichting volgen een eerste 5 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding laten zien, waarbij fifft 1 een langsdoorsnede-aanzicht daarvan is,.fig. 2 een aanzicht in perspectief is van een versterkt gestel daarvan en fig. 3 een tekening in perspectief is van een motor- en een molenhuis ervan; fig. 4 een aanzicht in perspectief is, dat een wijziging van 10 het versterkte gestel, getoond in fig. 2, laat zien; figuren 5 tot en met 8 een koffiezetinrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding laten zien, waarbij fig. 5 een langsdoorsnede-aanicht daarvan is, fig. 6 een langsdoorsnede-aanzicht daarvan is, dat de toestand toont, waarin een molenhuis is gedraaid om 15 een as van de stand,getoond in fig. 5, fig. 4 een aanzicht in perspectief met uiteengenomen delen daarvan is en fig. 8 een aanzicht in perspectief op vergrote schaal is, dat het wezenlijke deel ervan toont; fig. 9 een aanzicht in perspectief in uiteengenomen delen is> dat een wijziging van het in figuren 5 tot en met 8 getoonde lichaam laat zien; 20 fig· 10 en 11 een eerste wijziging van het molenhuis tonen, waar bij fig. 10 een aanzicht in perspectief is van het molenhuis met een motor en fig. 11 een doorsnedeaanzicht op grote schaal is, dat het wezenlijke deel ervan toont; fig. 12 en 13 een tweede wijziging van het hoofdlichaam tonen, 25 waarbij fig. 12 een langsdoorsende-aanzicht van een koffiezetmachine is en fig. 13 een aanzicht in perspectief is van het molenhuis en een motor; en fig. 14 en 15 een wijziging tonen voor het verklaren van de be-vestigingswerkwijze van een snijorgaan, waarbij fig. 14 een langsdoorsnede- · aanzicht van een koffiezetinrichting is en fig. 15 een aanzicht in pers-30 pectief van een molenhuis is.
Figuren 1 tot en met 3 tonen een koffiezetinrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Verwijzend naar fig.
1 omvat een koffiezetinrichting 10 een hoofdlichaam 12 van plastic. Het hoofdlicham 12 heeft een basis 16 voor het vormen van een voetstuk 14 voor 35 een kan, een recht gedeelte 18, dat zich loodrecht uitstrekt vanaf de basis 16 en een ondersteuningsgedeelte 20, dat zich horizontaal vanaf het rechte gedeelte 18 uitstrekt. Het ondersteuningsgedeelte 20 ligt op afstand van de basis 16 over een vooraf bepaalde afstand en is in hoofdzaak parallel aan de basis 16. Het hoofdlichaan12 heeft een in hoofdzaak inspringend over- 8301762 * * ' -5- 23228/JF/ts s.
langse doorsnede. De koffiezetinrichting 10 heeft een dun,langwerpig waterreservoir 22, dat integraal met het rechte gedeelte 18 is gevormd.
Het waterreservoir 22 vormt een deel van het hoofdlichaam 12. Het hoofdlichaam 12 is versterkt door een versterkingsgestel 24, zoals getoond in 5 de figuren 1 en 2. het versterkingsgestel 24 heeft een metalen basisvoetstuk 25, dat een in hoofdzaak celliptischevorm heeft en een metalen on-dersteuningsplaat 26, die zich loodrecht met betrekking tot het basisvoetstuk uitstrekt. Het uitgestrekte eindgedeelte van de ondersteunings-plaat 26 is gebogen om loodrecht met betrekking tot de ondersteuningsplaat 10 te zijn, waardoor dus een bovenplaat 27 wordt gevormd, die parallel is aan het basisvoetstuk 25. De twee zijden van de vertikale ondersteuningsplaat 26 zijn gebogen om in hoofdzaak loodrecht met betrekking tot de ondersteuningsplaat te zijn, teneinde flenzen 28 voor het versterken van hetgestel 24 te vormen.
15 De koffiezetinrichting heeft eveneens een cilindrische kan 30 met een bodem en een filterhuis 32. De kan 30 is geplaatst op het voetstuk 14. Het filterhuis 32 dient als een koffietrekorgaai,geplaatst op een bovenopeningsgedeelte van ^an 3q# fjet filterhuis 32 heeft een cilindrisch hoofdlichaam 31 van hettrekorgaan en een filtreertrechter 33.
20 De filtreertrechter 33 strekt zich naar beneden uit vanaf de bovenopenings-rand van het hoofdlichaam 31 van het trekorgaan. Het benedeneindgedeelte van de filtreertrechter 33 strekt zich binnen de kan 30 uit via het bovenopeningsgedeelte ervan. De filtreertrechter heeft een toevoerpoort 34, gevormd in het benedeneinde ervan en een aantal ribben 35, die zich radiaal 25 uitstrekken vanaf de poort langs het binnenoppervlak ervan. Een papieren filter 36 is losmaakbaar geplaatst op het binnenoppervlak van de filtreertrechter 33.
De koffiezetinrichting 10 heeft eveneens een heet water-toevoer-orgaan 38, dat is aangebracht in het hoofdlichaam 12. Het heet water-toe-30 voerorgaan dient voor het verwarmen van water in het waterreservoir 22 , teneinde heet water toe te voeren naar het filterhuis 32. Het heet water” toevoerorgaan 38 is een verwarmingsplaat 39, een hulsverwarmer 40, een verwarmingsbuis 41 en een warmtegeleidingsplaat 42. De verwarmingsplaat 39 is aangebracht in de basis 16. Het hulsverwarmingsorgaan 40 en de ver-35 warmingsbuis 41 zijn ingebed in verwarmingsplaat 39 om parallel aan elkaar te zijn. De warmtegeleidingsplaat 42 is aangebracht in innig contact met de verwarmingsplaat 39 en vormt een benedenoppervlak van het voetstuk 14 voor de kan. Een einde van de verwarmingsplaat 41 strekt zich naar boven 8301762 -6- 23228/JF/ts uit door het rechte gedeelte van het hoofdlichaam 12 en is verbonden met een waterafvoerpoort 45 van het waterreservoir 22, via een terugslagklep 44. Het heet water-toevoerorgaan 38 heeft een heet water-toevoerbuis 46, die zich naar boven uitstrekt vanaf het andere einde van een verwarmings-5 buis 41 door het rechte gedeelte 18 en een heet water-toevoerarm 47, die zich uitstrekt vanaf het uitgestrekt einde van het heet water-toevoerbuis 46 naar het uitwendige van het hoofdlichaam 12. De heet water-toevoer-arra 47 heeft een heet water-toevoerpoort 48 aangebracht boven het filter-huis 32.
10 Een schijfvormige deksel 50 en een motorhuis 52 zijn bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12. Het deksel 50 en het motorhuis 52 zijn geschroefd op het benedenoppervlak van de bovenplaat 27 van het versterkte gestel 24. Het deksel 50 heeft een centraal doorlopend gat 53 en een cilindrisch uitsteeksel 54 rond het centrale doorlo-15 pende gat 43 om zich naar beneden uit te strekken vanaf het benedenoppervlak van de bovenplaat 27· Een elastisch onderdeel-vastzettende inkeping 55 wordt bepaald door het cilindrische uitsteeksel 54. Het motorhuis 52 heeft een cilindrische vorm en loopt taps toe naar het achtereinde ervan.
Het motorhuis 52 is geschroefd op het benedenoppervlak van de bovenplaat 27 door het deksel 50 om coaxiaal met het deksel 50 te zijn. Het motor-20 huis 52 heeft'een doorlopend gat 56 voor het opnemen van de draaiende as van de motor daardoor, welk doorlopend gat is gevormd in het beneden taps-toelopende einde van het motorhuis en een cilindrisch uitsteeksel 57, dat is aangebracht om het doorlopende gat 56 te omgeven en dat zich naar boven uitstrekt. Het uitsteeksel 57 bepaalt een elastisch onderdeel-vastzettende 25 inkeping 58. Een doorlopend gat 59 is gevormd in de bovenplaat 27 en is coaxiaal met het doorlopende gat 53 van het deksel 50. Een motor 60 is aangebracht in het motorhuis 52. De motor 60 wordt ondersteund door het deksel 50 en het motorhuis 52 door middel van elastische onderdelen 62 en 63, die respectievelijk zijn aangebracht in de elastische onderdeel vastzetten-30 de inkepingen 55 en 58. Een draaiende as 64 van de motor 60 strekt zich naar beneden uit door het doorlopende gat 56. Een afdichtorgaan 66 is vastgezet in de ruimte tussen de draaiende as 64 en het doorlopende gat 56. Het snijorgaan 68 is geschroefd aan het zich uitstrekkende einde van de draaiende as 64.
35 Verder heeft de koffiezetinrichting 60 een bekervormig of cilin drisch molenhuis 70, dat losmaakbaar wordt ondersteund op het onderstennings-gedeeite 20, zoals getoond in de figuren 1 en 3. Het molenhuis 70 heeft een gedeelte 71 met een kleine diameter aan het boveneindgedeelte ervan.
8301762 -7- 23228/JF/ts
Een aantal uitsteeksels 72 ( vier in deze uitvoeringsvorm ) is gevormd aan het bovenomtreksoppervlak van het gedeelte 71 met kleine diameter op gelijke intervallen. De beneden opening van het molenhuis 70 is afgesloten door een schijfvormige benedenplaat 73.Een aantal toevoerpoorten 74 zijn is 5 gevormd in de bodemplaat 73 om zich radiaal uit te strekken ?vanaf het midden ervan. Het molenhuis 70 heeft een open/afsluitorgaan 76 voor het openen/ afsliliten van de toevoerpoorten 74* Het open/afsluitorgaan 76 heeft een draaibare plaat 77, die om een as draaibaaris bevestigd aan de benedenplaat 73, teneinde aangrenzend te zijn aan het benedenoppervlak 10 van de bodemplaat en daartegenover te liggen. De draaibare plaat 77 heeft in hocfdzaak dezelfde grootte als die van de bovenplaat 73 en heeft een aantal doorlopende gaten 78,die daarin radiaal zijn gevormd en zich uitstrekken naar het midden ervan. De doorlopende gaten 78 hebben in hoofdzaak dezelfde vorm als die van de toevoerpoorten 74. De draaibare plaat 15 77 is draaibaar ondersteund op een as 79, die is vastgezet bij het midden van de bodembenedenplaat 74. Bovendien heeft de draaibare plaat 77 een regelhefboom 80, die zich radiaal naar buiten uitstrekt met de omtrek daarvan en een knop 61, die is bevestigd aan het achtereinde van de regelhefboom 80. Wanneer de bedieningspersoon de hefboom 80 beweegt, teneinde de 20 draaibare plaat 77 om een as te draaien over een vooraf bepaalde hoek, dan worden de doorlopende gaten 78 elk in een open stand geplaatst, waarbij deze in lijn liggen met de toevoerpoorten 74 of in een afgesloten stand, waarbij deze zijn gesloten ten opzichte van de toevoerpoorten 74. Een cilindrisch deksel 81 is coaxiaal vastgezet in het benedeneinde van het 25 molenhuis 70. Het deksel 82 omgeeft de draaibare plaat 77.Het deksel 82 heeft een inkeping 83 die naar beneden opent.
Het ondersteuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12 heeft een cilindrisch ondersteuningslichaam 84, dat kan worden aangebracht met het gedeelte 71 met de kleine diameter van het molenhuis 70. Vier groeven 85 30 en vier langwerpige gaten 86 zijn gevormd in het binnenoppervlak van het ondersteuningslichaam 84. De groeven 85 strekken zich naar boven uit vanaf de beneddnrand van het ondersteuningslichaam 84. De langwerpige gaten 86 zijn zich uitstrekkend vanaf de boveneinden van de groeven 85 langs de omtreks-« richting van het binnenoppervlak van het ondersteuningslichaam 84 gevormd.
35 Elk paar van de groeven 85 en langwerpige gaten 86 komt overeen met en is vastgezet met ieder uitsteeksel 72 van het molenhuis 70. Verwijzend naar de figuren 1 en 3 is een linker helft van het cilindrische ondersteuningslichaam 84 gedeeltelijk ingekeept, met uitzondering van die 8301762 -8- 23228/JF/ts gedeelten, waarvan elk het tweetal groeven 85'en langwerpige gaten 86 heeft. De linker helft van het ondersteuningslichaam 84 strekt zich naar beneden uit naar een bovenplaat 27 van het versterkte gestel 24. Elk tweetal groeven 85 en langwerpige gaten 86 bevindt zich 5 beneden de bovenplaat 27. Het molenhuis 70 is losmaakbaar bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte· 20 van het hoofdlichaam 12, zodat het gedeelte 71 met kleine diameter kan worden ingebracht vanaf de benedenzijde in het ondersteuningslichaam 84, teneinde de uitsteeksels 72 aan te brengen in de groeven 85 en zodat het molenhuis 70 om een as kan worden gedraaid, 10 teneinde de uitsteeksels 72 met de langwerpige gaten 86 te koppelen.
De uitsteeksels 72, de groeven 85 en de langwerpige gaten 86 vormen een bevestigingsorgaan 88 voor het losmaakbaar bevestigen van het molenhuis 70 op het ondresteuningsgedeelte 20.
Wanneer het molenhuis 70 is bevestigd op het ondersteuningsge-15 deelte 20, zijn het motorhuis 52, te zamen met de motor 60 ondergebracht in het molenhuis 70. Het molenhuis 70 is aangebracht om coaxiaal te zijn met het motorhuis 52. Een “halruimte 90 wordt bepaald tussen het inwendige okppervlak van het molenhuis 70 en het motorhuis 52. Het snijorgaan 68 is gepositioneerd in de maalruimte 90. De benedenplaat 73 en de toevoer-20 poorten 74 van het molenhuis 70 zijn aangrenzend aan en tegenover het bovenste openingsgedeelte van het filterhuis 32 aangebracht. De heet water-toevoer-arm 47 strekt zich uit tussen het molenhuis 70 en het filterhuis 32, dat zich uitstrekt door de inkeping 83 van het deksel 82. De kan 30, het filterhuis 32, het molenhuis 70 en de motor 60 zijn coaxiaal met elkaar en zijn 25 vertikaal aangebracht langs de hoogte van de koffiezetinrichting.
De koffiezetinrichting 10 heeft een veiligheidsschakelaar 92 aangebracht in het ondersteuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12. De veiligheidsschakelaar 92 is in serie verbonden met een handschakelaar (niet getoond) ih een bekrachtigingsweg van de motor 60. De veiligheidsschake-30 laar 92 heeft een bedieningsknop 93, die is voorzien van een bladveer, die is ingebracht in een van de langwerpige gaten 86 van het ondersteuningslichaam 84. Wanneer het molenhuis 70 op juiste wijze is aangebracht in het ondersteuningsgedeelte 20 en de bedieningsknop 93 wordt gedrukt door het uitsteeksel 72 dat is aangebracht in het overeenkomstige langwerpige 35 gat 86, wordt de bedieningsknop 93 afgebogen, teneinde de veiligheidsschakelaar 92 aan te schakelen. Derhalve kan de motor 60 alleen worden bekrachtigd, wanneer het molenhuis 70op juiste wijze is bevestigd op het ondersteuningsgedeelte 20. Het dient te worden opgemerkt, dat de handschakelaar 8301762 ί » -9- 23228/JF/ts is geschakeld tussen een molenbedieningsstand, waarin de motor 60 wordt bekrachtigd en een heet water-toevoerstand, waarin het hulsverwarmingsorgaan 40 van het heet water-toevoerorgaan 38 is bekrachtigd.
De werking van de koffiezetinrichting 10 met de hierboven be-5 schreven opbouw zal hierna worden beschreven.
Wanneer de gebruiker koffie wenst te zetten,neemt hij het filter-huis 32 uit, samen met de kan 30 van het voestsuk 14 daarvoor. Daarna verwijdert de gebruiker het molenhuis 70 uit het ondersteuningsgedeelte 20 en beweegt de hefboom 80 om de draaibare plaat 77 om een as te draaien, 10 die dan de toevoerpoorten 74 van het molenhuis 70 afsluit. De gebruiker plaatst dan de gewenste hoeveelheid koffiebonen in het molenhuis 70 en zet het molenhuis 70 op het motorhuis 52 van de benedenzijde daarvan. Tegelijkertijd worden de uitsteeksels 72 ingebracht in de respectieve groeven 85 van het ondersteuningslichaam 84, terwijl de heet water-toevoerarra 15 47 aldus wordt aangebracht in de inkeping 83. Het molenhuis 70 wordt dan om een as gedraaid om de uitsteeksels 72 in ingrijping te brengen met de langwerpige gaten 86, waardoor dus het molenhuis 70 op de juiste wijze aan het ondersteuningsgedeelte 20 wordt bevestigd. Tegelijkertijd wordt de bedieningsknop 93 van de veiligheidsschakelaar 92 gedrukt door het 20 respectieve uitsteeksel 72 van het molenhuis 70, zodat de veiligheidsschakelaar 92 wordt aangeschakeld. De motor 60 kan dan worden bekrachtigd. De gebruiker plaatst een papieren filter 36 in de filtreertrechter 33 en plaatst de houder 30 te zamen met de filtreertrechter met het papieren filter 36 daarin op de warmte-geleidende plaat 42 van het voetstuk voor 25 de kan 14. Een vooraf bepaalde hoeveelheid water wordt dan met de hand toegevoerd vanaf een water-toevoerpoort (niet getoond) naar het waterreservoir 22. Daarna zet de gebruiker de handschakelaar in de maalbedienings-stand, waardoor de motor 60 wordt bekrachtigd. Het snijorgaan 68 wordt aangedreven voor het malen van de koffiebonen in het molenhuis 70. De gemalen koffie wordt daarna geperst naar het oppervlaksgedeelte van de bovenzijde 30 van het snijorgaan, vanwege de draaiing van het snijorgaan 68 gedurende het malen van de koffiebonen en wordt dus verdeeld in het omtreksgedeelte van het benedendeel van het molenhuis 70. Om deze reden, wordt het zelfs vanneer het motorhuis 52 is aangebracht in het molenhuis 70 het malen van de koffiebonen niet nadelig beïnvloed .. Nadat de koffiebonen zijn 35 gemalen, schakelt de gebruiker de handschakelaar uit, waardoor de motor 60 wordt gestopt. De gebruiker beweegt de hefboom 80 om de draaibare plaat 77 om een as te draaien, teneinde de toevoerpoorten 74 van het 8301762 \ » 6 -10- 23228/JF/ts molenhuis 70 te openen, zodat de gemalen koffie in het rodenhuis 70 valt in het papieren filter 36 in de filtreertrechter 33 via de toevoerpoorten 74. De gebruiker zet dan de handschakelaar in de heet water-toevoerstand.
Het hulsverwarmingsorgaan 40 van het heet water-toevoerorgaan 38 wordt 5 bekrachtigd om te worden verwarmd. De warmte van het hulsverwarmingsorgaan 40 wordt geleid naar de kan 30 via de verwarmingsplaat 39 en de warrate-geleidingsplaat 42, zodat de kan wordt voorverwarmd. Tegelijkertijd wordt warmte van het hulsverwarmingsorgaan 40 geleid naar de verwarmingsbuis 41 via de verwarmingsplaat 39, teneinde het door het waterreservoir 22 daarnaar 10 toegevoerde water te verwarmen. Heet water stijgt via de heet water-toe-voerbuis 46 vanwege de kookdruk daarvan. Het hete water druppelt dan uit de heet water-toevoerpoort 48 van de heet. water-toevoerarm 47 op de gemalen koffie in het papieren filter 36. Het hete water passeert door de gemalen koffie en het papieren filter 36 en wordt getrokken als gezette koffie.
15 Deze gezette koffie druppelt in de kan 30, via de trekopening 34 en wordt daarin bewaard. Wanneer het koffiezetten is voltooid verwijdert de gebruiker het filterhuis 32 te zamen met de kan 30 van het voetstuk 14 daarvoor. Hij verwijdert het filterfhuis 32 van de kan 30 en kan daarna gezette . koffie serveren uit de kan in koffiekopjes. De oude gemalen koffie in het 20 filterhuis 32 wordt te zamen met het papieren filter 36 weggegooid.
Volgens de koffiezetinrichting 10 met de opbouw van de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, is het molenhuis 70 bevestigd op het onder-steuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12. Het motorhuis 52, bevattende, motor 60 daarin, is aangebracht binnen het molenhuis 70 en bepaalt te 25 zamen daarmee de maalruimte 90. De koffiezetinrichting 10 heeft derhalve niet een afzonderlijke motorbehuizing, die gebruikelijk op het voetstuk voor de kan is aangebracht. Verder zijn het molenhuis 70, het filterhuis 32 en de kan 30 vertikaal aangebracht langs de hoogte van de koffiezetinrichting 10 (dat wil zeggen een zogenaamde tandem-inrichting). Derhalve 30 is de koffiezetinrichting 10 compact qua grootte en neemt slechts een klein oppervlak in beslag. Overeenkomstig kan de koffiezetinrichting 10 eenvoudig wordt geplaatst op een smalle tafel of dergelijke.
Het molenhuis 70 is losmaakbaar bevestigd via het bevestigingsor-gaan 88 op het ondersteuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12. Vanwege 35 deze reden kan het molenhuis 70 worden verwijderd van het hoofdlichaam 12 zodat zowel het molenhuis 70 as het snijorgaan 68 kunnen worden gereinigd. Bijgevolgd kan daardoor oude gemalen koffie, die is achtergebleven in het inwendige van het molenhuis en het snijorgaan eenvoudig worden verwijderd.
8301762 ' « ; -11- 23228/JF/ts
De motor 60 is bevestigd aan en wordt gedragen door het ondersteunings-gedeelte 20 van het hoofdlichaam 12 via de elastische onderdelen 62 en 63. Derhalve wordt de motor 60 stabiel ondersteund op het hoofdlichaam 12 waardoor irritante trilling en lawaai van de motor 60 kan worden opgeheven.
5 Aangezien verder het afdichtorgaan 60 is aangebracht tussen de draaiende as 64 van de motor 60 en het doorlopende gat 56, kan noch gemalen koffie, noch water het motorhuis 52 binnentreden. Wanneer de toevoerpoorten 74 van het molenhuis 70 zijn gesloten door de draaiende plaat 77 gedurende het koffietrekken, wordt de binnenstroming van water in het motorhuis 52 10 veiliger voorkomen. Vanwege deze reden behoeft de motor 60 zelf niet te worden afgedicht, zodat een eenvoudige en goedkope motor 60 gebruikt kan worden. Bijgevolg kan een goedkope koffiezetinrichting worden verkregen, waarvan de levensduur is verlengd en waarvan de betrouwbaarheid aanzienlijk is verbeterd.
15 Het molenhuis 70 heeft de toevoerpoorten 74 en het open/afsluit- orgaan 76 voor het openen/afsluiten van de toevoerpoort 74. Vanwege deze reden kan zonder het verwijderen van het molenhuis 70 uit het hoofdlichaam 12 de gemalen koffie in het molenhuis 70 worden overgebracht naar het fil-terhuis 32 na bediening van de hefboom 80, waardoor de overdrachtsbewerking 20 van de gemalen koffie wordt vereenvoudigd.
Het hoofdlichaam 12 is volkomen gesteund door het versterkings-gestel 24 van de basis 16 aan het ondersteuningsgedeelte 20. Vanwege deze reden zal, zelfs wanneer de betrekkelijk zware motor 60 en het molenhuis 70 zijn bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte 20, het hoofdlichaam 12 25 niet worden vervormddoor het gewicht daarvan, zelfs nadat dit voor een lange tijdsperiode in gebruik is geweest.
De koffiezetinrichting 10 heeft verder een veiligheidsschakelaar 92. De motor 60 kan alleen worden aangedreven wanneer het molenhuis 70 juist is bevestigd. Met andere woorden, kan wanneer het molenhuis 70 30 niet juist is bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte 20 (dat wil zeggen wanneer het snijorgaan 68 blootgesteld is aan de atmosfeer) de motor niet worden aangedreven, waardoor de veiligheid gedurende bedrijf wordt verzekerd.
In de eerste hierboven beschreven uitvoeringsvorm is het verster-35 kingsgestel 24 vervaardigd uit een metalen plaat, maar kan de alternatieve inrichting, die in fig. 4 is getoond, hebben. Het versterkingsgestel 24 in fig.
4 omvat een basisvoetplaat 25 met een in hoofdzaak elliptische vorm en een U-vormig ondersteuningslichaam 26, dat in hoofdzaak op het basisvoetstuk is opgericht en is vervaardigd door het buigen van een metalen staaf. Het bene- 8301762 -12- 23228/JF/t dengedeelte van het U-vormige ondersteuningslichaam 26 is loodrecht met betrekking tot het vertikale gedeelte daarvan gebogen. Het benedengedeelte is geklemd tussen het basisvoetstuk 25 en een persplaat 94, die is geschroefd op de basisvoetplaat 25 zodat het ondersteuningslichaam 26 is 5 bevestigd op de basisvoetplaat 25. Het bovengedeelte van het U-vormige ondersteuningslichaam 26 is loodrecht daarboven met betrekking tot het vertikale gedeelte ervan, teneinde te liggen tegenover de basisvoetplaat 25. Het bovengedeelte van het U-vormige ondersteuningsorgaan 26 is geklemd tussen een boven beyestigingsplaat 95 en een deksel 13, zodat het deksel 10 13 is bevestigd op het U-vormige ondersteuningslichaam 26.
Een koffiezetinrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal nu worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 5 tot en met 8. Dezelfde verwijzingscijfers als-gebruikt in de eerste uitvoeringsvorm geven dezelfde delen in de tweede uitvoeringsvorm 15 aan en een gedetailleerde beschrijving daarvan zal worden weggelaten.
Een recht gedeelte 18 van een hoofdlichaam 12 is onderverdeeld in een eerste gedeelte 96, dat zich loodrecht uitstrekt vanaf de basis 16 en een tweede gedeelte 97, dat zich vertikaal naar boven uitstrekt vanaf het eerste gedeelte 96. Het tweede gedeelte 97 kan draaien om een as met 20 betrekking tot het eerste gedeelte 96. Het ondersteuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12 strekt zich horizontaal uit vanaf het achtereinde van het tweede gedeelte 97.
Een tweetal sector-vormige scharnieren 98 is bevestigd aan het boveneinde van het eerste gedeelte 96, teneinde op afstand van elkaar ge-25 plaatst te zijn over een vooraf bepaalde afstand. Elk scharnier 98 heeft een gebogen glijoppervlak 99, een eerste en tweede koppelinkeping 100 en 102 gevormd in het leioppervlak 99 om op afstand van elkaar te liggen, en een ondersteuningsgat 103. Het tweede gedeelte 97 is draaibaar om een as ondersteund aan het achterste eindgedeelte van het eerste gedeelte 96 30 door een ondersteuningsas 104, ingebracht in de ondersteuningsplaat 103 van de scharnieren 98. Een tweetal bladveren 106 is aangebracht in het tweede gedeelte 97· Een einde van elke bladveer 106 is bevestigd aan het tweede gedeelte 97 en het andere einde ligt tegenover een overeenkomstige scharnier 98. Het andere einde van elke bladveer 106 is gebogen om een 35 uitsteeksel 108 te vormen, dat selectief in innige ingrijping is met de eerste of tweede koppelinkeping 100 en 102. In de in fig. 5 getoonde toestand is het uitsteeksel T08 van elke bladveer 106 in ingrijping met de eerste inkeping 100 van elk scharnier 98. Het tweede gedeelte 97 wordt dus in een eerste stand (rechtop staand) gehouden. In de in fig. 6 getoonde 8301762 \ * « -13- 23228/JF/ts toestand is het uitsteeksel 108 van elke bladveer 106 in ingrijping met de tweede inkeping 102 van elke scharnier 98. Het tweede gedeelte 97 wordt dus in een tweede stand gehouden, waarin het tweede gedeelte om een as draait met betrekking tot het eerste gedeelte 96 over een vooraf bepaal -5 de hoek.
Het molenhuis 70 heeft een toevoerpoort 74 voor gemalen koffie bepaald door de benedenopening ervan. Een gedeelte van de binnenwand van het molenhuis 70, dat overeenkomt met een gedeelte i dat het snij-orgaan 68 omgeeft, heeft een kleine diameter, teneinde het gedeelte 110 10 met kleine diameter te vormen. Het benedengedeelte van het molenhuis 70 loopt taps toe vanaf de toevoerpoort 74 naar het gedeelte 110 met een kleine diameter, teneinde een taps toelopend gedeelte 112 te vormen. Een cilindrisch filter-bevestigingsonderdeel 114 is coaxiaal bevestigd aan het benedeneinde van het molenhuis 70. Een schroefdraadgedeelte 15 116 is gevormd op het binnenoppervlak van het filter-bevestigingsonderdeel 114. De toevoerpoort van het molenhuis 70 is afgesloten door een netvormig filter 118. Filter 118 is losmaakbaar bevestigd aan het benedeneinde van het molenhuis 70 door een ringvormig bevestigingsonderdeel 110, geschroefd in het van schroefdraad voorziene gedeelte 116. Een inkeping 83 is gevormd 20 aan het filter-bevestigingsonderdeel 114 om naar beneden te openen, teneinde een heet water-toevoerarm 47, daardoor op te nemen. Zoals getoond in fig. 5 is het benedeneindgedeelte van het filter-bevestigingsonderdeel 114 gevormd om te passen op een boveneindgedeelte van het filterhuis 32.
Een waterreservoir 22 is onafhankelijk van het hoofdlichaam 12 en heeft 25 een handgreep 122. Het waterreservoir is losmaakbaar bevestigd in het eerste gedeelte 96.
Zoals getoond in fig. 8 is een veiligheidsschakelaar 92 aangebracht aan het benedengedeelte van het tweede gedeelte 97. De veiligheidsschakelaar heeft een bedieningsknop 114 en een bladveer 126 waarvan één 30 einde is bevestigd aan het tweede gedeelte 97, teneinde tegenover de bedieningsknop 124 te liggen. Een doorlopend gat 128 is gevormd in een gedeelte van het tweede gedeelte 97, dat ligt tegenover het andere einde van de bedieningsknop 124. Een uitsteeksel 130 is gevormd aan het boveneinde van het eerste gedeelte 96, teneinde in ingrijping te zijn met het 35 doorlopende gat 128. Wanneer het tweede gedeelte 97 in de eerste stand, die is getoond in fig. 5, wordt gezet, strekt het uitsteeksel 130 zich uit door het doorlopende gat 128 en in het tweede gedeelte 97. Het uitsteeksel 130 drukt de bedieningsknop 124 via de bladveer 126, waardoor 8301762
Vi J?· -14- 23228/JF/ts * de veiligheidsschakelaar 92 wordt aangeschakeld. Bijgevolg kan de motor 60 worden bekrachtigd.
De werking van de koffiezetinrichting 10 volgens de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal hierna worden beschreven.
5 Neem aan dat het tweede gedeelte 97 van het filterlichaam in de eerste stand is gezet, zoals getoond in fig. 5. Wanneer de gebruiker koffie wenst te zetten draait hij het tweede gedeelte 97 te zamen met het molenhuis 70 om een as in een richting tegen de wijzers van de klok in. De uitsteeksels 108 van de bladverailOö komen in ingrijping met de 10 tweede koppelinkepingen 102 van de scharnieren 98. Het tweede gedeelte 97 wordt in de tweede stand gehouden, zoals getoond in fig. 6. In de tweede stand is het tweede gedeelte 97 om een as gedraaid over een vooraf bepaalde hoek met betrekking tot het eerste gedeelte 96. De toevoerpoort 74 en het filter-bevestigingsonderdeel 114 van het molenhuis 70 zijn voldoend 15 op afstand geplaatst van de bovenopening van het filterhuis 32.
In deze stand verwijdert de gebruiker het molenhuis 70 van het ondersteu-ningsgedeelte 20. In de toestand, waarin het tweede gedeelte 97 in de tweede stand is gezet, wordt de veiligheidsschakelaar 92 in de uit-stand gehouden, en de motor 60 kan niet worden bekrachtigd. Vanwege deze reden 20 kan het snijorgaan 68 niet per ongeluk draaien, waardoor dus een veilige werking wordt verzekerd. De gebruiker plaatst dan de gewenste hoeveelheid koffiebonen in het molenhuis 70, dat hij heeft verwijderd van het onder-steuningsgedeelte 20 in overeenstemming met de hoeveelheid koffie die hij wenst te zetten. Daarna plaatst hij het molenhuis op het ondersteu-25 ningsfilter 20 en draait het tweede filter 97 te zamen het het molenhuis 70 om een as, in een richtig met de wijzers van de klok mee, teneinde het tweede gedeelte 97 in de eerste stand te zetten. In deze stand ligt de toevoerpoort 74 van het molenhuis 70 tegenover de bovenopening van het filterhuis 32 en grenst daaraan. Het benedeneind van het filter-bevestigings-30 onderdeel 114 is in ingrijping met het boveneind van het filterhuis 32.
De inkeping 83 van het filter-bevestigingsonderdeel 114 is los bevestigd uitgerust met de heet water-toevoerarm 47. Verder wordt de bedieningsknop 124 ingedrukt door het uitsteeksel via de bladveer 126, zodat de veiligheidsschakelaar 92 is aangeschakeld.
35 De gebruiker verwijdert daarna het waterreservoir 22 van het eerste gedeelte 96 van het hoofdlichaam 12 en giet een vooraf bepaalde hoeveelheid water vanuit een tap (niet getoond) in het reservoir. De gebruiker plaatst het waterreservoir 22 in het eerste gedeelte 96 en zet een 8301762 * «r -15- 23228/JF/ts handschakelaar 132 (fig. 7) in een maalbedrijfsstand ter bekrachtiging van de motor 60. Het snijorgaan 68 wordt daarna gedraaid voor het malen van de koffiebonen in het molenhuis 70. De gemalen koffie wordt radiaal bewogen naar het omtreksgedeelte van het molenhuis 70 na draaiing van het sni j-5 orgaan 68 en botst tegen het binnen oppervlak van het taps toelopende gedeelte 112 ( de diameter van- het taps verlopende gedeelte 112 neemt toe naar het achtergedeelte ervan). De leiwerking van het binnenoppervlak van de taps toelopende gedeelten 112 heeft tot gevolg dat de gemalen koffie naar beneden wordt bewogen ( dat wil zeggen naar de toevoerpoort 74). De 10 gemalen koffie wordt tegen het filter 118 geperst en de tot de geschikte grootte gemalen koffie valt op het papieren filter 36 in een filtreertrech-ter 33, via het filter 118. Wanneer alle gemalen koffie op het papieren filter 36 is gevallen wordt heet water toegevoerd aan de gemalen koffie door het he£t water-toevoerorgaan 38 om daarvan koffie te zetten.
15 Wanneer het koffiezetten is voltooid behoeft de gebruiker de kan 30 van het voetstuic 14 daarvoor te verwijderen. Voor dit doel draait de gebruiker het tweede gedeelte 97 te zamen met het molenhuis 70 on een as in de tweede stand, teneinde het filter-bevestigi.ngsonderdeel 114 daarvan (dat wil zeggen het benedeneinde van het molenhuis) te scheiden 20 van de bovenopening van het filterhuis 32. De gebruiker verwijdert daarna de kan 30 te zamen met het filterhuis 32 van het voetstuk 14 voor de houder, verwijdert het filterhuis 32 van de kan en serveert de gezette koffie in koffiekopjes.
De koffiezetinrichting van de tweede uitvoeringsvorm heeft de 25 volgende voordelen naast de voordelen van de koffiezetinrichting van. de eerste uitvoeringsvorm.
Allereerst kan het tweede gedeelte 97 van het rechte gedeelte 18 om een as worden gedraaid tussen de eerste stand, waarin het beneden einde van het molenhuis 70 past op het boveneinde van het filterhuis 32 30 en een tweede stand, waarin het benedeneinde van het molenhuis 70 is gescheiden van het boveneinde van het filterhuis 32. In het geval van het verwijderen van de kan 30 te zamen met het filterhuis 32 van of het monteren ervan in het voetstuk 14 voor de kan, wordt het tweede gedeelte 47 in de tweede stand gezet, zodat het benedeneinde van het molenhuis 70 is 35 gescheiden van het boveneinde van het filterhuis 32. Bijgevolg kan de gebruiker eenvoudig de kan 30 en het filterhuis 32 verwijderen van of monteren in het voetstuk 14 voor de kan. Aangezien verder het filter-gedeelte 97 van het rechte gedeelte 18 om een as kan worden gedraaid met 8301762 * *· -16- 23228/JF/ts betrekking tot de eerste gedeelte 96 kan het benedeneinde van het molenhuis 70 ( dat wil zeggen het benedeneinde van het filter-bevestigingson-derdeel 114) passen op de bovenrand van het filterhuis 32, wanneer het tweede gedeelte in de eerste stand is gezet. Bij deze opbouw zal de 5 gemalen koffie, die valt door het filter 118 niet buiten het filterhuis 32 worden verstrooid.Aangezien verder het benedeneinde van het molenhuis 70 wordt ondersteund door het boveneinde van het filterhuis 32 wordt trilling van het molenhuis gedurende bedrijf- voorkomen, waardoor lawaai wordt verminderd.
10 In de tweede uitvoeringsvorm is de toevoerpoort 74 van het molen huis 70 afgesloten door het net-vormige filter 118, zodat de eigenlijke koffiedeeltjes ( koffie gemalen tot een geschikte deeltjesgrootte) sequentieel worden gefilterd via het filter 118 om te vallen op het papieren filter 36. Derhalve wordt geen speciale bewerking vereist voor het over-15 brengen van gemalen koffie van het molenhuis 70 naar het filterhuis 32. Aangezien verder het filter 118 losmaakbaar is bevestigd door het vast-zetonderdeel 120 op het molenhuis 70, kan een filter, dat een vooraf bepaalde maasgrootte heeft, worden gebruikt voor koffie met een gewenste maalgrootte. Bijgevolg kan de smaak en de sterkte van de gezette koffie vrijelijk worden 20 ingesteld.
In de tweede uitvoeringsvorm is het rechte gedeelte 18 van het hoofdlichaam 12 opgedeeld in een eerste en tweede gedeelte 96 en 97 en het tweede gedeelte 97 kan om een as worden gedraaid met betrekking tot het eerste gedeelte 96. Zoals getoond in fig. 9 echter, kan een recht ge-25 deelte 18 integraal gevormd zijn en een ondersteuningsfilter 20 kan vertikaal beweegbaar zijn met betrekking tot het rechte gedeelte 18. Bij de in fig. 9 getoonde wijziging is het rechte gedeelte 18 integraal gevormd en heeft een tweetal parallelle leigroeven 134 die zich vertikaal daarlangs aan de bovenhelft ervan uitstrekken. Het ondersteuningsgedeelte 30 20 heeft een ondersteuningsplaat 136, die zich vertikaal naar beneden daarvan uitstrekt. De ondersteuningsplaat 136 heeft een tweetal ribben 138, die in ingrijping kunnen komen met het tweetal leigroeven 134. Wanneer de ribben 138 van de ondersteuningsplaat 136 worden ingebracht in de leigroeven 134 van het rechte gedeelte 18, wordt het ondersteuningsgedeelte 35 20 verschuifbaar ondersteund te zamen met het molenhuis 70 langs de hoogte van het rechte gedeelte 18. Het ondersteuningsgedeelte 20 kan worden bewogen tussen een eerste stand, waarin het benedengedeelte van het molenhuis 70 is gepast in het boveneinde van het molenhuis 32 en een tweede stand 8301762 % * ·» ' -17- 23228/JF/ts waarin het benedeneind van het molenhuis 70 is gescheiden van het boveneinde van het filterhuis 32. Bij deze wijziging kan het molenhuis 7Q worden gescheiden van het filterhuis 32, wanneer de bedieningspersoon het filterhuis 32 en de kan 30 verwijdert van of plaatst op het voetstuk 14 voor 5 de kan. bijgevolg wordt het verwijderen en aanbrengen eenvoudig uitgevoerd op dezelfde wijze als in de tweede uitvoeringsvorm.
Een verdere wijziging zal nu worden beschreven.
Het molenhuis 70 kan een koffiebonen-voedorgaan 140 hebben voor het voeden van de koffiebonen in het molenhuis, zoals getoond in fig. 10 10 en 11. Het koffiebonen-voedorgaan 140 bevat een prismavormige houder 142, die is vastgezet aan het buitenoppervlak van het bovengedeelte van het molenhuis 70. Deze houder 142 heeft een voedingspoort 144 gevormd aan het bovenoppervlak van de houder 142 en een afvoerpoort 146, die in verbinding staat met het inwendige ( dat wil zeggen de maalruimte 90) van het molen-15 huis 70, via een opening 145, welke is gevormd in de wand van het molenhuis 70. Een aantal kalibratiestappen 147 is gevormd op de binnenwand van de houder 142 om op afstand van elkaar te liggen over vooraf bepaalde intervallen langs de hoogte van het mclenhuis 70. Deze stappen dienen als een schaal voor het meten van de hoeveelheid koffiebonen. Het koffie-20 bonen-voedorgaan 140 heeft een sluiter 148 voor het openen/sluiten van de afvoerpoort 146. De sluiter 148 wordt draaibaar ondersteund door een as 149, die is bevestigd aan de houder 142. De sluiter 148 is tegen de wijzers van de klok in voorgespannen door een torsieschroefveer 150, die is bevestigd rond de as 140, zoals getoond in fig. 11. De afvoerpoort 146 25 is dus normaal gesloten. Een doorlopend gat 152 is gevormd in het benedengedeelte van de houder 142 om zich horizontaal uit te strekken naar het inwendige van het molenhuis 70. Eén einde van het doorlopende gat 152 is open naar het inwendige van het molenhuis 70 om te liggen tegenover het benedeneindgedeelte van de sluiter 148 en het andere einde ervan is open 30 naar het uitwendige van de houder 142. Het gedeelte, dat het doorlopende gat 152 bepaalt, heeft een stap, die overeenkomt met een schouder 153. Een bedieningsstaaf 154 is schuifbaar aangebracht in het doorlopende gat 152.
Een einde van de bedieningsstaaf 154 kan zich binnen het molenhuis 70 uitstrekken via één einde van het doorlopende gat 152. Een staaf 156 is 35 gevormd aan het andere eindgedeelte van de bedieningsstaaf 154 om te liggen tegenover de schouder 153. Een drukschroefveer 157 is aangebracht in het doorlopende gat 152 tussen de schouder 153 en de kraag 156 om de bedieningsstaaf 154 te drukken in een richting weg van het molenhuis 70.
8301762 -18- 23228/JF/ts
Een drukknop 158 is bevestigd aan het andere einde van de bedieningsstaaf 154 en strekt zich uit naar buiten vanaf het andere einde van het doorlopende gat 152. Een ringvormig stoporgaan 159 is passend aangebracht aan het andere einde van het doorlopende gat 152. Het stoporgaan 159 dient om 5 te voorkomen, dat de bedieningsstaaf 154 en de drukknop 158 verrijzen uit het doorlopende gat 152 tegen de drukkracht van de druk-schroefveer 157 in*
Wanneer de gebruiker de koffiebonen voedt in het molenhuis 70, voedt hij de koffiebonen in de houder 142 vanaf de voedingspoort 144, ter-10 wijl de hoeveelheid koffie wordt afgelezen met betrekking tot de stappen 147. De gebruiker drukt dan de drukknop 158 tegen de drukkracht van de druk schroefveer 157 in om de bedieningsstaaf 154 naar het molenhuis 70 te bewegen. De sluiter 148 is voorgespannen door het achtereinde van de bedieningsstaaf 145 en draait rond een as met de wijzers van de klok mee 15 om de afvoerpoort 146 te openen, zoals aangegeven door de streep-tweestippel-lijn in fig. 11. De koffiebonen in de houder 142 worden dan gevoed in het molenhuis 70 via de poort 146. Wanneer alle koffiebonen zijn gevoed in het molenhuis 70, laat de gebruiker de drukknop 158 los, zodat de bedieningsstaaf 154 wordt bewogen door de drukkracht van de druk-schroefveer 20 157 in de richting weg van het molenhuis 70. De bedieningsstaaf 154 keert dan terug naar de aanvankelijke positie. Te zamen met deze beweging, wordt de sluiter 148 om een as tegen de wijzers van de klok in gedraaid door de drukkracht van de torsie-schroefveer 150 teneinde de poort 146 te sluiten. Daarna worden de koffiebonen gemalen en de gemalen koffie wordt 25 daarna getrokken. Aangezien de klep 146 is gesloten door de sluiter 148 gedurende de maalbewerking, zal de gemalen koffie niet buiten het molenhuis' 70 via de poort 146 worden gestrooid.
De koffiezetinrichting van de hierboven staande wijziging is iets gecompliceerder j.n vergelijking met die van de eerste uitvoeringsvorm.
30 De koffiezetinrichting van deze wijziging biedt de volgende voordelen.
De gebruiker kan koffiebonen voeden in het molenhuis 70 via de poort 144, terwijl het molenhuis 70 is bevestigd op het ondersteuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12. Derhalve behoeft het molenhuis 70 niet te worden ‘ verwijderd van het ondersteuningsgedeelte 20 teneinde de bonen te laden, 35 waardoor dus het voeden van de bonen wordt vereenvoudigd en de werking van de koffiezetinrichting als geheel eveneens. In de eerste uitvoeringsvorm dient, teneinde het molenhuis, dat een aantal koffiebonen bevat op het hoofdlichaam te bevestigen, het molenhuis te worden samengeknepen, aan- 830176? -19- 23228/JF/ts gezien het snijorgaan ervan botst tegen de koffiebonen, hetgeen een omslachtige bevestigingsprocedure is. Volgens de hierboven gegeven wijziging echter, wordt aangezien de koffiebonen kunnen worden gevoed, terwijl het molenhuis is bevestigd op het hbofdlichaam, het bovenstaande probleem 5 geëlimineerd. De houder 142 heeft eveneens de stappen 147, die dienen als een schaal, zodat de gebruiker de hoeveelheid koffiebonen in de houder kan meten.
In de bovenstaande modificatie is de houder 142 bevestigd op het molenhuis 70. Wanneer echter de gebruiker een afzonderlijke maatbeker ge-10 bruikt, kunnen de koffiebonen direkt van de maatbeker via de poort 146 worden gevoed en behoeft de houder 142 niet te zijn aangebracht. Wanneer verder een ontwerp voor het voorkomen van de strooiïng van gemalen koffie wordt gebruikt, behoeft de sluiter 148 niet te worden aangebracht.
Het molenhuis 70 kan een verzamelorgaan 160 hebben voor het verzamelen 15 van samentrekkende lagen, die zijn verstrooid ten tijde van het koffiemalen zoals getoond in fig. 12 en 13.
In het algemeen wordt een samentrekkende laag van koffiebonen gestrooid in een vroege fase van het malen. Deze laag wordt te zamen met de kern van de bonen gemalen, zodat de gemalen laag wordt gemengd met de 20 gemalen koffie. Bijgevolg wordt de getrokken koffie buitensporig bitter.
Bij een vroege fase van het malen worden deze buitenlagen verstrooid en bewegen langs de binnenwand van het maalruimte. Gebruikmakend van deze neiging kunnen de buitenlagen worden verzameld in een verzamelaar, die is aangebracht op het deksel van het molenhuis. f’/ijngemalen koffie wordt 25 echter eveneens verzameld in zo een verzamelaar, waardoor dus niets van de gemalen koffie wordt verspild.
In overeenstemming met de bovenstaande wijziging heeft het verzamelorgaan 160 een verzamelaar 162, die losmaakbaar is bevestigd aan het molenhuis 70. De verzamelaar 162 heeft een in hoofdzaak prismavormige behuizing 30 met een bodem. De verzamelaar 162 heeft een uitstroompoort 163 aan de bovenzijde ervan en een rechthoekige opening 164 aan de zijwand van het beneden gedeelte ervan. Een uitsteeksel 1S is gevormd om zich rond de opening 164 naar buiten uit te strekken, met uitzondering de benedenzijde van het gedeelte dat de opening 164 bepaalt. Een deksel 167, dat een aantal 35 doorlopende gaten 166 heeft, is bevestigd aan de uitstroompoort 163 van de verzamelaar 162. Een rechthoekige opening 168 is gevormd aan het bovengedeelte van de wand van het molenhuis 70. Een flens 169 is gevormd rond de opening, met uitzondering van een gedeelte, dat de benedenzijde van de opening 168 bepaalt. De flens 169 kan in ingrijping komen met het uitsteek- 8301762 -20- 23228/JF/ts sel 165. De verzamelaar 162 is losmaakbaar bevestigd aan het molenhuis 70 door koppeling van het uitsteeksel 165 met de pen 169 vanaf de bovenzijde daarvan. Wanneer de verzamelaar 162 is bevestigd aan het molenhuis 70>staafc de opening 164 van de verzamelaar in verbinding met de opening 168 van het 5 molenhuis. De openingen 164 en 168 vormen een vulopening 170 voor het inlaten van samentrekkende lagen, die worden gestrooid gedurende de raaal-bewerking in de verzamelaar 162.
Het molenhuis 70 heeft een taps toelopend gedeelte 112, waarvan de diameter afneemt vanaf de toevoerpoort 74 naar het gedeelte dat het 10 snijorgaan 68 omgeeft, op dezelfde wijze als beschreven in de tweede uitvoeringsvorm. De toevoerpoort 74 wordt afgesloten door een netvormig filter 118, waardoor de koffie, die is gemalen tot een geschikte deeltjesgrootte kan passeren.
Wanneer de motor 60 wordt bekrachtigd en de koffiebonen in het 15 molenhuis 70 worden gemalen door het snijorgaan 68, wordt de gemalen koffie radiaal bewogen door het draaien van het snijorgaan 68. De gemalen koffie botst daarna tegen het binnenoppervlak van het taps toelopende gedeelte 112, waarvan de diameter toeneemt in de richting van de toevoerpoort 74.
De gemalen koffie wordt naar het filter 118 gedrukt door de leiwerking 20 Van het taps toelopende binnenoppervlak. Derhalve passeert de tot de geschikte deeltjesgrootte gemalen koffie sequentieel door het filter 118 en valt in de filtreertrechter 33. Lucht in de nabijheid van het bovengedeelde boven het snijorgaan 68 circuleert radiaal als gevolg van draaiing van het snijorgaan 68. De lucht stroomt daarna naar boven in de maalruimte 25 90 in het verzamelorgaan 162 via de vulopening 170. De in de verzamelaar 162 geblazen lucht wordt daarna afgevoerd via de doorlopende gaten 166 van het deksel 167. Zoals hiervoor opgemerkt, worden de samentrekkende lagen verstrooid wanneer de koffiebonen worden gemalen. Deze lagen zijn zeer licht qua gewicht en zwevend op de lucht, die naar boven stroomt in 30 de verzamelaar 162. Derhalve kunnen ze worden verzameld in de verzamelaar 162 via de vulopening 170, maar kunnen niet terugkeren in het molenhuis door de poort 170, aangezien de lucht constant naar boven wordt geblazen door de verzamelaar 162. Bijgevolg blijven de bittere lagen achter in de verzamelaar 162. Wanneer alle gemalen koffie in de filtreertrechter 33 35 valt, verwijdert de gebruiker de verzamelaar 162 van het molenhuis 70 en gooit de verzamelde buitenlagen weg.
Zoals hierboven beschreven heeft het molenhuis 70 het verzamelorgaan 60, zodat de verstrooide samentrekkende lagen van de koffiebonen kunnen worden verzameld in de vroge fase van het koffiemalen. Bijgevolg 8301762 \ ' -21- 23228/JF/ts kan goede,vers-smakende koffie worden vervaardigd.
De tot de vooraf bepaalde deeltjesgrootte gemalen koffie in het molenhuis 70 passeert via het filter 118 en valt in de filtreertrechter 33. De koffiebonen dienen niet te worden gemaaid tot een fijn poeder, 5 dat in het molenhuis 70 kan worden geblazen. Vanwege deze reden blijven de relatief grote deeltjes achter in het molenhuis 70 gedurende het proces van het raaien. Deze deeltjes zullen niet worden weggeblazen als gevolg van draaiing van het snijorgaan 68. De poort 170 bevindt zich aan het bovengedeelte van het molenhuis 70, zodat de koffiedeeltjes niet zullen 10 worden verstrooid of ingebracht in de verzamelaar 162. Bijgevolg zal de gemalen koffie of zullen grote koffiestukjes niet worden ingebracht in het ver-zamelorgaan 162 en alle gemalen koffie kan worden gebruikt voor het zetten en wordt niet verspild.
Aangezien verder de verzamelaar 162 losraaakbaar is bevestigd aan 15 het molenhuis 70, kan de verzamelaar worden verwijderd van het molenhuis 70 voordat het koffiezetten wordt uitgevoerd (dat wil zeggen voordat heet water wordt toegevoerd door het heet water-toevoerorgaan 38). De verzamelde samentrekkende lagen zullen dus niet worden blootgesteld aan hitte en stoom. Derhalve zal de bitterheid en samentrekking van de verzamelde lagen 20 niet in de koffie trekken. De gebruiker- kan goede koffie maken zonder een bittere smaak.
In de voornoemde uitvoeringsvorm is het snijorgaan 68 bevestigd op de draaiende as 64 van de motor 60. Een snijorgaan kan echter zijn bevestigd aan de bodem van het molenhuis 70, zoals getoond in figuren 14 25 en 15.
In de onmiddellijk hierboven staande uitvoeringsvorm bepaalt de benedenopening van het molenhuis 70 de gemalen koffie-toevoerpoort 74. Het ruwe netvormige filter 118 is op de toevoerpoort aangebracht. Het filter 118 wordt ondersteund door een ondersteuningsgestel 172, dat losmaakbaar 30 is bevestigd aan het benedeneinde van het molenhuis 70. Het ondersteuningsgestel 172 heeft een ringvormig buitengestel 174, dat een mannelijk draad-gedeelte 173 heeft op het buitenoppervlak ervan, èen cilindrisch snijorgaan ondersteuningsorgaan 175, dat coaxiaal met het buitengestel 174 is aangebracht en een aantal radiale ribbben 176 en ringvormige ribben 177, 35 die het buitengestel 174 en het ondersteuningsorgaan 175 verbinden. De onderdelen van het ondersteuningsgestel 172 zijn integraal met elkaar gevormd. Een ringvormig metalen ondersteuningsstuk 179 is ingebed en vastgezet door een inbrengvormsel in het ondersteuningsorgaan 175 en strekt zich naar binnen in het ondersteuningsorgaan 175 uit. Het raanne- 8301762 ,Ί » - 22- 23228/JF/ts draad gedeelte 173 van het buitengestel 174 is geschroefd met een vrouwelijk draadgedeelte 116, dat is gevormd op het binnenoppervlak van het benedengedeelte van het molenhuis 70,zodat het ondersteuningsgestel 172 is bevestigd in het molenhuis 70. Het filter 118 is bevestigd op het onder-5 steuningsgestel 172 door inbrengvormen of lassen.
Het snijorgaan 68 wordt draaibaar ondersteund op het ondersteu-ningsorgaan 175. Het snijorgaan 68 heeft een cilindrisch uitsteeksel 178 van plastic, met een bodem en een tweetal messen 180 ingebed in en vastgezet door inbrengvormen in de verdikking 178. Deze messen 180 strekken 10 zich radiaal uit naar de verdikking 178 om tegenover elkaar te liggen.
Een metalen as 181 is ingebed in en vastgezet in het benedeneinde van de verdikking 178 en strekt zich naar beneden uit vanaf het benedeneinde van de verdikking 178. Een mannelijk draadgedeelte (niet getoond) is gevormd aan het benedeneindgedeelte van de as 181. Een drukdichtingsring 15 183 is ingebracht in de as 181 vanaf het benedeneind ervan, terwijl de as 181, die een drukdichtingsring 182 daaromheen heeft gepast, wordt ingébracht in het metalen ondersteuningsstuk 179, vanaf het boveneinde van het snijorgaan-ondersteuningsorgaan 175. Een verwijdering voorkomende dichtingsring 184 is ingebracht rond het mannelijke draadgedeelte van 20 de as 181 en bevestigd door een moer 185. Bijgevolg is het snijorgaan 68 stevig en draaibaar bevestigd op het snijorgaan-draagorgaan 175. Een groef 186 is gevormd in het binnenbenedenoppervlak van de verdikking 178. In de toestand, waarin het snijorgaan 68 is bevestigd op het snij-orgaan-ondersteunorgaan 175, is het boveneinde van de verdikking 178 25 op een vooraf bepaald niveau met betrekking tot het niveau van het filter 118 gepositioneerd, hetgeen overeenkomt met het benedenoppervlak van het molenhuis 70.
Een koppelpen 187 is bevestigd aan het benedeneinde van de draaiende as 64 van de motor 60. De twee einden van de koppelpen 187 30 strekken zich radiaal naar buiten uit vanaf de draaiende as 64.
Zoals getoond in fig. 14 zijn in de toestand waarin het molenhuis 70 is bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte 20 van het hoofdlichaam 12, het benedeneindgedeelte van de draaiende as 64 en de koppelpen 187 ingébracht in de groef 186, zodat de draaiende as is gekoppeld met het snij-35 orgaan 68. Met andere woorden kan de motor 60 het snijorgaan 68 aandrijven.
Bij de bovenstaande wijziging verwijdert de gebruiker het molenhuis 70 van het ondersteuningsgedeelte 20, teneinde de koffiebonen te malen. De draaiende as 64 en de koppelpen 187 worden verwijderd uit 8301762 4, -23- 23228/JF/ts de groef 186 van de verdikking 178, zodat de koppeling tussen de draaiende as en het snijorgaan 68 wordt opgeheven. De gebruiker voedt dan de koffiebonen in het molenhuis 70. In dit geval dient de gebruiker er aandacht aan te schenken de koffiebonen niet in de verdikking 178 te doen. Het molenhuis 5 70 wordt daarna bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte 20, teneinde de motor 60 te bedekken. In dit geval dient de gebruiker het benedeneinde van de draaiende as 64 en de koppelpen 187 in de groef 186 van de verdikking 178 in te brengen, teneinde de draaiende as 64 met het snijorgaan 68 te koppelen. Daarna wordt de motor 60 bekrachtigd voor het doen draaien 10 van het snijorgaan 68, waardoor de koffiebonen in het molenhuis 70 worden gemalen.
In overeenstemming met de hierboven beschreven wijziging, kunnen, aangezien het snijorgaan 68 is aangebracht aan de bodem van het molenhuis 70 de koffiebonen niet de bewerking verstoren, waarbij het molenhuis, 15 bevattende de koffiebonen, wordt bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte 20. Derhalve kan de bevestiging van het molenhuis 70 worden vereenvoudigd. Het boveneinde van de verdikking 178 bevindt zich op het vooraf bepaalde niveau met betrekking tot het filter 118. Wanneer een geschikte hoeveelheid koffiebonen is verva in het molenhuis 70, kunnen de koffiebonen niet 20 de verdikking 178 binnentreden vanaf het boveneinde ervan, waardoor de groef 186 bedekt zou worden. Aangezien verder het snijorgaan 68 is bevestigd aan de bodem van het molenhuis 70, kan het snijorgaan zelfs wanneer het molenhuis is verwijderd van het hoofdlichaam 12 niet worden blootgelegd. Wanneer het molenhuis 70 wordt verwijderd van het hoofdlichaam 25 12,wordt de koppeling van het snijorgaan 68 met de draaiende as 64 opgeheven. Overeenkomstig wordt de veiligheid gegarandeerd, zelfs wanneer de motor 60 per ongeluk wordt gedraaid door een storing.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven gegeven uitvoeringsvormen en wijzigingen. Verschillende veranderingen en wij-30 zigingen kunnen worden uitgevoerd binnen de geest en strekking van de onderhavige uitvinding.In de bovenstaande uitvoeringsvorm bijvoorbeeld is de motor 60 ingericht in het motorhuis. Het motorhuis kan echter worden weggelaten, wanneer een stofdichte motor wordt gebruikt.
8301762

Claims (23)

1. Koffiezetinrichting, omvattende een van een voetstuk voor een kan_ voorzien hoofdlichaam, een het voetstuk geplaatste kan voor het 5 bewaren van gezette koffie, een op het hoofdlichaam aangebracht molenhuis voor het opslaan van koffiebonen, een in het molenhuis aangebracht snijor-gaan voor het malen van koffiebonen in het molenhuis, een motor voor het aandrijven van het snijorgaan, een trekorgaan voor het opslaan van door het snij-orgaan gemalen koffie, een in het hoofdlichaam aangebracht waterreservoir 10 voor het bewaren van water en een in het hoofdlichaam aangebracht heet water-toevoerorgaan voor het verhitten van water in het waterreservoir en voor het toevoeren van heet water naar het trekorgaan, met het kenmerk, dat het hoofdlichaam (12) een basis (16) heeft, die het voetstuk (14) voor de kan (30) vormt, een recht gedeelte (18), dat zich uitstrekt 12 van de basis om in hoofdzaak loodrecht met betrekking tot de basis te zijn en een ondersteuningsgedeelte (20), dat zich uitstrekt van het rechte gedeelte om 'in hoofdzaak op een vooraf bepaalde afstand daarvan parallel te zijn aan de basis, waarbij het trekorgaan (32) is geplaatst op de kan (30) waarbij het molenhuis (70) losmaakbaar is gemonteerd op het ondersteunings-20 gedeelte boven het trekorgaan en een toevoerpoort (74) heeft, die tegenover het trekorgaan is aangebracht, waarbij in het molenhuis gemalen koffie via de toevoerpoort naar het trekorgaan wordt toegevoerd, waarbij de motor (60) is gemonteerd op het ondersteuningsgedeelte en in het molenhuis is aangebracht voor het vormen van een maalruimte (90) met een binnenopper-25 vlak van het molenhuis en waarbij het snijorgaan (68) is aangebracht in de maalruimte.
2. Koffiezetinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het molenhuis (70) een in hoofdzaak cilindrische vorm heeft, waarvan één einde is gemonteerd op het ondersteuningsgedeelte (20) van het hoofdlichaam 30 (12), dat het trekorgaan (32) een hoofdlichaam (31) heeftvan jen in hoofdzaak cilindrische vorm, waarbij het hoofdlichaam van het trekorgaan aan één einde ervan een opening heeft, waarbij de opening grenst aan en ligt tegenover het andere einde van het molenhuis, dat de kan (30) in hoofdzaak een cilinder is, met een benedenwand aan één einde ervan, waarbij het 35 andere einde van het hoofdlichaam van het trekorgaan wordt ondersteund aan het andere einde van de ken en dat het molenhuis, het trekorgaai en de kan vertikaal in lijn liggen om coaxiaal met elkaar te zijn.
3. Koffiezetinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 8301762 % *' -25- 23228/JF'/ts het molenhuis (70) en het ondersteuningsgedeelte (20) een bevestigingsorgaan (88) hebben voor het losmaakbaar bevestigen van het molenhuis op het onder- steuningsgedeelte.
4. Koffiezetinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het 5 molenhuis (70) een benedenplaat (73) heeft, die het andere einde ervan afsluit, waarbij de toevoerpoort (74) is gevormd in de benedenplaat en het molenhuis een open 'afsluit-orgaan (76) voor het openen/afsluiten van de toevoerpoort heeft.
5. Koffiezetinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 10 motor (60) een draaiende as (64) heeft, die coaxiaal is met het molenhuis (70) en zich uitstrekt tot in de nabijheid van het andere einde van het molenhuis, waarbij het snijorgaan (68) is bevestigd aan het uitgetrekte einde van de draaiende as.
6. Koffiezetinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het 15 trekorgaan (32) een filtreertrechter (33) heeft, die zich uitstrekt van de rand van het ene einde van het hoofdlichaam (31) van het trekorgaan in de kan (30) en een papieren filter (36) ,dat losmaakbaar is geplaatst in de filtreertrechter, waarbij de filtreertrechter eentrekpoort (34) heeft, die is gevormd aan het uitgestrekte einde ervan.
7. Koffiezetinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het heet water-toevoerorgaan (38) is voorzien van een verwarmingsplaat (39), die is aangebracht in de basis (16) van het hoofdlichaam (12), een warmte-geleidingsplaat (42), die is aangebracht om in innig contact te zijn met de verwarmingsplaat en een benedenoppervlak van het voetstuk (14) voor 25 de kaï te vormen, een verwarmingsbuis (41), die is aangebra clt in de verwarmingsplaat, waarbij de verwarmingsbuis één einde heeft verbonden met het waterreservoir (22), een heet water toevoerbuis (46), die is verbonden m et het andere einde van de verwarmingsbuis en zich naar boven uitstrekt door het rechte gedeelte (18), een heet water-toevoerarm (47) plie zich uit-30 strekt vanaf het uitgestrekte einde van de heet water-toevoerbuis naar boven de opening van het hoofdlichaam (31) van het trekorgaan door het hoofdlichaam (12), waarbij de heet water toevoer-arm is voorzien van een heet water-toevoerpoort (48), die opent bij de opening van het hoofdlichaam van het trekorgaan en een hulsverwarmingsorgaan (40), dat is ingebed in de verwarmings-35 plaat om parallel te zijn aan de verwarmingsbuis, welk huls-verwarmings-orgaan is ingericht om de kaï (30) te verhitten via de verwarmingsplaat en de warmte-geleidingsplaat en om water te verhitten, dat stroomt in de verwarmingsbuis van het waterreservoir, waardoor heet water in de verwar- 8301762 > ψ _26- 23228/JF/ts mingsbuis stroomt door de kookdruk via de heet water-toevoerbuis en de heet wa-ter-toevoerarm en in de filtreertrechter (33) druppelt via de heet water-toevoerpoort.
8. Koffiezetinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 5 het open/afsluitorgaan (76) is voorzien van een schijfvormige draaiende plaat (77), die draaibaar is'gemonteerd op de benedenplaat (73) en tegen-over de benedenplaat en aangrenzend daaraan ligt , een hefboom (80) voor het draaien van de draaibare plaat, die zich buitenwaards uitstrekt vanaf een omtrek van de draaiende plaat en een doorlopend gat (78)» gevormd IQ in de draaibare plaat, om tegenover de toevoerpoort (74) te kunnen komen na beweging van de draaibare plaat.
9. Koffiezetinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de toevoerpoort (74) wordt bepaald door een omtreksgedeelte van het andere einde van het molenhuis (70) en dat het molenhuis een filter (18) heeft, 15 dat losmaakbaar is bevestigd aan hé; andere einde van het molenhuis, om de toevoerpoort af te sluiten, waarbij het filter is ingericht om de gemalen koffie met een vooraf bepaalde deeltjesgrootte te filtreren.
10. Koffiezetinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de motor (60) een draaibare as (64) heeft, die coaxiaal met het molenhuis (70) 20 is en zich uitstrekt tot in de nabijheid van de toevoerpoort (74), waarbij het snijorgaan (68) is gemonteerdaan het uitgetrekte einde van de draaiende as.
11. Koffiezetinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het molenhuis (70) een taps toelopend gedeelte (112) heeft, dat geleidelijk 25 kleiner wordt van een gedeelte van het molenhuis, dat overeenkomt met de toevoerpoort (74) naar een ander gedeelte van het molenhuis dat het snijorgaan (68) omgeeft.
12. Koffiezetinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het molenhuis (70) een verzamelorgaan (160) heeft voor het verzamelen van samen-30 trekkende lagen koffiebonen, die wordenverstrooid, wanneer de koffiebonen worden gemalen.
13. Koffiezetinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het verzamelorgaan (160) een verzamelaar (162) heeft, die losmaakbaar is bevestigd aan een buitenoppervlaksgedeelte van het ene einde van het 35 molenhuis (70) en een vulopening (170) gevormd in het buitenoppervlaksgedeelte aan het ene einde van het molenhuis, teneinde het inwendige van het molenhuis in verbinding te brengen met de verzamelaar, welke verzamelaar een uitstroompoort (163) heeft en een deksel (167) voor het afsluiten van 8301762 > · ' • * -27- 23228/JF/ts de uitstroorapoort en voorzien van een aantal doorlopende gaten (166).
14. Koffiezetinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het molenhuis (70) een voedingsorgaan (140) heeft, voor het voeden van koffiebonen van het uitwendige van het molenhuis naar het inwendige 5 ervan.
15. Koffiezetinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het voedingsorgaan (140) is voorzien van een koffiebonenhouder (142) die is bevestigd aan een buitenoppervlak van het molenhuis, welke koffiebonenhouder is voorzien van een voedingspoort (144) voor het voeden van koffie- 10 bonen in de koffiebonenhouder en een afvoerpoort (146) die in verbinding staat met het inwendige van het molenhuis,, een sluiter (148) die draaibaar is bevestigd in de koffiebonenhouder, teneinde de afvoerpoort te openen/sluiten, een voorspanonderdeel (150) voor het voorspannen van de sluiter, teneinde de afvoerpoort af te sluiten, en een bedieningsonder-15 deel (154), dat is aangebracht om de sluiter te draaien tegen een voorspankracht van het voorspanonderdeel door een bediening uitwendig van het molenhuis .
16. Koffiezetinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de koffiebonenhouder (142) een aantal calibratiestappen (147) heeft, die 20 zijn gevormd op het binnenoppervlak van de houder om op vooraf bepaalde intervallen op afstand van elkaar te liggen en die dienen als een schaal voor het meten van een hoeveelheid koffiebonen.
17. Koffiezetinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de toevoerpoort (74) wordt bepaald door een omtreksgedeelte van het andere 25 einde van het molenhuis (70), dat het molenhuis een ondersteuningsgestel (172) heeft, dat losmaakbaar is bevestigd aan het andere einde ervan en is voorzien van een ondersteuningsorgaan (175), dat in hoofdzaak bij het midden van de toevoerpoort is geplaatst en een filter (118), dat is bevestigd aan het · ondersteuningsgestel om de toevoerpoort af te sluiten en de gemalen koffie 30 met een vooraf bepaalde filtergrootte daardoor te filtreren, en het snijorgaan (68) een verdikking (178) heeft, die draaibaar is gemonteerd op het ondersteuningsorgaan van het ondersteuningsgestel om zich van het ondersteunings-gestel uit te strekken naar het inwendige van het molenhuis, snijmessen (180) die zich uitstrekken van de verdikking langs een radiale richting 35 van het molenhuis en een in de verdikking gevormde groef (186) en dat de motor (60) een draaiende as (64) heeft, die coaxiaal is met het molenhuis en zich uitstrekt tot in de nabijheid van de toevoerpoort (74) en een koppelpen (I87)}die is bevestigd aan het uitgestrekte einde van de draaiende 830 1 762 V A · -28- 23228/JF/ts as en zich radiaal naar buiten uitstrekt vanaf de draaiende as, waarbij het uitgestrekte einde van de draaiende as en de koppelpen losmaakbaar in in-grijping zijn in de groef.
18. Koffiezetinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het 5 rechte gedeelte (18) is onderverdeeld in een eerste gedeelte (96), dat zich vanaf de basis (16) naar boven uitstrekt en een tweede gedeelte (97), dat het ondersteuningsgedeelte (20) ondersteunt, waarbij het tweede gedeelte wordt ondersteund door het eerste gedeelte om te draaien tussen een eerste stand, waarbij het andere einde van het molenhuis (70) grenst 10 aan en ligt tegenover het ene einde van het hoofdlichaam (31) van het trekorgaanen een tweede stand, waarin het andere einde van het molenhuis is gescheiden van het ene einde van het hoofdlichaam van het trekorgaan en dat het rechte gedeelte een vasthoudorgaan (98, 106) heeft, voor het vasthouden van het tweede gedeelte in of de eerste of de tweede stand.
19. Koffiezetinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ondersteuningsgedeelte (20) verschuifbaar is gemonteerd op het rechte gedeelte (18) langs een axiale richting van het molenhuis (70) tussen een eerste stand,waarin het andere einde van het molenhuis grenst aan en ligt tegenover het ene einde van het hoofdlichaam (31) van het trekorgaan 20 en een tweede stand,waarin het andere einde van het molenhuis is gescheiden van het ene einde van het hoofdlichaam van het trekorgaan.
20. Koffiezetinrichting volgens conclusie 18 en 19, met het kenmerk, dat het molenhuis (70) een cilindrisch filter-bevestigingsgedeelte (114) heeft, dat coaxiaal is bevestigd aan het andere einde van het molenhuis om 25 in ingrijping te zijn met het ene einde van het hoofdlichaam (31) van het trekorgaanin de eerste stand.
21. Koffiezetinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het bevestigingsorgaan (88) een aantal uitsteeksels(72) heeft, die zijn gevormd aan het buitenoppervlak aan het ene eindgedeelte van het molenhuis 30 (70) om op afstand van elkaar te liggen en een aantal langwerpige gaten (86) , die in ingrijping zijn met respectieve uitsteeksels.
22. Koffiezetinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat deze verder een in hoofdzaak cilindrisch motorhuis (52) omvat, dat is bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte (20) om de motor (60) te bedekken en coaxiaal 35 aangebracht binnen het molenhuis (70) en elastische onderdelen (62, 63), die zijn aangebracht tussen de motor en het ondersteuningsgedeelte en tussen de motor en het motorhuis, om elastisch de motor in het motorhuis te houden en dat de maalruimte (90) wordt bepaald door het buitenoppervlak van het 8301762 t -29- 23228/JF/ts raotorhuis en èen binnenoppervlak van het molenhuis en dat de motor een draaiende as (64) heeft , die coaxiaal is met het molenhuis en zich uitstrekt tot in de nabijheid van het andere einde van het molenhuis via het motor-huis.
23. Koffiezetinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat deze verder een veiligheidsschakelaar (92) omvat, die in serie is verbonden met de motor (60) om de motor alleen te bekrachtigen, wanneer het molenhuis (70) is bevestigd aan het ondersteuningsgedeelte (20) en het andere einde van het molenhuis grenst aan en ligt tegenover het ene einde van het hoofd-10 lichaam (31) van het trekorgaan. Eindhoven, mei 1983. 8301762
NL8301762A 1982-05-19 1983-05-18 Koffiezetinrichting. NL8301762A (nl)

Applications Claiming Priority (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP8552882 1982-05-19
JP57085528A JPS58200715A (ja) 1982-05-19 1982-05-19 コ−ヒ−製造機
JP1982133485U JPS5937036U (ja) 1982-09-02 1982-09-02 コ−ヒ−製造機
JP13348582 1982-09-02
JP14034782 1982-09-16
JP14034782U JPS5945027U (ja) 1982-09-16 1982-09-16 コ−ヒ−製造機
JP15424282 1982-10-09
JP15424282U JPS5959944U (ja) 1982-10-09 1982-10-09 コ−ヒ−ミル
JP18114782 1982-11-29
JP1982181147U JPS5985124U (ja) 1982-11-29 1982-11-29 コ−ヒ−製造機

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8301762A true NL8301762A (nl) 1983-12-16

Family

ID=27525155

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8301762A NL8301762A (nl) 1982-05-19 1983-05-18 Koffiezetinrichting.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4555984A (nl)
DE (1) DE3318302A1 (nl)
GB (1) GB2120534B (nl)
NL (1) NL8301762A (nl)

Families Citing this family (40)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4624177A (en) * 1984-06-12 1986-11-25 Kabushiki Kaisha Toshiba Combined coffee grinding and brewing machine
WO1986002816A1 (en) * 1984-11-05 1986-05-22 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Electric coffee heater
DE3538245C1 (de) * 1985-10-28 1987-05-21 Bentz & Sohn Melitta Kaffee- oder Teemaschine
US4913037A (en) * 1989-06-06 1990-04-03 Grindmaster Corporation Moisture protection system for the particulate food delivery apparatus of beverage preparing means
US4967649A (en) * 1989-08-16 1990-11-06 Modern Process Equipment, Inc. Coffee grinder
US5058814A (en) * 1989-08-16 1991-10-22 Modern Process Equipment, Inc. Coffee grinder
IT1231061B (it) * 1989-09-26 1991-11-12 Cimbali Spa Dispositivo di macinazione, per uno o piu' miscele di caffe', impiegante un unico corpo macinante.
FR2652731B1 (fr) * 1989-10-10 1992-12-04 Lanfrey Nicole Dispositif de mouture, lixiviation et filtration du cafe.
CH682044A5 (nl) * 1989-12-21 1993-07-15 Armellin S A
US5190228A (en) * 1991-10-01 1993-03-02 Unidynamics Corporation Coffee grinder mount assembly
JPH05154053A (ja) * 1991-12-04 1993-06-22 Kazuo Enomoto コーヒーメーカ
JPH05161551A (ja) * 1991-12-11 1993-06-29 Kazuo Enomoto コーヒーメーカ
US5992299A (en) * 1998-05-21 1999-11-30 Silver Plan Industrial Limited Coffee makers
US6227102B1 (en) * 1999-04-27 2001-05-08 John C. K. Sham Automatic coffee maker with grinder
FR2806606B1 (fr) * 2000-03-24 2002-10-25 Moulinex Sa Machine a cafe electrique avec reservoir d'eau pivotant
US7013795B2 (en) * 2002-01-10 2006-03-21 Conair Corporation Grind and brew coffee apparatus
DE20300928U1 (de) * 2003-01-22 2004-05-27 Wik Far East Ltd. Kaffeebohnenbehälter für einen Kaffeeautomaten
DE20300933U1 (de) * 2003-01-22 2004-05-27 Wik Far East Ltd. Kaffeemühle sowie Kaffeeautomat mit einer Kaffeemühle
CN2734093Y (zh) * 2003-12-09 2005-10-19 王冬雷 带有磨咖啡豆装置的自动滴水式咖啡壶
WO2007004902A1 (en) * 2005-07-05 2007-01-11 Click Clack Limited Packaging for a grinder with tamper evident means
US7673824B2 (en) * 2005-12-20 2010-03-09 Hamilton Beach Brands, Inc. Drink maker
DE102006032709A1 (de) 2006-07-14 2008-01-17 BSH Bosch und Siemens Hausgeräte GmbH Luftschallgedämmte Lebensmittelmühle
DE102006032710A1 (de) * 2006-07-14 2008-01-17 BSH Bosch und Siemens Hausgeräte GmbH Körperschallgedämmtes Mahlwerk für eine Lebensmittelmühle
WO2008034464A1 (de) * 2006-09-19 2008-03-27 Rpc Bramlage Gmbh Aus einem innenteil und einem aussenteil zusammengesetztes vorrats- und prozessbehältnis
US20090031900A1 (en) * 2007-06-12 2009-02-05 Barraclough James R Coffee maker
CN201135366Y (zh) * 2008-01-09 2008-10-22 广东德豪润达电气股份有限公司 带有磨咖啡豆装置的全自动滴水式咖啡壶
CN201185857Y (zh) * 2008-02-15 2009-01-28 厦门灿坤实业股份有限公司 一种抬头机构
DK2403386T3 (da) 2009-02-17 2013-11-11 Koninkl Douwe Egberts Bv Kaffebønneemballagepatron samt kaffedriksystem indeholdende denne
NL2006237C2 (en) * 2010-02-17 2012-08-07 Sara Lee De Nv Coffee beverage system, coffee bean packaging cartrige for use with said system, method of preparing a beverage, method for brewing coffee, method of supplying coffee beans, cartridge for coffee bean material, method of supplying coffee bean material.
IT1400120B1 (it) * 2010-05-24 2013-05-17 Technology For Beverage S R L Capsula filtrante monouso per la creazione di un infuso alimentare.
US9155418B2 (en) * 2010-11-15 2015-10-13 Conair Corporation Brewed beverage appliance and method
US8573115B2 (en) * 2010-11-15 2013-11-05 Conair Corporation Brewed beverage appliance and method
US8646379B2 (en) * 2010-11-15 2014-02-11 Conair Corporation Brewed beverage appliance and method
AU2013245524B2 (en) * 2011-09-13 2016-11-24 Conair Corporation Brewed beverage appliance and method
FR3007959B1 (fr) * 2013-07-05 2015-07-31 Mario Levi Machine de preparation de boissons avec dispositif de porte-filtre amovible et element de selection d'un mode de fonctionnement de la machine
CN106037489B (zh) * 2016-08-17 2019-04-30 广东新宝电器股份有限公司 一种可拆卸磨豆装置的咖啡机
CN106539499A (zh) * 2017-01-20 2017-03-29 金文� 一种咖啡机
US10028618B1 (en) * 2017-12-21 2018-07-24 Jeffrey Benson Cannabis personal processor apparatus
CN108577534A (zh) * 2018-07-13 2018-09-28 山东润科机电设备有限公司 一种鸡蛋冲饮装置
WO2020061502A1 (en) 2018-09-20 2020-03-26 The Better Meat Company Enhanced aerobic fermentation methods for producing edible fungal mycelium blended meats and meat analogue compositions

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR532404A (fr) * 1920-09-09 1922-02-03 Procédé pour la fabrication de produits abrasifs pulvérulents
FR835922A (fr) * 1938-03-30 1939-01-05 Filtre-tasse pour la préparation du café
FR1532404A (fr) * 1967-05-18 1968-07-12 Procédé et appareil perfectionnés pour la préparation du café
CH563761A5 (en) * 1972-11-14 1975-07-15 Etud Sa Electrically operated mill for grinding coffee - gives constant feed of beans to grinder to improve grind and use less power
US4196658A (en) * 1977-11-30 1980-04-08 Tokyo Shibaura Denki Kabushiki Kaisha Coffee-pot and coffee-mill combination
US4172413A (en) * 1978-07-03 1979-10-30 Roseberry Homer R Beverage preparing apparatus
JPS55113136A (en) * 1979-02-19 1980-09-01 Matsushita Electric Ind Co Ltd Signal reproducing device
JPS55153022A (en) * 1979-05-16 1980-11-28 Hitachi Ltd Transmission system for input-output signal
AT372834B (de) * 1979-09-24 1983-11-25 Woeginger Kurt Ing Geraet zur zubereitung von kaffee
JPS58426Y2 (ja) * 1979-11-05 1983-01-06 日本フイリップス株式会社 ミル付コ−ヒ−メ−カ−
JPS5668414A (en) * 1979-11-07 1981-06-09 Matsushita Electric Ind Co Ltd Coffee brewer with mill
DE3170063D1 (en) * 1980-12-27 1985-05-23 Toshiba Kk Coffee maker
US4431028A (en) * 1981-04-06 1984-02-14 Smith International, Inc. Multiple orifice valve with low volume flow control

Also Published As

Publication number Publication date
GB2120534B (en) 1986-01-22
US4555984A (en) 1985-12-03
DE3318302A1 (de) 1983-11-24
GB8313708D0 (en) 1983-06-22
DE3318302C2 (nl) 1987-10-01
GB2120534A (en) 1983-12-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8301762A (nl) Koffiezetinrichting.
EP0752824B1 (en) A brewer
US7219596B2 (en) Coffee brewer with loading and ejection mechanism for a coffee cartridge
JP4693780B2 (ja) 1回分飲料ブリューアのためのブリュー・チャンバ
EP1915075B1 (en) Closing mechanism for brewing device
NL8501669A (nl) Gecombineerde koffiemaal- en -zetmachine.
CN117322765A (zh) 用于定量配给咖啡豆的设备
US5823096A (en) Automatic infusing apparatus
JPH11262452A (ja) コ―ヒ―液抽出機
US5671657A (en) Multiple hopper grinder
US5771791A (en) Multipurpose juice extractor
EP0962178A1 (en) Single cup brewer having special brew chamber
US6857355B2 (en) Filter-holder for espresso coffee machine
US20200015619A1 (en) French Press
NL1026319C1 (nl) Multifunctionele koffiezetter.
JP5065917B2 (ja) 飲料抽出装置
RU2772697C2 (ru) Блок кофейного аппарата с контейнером для зерен, дозирующим устройством и помольным устройством
EP4117491B1 (en) Pod espresso machine, with separate waste collection of the pod components
RU2821226C1 (ru) Капсульная кофемашина с раздельным сбором отходов капсульных компонентов
US20230072689A1 (en) Pod espresso machine, with separate waste collection of the pod components
KR900007762Y1 (ko) 커피 분쇄기
JPS6135131Y2 (nl)
EP1720136A2 (en) Cup handling mechanism particularly for a beverage vending machine
CA2262433C (en) Single cup brewer having special brew chamber
JPH0157398B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed