NL8301612A - Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig. - Google Patents

Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL8301612A
NL8301612A NL8301612A NL8301612A NL8301612A NL 8301612 A NL8301612 A NL 8301612A NL 8301612 A NL8301612 A NL 8301612A NL 8301612 A NL8301612 A NL 8301612A NL 8301612 A NL8301612 A NL 8301612A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lever
vehicle
hydraulic
wheel
towed vehicle
Prior art date
Application number
NL8301612A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hulo Pannerden B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hulo Pannerden B V filed Critical Hulo Pannerden B V
Priority to NL8301612A priority Critical patent/NL8301612A/nl
Publication of NL8301612A publication Critical patent/NL8301612A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D13/00Steering specially adapted for trailers
    • B62D13/02Steering specially adapted for trailers for centrally-pivoted axles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

* « - 1 -
Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het besturen van de wielen of ëën of meer wiel-stellen van een getrokken voertuig onder gebruikmaking van een hefboom, die is aangebracht aan het getrokken 5 voertuig voor verzwenking in een in hoofdzaak horizontaal vlak, welke hefboom enerzijds is gekoppeld met elementen die zijn verbonden met de te besturen wielen of wiel-stellen en anderzijds scharnierend is verbonden met het ene einde van een stang waarvan het andere einde onder 10 invloed staat van het trekkende voertuig, zodanig dat wanneer bij het verzwenken van de wielen van het trekkende voertuig de hartlijnen van beide voertuigen niet meer in eikaars verlengde komen te liggen de stang de hefboom doet verzwenken, welke verzwenking een wijziging van de 15 stand van de wielen van het getrokken voertuig teweegbrengt.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.456.165. Bij deze bekende besturingsinrichting is tussen de hefboom en het te besturen wielenstel een stang aangebracht. Daar deze 20 stang zowel trek- als drukkrachten moet overbrengen, is de stang in twee delen onderverdeeld. Ter plaatse van de deling zijn de stangdelen ondersteund door middel van een hefboom, die scharnierend is verbonden met het chassis van het voertuig.
25 Hoewel een dergelijke constructie in bepaalde gevallen nog aanvaardbaar is, kan hij bezwaren opleveren bij lange opleggers, zoals deze in de praktijk voor bepaalde doeleinden worden toegepast. Wanneer bijvoorbeeld een lage ligging van de laadvloer gewenst is, kan dit 30 niet optimaal worden verwezenlijkt, door de aanwezigheid van de stangen.
Verder kan het enigszins in lengte torderen van een lange oplegger leiden tot vastklemming van scharnierpunten van de stangen, tenzij bijzondere 35 maatregelen worden toegepast om dit te voorkomen.
De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffen en voorziet er daartoe in, dat voor de koppeling 8301612 - 2 - van de hefboom met een te besturen wiel of wielstel is voorzien in ten minste ëën eerste dubbelwerkende hydraulische cilinder, die is aangebracht tussen de hefboom en een vast punt van het getrokken voertuig en in ten 5 minste ëën tweede dubbelwerkende hydraulische cilirLder, die is aangebracht tussen de met het te besturen wiel of wielstel verbonden elementen en een vast punt van het getrokken voertuig, waarbij de hydraulische cilinders zodanig zijn opgesteld en zodanig door een stel hydraulische 10 leidingen met elkaar zijn gekoppeld, dat een door ver-zwenking van de hefboom veroorzaakte in- of uitschuiving van de zuigerstang van de eerste hydraulische cilinder door de verplaatsing van het hydraulische medium in de betreffende cilinder en in de verbindingsleidingen tussen 15 de eerste en de tweede cilinder een passende in- of uitschuiving van de zuigerstang van de tweede hydraulische cilinder plaatsvindt.
De koppeling tussen de hefboom en de te besturen wielen vindt dus in wezen op hydraulische wijze 20 plaats en de hydraulische leidingen kunnen op de meest geschikte plaats worden gelegd en wel zodanig, dat de mogelijkheid van beschadiging van de leidingen bijzonder klein is. De leidingen nemen ook bijzonder weinig ruimte in en kunnen eventueel geheel of gedeeltelijk flexibel 25 zijn uitgevoerd, waardoor de plaatsing van de leidingen aan nog minder beperkingen onderhevig is.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding wordt er in voorzien een dubbel stel eerste en tweede hydraulische cilinders aan te brengen, waarbij de 30 hydraulische systemen van de beide stellen geheel gescheiden zijn uitgevoerd.
Bij het optreden van lekkage in één van beide systemen blijft hierdoor de zaak bestuurbaar, totdat reparatie van het betreffende systeem kan plaatsvinden.
35 Bij de bekende inrichting is verder de stang, die enerzijds is verbonden met de hefboom, aangebracht op het getrokken voertuig, anderzijds verbonden met een punt van het trekkende voertuig, dat op enige afstand ligt van het draaipunt tussen beide voertuigen.
40 Bij een gelede autobus, waarop het betreffende 8301612 * · - 3 -
Offenlegungsschrift in het bijzonder betrekking heeft, vormt het geen bezwaar de stang min of meer blijvend scharnierend te verbinden met het trekkende voertuig.
Een dergelijke verbinding levert echter wel 5 bezwaren op bij een combinatie van trekker en oplegger, waarbij de oplegger vaak van de trekker moet worden losgekoppeld.
De uitvinding voorziet er dan ook in, dat de stang, waarvan het ene einde is verbonden met de 10 hefboom, aan het andere einde is verbonden met een schijf die draaibaar is aangebracht op het getrokken voertuig voor verdraaiing om de vertikale scharnieras tussen het getrokken en het trekkende voertuig, welke schijf is voorzien van een naar beneden toe stekende wig, die bij 15 het koppelen van de beide voertuigen komt te vallen in een uitsparing in de schotelkoppeling die is aangebracht op het trekkende voertuig voor het ondersteunen van een deel van het getrokken voertuig, voor het trekken daarvan.
Op deze wijze wordt dus bereikt, dat de stang 20 niet verbonden behoeft te worden met het trekkende voertuig na het koppelen van de beide voertuigen. Bij het koppelen van de voertuigen worden dus bepaalde handelingen vermeden, zlodat de koppeling zo snel mogelijk kan plaatsvinden.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan 25 de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een bovenaanzicht toont van een getrokken voertuig, voorzien van de bedienings-stang en de hydraulische overbrenging volgens de onder-30 havige uitvinding; fig. 2 schematisch de stand van de wielen en van enkele andere delen aantoont van het trekkende en het getrokken voertuig wanneer deze voertuigen een bocht beschrijven; 35 fig. 3 een bovenaanzicht toont van enkele onder delen van de inrichting volgens de uitvinding; en fig. 4 een zijaanzicht toont van de onderdelen van fig. 3.
Fig. 1 toont zeer schematisch het getrokken 40 voertuig 1, dat bij het in de figuur linkereinde kan worden 8301612 - 4 - ondersteund door het trekkende voertuig 2 (zie fig. 2), bij het koppelen van de beide voertuigen.
Aan het andere einde is het voertuig 1 voorzien van bestuurbare wielstellen 3 resp. 4, omvattende de 5 wielen 5 resp. 6, die worden ondersteund vanaf een draaischijf 7 resp. 8. De draaischijven 7 en 8 zijn met elkaar gekoppeld door middel van een stang 9, zodanig dat een bepaalde verzwenking van het wielstel 3 een passende verzwenking van het wielstel 4 met zich brengt.
10 Fig. 2 toont het verband tussen de verzwenking van de wielstellen 3 en 4, in combinatie met de verzwenking van de bestuurbare wielen van het trekkende voertuig 2.
Zoals blijkt zullen de draaiïngsassen van alle wielen van de combinatie zoveel mogelijk steeds door één punt 15 gaan, waardoor de wrijving tussen de wielen en de grond zo minimaal mogelijk wordt gehouden.
Zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. 3 en 4 omvat het voertuig 1 een steunschijf 10, die komt te rusten op de schotelkoppeling 11, zie fig. 2, die 20 is verbonden met het trekkende voertuig 2. Na het koppelen van de beide voertuigen dient de met de steunschijf 10 verbonden pen 12 als koppelingspen tussen beide voertuigen en de beide voertuigen kunnen dus ten opzichte van elkaar verzwenken om de hartlijn van de pen 12.
25 Op de schijf 10 is een draaikrans 13 aangebracht, die op niet nader weergegeven wijze vast is verbonden met het voertuig 1 en die dus de plaat 10 draaibaar ondersteunt.
Op zijn onderzijde is de plaat 10 voorzien van een wig 14, die bij het koppelen van de beide voertuigen 30 1 en 2 komt te vallen in de sleuf 16, die zich in de schotelkoppeling 11 bevindt, zoals aangegeven in fig. 2.
In fig. 4 is het bovenvlak van de schotelkoppeling 11 schematisch met een streeplijn aangeduid.
Doordat de wig 14 in de sleuf 16 komt te vallen, 35 zal de plaat 10 een vaste stand innemen ten opzichte van het trekkende voertuig 2 en verdraaien ten opzichte van het voertuig 1, wanneer de voertuigen een bocht beschrijven.
Op zijn bovenzijde draagt de plaat 10 een pen 17, 40 die zich binnen de draaikrans 13 bevindt. Op de pen 17 8301612 - 5 - is door middel van een moer 18 het oog van een stang 19 scharnierend vastgezet. Het andere einde van de stang 19 is door middel van een pen 20 en de moer 21 verbonden met de hefboom 22, die gedeeltelijk de vorm heeft van een 5 schijf en draaibaar wordt ondersteund door middel van het deel 23, dat vast is verbonden met het voertuig 1. Het zal duidelijk zijn,dat de draaikrans 13 op zodanige wijze met het chassis van het voertuig 1 is verbonden, dat de stang 19 vrij kan verzwenken bij verdraaiing van de schijf 10 10 ten opzichte van de draaikrans 13.
De hefboom 22 is door middel van pennen 24 en moeren 25 scharnierend verbonden met hydraulische cilinders 26' en 27. Het andere einde van deze cilinders 26 en 27 is door middel van pennen 28 en moeren 29 scharnierend 15 verbonden met een plaat 30, die vast is verbonden met het voertuig 1.
Zoals blijkt uit fig. 1 is de schijf 7 van het wielstel 3 van het voertuig 1 in twee punten 31 resp. 32 scharnierend verbonden met hydraulische cilinders 33 20 resp. 34, waarvan het andere einde is verbonden met een vast deel van het voertuig, op dezelfde wijze als beschreven voor de cilinders 26 en 27 weergegeven in de fig. 3 en 4.
De cilinders 26 en 31 zijn met elkaar verbonden 25 door twee hydraulische leidingen 35 en 36 en de cilinders 27 en 34 zijn met elkaar verbonden door hydraulische leidingen 37 en 38.
De leidingen 35-38 worden alle gevuld met. olie door gebruik te maken van de handpomp 39, die olie, 30 aanwezig in het reservoir 40, onder druk brengt en via het ventiel 41 en de geopende kranen 42 toevoert aan de leidingen en aan de hydraulische cilinders. Manometers 43 zijn aanwezig voor het controleren van de drukken optredende in leidingen, terwijl een overstroomklep 44 35 aanwezig kan zijn om te voorkomen dat een te hoge druk in het systeem wordt opgewekt tijdens het vullen en uitlijnen van het wielstel 3 van het voertuig 1. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer de schijf IQ zich in zijn middelste stand bevindt de langsassen van de voertuigen 40 1 en 2 in elkaar verlengde zullen liggen en dat dan de 8301612
« V W
- 6 - wielen 5 van het wielstel 3 zich in de middelste stand moeten bevinden.
Nadat deze stand is bereikt door gebruik te maken van het ventiel 41 worden de kranen 42 dichtgedraaid, 5 zodat slechts een verplaatsing van olie op kan treden tussen de cilinders 26 en 33, resp. 27 en 34.
De werking van het systeem is nu als volgt.
Bij het koppelen van voertuigen 1 en 2 komt de wig 14, verbonden met de plaat 10 te vallen in de uit-" 10 sparing 16 van de schotelkoppeling 11 van het trekkende voertuig 2. Wanneer de hartlijnen van de beide voertuigen in eikaars verlengde liggen zal de wig 14 zich in de middenstand bevinden, zoals dit is weergegeven in fig. 3 en de hefboom 22 zal in de neutrale stand staan en de 15 wielstellen 3 en 4 zullen gecentreerd staan, zoals dit is weergegeven in fig. 1.
Wanneer nu de voorwielen van het voertuig 2 worden verzwenkt om de combinatie een bocht te doen beschrijven, zal de plaat 10 ten opzichte van het getrokken 20 voertuig 1 gaan verzwenken, zodat de stang 19 de hefboom 22 eveneens zal doen gaan verzwenken.
Wanneer bijvoorbeeld wordt verondersteld, dat, zoals aangegeven in fig. 2, de combinatie een bocht naar links gaat beschrijven, dan zal de plaat 10 linksom worden 25 gedraaid en de stang 19 zal verplaatst worden in de richting van de pijl P als aangegeven in fig. 1. De hefboom 22 zal linksom worden verzwenkt, waardoor de zuigerstang van de hydraulische cilinder 26 naar buiten toe zal bewegen en de zuigerstang van de hydraulische cilinder 27 30 naar binnen toe. In de leidingen 35, 36, 37 en 38 zal daardoor olie worden verplaatst in de richting als aangegeven met de pijlen en hierdoor zal de zuigerstang van de cilinder 33 naar binnen toe worden verplaatst en de zuigerstang van de cilinder 34 naar buiten toe.
35 De schijf 7 wordt hierdoor rechtsom verplaatst, als aangegeven met de pijl R, waardoor het wielstel 3 ten opzichte van het voertuig 1 gaat verzwenken, zoals aangegeven in fig. 2, onder meeneming van het wielstel 4.
Daar het gehele hydraulische systeem dubbel 40 is uitgevoerd en alle leidingen gescheiden zijn gehouden, 3301612
A
• ψ * - 7 - zal bij het uitvallen van het ene systeem de inrichting toch nog bedrijfszeker zijn.
Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding in de tekening is 5 weergegeven en in het bovenstaande is beschreven, en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.
- conclusies - 830 1 6 1 2

Claims (3)

1. Inrichting voor het besturen van de wielen of êên of meer wielstellen van een getrokken voertuig onder gebruikmaking van een hefboom, die is aangebracht aan het getrokken voertuig voor verzwenking in een in hoofdzaak 5 horizontaal vlak, welke hefboom enerzijds is gekoppeld met elementen die zijn verbonden met de te besturen wielen of wielstellen en anderzijds scharnierend is verbonden met het ene einde van een stang waarvan het andere einde onder invloed staat van het trekkende voertuig, zodanig 10 dat wanneer bij het verzwenken van de wielen van het trekkende voertuig de hartlijnen van de beide voertuigen niet meer in elkaar verlengde komen te liggen de stang de hefboom doet verzwenken, welke verzwenking een wijziging van de stand van de wielen van het getrokken voertuig 15 teweegbrengt, met het kenmerk, dat voor de koppeling van de hefboom met een te besturen wiel of wielstel is voorzien in ten minste één eerste dubbelwerkende hydraulische cilinder, die is aangebracht tussen de hefboom en een vast punt van het getrokken voertuig en in ten 20 minste één tweede dubbelwerkende hydraulische cilinder, die is aangebracht tussen de met het te besturen wiel of wielstel verbonden elementen en een vaste punt van het getrokken voertuig, waarbij de hydraulische cilinders zodanig zijn opgesteld en zodanig door een stel hydraulische 25 leidingen met elkaar zijn gekoppeld, dat een door verzwenking van de hefboom veroorzaakte in- of uitschuiving van de zuigerstang van de eerste hydraulische cilinder door de verplaatsing van het hydraulische medium in de betreffende cilinder en in de verbindingsleidingen tussen 30 de eerste en de tweede cilinder een passende in- of uitschuiving van de zuigerstang van de tweede hydraulische cilinder plaatsvindt.
2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat een dubbel stel eerste en tweede 35 hydraulische cilinders is aangebracht, waarbij de hydraulische systemen van de beide stellen geheel gescheiden zijn uitgevoerd. 3301612 . Λ 9 4 - 9 -
3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stang, waarvan het ene einde is verbonden met de hefboom, aan het andere einde is verbonden met een schijf die draaibaar is 5 aangebracht op het getrokken voertuig voor verdraaiing van de vertikale scharnieras tussen het getrokken en het trekkende voertuig, welke schijf is voorzien van een naar beneden toe stekende wig, die bij het koppelen van de beide voertuigen komt te vallen in een uitsparing 10 in de schotelkoppeling die is aangebracht op het trekkende voertuig voor het ondersteunen van een deel van het getrokken voertuig, voor het trekken daarvan. 3 3 0 1 6 1 2
NL8301612A 1983-05-06 1983-05-06 Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig. NL8301612A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8301612A NL8301612A (nl) 1983-05-06 1983-05-06 Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8301612A NL8301612A (nl) 1983-05-06 1983-05-06 Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig.
NL8301612 1983-05-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8301612A true NL8301612A (nl) 1984-12-03

Family

ID=19841819

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8301612A NL8301612A (nl) 1983-05-06 1983-05-06 Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8301612A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0546636A1 (en) * 1991-12-13 1993-06-16 Koninklijke Nooteboom Trailers B.V. Pulled vehicle having steerable wheels

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0546636A1 (en) * 1991-12-13 1993-06-16 Koninklijke Nooteboom Trailers B.V. Pulled vehicle having steerable wheels

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3527476A (en) Combination towing vehicle and trailer and hitch assembly therefor
US6371505B1 (en) Double gooseneck trailer
US4372727A (en) Trailer including a multiple fold powered ramp tail
US5667231A (en) Trailer
US4015735A (en) Means for changing the position of a load-carrying component of a transport unit
US3479049A (en) Axle load distributing and balancing device
US2310284A (en) Front end loader
US7547178B1 (en) Hydraulic tail trailer
US2173277A (en) Trailer
US3448874A (en) Mobile crane with spaced pivotally mounted booms
DK3184405T3 (en) Semitrailer with recessed vanes
US3103288A (en) Bulk-hauling dump vehicles
NL8301612A (nl) Inrichting voor het besturen van de wielen van een getrokken voertuig.
US4375343A (en) Railcar transporting trailer
US3057499A (en) Trailer tractor for rail-highway freight transfer equipment
US5005851A (en) Truck mounted jeep having adjustable axle and loading capacity
GB2212132A (en) Apparatus for a folding-down loader tailboard
JPH04500645A (ja) 対地車とトレーラとの間の伝送及び連接構造体
US2979341A (en) Fifth wheel assembly
US2407447A (en) Fifth wheel mechanism for tractors
US3181889A (en) Trailer clearance device
DE4127106C2 (de) Mobiles Brückenlegegerät
CA2094064A1 (en) Extension axle apparatus for over-the-road trailer assembly
EP0068772A1 (en) Improvements in or relating to trailers
US2630929A (en) Hydraulic truck body tilting mechanism

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed