NL8301534A - Inrichting voor het weergeven van televisiebeelden met een afbuigeenheid met comacorrecties. - Google Patents

Description

-C - s , J.........

PHN 10-667 , N.V. Philips' Gloeilairpenfahrieken te Eindhoven "Inrichting voer het weergeven van televisiebeelden net een afbuig- eenheid met ccmacorrectors"

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het weergeven van televisiebeelden met een beeldbuis in de hals waarvan zich een electranenkanonsysteem voor het uitzenden van tenminste één elektronenbundel naar een beeldscherm bevindt met een af-5 buigeenheid die coaxiaal om de beeldbuis is bevestigd, welke afbuig'- eenheid een lijnafbuigspoelenstelsel dat bij bekrachtiging de elektronenbundel in een eerste richting afbuigt en een beeldafbuigspoelenstelsel dat bij bekrachtiging de elektronenbundel in een richting dwars op de eerste richting afbuigt omvat, welk beeldafbuigspoelenstelsel 10 twee diametraal ten opzichte van elkaar gelegen beeldafbuigspoelen van het zadeltype bevat, waarbij elke beeldafbuigspoel een aantal geleiders bevat die eerste en tweede zijpakketten die zich in de longitudinale richting van de afbuigeenheid uitstrekken, een boogvormige eerste voorste eindsectie en een boogvormige eerste achterste 15 eindsectie, welke tezamen een eerste venster definiëren, vormen.

Bij monochrome beeldbuizen is het elektronenkanonsysteem ingericht cm één electronenbundel op te wekken, terwijl bij kleurenbeeldbiizen van het in-line type het eléktronen-kanonsysteem ingericht is cm drie co-planaire elèktranenbundels op te wekken die 20 cp het beeldscherm convergeren.

De cm de beeldbuis geplaatste afbuigeenheid voor het afbuigen van de elektronenbundels wordt gebruikt om de elektronenbundels in de ene of in de andere richting van hun normale onaf gebogen rechte baan af te buigen, zodat de bundels geselecteerde punten van 25 het beeldscherm treffen cm daarop visuele indicaties te verschaffen.

Door de magnetische aftuigvelden op geschikte wijze te variëren kunnen de elèktranenbundels athaog of omlaag en naar links of naar rechts over het (vertikaal geplaatste) beeldscherm bewogen worden. Door tegelijkertijd de intensiteit van de bundels te variëren kan een visuele 30 presentatie van informatie of een beeld pp het beeldscherm gevormd warden. De om het halsgedeelte van de beeldbuis bevestigde afbuigeenheid omvat om de elektronenbundels in twee dwars cp elkaar staande richtingen af te kunnen buigen twee afbuigspoelenstelsels. Elk stelsel bevat 8301534 1 f‘ ' * EHN 10.667 2 twee spoelen die aan tegenover elkaar gelegen zijden van de buishals zijn geplaatst, waarbij de stelsels ten opzichte van elkaar 90° cm de buishals verschoven zijn. Bij bekrachtiging produceren de twee af-buigspoelenstelsels orthogonale afbuigvelden.

5 De velden staan in wezen loodrecht op de baan van de onaf gebogen elektronenbundels. Een cylindrische kern van magnetiseer-baar materiaal die, als de afbuigspoelenstelsels beide van het^zadel-type zijn nauw om de afbuigspoelenstelsels heen kan liggen, wordt meestal toegepast om de afbuigvelden te concentreren en de fluxdicht-10 heid in het afbuiggebied te vergroten.

Om aan bepaalde eisen ten aanzien van de beeldkwaliteit te voldoen dienen de (dynamische) magnetische afbuigvelden vaak sterk gemoduleerd te worden. Zo maken bijvoorbeeld de steeds strenger wordende eisen qp het punt van convergentie bij drie-in-lijn kleurentelevisie 15 systemen naast een sterke negatieve magnetische zespool component in het middengebied van het beeldafbuigveld een sterke positieve magner tische zespool component aan de kanonzijde van het beeldafbuigveld noodzakelijk. De sterke positieve zespool component is noodzakelijk voor beeldcomacorrectie. (Het effect van een positieve zespool component 20 op het dipool afbuigveld is een kussenvormig veldverloop) Voor een zelf-convergerend in-line kleurensysteem met groen als middenbundel en rood en blauw als buitenbundels wordt onder beeldcoma verstaan: een vertikale verschuiving van rood en blauw t.o.v. groen. Worden er geen maatregelen genomen tot comacorrectie, dan zullen rood en blauw sterker 25 afgebogen worden dan groen. Bij een kussenvormige afbuigveld aan de kanonzijde ondervinden rood en blauw een zwakker afbuigveld dan groen. Rood en blauw zullen daardoor minder sterk af gebogen worden.

Weergeef inrichtingen van de in de aanhef beschreven soort bevatten beeldafbuigspoelen van het zadeltype. Dit zijn zelf-30 dragende spoelen die een aantal geleiders bevatten welke gewikkeld zijn om eerste en tweede zijpakketten, een boogvormige eerste eind-sectie en een boogvormige tweede eihdsectie, die tezamen een venster definiëren, te produceren. Bij dergelijke spoelen kunnen de achterste (kanonzijdige) eindsecties t.o.v. het profiel van de beeldbuis omhoog 35 geklapt zijn (het oorspronkelijke type zadelspoel) of neergeklapt zijn (bij dit type zadelspoel volgt de achterste eindsectie a.h.w. het buisprofiel).

Een kussenvormig veld wordt opgewekt als de venster- / 8301534 i % I · » I m EHN 10.667 3 openingen van de twee zadelspoelen van een afbaigspoelenstelsel groot zijn, een tonvormig veld als de vensteropeningen klein zijn. Voor een zelfconvergerend systeem neet het beeldafbuigveld in het middengebied een tanvormige verdeling hébben (de afzonderlijke zadelbeeld-5 afbuigspoelen moeten dus een kleine vensteropening hebben), aan de kanonzijde een kussenvormige verdeling (: grote vensteropening) en aan de kelkzijde een homogene of meer of minder kussenvormige verdeling, ervan afhankelijk hoeveel Oost-West rastervertekening men wil toelaten. Soortgelijke veldverdelingen zijn ook van belang voor monochrome 10 beeldbuis/afbuigeenheid sys teren die een hoog oplossend vermogen moeten hebben.

Tot nu toe is het niet mogelijk gebleken on met gebruikmaking van de gangbare wikkelmethoden zadelspoelen met een zo sterk variërende vensteropening als voor de genoemde toepassingen gewenst 15 is te maken. Wel zijn er verschillende compromisoplossingen bekend cm het probleem minder groot te maken. Zo kan men aan de kanenzijde met een minder groot venster dan in feite nodig is volstaan door met behulp van binnen het beeldafbiigspoelenstelsel, dwars in het beeldafbuigveld geplaatste, segmenten van zacht-magnetisch metallisch 20 materiaal het beeldafbuigveld plaatselijk kussenvormig te maken. Het gebruik van dergelijke segmenten is echter uit energetisch oogpunt gezien nadelig omdat ze het veld gedeeltelijk af schermen. Bovendien is hun effect beperkt.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een 25 spoelontwerp voor een weergeefsysteem van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen dat leidt tot het opwekken van een beeldafbuigveld met de t.a.v. zelfconvergentie en OostrWëst rastervertekening gewenste veldvaan met aan de kanonzijde de kussenvormigheid versterkende middelen die de gevoeligheid van het beeldafbuigsysteem niet nadelig 30 beïnvloeden.

Een weergeef inrichting met beeldbuis en afbuigeenheid van de in de aanhef beschreven soort heeft daartoe als kenmerk, dat het beeldafbuigspoelenstelsel aan zijn kanonzijde voorzien is van tvree diametraal ten opzichte van elkaar gelegen boogvormige segmenten van 35 zacht-magnetisch materiaal die aan hun uiteinden naar binnen gerichte, (radiaal verlopende) uitlopers hebben, waarbij elk segment samen met zijn uitlopers een deel van een zijpakket van de ene beeldafbuigspoel en een deel van het daaraan grenzende zijpakket van de andere beeld- 8301534 1 ' Φ 1 ' Μ ΡΗΝ 10.667 4 afbuigspoel aan hun buitenzijden omvat.

Zoals nog nader zal worden uiteengezet kan een dergelijke speciale toepassing van zacht-mgnetische segmenten, die windingsgeleiders van de beeldafbuigspoelen aan hun buitenzijden omvatten 5 en dus tuiten het beeldafbuigveld liggen niet alleen leiden tot een gewenste sterke kussenvormigheid van het beeldafbuigveld aan de kanonzijde, maar bovendien tot een vergroting van de gevoeligheid van het beeldafbuigsys teem. Vergeleken met een conventionele afbuigeenheid met comacorrectie middelen die in het beeldafbuigveld geplaatst zijn, is 10 een belangrijk aspect, dat de comacorrectiemiddelen die bij de uitvinding toegepast worden de mate van kussenvormigheid van een door de beeldafbuigspoelen orxrewekt kussenvormig beeldafbuigveld kunnen versterken, wat de correctors die bij de conventionele afbuigeenheid toegepast worden,niet kunnen.

15 Een beeldafbuigspoelenstelsel dat op zich al een afbuigveld met een sterke kussenvormigheid aan de kanonzijde, (in combi--natie met een tonvormige verdeling in het midden en een kussenvormige verdeling aan de schermzijde) kan produceren is een beeldafbuigspoelenstelsel waarbij elke spoel uit twee sub-spoelen bestaat die in axiale 20 richting t.o.v. elkaar zijn gearrangeerd en waarbij de subspoelen die zich aan de kanonzijde bevinden een wikkelconfiguratie hebben voor het tezamen opwekken van een kussenvormige veldverdeling, terwijl de subspoelen die zich aan de beeldschermzijde bevinden een wikkelconfiguratie hebben voor het tezamen opwekken van een tonvormige veldverdeling 25 aan hun van het beeldscherm afgekeerde zijden en een kussenvormige veldverdeling aan hun naar het beeldscherm gekeerde zijden.

De toepassing bij een dergelijk afbuigspoelenstelsel van segmenten van zacht-magnetisch materiaal op de wijze volgens de uitvinding leidt tot de opwekking van een zeer sterke kussenvormige veldverdeling aan 30 de kanonzijde.

Een alternatief beeldafbuigspoelenstelsel waarbij de uitvinding met voordeel toepasbaar is, en dat het voordeel heeft dat de afzonderlijke spoelen niet elk uit twee subspoelen, maar uit één enkele spoel bestaan, wordt gekenmerkt, doordat elke beeldafbuig-35 spoel verdere geleiders bevat die derde en vierde zijpakketten, alsmede tweede voorste en achterste eindsecties, die tezamen een binnen het eerste venster gelegen tweede venster definiëren, vormen.

Dit laatste beeldafbuigspoelenstelsel bestaat a.h.w. uit spoelen met 8301534 * 4 PHN 10.667 5 ï .

twee stellen windingspakketten die aan de kanonzijde een verschillende lengte hebben. Het buitenste pakket, met de grotere vensteropening, loopt aan de kanonzijde het verst door, waardoor aan de kanonzijde een kussenvormig veld wordt opgewekt. Het binnenste windingenpakket 5 heeft aan zijn kanonzijde een kleinere vensteropening, waardoor het samenstel in het middengebied van het afbuigveld niet een kussenvormig, maar een sterker of minder sterk tonvarmig veld opwekt. Deze kleinere vensteropening verwijdt zich in de richting van het beeldscherm, opdat aan de schermzijde van het afbuigveld een homogeen of een sterker of 10 minder sterk kussenvormig afbuigveld wordt opgewekt. Dit laatste is afhankelijk van de mate van verwijding. Ook in dit geval kunnen met voordeel twee magnetische segmenten op de wijze volgens de uitvinding gearrangeerd worden opdat de kussenvormigheid van het veld aan de kanonzijde nog versterkt wordt.

15 De uitvinding betreft tevens een afbuigeenheid voor een inrichting als bovenbeschreven.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening:

Figuur 1 toont een schematische dwarsdoorsnede (langs 20 het y-z vlak) van een weergeef inrichting met een kathodestraalbuis met een daarop gemonteerde afbuigeenheid.

Figuur 2 geeft aan de hand van de parameter 0c de zespoolcomponent van een afbuigveld weer die bepalend is voor de mate van kussen- respectievelijk tonvormigheid dwars op de z-as van een 25 m.b.v. een voor de uitvinding karakteristiek beeldafbuigspoelenstelsel opgewekt beeldafbuigveld.

Figuur 3A toont een aanzicht van een doorsnede langs de lijn 111-111' van Figuur 1. Figuur 3B toont een overeenkomstig aanzicht van een doorsnede door een conventionele weergeef inrichting.

30 Figuur 4 toont een perspectivisch achteraanzicht van een beeldafbuigspoelenstelsel volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een helft van een alternatief beeldafbuigspoelenstelsel volgens de uitvinding · 35 Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht van een tweede alternatief beeldafbuigspoelenstelsel volgens de uitvinding .

Figuur 7 toont aan de hand van dwarsdoorsneden door een beeldbuis de opbouw van een lijnafbuigveld.

8301534 * 4 * * EHN 10.667 6

Figuur 8 toont aan de hand van dwarsdoorsneden door een beeldbuis de opbouw van een beeldafbuigveld met een kussenvormige verdeling.

Figuur 9 toont aan de hand van dwarsdoorsneden door 5 een beeldbuis de opbouw van een beeldafbuigveld net een tonvormige verdeling.

Figuur 1 toont in dwarsdoorsnede een weergeef inrichting net een kathodestraalbuis 1 met een van een smal halsgedeelte 2 waarin een electronerikanonnensysteem 3 is gemonteerd, naar een wijd 10 kelkvormig gedeelte 4, dat van een beeldscherm 5 is voorzien, verlopende omhulling 6. Op de buis is qp de overgang tussen het smalle en wijde gedeelte een afbuigeenheid 7 gemonteerd. Deze afbuigeenheid 7 bevat een drager 8 van isolerend materiaal met een voorste uiteinde 9 en een achterste uiteinde 10. Tussen deze uiteinden 9 en 10 bevinden 15 zich aan de binnenzijde van de drager 8 een afbuigspoelenstel 11, 11' voor opwekking van een (lijn) afbuigveld voor afbuiging in horizontale richting van door het elektronenkanonsysteem 3 geproduceerde elektronen-fcundels en aan de buitenzijde van de drager 8 een spoelenstel 12, 12' voor opwekking van een (beeld) afbuigveld voor afbuiging in verticale 20 rióhting van door het elektronenkanon systeem 3 geproduceerde elektronenbundels. De afbuigspoelenstelsels 11, 11' en 12, 12' zijn omgeven door een ringkern 14 van magnetiseerbaar materiaal. De afzonderlijke spoelen 12, 12' van het beeldafbuigspoelenstelsel zijn evenals de spoelen 11, 11' van het lijnafbuigspoelenstelsel van het zadeltype met neergéklapte 25 achterste eindsecties..

De uitvinding betreft in het algemeen het opwekken van een beeldafbuigveld met een veldverdeling volgens figuur 2.

Figuur 2 geeft aan de hand van de parameter öt de zes-poolccmponent van een voor de uitvinding karakteristiek (beeld) afbuig-30 veld weer. Een positieve waarde van de zespoolcomponent treedt op aan de kanonzijde (z - zQ) en aan de schermzijde (z = zg) van het afbuigveld, een negatieve waarde van oc treedt qp in het middengebied van het af-hiigveld. Zoals nog nader zal worden uiteengezet betekent dit dat het afbuigveld aan de kanonzijde kussenvormig is, in het middengebied 35 tonvormig en aan de schermzijde kussenvormig.

Figuur 4 toont in perspectief het beeldafbuigspoelenstelsel 12, 12' van fig. 1 gezien vanaf de kanonzijde. Spoel 12' is opgebouwd uit een eerste zij pakket 16 en een tweede zijpakket 18, en 8301534 , * 4.

• * · ΡΗΝ 10.667 7 een achterste eindsectie 19 en een voorste eindsectie 20 die tezamen een venster 17 definiëren. De achterste eindsectie 19 is vergeleken met de voorste eindsectie 20 neergeklapt. Spoel 12 is op dezelfde wijze cpgebouwd. als spoel 12'. Spoel 12 heeft een neergeklapte achterste 5 eindsectie 21. Cm de kussenvormigheid van het aan de zijde met de kleinere diameter (de kanonzijde) bij bekrachtiging opgewekte afbuig-veld zo groot te maken als gewenst is, is het beeldafbuigspoelenstelsel 12, 12* voorzien van veldgeleiders in de vorm van segmenten 15, 15'.

Dit zijn boogvormige segmenten van zacht-magnetisch materiaal met aan 10 hun uiteinden radiaal verlopende uitlopers 22, 23 resp. 24, 25 (zie Pig. 3A) die zo ver mogelijk naar het glas van de beeldbuisonïiulling 26 doorlopen. De veldgeleiders 15, 15’ zijn zodanig aangebracht dat ze aan de zijde met de smallere diameter de paketten van strocmgeleiders 27, 28 en 29, 30 van de spoelen 12, 12' aan de buitenzijde omvatten.

15 D.w.z. ze omvatten elk een strocmgeleiderpakket van spoel 12 en een stroomgeleiderpakfcet van spoel 12'. Cp deze wijze worden de (gestippeld aangegeven) veldlijnen geconcentreerd tussen de uitlopers 22, 23 en 24, 25 van de boogvormige segmenten 15, 15'. Hierdoor wordt het veld kussenvormiger dan in het geval dat de segmenten 15, 15' afwezig zijn 20 en wordt een effectieve comacorrectie gerealiseerd. Dat ook een ver-, betering bereikt wordt t.o.v. systemen met coma corrigerende segmenten die in het beeldafbuigveld geplaatst zijn toont een vergelijking mat fig. 3B. Deze toont cm een beeldbuis 126 geplaatste beeldafbuigspoelen 112, 112'. In het veld dat door de spoelen 112, 112' wordt opgewekt 25 bevinden zich cirkelvarmig gebogen segmenten 115, 115* van zacht-magnetisch materiaal. Het maximale effect van de segmenten 115, 115* is, dat ze maken dat op hun positie in het veld de (gestippelde) veldlijnen haaks op hun oppervlak verlopen. Kijkt men echter naar een neer naar binnen gelegen (net een punt-streep lijn aangegeven) cirkel, 30 dan staan de veldlijnen daar niet haaks qp. Meer naar binnen is de kussenvormigheid van het veld dus minder. M.a.w. als het veld al maximaal kussenvormig is op de plaats waar de segmenten 115, 115' • worden aangebracht, dan sorteren ze geen effect. In tegenstelling hiermee versterken de segmenten 15, 15’ van de inrichting volgens 35 de uitvinding de kussenvormigheid van het veld wél.

Verdere voordelen zijn dat het beeldafbuigsysteem gevoeliger wordt omdat de segmenten 15, 15* maken dat het net veld gevulde volume gereduceerd wordt. Buiten de segmenten 15, 15' is 8301534 « * * · t BHN 10.667 8 namelijk nauwelijks of geen veld aanwezig. Daardoor kan de ring 14 van zacht-magnetisch materiaal (Fig. 1) korter zijn dan bij bestaande systemen: hij hoeft niet langer te zijn dan het lijnafbuigspoelenstel-sel 11, 11'.

5 Beeldafbuigspoelenstelsels die van veldgeleidende segmenten 15, 15' worden voorzien, kunnen op zich verschillende uitvoeringsvormen hébben. Deze worden getoond in fig. 5 en 6.

Figuur 5 toont de toepassing van boogvormige segmenten 31, 32 die de geleiderpakketten aan de buitenzijde omvatten bij een 10 beeldafbuigspoelenstelsel met spoelen van het met het referentie-cijfer 33 aangeduide type. Dit zijn spoelen met een eerste (buiten) venster 34 waarbinnen een tweede (binnen) venster 35 gevormd is.

Doordat het buitenvenster 34 aan de zijde met de kleinere diameter (kanon) zijde verder doorloopt, is daar de vensteropening groot en 15 kan daar een beeldafbuigveld met een sterk kussenvormig verloop opgewekt worden. In het midden speelt het binnenvenster 35, dat een kleinere opening heeft, een rol. De "gemiddelde" opening is daardoor in het middengebied relatief klein, zodat daar een afbuigveld met een tonvormig 'verloop opgewekt wordt. Het op zich al sterk kussen-20 vormige veld dat met een spoelenstelsëlmet dergelijke spoelen aan de zijde met de kleinere diameter wordt opgewekt, wordt nog versterkt door de aanwezigheid van de segmenten 31, 32 van zacht magnetisch materiaal.

Figuur 6 toont een beeldafbuigspoelenstelsel gevormd 25 door twee subafbuigspoeleenheden 39, 40 die een naar het kanonsysteem (3) gekeerde sub-afbuigspoel vormen en twee sub-afbuigspoel-eenheden 41, 42 die een naar het beeldscherm (4) gekeerde sub-afbuig-spoel vormen. Coaxiaal om de lijnafbuigspoel en de beeldafbuigspoel, die in de figuur beide als spoelen van het zadeltype weergegeven zijn 30 wordt een ringkem van zachtmagnetisch materiaal geplaatst. De (achterste) sub-spoeleenheden 39 en 40 worden gevormd door windings-pakketten die een venster 44 respectievelijk 45 amsluiten. Bij bekrachtiging wékken ze samen een dipoolveld op met een sterke zespool-component die nog versterkt wordt door de plaatsing van zacht-magnetische 35 segmenten 43, 431 die aan de buitenzijde van de longitudinale windings-pakketten geplaatst zijn. Daardoor kunnen de vensteropeningen 44, 45 rechthoekig, dus eenvoudig van vorm zijn. Om zonder de aanwezigheid van segmenten 43, 43' een even sterke zespoolcomponent te kunnen opwekken 8301534 * · * ,.

4 * « EHN 10.667 9 zouden ze een zodanige ingewikkelde (achtvormige) vorm moeten hebben, dat de vervaardiging van de subspoelen 39, 40 te gecompliceerd wordt. De (voorste) sub-spoeleenheden 41 en 42 worden gevormd door windingspakketten die een venster 46, respectievelijk 47 cmsluiten.

5 De vensteropeningen zijn in wezen driehoekig van vorm, net de punt van de driehoek naar de achterste sub-spoeleenheden 39, 40 gericht, teneinde bij bekrachtiging van de sub-spoeleenheden een:dipoolveld in combinatie met, van achter naar voren toe, respectievelijk een negatief zespoolveld en een positief zespoolveld op te wekken. Het 10 resulterende beeldafbuigveld heeft daardoor een zespoolcarponent die in het middengebied van het afbuigveld sterk negatief is (zodat astigmatisme fouten minimaal zijn), aan de kanonzijde sterk positief (zodat comafouten minimaal zijn) en aan de schermzijde voldoende positief cm oost-wast rastervertekening zo klein mogelijk te maken.

15 Een bijzonder aspect van het gebruik van afbuig- spoelen van het type van fig. 6 is dat door de afstand S tussen de voorste sub-spoeleenheden 41, 42 en de achterste sub-spoeleenheden 39, 40 te variëren het effect van het negatieve zespoolveld in het middengebied groter of kleiner gemaakt kan worden. 'Hiermee is het mogelijk 20 astigmatisme fouten verregaand te corrigeren.

In dit geval zijn dus de (achterste) sub-spoeleenheden 39 en 40 elk zijn uitgevoerd als zadelspoelen met twee in omfcréksrichting van elkaar gescheiden longitudinale zijpakketten en aan zowel hun voorzijde als aan hun achterzijde in een vlak evenwijdig 25 aan de tuisomhulling liggende verbindingspakketten. De (voorste) sub-spoeleenheden 41, 42 zijn elk uitgevoerd als zadelspoelen met twee in cmtreksrichting van elkaar gescheiden zijpakketten en eveneens met aan hun achterzijde in een vlak evenwijdig aan de buisonftulling liggende verbindingspakketten.

30 Aan de hand van de fig. 7, 8 en 9 worden de in het voorafgaande gebruikte definities op het gebied van deflectie toegelicht.

Figuur 7 toont een doorsnede door een beeldbuis langs een vlak loodrecht op de z-as. In de beeldbuis opgewekte elektro-35 nenbundels zijn met R, G en B aangegeven. De pijlen in fig. 7A representeren het dipoollijnafbaigveld. In het geval van de getekende oriëntatie van het lijnafbuigveld zal afbuiging van de elektronenbundels naar rechts plaatsvinden. De drie elektronenbundels liggen dus in 8301534 EHN 10.667 10 " z' * % hetzelfde, vlak als waarin <è afbuiging plaatsvindt. De pijlen in Fig. 7B representeren een zespoolveld. De oriëntatie van het zespoolveld in fig. 7B is zodanig dat de zijbundels R en B een extra afbuiging ten opzichte van de middenbundel in het vlak waarin ze liggen ondervinden.

5 In zo'n geval definieert men het zespoolveld als een positief zespool (lijnafbuig) veld. Een zespoolveld met een oriëntatie die maakt dat de huitenbundels een geringere afbuiging dan de middenbundel in het vlak waarin ze liggen ondervinden, wordt als een negatief zespool (lijnafbuig) veld gedefinieerd. Bij het definiëren van het teken van een zes-10 poolbeeldafhiigveld wordt steeds teruggerekend naar de situatie bij een lijnafbuigveld.

Fig. 8 toont eveneens een doorsnede door een beeldbuis langs een vlak loodrecht op de z-as. De pijlen in fig. 8A representeren het dipoolbeeldafbuigveld. In het geval van de getekende oriëntatie 15 van het dipoolafbuigveld zal afbuiging van de eléktronenbundels R, G en B naar boven plaatsvinden. De drie elektronenbundels liggen in dit geval dus in een vlak loodrecht pp het vlak waarin de afbuiging plaatsvindt. De pijlen in fig. 8B representeren een zespoolveld. De oriëntatie van het zespoolveld in fig. '8B is zodanig dat men, terugrekenend 20 naar de vergelijkbare situatie bij een lijnafbuigveld (men draaie daartoe fig. 8A en 8B een kwartslag naar rechts), dit zespoolveld positief noemt. In fig. 8C is het resulterende beeldafbuigveld weergegeven, dit is kussenvormig.

Figuur 9 toont eveneens een doorsnede door een beeld-25 buis langs een vlak loodrecht op de z-as. De pijlen in fig. 9A representeren het. dipoolbeeldafbuigveld. In het geval van de getekende oriëntatie van het dipoolafbuigveld zal afbuiging van de elektronenbundels R, G en B naar boven plaatsvinden. De drie elektronenbundels liggen dus in een vlak loodrecht op het vlak waarin afbuiging plaatsvindt.

30 De pijlen in fig. 9B representeren een zespoolveld. De oriëntatie van het zespoolveld in fig. 9B is zodanig, dat men, terugrekenend naar de vergelijkbare situatie bij een lijnafbuigveld, dit zespoolveld negatief noemt. In fig. 9C is het resulterende beeldafbuigveld weergegeven, dit is tonvormig.

35 8301534

Claims (3)

1. Inrichting voor het weergeven van televisiebeelden met een beeldbuis in de hals waarvan zich een elektronenkanonsysteem voor het uitzenden van tenminste één elektronenbundel naar een beeldscherm bevindt, en met een afbuigeenheid die coaxiaal cm de beeldbuis 5 is bevestigd, welke afbuigeenheid een lijnafbuigspoelenstelsel dat bij bekrachtiging de elektronenhundel (s) in een eerste richting afbuigt en een beeldafbuigspoelenstelsel dat bij bekrachtiging de elektronenbundel (s) in een richting dwars qp de eerste richting afbuigt cravat, welk beeldafbuigspoelenstelsel twee diametraal ten opzichte van elkaar 10 gelegen beeldafbuigspoelen van het zadeltype bevat, waarbij elke beeld-afbuigspoel een aantal geleiders bevat, die eerste en tweede zij-pakketten die zich in de longitudinale richting van de afbuigeenheid uitstrekken, een boogvormige eerste voorste eindsectie en een boogvormige eerste achterste eindsectie, welke tezamen een eerste venster 15 definiëren, vormen, met het kenmerk, dat het beeldafbuigspoelenstelsel aan zijn kanonzijde voorzien is van twee diametraal tegenover elkaar gelegen boogvormige segmenten van zacht-magnetisch materiaal die aan hun uiteinden naar binnen gerichte uitlopers hebben, waarbij elk segment samen met zijn uitlopers een deel van een zijpakket van de * 20 ene beeldafbuigspoel en een deel van het aangrenzende zijpakket van de andere beeldafbuigspoel aan hun buitenzijden cravat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke beeldafbuigspoel uit twee sub-spoelen bestaat die in axiale richting t.o.v. elkaar zijn gearrangeerd en waarbij de subspoelen 25 die zich aan de kanonzijde bevinden een wikkelconfiguratie hebben voor het tezamen opwekken van een kussenvormige veldverdeling; terwijl de subspoelen die zich aan de beeldschermzijde bevinden een wikkelconfi-guratie hebben voor het tezamen opwekken van een tonvormige veldverdeling aan hun van het beeldscherm afgekeerde zijden en een kussen-30 vormige veldverdeling aan hun naar het beeldscherm gekeerde zijden.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke beeldafbuigspoel verdere geleiders bevat die derde en vierde zijpakketten, alsmede tweede voorste en achterste eindsecties, die tezamen een binnen het eerste venster gelegen tweede venster definiëren, 35 vormen. S 8301534