NL8301428A

NL8301428A - ARRANGEMENT OF PARTIAL BRAKE DISCS AT WHEELS.

Info

Publication number: NL8301428A
Application number: NL8301428A
Authority: NL
Original assignee: Bergische Stahlindustrie
Priority date: 1982-04-24
Filing date: 1983-04-22
Publication date: 1983-11-16
Also published as: ATA141183A; GB2121895A; AT392450B; GB2121895B; DE3215357C2; DE3215357A1; DK177183A; GB8310787D0; DK177183D0; FR2525714A1; IT1164894B; IT8348147A0; BE896551A

Description

* 1 w tl* 1 w tsp

Opstelling van gedeelde remschijven bij wielenArrangement of split brake discs at wheels

De uitvinding betreft de opstelling van gedeelde remschijven bij wielen van railvoertuigen met opzij aan liet wiel cm de wielas aangebrachte bevestigingsorganen en cp de remschijf-ring aanwezige evenwijdig aan de as lopende bevestigingsnokken, 5 waarbij elk bevestigingsorgaan twee radiale evenwijdig aan de as lopende vlakken bezit, waartussen de bevestigingsnok is ingeklemd en waarbij op de achterzijde van de remringen radiaal lopende ribben voor het vormen van koelluchtkanalen aanwezig zijn.The invention relates to the arrangement of split brake discs on wheels of rail vehicles with mounting members arranged on the side of the wheel along the wheel axle and the brake disc ring provided with mounting cams running parallel to the axle, each mounting member having two radial surfaces running parallel to the axle, between which the mounting cam is clamped and with radial ribs on the rear of the brake rings for forming cooling air channels.

De klembevestiging van remschijven op railvoertuigwielen 10 is bijvoorbeeld bekend uit DE-PS 20 47 513’. Ook is het bijvoorbeeld uit DE-PS 20 62 407 bekend te voorzien in een gedeelde remschijf, waarbij het deelvlak, dat de as van het wiel bevat, gaat door de op de remring aanwezige klemgroeven en de klemkracht tussen de klemgroeven en de cp de naaf aangebrachte bevestigingsnokken of 15 geleidingslijsten opgebracht moet worden door bouten, die het deelvlak van de remring overspannen en da beide helften van de remring met elkaar verbinden. Het is duidelijk dat deze bouten zeer groot moeten zijn, waardoor de niet afgeveerde massa van de wagen wordt vergroot en het nadeel wordt verkregen dat als gevolg van het steeds · 20 verwarmen en afkoelen bij het remmen beschadigingen cp de bouten kunnen optreden, die het samenhouden van de beide remringhelften in gevaar brengt.The clamping of brake discs on rail vehicle wheels 10 is for instance known from DE-PS 20 47 513 ". It is also known, for example from DE-PS 20 62 407, to provide a divided brake disc, wherein the partial surface, which contains the axle of the wheel, passes through the clamping grooves present on the brake ring and the clamping force between the clamping grooves and the hub mounting cams or guide rails fitted must be fitted by bolts, which span the part surface of the brake ring and connect the two halves of the brake ring to each other. It is clear that these bolts must be very large, thereby increasing the unsprung mass of the car and the disadvantage that the brakes may damage as a result of the constant heating and cooling during braking. of the two brake ring halves.

Ter vermijding van deze nadelen wordt overeenkomstig de onderhavige uitvinding voorgesteld de remring een even aantal 25 bevestigingsnokken te geven en het deelvlak, waarin de wielas moet liggen, te laten gaan door twee tegenover elkaar gelegen bevestigingsnokken.In order to avoid these disadvantages, it is proposed according to the present invention to give the brake ring an even number of fastening cams and to pass the partial surface, in which the wheel axle must lie, through two opposite fastening cams.

Bij voorkeur bezit elke remringhelft in het deelvlak een evenwijdig aan de as naar binnen lopende geleidingslijst, 30 respectievelijk bevestigingsnok en beide helften zijn tezamen en tegen elkaar aanliggend in een klemgroef cp het wiel of op een tussenstuk ingeklemd.Preferably, each brake ring half in the partial surface has a guide strip running inwardly parallel to the shaft, respectively the mounting cam, and both halves are clamped together and abutting against each other in a clamping groove on the wheel or on an intermediate piece.

Het is doelmatig de klemgroef uit te voeren als een 8301428 s 2 * kastvonnig frame q? een. segment, waarbij het segment is bevestigd aan de wielschijf.It is expedient to design the clamping groove as an 8301428 s 2 * box frame q? a. segment, where the segment is attached to the wheel disc.

Het voordeel van de onderhavige constructie is duidelijk. Beide remringhelften tezamen kunnen op bekende en beproefde wijze 5 geperst vrorden in de klemgroeven en ook wederom hieruit verwijderd worden, m het bijzonder bij het uitpersen van de tussen de wielen op een railvoertuigas gelegen restschijven leidt dit tot een gemakkelijk uitnemen van de na het uitpersen in twee delen uiteenvallende remschijf. Evenzo kan dan ook de nieuwe remschijf wederom cpgeperst 10 worden, asdat een uitwisselen van versleten of beschadigde rem-schijven zonder problemen mogelijk is. Anderzijds worden hiervoor geen nadelen op de koop toe genomen, omdat na het oppersen van de beide remringhelften deze met de klemkracht tot een eenheid verbonden zijn, hetgeen de bekende voordelen van de uit één geheel 15 bestaande remschijf levert.The advantage of the present construction is clear. Both brake ring halves together can be pressed in the clamping grooves in a known and tested manner and can also be removed from them again, in particular when pressing the residual discs located between the wheels on a rail vehicle axle, this leads to an easy removal of the after pressing in two disc brake disc. Likewise, the new brake disc can also be pressed again 10, as long as it is possible to exchange worn or damaged brake discs without problems. On the other hand, no disadvantages are taken up for this, because after the two brake ring halves have been pressed on, they are connected to one unit with the clamping force, which provides the known advantages of the one-piece brake disc.

In de tekeningen is bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven, waarbij:The drawings show by way of example an embodiment of the invention, wherein:

Fig. 1 een achteraanzicht is van twee op elkaar geplaatste remringhelften? 20 fig. 2 een aanzicht is in de richting van de pijl X in fig. 1? fig. 3 een achteraanzicht is van een segment met een ingeklemde bevestigingsndk en fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3 is.Fig. 1 is a rear view of two superimposed brake ring halves? Fig. 2 is a view in the direction of the arrow X in Fig. 1? Fig. 3 is a rear view of a segment with a clamped mounting edge and Fig. 4 is a section according to line IV-IV in Fig. 3.

Overeenkomstig de fig. 1 en 2 hebben de beide remring-25 helften 11 en 12 op de achterzijde ribben 13, waarvan elke tweede een nok 14 ongeveer in het radiale midden van de ribbe 13 draagt.According to FIGS. 1 and 2, the two brake ring halves 11 and 12 have ribs 13 on the rear, each second of which carries a cam 14 approximately in the radial center of the rib 13.

Elke remringhelft 11, 12 draagt op het deelvlak telkens een bevestigingsnokhelft 15, waarbij twee helften 15 een in de klent-groef inkleirbare bevestigingsnok levert. Elke helft 15 bezit in 30 radiale richting gezien ongeveer in het midden enerzijds een zich in de deelvoeg 15 uitstrekkende nok 16A, die slechts een geringe hoogte heeft, cmdat zodoende de afstand van de beide remringhelften in het deelvlak wordt vastgelegd, die niet zeer groot mag zijn, cmdat andere de slijtage van de remvoering te groot wordt. Anderzijds 35 moet een bepaalde voeg tussen de beide remringhelften aanwezig zijn, cmdat dit nodig is voor de bewerkingstoleranties en de warmteuitzetting 8301428 f 3 bij het remmen. Voorts draagt elke nokkenhelft 15 qp de naar de wielschijf toegekeerde zijde een nok 17, waarmee de remring aanligt tegen de wielschijf van het wiel 27. Elke remringhelft 11 en 12 draagt. bovendien nog nabij de buitenomtrek 18 en de binnencmtrek 5 19 een oog 20, waarbij de beide ogen 20 in radiale richting achter elkaar liggen, zodat de in de ogen 20 aanwezige boringen met elkaar in een lijn liggen. In beide bevestigingsnokkenhelften 15 zijn ongeveer tangentiaal gelegen twee boringen aanwezig, die met elkaar in ëên lijn liggen en waarin een centreerbout 22 is geplaatst, .Each brake ring half 11, 12 each carries a mounting cam half 15 on the partial surface, two halves 15 providing a mounting cam that can be colored into the klent groove. Seen in the radial direction approximately half-way on the one hand, each half 15 has a cam 16A extending in the sub-joint 15, which has only a small height, so that the distance of the two brake ring halves is thus fixed in the partial surface, which may not be very great other that the wear of the brake lining becomes too great. On the other hand, a certain joint must be present between the two brake ring halves, because this is necessary for the machining tolerances and the heat expansion 8301428 f 3 when braking. Furthermore, each cam half 15 on the side facing the wheel disc carries a cam 17, with which the brake ring rests against the wheel disc of the wheel 27. Each brake ring half 11 and 12 carries. moreover near the outer circumference 18 and the inner circumference 19 an eye 20, wherein the two eyes 20 lie behind each other in radial direction, so that the bores present in the eyes 20 are aligned with each other. In both mounting cam halves 15 there are approximately tangentially two bores which are in alignment with each other and in which a centering bolt 22 is placed.

10 die de deelvoeg 16 overspant. In elk deelvlak is een radiale groef 23 aanwezig.10 which spans the sub-joint 16. A radial groove 23 is present in each subplane.

In de fig. 3 en 4 is de opstelling van de gedeelde remringen qp het wiel te zien, waarbij dezelfde delen zoals in de fig. 1 en 2 voorzien zijn van dezelfde verwijzingscijfers. Zo 15 zijn de beide met de nokken 16 vast qp elkaar gelegen helften 15 van de bevestigingsnokken in een kastvormige opening 24 van een segment 25 door ongeveer radiaal en evenwijdig aan de as gelegen vlakken 26 ingéklemd, waardoor de bevestiging qp het wiel plaatsvindt, omdat het segment 25 met bouten en pasbouten 28 is bevestigd aan 20 de velg van het wiel 27. Omdat het deelvlak gaat door twee diametraal tegenover elkaar gelegen bevestigingsnokken en de klemvlakken 26 niet alleen de remringen 11, 12 vasthouden,, maar ook tegen de bevestigingsnokkenhelften 15 vast samendrukken, wordt een eenheid van een remschijf verkregen, die slechts in radiale richting ten 25 opzichte van elkaar of afzonderlijk ten opzichte van het segment 25 bijvoorbeeld als gevolg van de bij het remmen optredende verwarming en als gevolg van de hiermee verbonden vormverandering, kan verschuiven. Omdat echter een relatieve verschuiving van de beide helften van de remring ten opzichte van elkaar zo veel mogelijk 30 vermeden moet worden, zijn twee centreerbouten 22 aangebracht in de met elkaar in ëên lijn liggende boringen 21 van beide remring-helften en wel zodanig, dat de bouten ongeveer tangentiaal ds deelvoeg overspannend zijn aangebracht.Figures 3 and 4 show the arrangement of the split brake rings on the wheel, the same parts as in Figures 1 and 2 having the same reference numerals. Thus, the two halves 15 of the mounting cams, which are fixed with each other on the cams 16, are clamped in a box-shaped opening 24 of a segment 25 by surfaces 26 located approximately radially and parallel to the axis, so that the fixing takes place on the wheel, because the segment 25 with bolts and adjusting bolts 28 is attached to 20 the rim of the wheel 27. Because the partial surface passes through two diametrically opposed mounting cams and the clamping surfaces 26 not only hold the brake rings 11, 12, but also fasten against the mounting cam halves 15 compressing, a unit of a brake disc is obtained, which can shift only in radial direction relative to each other or separately relative to segment 25, for example as a result of the heating occurring during braking and due to the associated shape change. However, because a relative shift of the two halves of the brake ring relative to each other must be avoided as much as possible, two centering bolts 22 are arranged in the aligned bores 21 of both brake ring halves, such that the bolts are approximately tangential when the partial joint is spanned.

Het segment 25 draagt qp beide zijden opzij zich uit-35 strekkende verlengsels 30, die ongeveer in het midden in radiale richting gezien gelegen zijn tussen de beide ogen 20, zodat de 8301428 , . 4 radiale boringen in de verlengsels 30 in één lijn liggen net de boringen in de ogen 20. In alle drie boringen ligt radiaal een spanbus 31 of een soortgelijk werkende pen etcetera. De spanbus 31 is door buiten de ogen 20 gelegen borgpennen of dergelijke 5 beveiligd tegen een radiaal verschuiven. Mat deze spanbussen 31 is elke remringhelft 11 en 12 beveiligd tegen een evenwijdig aan de as lopende verschuiving. Doordat elk verlengsel 30 ongeveer in het midden tussen de beide ogen 20 is gelegen, wordt een bepaalde elasticiteit in een richting evenwijdig aan de as verkregen, waardoor 10 bij het rennen steeds da reuring 11, 12 mat de nokken 17 van de beyestigingsnakkenhelften 15 en met de nokken 14 van de ribban 13 kan aanliggen tegen de wielschijf. Om de remringen een zo groot mogelijke diameter te kunnen geven, heeft men deze ter plaatse van de bouten 28 uitgediept, zodat daar een halfronde uitsparing 32 15 aanwezig is.The segment 25 carries extensions 30 on both sides extending extensions 30, which are located approximately radially seen between the eyes 20 in the center, so that the 8301428. 4 radial bores in the extensions 30 are in line with the bores in the eyes 20. In all three bores there is a radial sleeve 31 or a similarly working pin, etc., radially. The clamping sleeve 31 is secured against radial displacement by locking pins or the like located outside the eyes 20. With these clamping bushes 31, each brake ring half 11 and 12 is secured against a displacement running parallel to the shaft. Since each extension 30 is located approximately in the middle between the two eyes 20, a certain elasticity in a direction parallel to the axis is obtained, so that during running 10 each time 11, 12 measured the projections 17 of the fastening leg halves 15 and the cams 14 of the ribban 13 can abut the wheel disc. In order to be able to give the brake rings as large a diameter as possible, they have been deepened at the location of the bolts 28, so that a semicircular recess 32 is present there.

Natuurlijk liggen ook dergelijke constructies binnen het raam van de onderhavige uitvinding, waarbij de klangroef niet bestaat uit een kastvormige opening maar elke andere vorm bezit.Of course, such constructions are also within the scope of the present invention, wherein the cleat groove does not consist of a box-shaped opening, but has any other shape.

Cck kunnen de bevestigingsnokken een andere vorm bezitten en 20 kunnen in plaats van de centreerpennen andere oentreringen gebruikt worden, die evenwel qp dezelfde wijze werken. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar elke helft van de bevestigingsnokken 15 uit te voeren op de wijze van een messing en groef en wel niet alleen in radiale richting, maar ook in een richting evenwijdig aan de as.The mounting cams may also have a different shape and other centering pins may be used instead of the centering pins, which however work in the same manner. For example, it is conceivable to design each half of the mounting cams 15 in the manner of a tongue and groove, not only in the radial direction, but also in a direction parallel to the axis.

25 Bovendien kan men ter plaatse van de nokkenhelften kleine verhogingen 33 aanbrengen, waardoor wordt bepaald hoe diep de nbkken-helft wordt ingeperst in het segment.In addition, small elevations 33 can be applied at the location of the cam halves, thereby determining how deeply the nib half is pressed into the segment.

83014288301428

Claims

1, Arrangement of wheeled split disc brakes of rail vehicles with fasteners mounted laterally on the wheel along the wheel axle and the brake disc ring provided mounting cams running parallel to the axle, each mounting member 5 having two radial surfaces running parallel to the axle, between which the mounting cam is clamped and in which qp 'the rear of the race rings are provided with radially running ribs for forming cooling air ducts, characterized in that the brake ring (11, 121 has an even number of mounting cams (15) and that the partial surface IQ (161, in which the wheel axle must lie) passes through two diametrically opposed mounting cams (151.

Arrangement according to claim 1, characterized in that each ring half (li, 121 in the sub-surface (16). Has a half (151) running in parallel to the axis (151) of a mounting projection and in that both halves (15) together and against abutting one another in a clamping groove (241 on the wheel (271 or on an intermediate piece (251).

Arrangement according to claim 2 or. 2 measured by the feature that two centering pins (approximately tangentially located 221 grip 20 over the partial joint (161.

Arrangement according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the clamping groove is formed as a box-shaped frame (241 and a segment (251) which is attached to the wheel (271.

Arrangement according to any one of claims J. to 4, characterized in that the two brake ring halves (11, 121 are supported against each other via cams (16A), which are arranged approximately in the middle of the mounting cam halves (15).

Arrangement according to any one of claims 1 to 5, characterized in that each mounting cam half (151 has a cam (171 on the side facing the wheel 30 (271) with which the brake ring (11, 12) rests on the wheel disc of the wheel (271.

Arrangement according to any one of claims 1 to 6, characterized in that at least every second rib (13) has a supporting projection (14). 8301428 * 6

Arrangement according to any one of claims 1 to 7, characterized in that on the side of the segment (25) extensions (30) and on the rear side of the brake ring halves (11, 12) viewed radially in front of and behind the extensions (30) eyes (20) are provided, in which a clamping sleeve (31) or the like is located in bores of the eyes (20) and of the extensions (301 ven) in which the clamping sleeve (31) or the like is known in the known manner with mat pins etc. against a radial movement.

Arrangement according to any one of claims 1 to 8, characterized in that the eyes (20) are located near the inner circumference (19) and the outer circumference (18) of the rearing (11, 12) and that the extension (30) is approximately centered between the two eyes (20). 8301428