NL8301421A - Rubberslang voor baggerwerkzaamheden. - Google Patents

Rubberslang voor baggerwerkzaamheden. Download PDF

Info

Publication number
NL8301421A
NL8301421A NL8301421A NL8301421A NL8301421A NL 8301421 A NL8301421 A NL 8301421A NL 8301421 A NL8301421 A NL 8301421A NL 8301421 A NL8301421 A NL 8301421A NL 8301421 A NL8301421 A NL 8301421A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rubber hose
ring
hose according
conical
frusto
Prior art date
Application number
NL8301421A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sumitomo Rubber Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP1982059348U external-priority patent/JPS58161284U/ja
Priority claimed from JP6449082U external-priority patent/JPS58165061U/ja
Priority claimed from JP7285682U external-priority patent/JPS58176166U/ja
Priority claimed from JP11978982U external-priority patent/JPS5924458U/ja
Application filed by Sumitomo Rubber Ind filed Critical Sumitomo Rubber Ind
Publication of NL8301421A publication Critical patent/NL8301421A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L11/00Hoses, i.e. flexible pipes
    • F16L11/04Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics
    • F16L11/12Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics with arrangements for particular purposes, e.g. specially profiled, with protecting layer, heated, electrically conducting
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F7/00Equipment for conveying or separating excavated material
    • E02F7/10Pipelines for conveying excavated materials
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L11/00Hoses, i.e. flexible pipes
    • F16L11/04Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics
    • F16L11/08Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics with reinforcements embedded in the wall
    • F16L11/088Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics with reinforcements embedded in the wall comprising a combination of one or more layers of a helically wound cord or wire with one or more braided layers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L11/00Hoses, i.e. flexible pipes
    • F16L11/04Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics
    • F16L11/10Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics with reinforcements not embedded in the wall
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/28Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses for hoses with one end terminating in a radial flange or collar
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L57/00Protection of pipes or objects of similar shape against external or internal damage or wear
    • F16L57/06Protection of pipes or objects of similar shape against external or internal damage or wear against wear

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Rigid Pipes And Flexible Pipes (AREA)

Description

*>-.......
Br/lh/ i
Rubberslang voor baggerwerkzaamheden.
De uitvinding betreft een rubberslang voor baggerwerkzaamheden.
In buisleidingen van baggerwerktuigen / zoals de zuigleiding of de afvoerleiding, wordt vaak een rubber-5 slang van betrekkelijk grote diameter als tussenstuk aangebracht om de leidingen wat flexibel te maken. Een dergelijke rubberslang heeft echter veel te lij.den van stukken steen en dergelijke die met het het opgebaggerde materiaal meekomen en met kracht tegen de binnenwand van de slang 10 stoten. Als gevolg van de vele botsingen met dergelijke voorwerpen geraakt de rubberslang snel versleten tenzij maatregelen worden genomen om dit soort beschadiging-te voorkomen.
In het Japanse gebruiksmodel (gepubliceerde 15 aanvrage), no. 55-34075 van aanvraagster wordt een rubberslang voor baggerwerkzaamheden beschreven, waarbij in het binnenomtreksvlak van de rubberslang, op geschikte afstanden van elkaar, een aantal metalen ringen met een tapsverlopend -binnenoppervlak zijn aan gebracht. Deze rubberslang wordt 20 weergegeven in figuur 1, waarbij de slang zelf met 3 en de metalen ringen met 2 zijn aangeduid, terwijl aan het einde van de slang een verbindingsflens 1 aanwezig is. Elke metalen ring 2 heeft een binnenomtreksvlak 4 dat naar éën zijde tapstoeloopt en daardoor afleidt van de binnenwand 25 van de rubberslang 3. Vaste deeltjes, zoals stenen, die in de stroom.baggermateriaal worden meegevoerd, botsen dan tegen het tapse binnenvlak 4 van de metalen ring 2 en worden in axiale richting teruggekaatst, waarna zij verder door het baggermateriaal worden meegevoerd naar de daaropvolgende 30 metalen leiding. Dankzij de ringen 2 is de kans, dat vaste deeltjes 5 direkt tegen de binnenwand van de rubberslang botsen, en daardoor ook de slijtage van deze binnenwand sterk vermindert.
8301421 . v , * -2-
Aangezien de rubberslang tijdens het bedrijf echter onder een inwendige hoge druk staat, zal het rubber-materiaal radiaal doorbuigen en raken de ingebedde metalen ringen 2 vaak. met hun eindvlakken 6 los . van de rubberwand.
5 Aangenomen wordt dat dit losraken van de metalen ringen het gevolg is(. van een te geringe hechting bij het maken van de rubberslang. Daarom zou de vervaardigingswi.jze nu in het kort worden beschreven. Eerst wordt een aantal metalen ringen 2 op de gewenste afstand van elkaar.op een doorn 10 aangebracht. Nadat vervolgens ongevulkaniseerde rubbervellen 7 en lagen wapeningstextiel 8 zijn aangebracht, wordt het geheel omwikkeld met een textielstrook 9 van betrekkelijk grote breedte. Met het cijfer 10 zijn metalen spandraden aangegeven. Tenslotte wordt het geheel in een vulkaniseer-15 trommel gebracht en daar onder een bepaalde dampdruk gevulka-niseerd. Uit deze uiteenzetting volgt dat de door de textielstrook 9 uitgeoefende spankracht op de metalen ringen 2 anders zal zijn dan de spankracht op de rubbervellen 7.
De grenslijn tussen de verschillende spankrachten ligt juist 20 ter plaatse van de eindvlakken 6 van de metalen ringen 2. en aangenomen wordt dat het losraken van de ringen wordt veroorzaakt .door. een grensvlakspanning die het resultaat is van krachten die van binnen en van buiten op de rubberslang 3 worden uitgeoefend of door een buigdeformatie van 25 de rubberslang.
In het Japanse gebruiksmodel (gepubliceerde aanvrage), no. 55-85163 van aanvraagster wordt een rubberslang met inwendige metalen ringen beschreven, waarbij deze metalen ringen een grotere axiale lengte dan de eerder-30 genoemde ringen hebben en door lassen of dergelijke stevig aan de binnenwand van de slang zijn bevestigd. Deze slang is weergegeven in figuur 2, waarbij soortgelijke onderdelen als in figuur 1 dezelfde verwijzingscijfers dragen. De rubberslang 11 wordt gemaakt door ongevulkaniseerde rubber-35 vellen 7, lagen wapeningstextiel 8 en metalen ringen 12 (het gelijkblijvende binnendiameter) op een doorn aan te brengen en vervolgens het geheel te omwikkelen en te vulkaniseren. De gevulkaniseerde slang 11 wordt van de doom 8301421 4 η -3- verwijderd, waarna in elke metalen ring -12 een taps toe lopende cilinder 13 met grotere axiale lengte wordt aangebracht en daaraan bevestigd- Het bevestigen geschiedt door puntlossen of dergelijke. Aangezien de metalen ringen 2 echter 5 in de wand van de rubberslang zijn ingebed, wordt de las— warmte direkt op het rubbermateriaal in de omgeving overgedragen, waardoor dit rubbermateriaal wordt beschadigd en de hechting van de metalen ringen 12 eventueel minder wordt. Verder kunnen de metalen ringen hier nog steeds los-10 raken.
De uitvinding beoogt de genoemde nadelen te ondervangen. Met name beoogt zij een rubberslang met inwendige metalen ringen te verschaffen,; waarbij de metalen ringen Stevig aan de binnenwand van de slang zijn bevestigd 15 en beter bestand zijn tegen losraken en slijtage als gevolg van stukken steen en dergelijke. Verder beoogt zij een rubberslang met inwendige metalen ringen te verschaffen, waarbij de ringen een inwendige leiring hebben voor het opvangen van brokken steen en dergelijke, waarbij deze lei-20 ring aan de metalen ring kan worden gelast zonder beschadiging van de rubberslang door laswarmte.
De uitvinding verschaft in de eerste plaats een rubberslang voor baggerwerkzaamheden, omvattende een buisvormig lichaam van rubber waarin ëën of meer lagen wapenings-25 textiel zijn ingebed, met een groot aantal metalen ringen die op geschikte axiale afstand van elkaar in het binnenomtreksvlak van het buisvormige lichaam zijn ingebed, waarbij het buitenomtreksvlak van elke metalen ring nagenoeg evenwijdig aan de as van het buisvormige lichaam verloopt 30 en het binnenomtreksvlak een leivlak heeft, dat in de asrichting van het buisvormige lichaam vanaf de stromings-inlaat naar de stromingsuitlaat voor het baggermateriaal hellend verloopt, terwijl de metalen ring aan beide axiale einden dun is.
35 Verder verschaft de uitvinding een rubberslang voor baggerwerkzaamheden, voorzien van inwendige metalen ringen, waarbij elke metalen ring een nagenoeg cilindrisch ringlichaam heeft dat in het binnenomtreksvlak van het 8301421 * >* “4“ rubberlichaam is ingebed, en ook een ringlichaam van afgeknotte kegelvorm dat in het cilindrische ringlichaam is bevestigd. De beide delen van de metalen ring zijn dan met elkaar verbonden door pennen, waarvan één einde aan het 5 afgeknot kegelvormige lichaam is bevestigd en het andere einde in een ringvormige groef in het cilindrische lichaam rust. De axiale lengte van het afgeknot kegelvormige lichaam is groter dan de axiale lengte van het cilindrische lichaam.
In de rubberslang volgens de uitvinding loopt 10 het buitenomtreksvlak van elke metalen ring nagenoeg evenwijdig aan de as van de rubberslang’teneinde de hechting van deze ring aan .het rubber lichaam te verbeteren. Verder is de metalen ring aan beide axiale einden dun gemaakt teneinde het losraken van de ring op deze plaatsen te bemoei-15 lijken.
In de andere uitvoeringsvorm bevindt zich binnen het cilindrische deel van elke metalen ring- een afgeknot kegelvormig deel, waarvan de diameter in de stromingsrichting van het baggermateriaal geleidelijk minder wordt, 20 op dezelfde wijze als bij de stand der techniek. Dit afge-• knot kegelvormige deel is aan het cilindrische deel bevestigd door middel van pennen. Deze pennen worden alleen met één einde vastgemaakt, waarbij de laswarmte via de pen naar het rubberlichaam overgaat. De overgedragen warmte is 25 daardoor minder, zodat het rubber van de slang niet wordt aangetast.
De uitvinding wordt nader geïllustreerd door de bij wijze van voorbeeld gegeven tekening.
Figuur 1 is een aanzicht en.;.een' gedeeltelijke 30 doorsnede door een bekende rubberslang voor baggerwerkzaam-heden.
Figuur 2 is een doorsnede door een andere bekende rubberslang voor baggerwerkzaamheden.
Figuur 3 is een aanzicht en een gedeeltelijke 35 doorsnede door een uitvoeringsvorm van een rubberslang volgens de uitvinding.
Figuur 4 is een doorsnede op grotere schaal, die éenrdeel van de rubberslang van figuur 3 laat zien.
........ 83 0 1 4 2 1 > % -5-
Figuur 5 is een doorsnede, die een detail van een andere uitvoeringsvorm laat zien.
Figuur 6 is een doorsnede die een detail van nog een andeieuitvoeringsvorm laat .zien.
5 Figuur 7 is een aanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 8 is een doorsnede op grotere schaal van de rubberslang uit figuur 7.
10 Figuur 9-12 zijn doorsneden overeenkomstig figuur 8 voor gewijzigde uitvoeringsvormen.
In figuur 3 en 4 ziet men een eerste uitvoeringsvorm van de slang volgens de uitvinding. Deze slang is met 21 aan geduid en bestaat uit een buitenste rubberlaag 23 15 en een binnenste rubberlaag 24 met daartussen ingebed een aantal lagen wapeningstextiel 22. Aan beide axiale einden bevinden zich metalen verbindingsflenzen 25 die tijdens de vulkaniseerbewerking stevig met het rubbermateriaal zijn verbonden. In de binnenste rubberlaag 24 van de slang zijn 20 een aantal metalen ringen 26 ingebed, zodanig dat hun binnenomtreksvlakken gelijk met het binnenonrfcreksvlak van deze rubberlaag 24 liggen.
Elke metalen ring 26 heeft een binnenomtreksvlak 27 dat min of meer convex is en bestaat uit een centraal 25 vlak 27a evenwijdig aan de asrichting, met aan weerszijden tapse vlakken 27b, 27c in de richting van de ringeinden.
Het buitenomtreksvlak 28 van de metalen 26 heeft als centraal-gedeelte een ringvormige ribbe 29 met. trapeziumvormige doorsnede, en aan weerszijden daarvan evenwijdige vlakken 30 28a, 28b, die in de asrichting van de ring lopen. In de eerste uitvoeringsvorm hebben de beide einden van de metalen ring 26 een dikte t van circa 9 mm, terwijl de hoogte h van de ribbe 29 circa 40 mm is. Elke metalen ring 26 heeft een axiale lengte W van 150 mm en is over een interval i van 35 150 mm ingebed in de laag 24 van de rubberslang die een inwendige diameter van 700 mm heeft. Teneinde te zorgen dat de. rubberslang 21 in de afvoerleiding van een baggerwerktuig kan worden opgenomen zijn de verbindings flenzen en de 830 1 42 1 -6- ψ * .
metalen ringen 26 via een deel van de buitenste rubberlaag 23 en de laag wapeningstextiel 22 omwikkeld met metaaldraden 30. Natuurlijk kunnen deze metaaldraden 30 ook om één laag van wapeningstextiel 22 worden gewikkeld. Als de 5 rubberslang 21 bedoeld is voor een zuigleiding, kan in plaats van de metaaldraden 30 ook vezelkoord worden gebruikt.
In de eerste uitvoeringsvorm verloopt het buiten— omtreksvlak 28 van de metalen 26 evenwijdig aan de asrichting en maakt de ribbe 29 ter verbetering van de hech-10 ting aan de buitenlaag 23 ëên geheel uit met het centrale deel van dit bui ten omtreksvlak 28. De dikte van de metalen ring 26 is voldoende om slijtage door het opbotsing van stukken steen en dergelijke te doorstaan en heeft uiteraard vertikale eindvlakken die de dikte aangeven. Aan weerszijden 15 van de ribbe 29 bevinden zich echter betrekkelijke brede vlakken 28a, 28b evenwijdig aan de asrichting van de ring, welke vlakken 28a, 28b stevig aan de rubberlagen 23, 24 en de textiellaag 22 zijn gehecht. Hierdoor kan een volledig losraken van de ring worden verhinderd, indien reeds een 20 begin van losraken aan de betrekkelijk dunne einden van de ring is opgetreden. Het binnenomtreksvlak 27 van de metalen ring 26 heeft twee tapse delen die symmetrisch vanuit het centrum naar de einden lopen. De ring kan daardoor in normale of omgekeerde stand ten opzichte van de stroom-25 richting in de slang worden geplaatst. In elke stand kan de ring doeltreffend weerstand bieden aan losraken en beschadiging, veroorzaakt door het opbotsen van stukken steen en dergelijke.
In een tweede uitvoeringsvorm, zoals getoond in 30 figuur 5, bevinden zich twee ringvormige ribben 32, 33 op . geschikte afstand van elkaar aan het buitenomtreksvlak 31 van de metalen ring 26. Tussen deze ribben is, onder tussenkomst van detextiellaag 22, metaaldraad 30 gespannen. Door deze ribben 32, 33 wordt de hechting tussen de metalen 26 35 en de rubberslang verder verbeterd. De rubberlaag 23 heeft tussen deze ribben aan de buitenomtrek een concave groef 34. Als op de rubberslang 21 buigkrachten worden uitgeoefend als gevolg van verplaatsing van het werkschip of van getijde- '83 0 1 42 1 * ·* -7- stroraingen, neemt deze groef 34 de op de slang werkende samendrukkingskrachten op, zodat het dichtknijpen van de slang wordt vermeden.
In een derde uitvoeringsvorm, weergegeven in 5 figuur 6, heeft de metalen ring 26 een convex gebogen buitenomtreksvlak 35. Dit omtreksvlak is, onder tussenkomst van het wapeningstextiel 22 en een deel van de buitenste rubberlaag 23, gelijkmatig ontwikkeld met metaaldraad 30.
Door dit gekromde oppervlak wordt de spankracht van de 10 metaaldraad 30 gelijkmatig verdeeld zodat de beide axiale einden van de metaalring een geringe dikte kunnen hebben.
Het losraken en beschadigen van de ring aan de einden zal daardoor nauwelijks optreden. ..............
In een vierde uitvoeringsvorm, weergegeven in 15 figuur 7 en S, ziet men een metalen ring 41 die verschilt van de ring uit de vorige uitvoeringsvormen. Deze metalen ring 41 bestaat uit een cilindrisch ringlichaam 42 waarvan de dikte t aanzienlijk kleiner dan de axiale lengte W is, en een afgeknot kegelvormig ringlichaam 44 dat net pennen 20 43 aan het eerste ringlichaam 42 is bevestigd. Het ring— lichaam 42 heeft centraal aan de buitenomtrek een ringvormige ribbe 45, terwijl zich aan de binnenzijde daarvan een ringvormige groef 46 bevindt. Het afgeknot kegelvormige ringlichaam 44 heeft een axiale lengte die groter is dan 25 de axiale lengte W van het lichaam 42.
Op het buitenomtreksvlak van het kegelvormige ringlichaam 44, dichtbij het brede einde daarvan, zijn vier pennen 43 aangebracht die buitenwaarts uitsteken onder dezelfde radiale hoek. Deze pennen grijpen in de ringvormige 30 groef 46 van het lichaam 42, zodanig dat het lichaam 44 coaxiaal met het lichaam 42 staat. Het brede einde van het lichaam 44 komt op gelijke hoogte met het ene axiale einde van het lichaam 42 (het linkereinde in figuur 7 en 81, terwijl het smalle einde van het lichaam 44 nagenoeg op 35 dezelfde hoogte als het linkereinde van een volgend cilindrisch ringlichaam 42 (op geschikte afstand van het eerstel staat.
Bij het monteren wordt het kegelvormige ring- 8301421 * * -8- lichaam‘44 in het lichaam 42 geschoven/ dat door de rubberlagen 23/ 24 en de textiellaag 22 wordt vastgehouden, waarna de pennen 43 door gaten worden gestoken die vooraf in het lichaam 44 zijn aangebracht/ zodanig dat de voorste 5 einden van de pennen.zich in de groef 46 bevinden. Daarna worden de achtereinden van de pennen 43 aan het lichaam 44 vastgelast.
Op deze wijze kan het tapse ringlichaam 44 eenvoudig aan het binnenomtreksvlak van de vooraf -gemaakte 10 rubberslang worden bevestigd. De bij het lassen van de pennen opgewekte warmte wordt alleen via de vier pennen 43 naar de rubberslang overgebracht, waarbij de kontaktzoné tussen de pennen en het lichaam 42 klein is, zodat de overgedragen warmte ook gering blijft. Daardoor wordt het 15 rubbermateriaal'rondom het lichaam 42 niet door warmte aangetast.
Aangezien het in de rubberlaag 24 ingebedde ringlichaam 42 een buitenoppervlak van betrekkelijk axiale lengte heeft, vergeleken met de dikte van de ring, zal bij 20 het vulkaniseren van de rubberslang een sterke spankracht door de textiellaag 22 op dit buitenoppervlak worden uitgeoefend, zodat het stevig aan de rubberlaag wordt gebonden. Daardoor is het mogelijk om een volledig losraken van de ring te voorkomen, zelfs in dien aan het einde 47 25 reeds een begin van losraken heeft plaatsgevonden. In deze uitvoeringsvorm heeft het ringlichaam 42 een axiale lengte W van 100 mm, terwijl de dikte t circa 15 mm is. De afstand i tussen twee ringlichamen 42 wordt op 300 mm gesteld.
Wil men dan verhinderen dat brokken steen tegen de rubber-30 laag 24 tussen beide ringlichamen 42 botsen, dan dient het ringlichaam 44 een grotere axiale lengte dan de lengte W van het lichaam 42 te hebben. In dit uit^oeringsvoorbeeld wordt de lengte W^ van het lichaam 44 op 400 mm gesteld, zodat het gehele binnenomtreksvlak van de rubberlaag 24 35 tussen beide ringen door het ringlichaam 44 wordt afgedekt.
Aangezien het ringlichaam 44 een tapse vorm heeft, zullen tegen het ringlichaam 44 botsende stukken steen in axiale richting worden teruggekaatst en door de stroom 8301421 -9- Λ * » 1 · * baggermateriaal onder druk worden meegevoerd. Daarom behoeft het ringlichaam 44 niet de gehele laag 24 tussen de ringen af te dekken, maar kan het ook een zodanige lengte hebben dat het voor het voorste einde van het volgende ringlichaam 5 42 eindigt.
In een vijfde uitvoeringsvorm, weergegeven in figuur 9, heeft het afgeknot kegelvormige ringlichaam 51 dezelfde axiale lengte als het ringlichaam 44 in de vierde uitvoeringsvorm, maar is de bevestigingsplaats van de 10 pennen 43 iets meer in de richting van het smalle einde ver-- schoven, zodat het brede einde van het ringlichaam 51 meer naar links ligt en niet meer op gelijke hoogte met het axiale einde van het ringlichaam 42. Het brede einde van het ringlichaam 51 kan dan de rubberlaag 24 aan de linker-15 zijde van het ringlichaam 42 afdekken, terwijl het smalle einde van het lichaam 51 de rubberlaag 24 aan de rechterzijde van het lichaam 42 af dekt, zodat de rubberlaag 24 daar tegen losraken en beschadigen door stukken steen wordt beschermd.
20 In een zesde uitvoeringsvorm, weergegeven in figuur 10, bevindt de ringvormige groef 53 2ich in het binnenomtreksvlak van een metalen ring 26 die dezelfde vorm heeft als in de derde uitvoeringsvorm van figuur 6, terwijl verder een afgeknot kegelvormig ringlichaam 54 van dezelfde 25 vorm als de ringlichamen 44 en 51 uit figuur 7-9 aanwezig is. Aangezien het centrale deel van de metalen ring 26 een grote wanddikte heeft behoeft hier geen ringvormige ribbe 45 te worden aangebracht en kan de groef gewoon in dit dikke gedeelte worden uitgesneden.
30 In een zevende uitvoeringsvorm, weergegeven in figuur 11, bestaat het lichaam van de metalen ring 41 uit een tweetal ringen 56, 57. Een aantal van dergelijke ring-paren 56, 57 zijn op geschikte axiale afstand van elkaar in de rubberslang 21 ingebed. Tussen de einden van de 35 ringen 56 en 57 blijft telkens een groef 58 van gelijke diepte als de dikte t van deze ringen over, waarbij de afstand Wa tussen beide einden iets groter is dan de buitendiameter van de pen 43- De dikte t van de ringen 56, 57 8301421 * % -10- is aanzienlijk kleiner dan de axiale lengte W^, daarvan, evenals bij de vierde uitvoeringsvorm. In plaats van een samenhangend ringlichaam 42 met een ringvormige groef 46 daarin, vindt men hier dus een tweetal:xinglichamen 56, 57 5 met een opening 58 daartussen.
De achtste uitvoeringsvorm, weergegeven in figuur 12, heeft een soortgelijke constructie als de zevende uitvoeringsvorm, maar de axiale lengte van het ringlichaam 59 is groter dan de axiale lengte van het ringlichaam 51 10 terwijl het smalle einde van het ringlichaam 59 in het brede einde van het volgende ringlichaam is gestoken. Hierdoor wordt het botsen van stukken steen tegen de rubberlaag 24 geheel verhinderd.
8301421

Claims (11)

1. Rubberslang voor baggerwerkzaamheden, omvattende een buisvormig lichaam van rubber waarin één of meer lagen wapeningstextiel zijn ingebed, met een groot aantal metalen ringen die op geschikte axiale afstand van elkaar 5 in het binnenomtreksvlak van het buisvormige lichaam zijn ingebed, waarbij het buitenomtreksvlak van elke metalen ring nagenoeg evenwijdig aan de as van het buisvormige lichaam verloopt en het binnenomtreksvlak een leivlak heeft, dat in de asrichting van het buisvormige lichaam vanaf de 10 stromingsinlaat naar de stromingsuitlaat voor het bagger-materiaal hellend verloopt, terwijl de metalen ring aan beide axiale einden dun is. ..............
2. Rubberslang volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de metalen ring in het centrale deel van het 15 buitenomtreksvlak een buitenwaarts uitstekende ringvormige ribbe heeft.
3. Rubberslang volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buitenomtreksvlak van de metalen ring twee buitenwaarts uitstekende ringvormige ribben heeft·,, op 20 afstand van elkaar en van de einden.
4. Rubberslang volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buitenomtreksvlak van de metalen ring convex gebogen is, waarbij de axiale einden van de ring een geringe wanddikte hebben en de wanddikte in de ri editing 25 van het centrale gedeelte toeneemt.
5. Rubberslang volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het leivlak van het binnenomtreksvlak een afgeknot kegelvormige doorsnede heeft en zich in axiale richting uitstrekt.
6. Rubberslang volgens conclusie JL, met het kenmerk, dat de metalen ring een nagenoeg cilindrisch ring-lichaam met het genoemde buitenomtreksvlak, en daarin bevestigd een nagenoeg afgeknot kegelvormig ringlichaam met aan de binnen omtrek het genoemde leivlak heeft, welke beide 35 delen met elkaar zijn verbonden door pennen waarvan één einde in het kegelvormige lichaam is bevestigd en het andere einde in een ringvormige groef in het cilindrische ring- 8301421 ·· v» * -12- lichaam rust.
7. Rubberslang volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de axiale lengte van het afgeknot kegelvormige ringlichaam groter dan dat van-het cilindtische ±inglichaam 5 is.
8. Rubberslang volgens conclusie 6 , met het kenmerk, dat het smalle einde van het afgeknot kegelvormige ringlichaam zich uitstrekt in de nabijheid van het brede einde van het volgende afgeknot kegelvormige ïinglichaam.
9. Rubberslang volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het smalle einde van het afgeknot kegelvormige ringlichaam in het brede einde van het volgende afgeknot kegelvormige ringlichaam rust.
10. Rubberslang volgens conclusie 6, met het 15 kenmerk, dat de ringvormige groef in het centrale deel van het cilindrische ringlichaam, aan de binnenzijde van de ringvormige ribbe is aangebracht*
11. Rubberslang volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het cilindrische ringlichaam bestaat uit een 20 tweetal axiaal achter elkaar geplaatste ringlichamen met daartussen een opening die als ringvormige groef dient. 83 0 1 42 1
NL8301421A 1982-04-22 1983-04-22 Rubberslang voor baggerwerkzaamheden. NL8301421A (nl)

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1982059348U JPS58161284U (ja) 1982-04-22 1982-04-22 浚渫作業用ゴム管
JP5934882 1982-04-22
JP6449082 1982-04-30
JP6449082U JPS58165061U (ja) 1982-04-30 1982-04-30 浚渫作業用ゴム管
JP7285682U JPS58176166U (ja) 1982-05-18 1982-05-18 浚渫作業用ゴム管
JP7285682 1982-05-18
JP11978982 1982-08-06
JP11978982U JPS5924458U (ja) 1982-08-06 1982-08-06 浚渫作業用ゴム管

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8301421A true NL8301421A (nl) 1983-11-16

Family

ID=27463755

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8301421A NL8301421A (nl) 1982-04-22 1983-04-22 Rubberslang voor baggerwerkzaamheden.

Country Status (5)

Country Link
KR (1) KR870000042B1 (nl)
DE (2) DE3314671C2 (nl)
FR (1) FR2525726B1 (nl)
GB (1) GB2120746B (nl)
NL (1) NL8301421A (nl)

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE118743C (nl) *
US789948A (en) * 1903-12-28 1905-05-16 Ezra T Williams Armored flexible tubing.
US982482A (en) * 1910-04-27 1911-01-24 William Thomas Donnelly Flexible pipe.
US2101270A (en) * 1935-03-14 1937-12-07 Freyn Engineering Co Blowpipe
US2661026A (en) * 1948-11-09 1953-12-01 Schulthess Ernest Oil hose
US3152459A (en) * 1963-02-11 1964-10-13 Stewart Warner Corp Interlocking flexible casing
US3420276A (en) * 1965-07-22 1969-01-07 Hewitt Robins Inc Gas permeable flexible hose
BE794614A (fr) * 1972-01-26 1973-07-26 Pneumatiques Caoutchouc Mfg Tuyau
JPS5138032A (nl) * 1974-09-26 1976-03-30 Seiko Instr & Electronics
DE7705307U1 (de) * 1977-02-22 1977-06-08 Eddelbuettel & Schneider, 2100 Hamburg Gummischlauch
JPS5755591Y2 (nl) * 1978-08-25 1982-12-01
JPS5828058Y2 (ja) * 1978-12-08 1983-06-18 住友ゴム工業株式会社 浚渫作業用ゴム管

Also Published As

Publication number Publication date
KR840004485A (ko) 1984-10-15
DE3347898A1 (nl) 1985-05-15
GB2120746B (en) 1985-11-13
DE3347898C2 (nl) 1989-08-03
FR2525726B1 (fr) 1986-12-26
KR870000042B1 (ko) 1987-02-07
DE3314671C2 (de) 1989-05-18
DE3314671A1 (de) 1983-11-10
GB2120746A (en) 1983-12-07
GB8310877D0 (en) 1983-05-25
FR2525726A1 (fr) 1983-10-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5009737A (en) Method of joining pipes at their ends to form a pipeline
SE500665C2 (sv) Förfarande för upprättande av en rörförbindning samt för användning vid förfarandet lämpat rörförbindningsstycke
CA2166664C (fr) Bride pour tube ou manchon compensateur
US5462706A (en) Method for forming a flange on an end of a synthetic liner
AU2012326721B2 (en) Reinforced flexible pipe
NL8301421A (nl) Rubberslang voor baggerwerkzaamheden.
EP2221519B1 (en) Flexible pipe
CA2982183A1 (en) Pipe flange
EP0889245A2 (en) Diaphragm power jack
JP4764580B2 (ja) 仮設用水道管路
US6086109A (en) Conveying pipe
US4537223A (en) Rubber tube for dredging work
CN212319073U (zh) 带有复合圈的扩口式无缝接头
CN110142564A (zh) 一种螺旋输送机维修方法
US4537224A (en) Rubber tube for dredging work
JPS6326451Y2 (nl)
NL1005590C2 (nl) Verbinding van stalen buizen voor het transporteren van vaste stoffen.
US3805311A (en) Scraper device
JP2011236925A (ja) 補修用被覆体及びこれを用いた既設管の補修方法
JPS5828058Y2 (ja) 浚渫作業用ゴム管
EP0039985A1 (en) Cutting tool
JPH0311515Y2 (nl)
RU2217651C1 (ru) Способ защиты стальной трубы от коррозии
US6240966B1 (en) Pipe for conveying solids
CN218408875U (zh) 一种复合金属骨架管

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed