NL8301259A - Inrichting voor het aandrijven van een lintcassette. - Google Patents

Description

Ν/31.410-dV/kvn

Inrichting voor het aandrijven van een lintcassette.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aandrijven van een lintcassette voor een schrijf-automaat, waarbij de lintcassette een voorraadspoel en een opneemspoel, waartussen een beïnkt lint zich uitstrekt, om-5 vat, welke inrichting is voorzien van een motor voor het aandrijven van een aandrijfas, waarmee de lintcassette koppel-baar is, en een verwerkingseenheid, die de motor kan bedienen voor het verplaatsen van een door een afgedrukt karakter bepaalde lengte van het lint, alsmede op een lintcassette 10 voor toepassing in een schrijfautomaat, welke lintcassette is voorzien van een cassettehuis met een uitvoer- en een invoeropening, een voorraadspoel met een lintvoorraad en een opneemspoel voor het gebruikte lint.

Bij de bekende inrichting van deze soort wordt de 15 aandrijfas gekoppeld met een in de lintcassette gemonteerde transportrol, waarmee het lint van de voorraadrol wordt afgetrokken. Deze transportrol is via een snaarkoppeling met de opneemspoel gekoppeld, waardoor het getransporteerde lint op de opneemspoel wordt opgewikkeld. De transportrol werkt hier-20 bij samen met een eveneens in de lintcassette gemonteerde aandrukrol, die het lint tegen de transportrol drukt om bij het roteren van de transportrol het transport van het lint te waarborgen. Hoewel deze bekende inrichting relatief eenvoudig is uitgevoerd, vertoont deze inrichting het bezwaar, 25 dat een betrekkelijk gecompliceerde lintcassette moet worden gebruikt, waardoor zich in de praktijk verschillende problemen kunnen voordoen. Wanneer bijvoorbeeld onvoldoende wrijving tussen de aandrukrol en de transportrol optreedt, kan de transportrol slippen ten opzichte van het lint, waardoor een 30 onnauwkeurig linttransport wordt veroorzaakt. Wanneer de aandrukrol te krachtig op de transportrol wordt gedrukt, ontstaan kreukels en ribbels in het getransporteerde lint, hetgeen problemen bij het opwikkelen op de opneemspoel tot gevolg heeft. Een ander belangrijk probleem bij deze lintcassette vormt de 35 snaarkoppeling tussen de transportrol en de opneemspoel. Wanneer deze snaarkoppeling onvoldoende slipt, breekt het lint onmiddellijk, terwijl bij teveel slippen, de opneemspoel 8301259 * - 2 - achterloopt. In beide gevallen loopt de cassette uiteindelijk vast.

De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de bovengenoem-5 de bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn ondervangen.

Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de aandrijfas rechtstreeks met de opneem-spoel van de lintcassette koppelbaar is, waarbij een detector 10 is aangebracht, die een van de lintverplaatsing afhankelijk signaal aan de verwerkingseenheid levert.

Op deze wijze wordt bereikt, dat een nauwkeurig lint-transport onder alle omstandigheden gewaarborgd is, waarbij de verwerkingseenheid uit het van de detector ontvangen sig-15 naai gemakkelijk de verplaatste lengte van het lint kan afleiden.

Aangezien een continue meting van de verplaatste lengte van het lint voor een nauwkeurig linttransport niet noodzakelijk is, wordt de inrichting volgens de uitvinding 20 bij voorkeur daardoor gekenmerkt, dat de verwerkingseenheid de lintvoorraad in de lintcassette bepaalt met behulp van een geheugen, waarin met opeenvolgende waarden van de lintvoorraad overeenkomende hoekverdraaiingswaarden van de opneemspoel, die bij een voorafbepaald signaal van de detector behoren, 25 zijn vastgelegd, waarbij de verwerkingseenheid na ontvangst van een besturingsimpuls de motor bedient, totdat het vooraf-bepaalde signaal van de detector is ontvangen, waarbij de verwerkingseenheid de werkelijke hoekverdraaiingswaarde meet en vergelijkt met de in het geheugen vastgelegde hoekverdraai-30 ingswaarden ter bepaling van de aanwezige lintvoorraad, waarna de verwerkingseenheid bij elk afgedrukt karakter de motor voor een door de aanwezige lintvoorraad en het afgedrukte karakter bepaalde hoekverdraaiing bedient.

Hierdoor wordt op eenvoudige wijze voor de gehele 35 lintvoorraad van de lintcassette een nauwkeurig linttransport gewaarborgd.

Volgens de uitvinding is een schakelorgaan aangebracht, dat bij het openen en weer sluiten van een afscherm-kap van de schrijfautomaat, via welke de lintcassette toegan-40 kelijk is, een besturingsimpuls aan de verwerkingseenheid 8301259 - 3 - * afgeeft.

Voorts is volgens de uitvinding bij voorkeur een orgaan aangebracht, dat telkens na het afdrukken van een aantal karakters een besturingsimpuls aan de verwerkingseenheid 5 afgeeft.

Op deze wijze wordt bereikt, dat regelmatig de nog aanwezige lintvoorraad wordt bepaald, hetgeen in elk geval plaatsvindt, als de lintcassette mogelijkerwijs is vervangen.

De uitvinding verschaft tevens een lintcassette 10 voor toepassing in een schrijfautomaat, welke lintcassette is voorzien van een cassettehuis met een uitvoer- en een invoeropening, een voorraadspoel met een lintvoorraad en een opneemspoel voor het gebruikte lint, welke lintcassette volgens de uitvinding het kenmerk heeft, dat het beïnkte 15 lint vanaf de voorraadspoel via de uitvoer- en de invoeropening rechtstreeks naar de opneemspoel loopt, waarbij de beide spoelen elk zijn voorzien van een holle spoelnaaf, die via een in de bodem van het cassettehuis gevormde opening toegankelijk is voor en koppelbaar is met een aandrijfas resp.

20 detectie-as.

Op deze wijze wordt een bijzonder eenvoudige lintcassette verkregen, die uit een minimum aantal onderdelen bestaat en tegen geringe kosten kan worden vervaardigd. De bedrijfszekerheid van de lintcassette volgens de uitvinding 25 is bijzonder hoog.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting en de lintcassette volgens de uitvinding zijn weergegeven .

30 Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een gedeel te van een inrichting volgens de uitvinding voor het aandrijven van een lintcassette volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een blokschema van het elektronische gedeelte van de inrichting volgens de uitvinding.

35 In fig. 1 is het mechanische gedeelte van een in richting voor het aandrijven van een lintcassette 1 weergegeven, terwijl in fig. 2 het bijbehorende elektronische gedeelte in de vorm van een blokschema is afgebeeld. Een dergelijke inrichting wordt toegepast bij een schrijfautomaat van 8301259 + Λ. wm £ mm van het letterwiel-type, die bijvoorbeeld bij een tekstver-werkingsapparaat wordt gebruikt voor het verkrijgen van een fraaie, goed leesbare afdruk van de opgebouwde tekst.

De inrichting is voorzien van een motor 2, die via 5 tandwielen 3 een aandrijfas 4 aandrijft. De aandrijfas 4 bezit aan het tegenover het tandwiel 3 gelegen uiteinde een meeneem-kop 5, die met een spoelnaaf 6 van een opneemspoel 7 van de lintcassette 1 koppelbaar is. De inrichting omvat voorts een detectie-as 8, waarvan het ene uiteinde een meeneemkop 9 10 draagt, die met een spoelnaaf 10 van een voorraadspoel 11 van de lintcassette 1 koppelbaar is. De detectie-as 8 draagt aan het tegenover de meeneemkop 9 gelegen uiteinde een schijf 12, die een omlaagstekende omtreksrand 13 bezit. In de rand 13 is een aantal regelmatig over de omtrek van de schijf 12 15 verdeelde sleuven 14 aangebracht. Voorts is een montageblok 15 aangebracht, waarvan twee delen 16 omhoogsteken, die om de rand 13 van de schijf 12 grijpen. In het ene deel 16 is een niet-weergegeven lichtbron gemonteerd, terwijl in het andere deel 16 een fototransistor 17 is aangebracht. Tijdens 20 het roteren van de schijf 12 zal de fototransistor 17 derhalve een impulsvormig signaal afgeven.

Zoals in fig. 1 is weergegeven is de lintcassette 1 voorzien van een cassettehuis 18, waarin de opneemspoel 7 en de voorraadspoel 11 zijn ondergebracht. Het cassettehuis 25 18 is afgesloten door een deksel 19. Het beïnkte lint 20 loopt vanaf de lintvoorraad op de voorraadspoel 11 via een uitvoer-opening 21 en een invoeropening 22 rechtstreeks naar de opneemspoel 7. In de uitvoeropening 21 en de invoeropening 22 zijn remblokjes 23 aangebracht, die bij het stoppen van de 30 aandrijving door de aandrijfas 4 doorrollen van de voorraad-en opneemspoel 11, 7 verhinderen en het buiten de lintcassette 1 gelegen gedeelte van het lint 20 strak houden. De lintcassette 1 is derhalve bijzonder eenvoudig uitgevoerd met een minimum aan onderdelen en heeft een zeer grote bedrijfszekerheid.

35 In de bodem 24 van het cassettehuis 18 zijn openin- gen 25 aangebracht, via welke de hol uitgevoerde spoelnaven 6, 10 van de opneem- en voorraadspoel toegankelijk zijn voor de meeneemkoppen 5, 9 van de aandrijfas 4 respectievelijk de detectie-as 8. In fig. 1 is alleen de opening 25 voor de spoel-40 naaf 10 zichtbaar. De spoelnaven 6, 11 zijn op niet nader aan- 8301259 - 5 - gegeven wijze aan de binnenzijde van een geschikte vertanding of dergelijke voorzien, zodat een betrouwbare koppeling met de meeneemkoppen 5, 9 is gewaarborgd.

De lintcassette bezit ten slotte nog een uitstekende 5 nok 26 en een aan de tegenoverliggende zijde gevormde grendel-rand 27,met behulp waarvan de lintcassette 1 in de schrijf-automaat kan worden vergrendeld.

In fig. 2 is een blokschema van het elektronische gedeelte van de beschreven inrichting weergegeven, welke een 10 verwerkingseenheid 28 omvat, die met een microprocessor is uitgerust. De verwerkingseenheid 28 bedient via een besturings-orgaan 29 de motor 2, die als stapmotor is uitgevoerd. De fototransistor 17 functioneert als detector, die een van de lintverplaatsing afhankelijk impulsvormig signaal levert aan 15 een comparator 30, waarvan de uitgang een digitaal impulssignaal aan de verwerkingseenheid 28 afgeeft. Op deze wijze ontvangt de verwerkingseenheid 28 bij het bedienen van de stapmotor 2 informatie omtrent de bijbehorende lintverplaatsing.

Voor het afdrukken van de verschillende karakters 20 bedient de verwerkingseenheid 28 de stapmotor 2 op gebruikelijke wijze zodanig, dat na elk afgedrukt karakter een door dit karakter bepaalde lengte van het lint 20 wordt verplaatst. Hiertoe ontvangt de verwerkingseenheid 28 via een ingang 31 informatie omtrent het afgedrukte karakter. De lengte van het 25 lint 20, die bij elke stap van de stapmotor 2 wordt verplaatst, zal echter variëren tijdens het gebruik van de lintcassette 1, zodat de verwerkingseenheid 28 de werkelijke verplaatste lengte van het lint 20 moet bepalen.

Hiertoe bepaalt de verwerkingseenheid 28 met behulp 30 van de fototransistor 17 en een geheugen 32 periodiek de nog aanwezige lintvoorraad op de voorraadspoel 11 van de lintcassette 1. De totale, lintvoorraad van de lintcassette 1 is hierbij verdeeld in een aantal opeenvolgende secties, waarbij voor elke sectie wordt aangenomen, dat bij een bepaald aantal 35 stappen van de stapmotor 2 ongeveer eenzelfde lengte van het lint 20 wordt verplaatst. In het geheugen 32 zijn voor de opeenvolgende secties van de lintvoorraad stapaantallen voor de stapmotor 2 ofwel hoekverdraaiingswaarden van de opneem-spoel 7 vastgelegd, die bij een voorafbepaald aantal impulsen 40 van de fototransistor 17 behoren. De verwerkingseenheid 28 8301259 - β - kan nu door de stapmotor 2 te bedienen, totdat het voorafbepaalde aantal impulsen van de fototransistor 17 is ontvangen, het benodigde aantal stappen van de stapmotor 2 vergelijken met de in het geheugen 32 vastgelegde stapaantallen, waaruit volgt 5 welke sectie van de lintvoorraad momenteel wordt gebruikt.

De in de lintcassette aanwezige lintvoorraad dient in elk geval te worden bepaald, wanneer een andere lintcassette in de schrijfautomaat wordt geplaatst. Hiertoe is een scha-kelorgaan 33 aangebracht, dat bij het openen en weer sluiten 10 van een niet-weergegeven afschermkap van de schrijfautomaat, via welke afschermkap de lintcassette toegankelijk is, een besturingsimpuls aan de verwerkingseenheid 28 afgeeft. Voorts dient de lintvoorraad regelmatig tijdens het bedrijf van de schrijfautomaat te worden bepaald, waartoe een orgaan 34 is 15 aangebracht, dat telkens na het afdrukken van een aantal karakters een besturingsimpuls aan de verwerkingseenheid 28 afgeeft. Na ontvangst van een besturingsimpuls bedient de verwerkingseenheid 28 de stapmotor 2 eerst zolang, totdat een eerste impuls van de fototransistor 17 is ontvangen. Het 20 is dan zeker, dat het lint 20 gespannen is en de meting van de lintvoorraad vanuit eenzelfde stand van de schijf 12 ten opzichte van de fototransistor 17 wordt gestart. Vervolgens telt de verwerkingseenheid het aantal stappen van de stapmotor 2, dat nodig is, totdat het voorafbepaalde aantal impulsen, 25 bijvoorbeeld twee, van de fototransistor 17 is ontvangen. De verwerkingseenheid 28 vergelijkt dit aantal stappen met de in het geheugen 32 vastgelegde stapaantallen, waaruit volgt, welke sectie van de lintvoorraad momenteel wordt gebruikt. Hierna kan de verwerkingseenheid 28 bij elk afgedrukt karakter 30 de stapmotor 2 bedienen voor het verplaatsen van de gewenste lengte van het lint 20.

Als alternatief is het mogelijk een detector toe te passen, die een signaal aan de verwerkingseenheid 28 afgeeft, dat evenredig is met de lintverplaatsing, zodat continu de 35 werkelijk verplaatste lengte van het lint wordt gemeten. In de praktijk is een dergelijke nauwkeurige continue meting echter niet noodzakelijk.

De beschreven wijze van bepalen van de werkelijk verplaatste lengte van het lint, heeft het voordeel, dat de fo-40 totransistor 17 rechtstreeks met de voorraadspoel 11 van de 8301259 - 7 - : : lintcassette 1 samenwerkt, zodat het uitgangssignaal van de fototransistor 17 een betrouwbare signalering van de verplaatsing van het lint 20 verschaft. Bovendien kan de fototransistor 17 nu tevens worden benut voor het detecteren van 5 een lintbreuk of het verbruikt zijn van de lintvoorraad van de lintcassette 1.

Hiertoe geeft de verwerkingseenheid 28 een alarmsignaal af aan een weergeeforgaan 35, indien na ontvangst van een besturingsimpuls van het schakelorgaan 33 of het 10 tijdorgaan 34, na een voorafbepaald aantal stappen van de stapmotor 2 nog steeds geen impuls van de fototransistor 17 is ontvangen. Aan de gebruiker van de schrijfautomaat wordt dan gesignaleerd, dat de lintcassette 1 moet worden vervangen.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voor-15 gaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

8301259

Claims (12)

1. Inrichting voor het aandrijven van een lint-cassette voor een schrijfautomaat, waarbij de lintcassette een voorraadspoel en een opneemspoel, waartussen een beïnkt lint zich uitstrekt, omvat, welke inrichting is voorzien van 5 een motor voor het aandrijven van een aandrijfas, waarmee de lintcassette koppelbaar is, en een verwerkingseenheid, die de motor kan bedienen voor het verplaatsen van een door een afgedrukt karakter bepaalde lengte van het lint, met het kenmerk, dat de aandrijfas rechtstreeks met de opneem-10 spoel van de lintcassette koppelbaar is, waarbij een detector is aangebracht, die een van de lintverplaatsing afhankelijk signaal aan de verwerkingseenheid levert.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de verwerkingseenheid de lintvoorraad in 15 de lintcassette bepaalt met behulp van een geheugen, waarin met opeenvolgende waarden van de lintvoorraad overeenkomende hoekverdraaiingswaarden van de opneemspoel, die bij een vooraf bepaald signaal van de detector behoren, zijn vastgelegd, waarbij de verwerkingseenheid na ontvangst van een besturings-20 impuls de motor bedient, totdat het voorafbepaalde signaal van de detector is ontvangen, waarbij de verwerkingseenheid de werkelijke hoekverdraaiingswaarde meet en vergelijkt met de in het geheugen vastgelegde hoekverdraaiingswaarden ter bepaling van de aanwezige lintvoorraad, waarna de verwer-25 kingseenheid bij elk afgedrukt karakter de motor voor een door de aanwezige lintvoorraad en het afgedrukte karakter bepaalde hoekverdraaiing bedient.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het k e n m e r , dat een schakelorgaan is aangebracht, dat bij 30 het openen en weer sluiten van een afschermkap van de schrijf-automaat, via welke de lintcassette toegankelijk is, een besturingsimpuls aan de verwerkingseenheid afgeeft.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, m e t het kenmerk, dat een orgaan is aangebracht, dat 35 telkens na het afdrukken van een aantal karakters een besturingsimpuls aan de verwerkingseenheid afgeeft.

5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, m e t het kenmerk, dat de detector bij het verplaatsen 8301259 % r - g - -C* van het lint een impulssignaal afgeeft, waarbij het vooraf-bepaalde signaal van de detector overeenkomt met tenminste een impuls.

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t h e t 5 kenmerk, dat de verwerkingseenheid na ontvangst van een besturingsimpuls de meting van de hoekverdraaiing pas start, nadat een eerste impuls van de detector is ontvangen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de verwerkingseenheid een alarmsignaal af- 10 geeft aan een weergeeforgaan, indien na een voorafbepaalde hoekverdraaiing van de motor nog geen impuls van de detector is ontvangen.

8. Inrichting volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat een draaibare detectie-as is aan- 15 gebracht, waarvan het ene uiteinde rechtstreeks met de voor-raadspoel koppelbaar is, terwijl het andere uiteinde een schijf draagt, die aan zijn omtrek is voorzien van regelmatig over de omtrek verdeelde detectie-elementen, waarbij de nabij de omtrek van de schijf opgestelde detector bij het passeren 20 van elk detectie-element een impuls opwekt.

9. Inrichting volgens conclusie 8,methet kenmerk, dat de detector bestaat uit een fototransistor, die tegenover een lichtbron is opgesteld, waarbij een omtreks-rand van de schijf tussen de lichtbron en de fototransistor 25 uitsteekt, welke omtreksrand is voorzien van regelmatig over de omtrek verdeelde sleuven.

10. Lintcassette voor toepassing in een schrijfautomaat, die is uitgerust met een inrichting volgens ëën der voorgaande conclusies, welke lintcassette is voorzien van een 30 cassettehuis met een uitvoer- en een invoeropening, een voor-raadspoel met een lintvoorraad en een opneemspoel voor het gebruikte lint, met het kenmerk, dat het belnkte lint vanaf de voorraadspoel via de uitvoer- en de invoeropening rechtstreeks naar de opneemspoel loopt, waarbij de 35 beide spoelen elk zijn voorzien van een holle spoelnaaf, die via een in de bodem van het cassettehuis gevormde opening toegankelijk is voor en koppelbaar is met een aandrijfas resp. detectie-as.

11. Lintcassette volgens conclusie 10, met het 40 kenmerk, dat in de uitvoer- en de invoeropening remblok- 8301259 - 10 - * jes voor het lint zijn aangebracht.*

12. Lintcassette volgens conclusie 10 of 11, me t het kenmerk, dat het cassettehuis aan een eerste zijde een uitstekende nok en aan de tegenoverliggende zijde een 5 grendelrand bezit, waarmee de lintcassette in de schijfautomaat vergrendelbaar is. 8301259