NL8301226A - Tabaksrookfilter. - Google Patents

Description

- ·· ** Μ

Br/Bl/lh/3

Tabaksrookfilter.

De uitvinding heeft betrekking op robkfilters en verschaft een tabaksrookfilterelement met een zich in de lengterichting uitstrekkende kern en een omhulsel rondom deze kern, aan welk omhulsel vooraf een ui terlijke 5 vorm is verleend om aan het uitwendige daarvan doorgangen te verschaffen, die zich in lengterichting van het filter uitstrekken tot of naar tenminste een einde daarvan, welk omhulsel eveneens een omtreksgroef bezit, die open is voor deze doorgangen. De uitvinding verschaft eveneens 10 een rookfilter met een dergelijk element, dat een mondstuk-materiaal rondom het omhulsel bezit; welk mondstukmateriaal in de lengterichting met het element kan samenvallen of een mondstukomhulsel kan zijn, dat het element in een filtersigaret opneemt; het mondstukmateriaal kan lucht-15 doorlatend of lucht-niet-doorlatend zijn en wanneer het een ventilerend mondstuk is zorgt het bij voorkeur voor een direkte ventilatie in de omtreksgroef.

Het omhulsel zal gewoonlijk in de lengterichting gegolfd zijn voor het verschaffen van de uitwendige door-20 gangen, hoewel daaraan voor dit doel ook een andere vorm (bijvoorbeeld kuiltjes) kan zijn verleend.

Het kernoppervlak kan in overeenstemming zijn met het inwendige oppervlak van het omhulsel, terwijl het omhulsel ook inwendige doorgangen tussen het omhulsel en 25 de kern kan begrenzen, die zich eveneens vanaf de omtreksgroef tot of naar tenminste één einde van het element of het filter uitstrekken; . dergelijke inwendige doorgangen zullen gewoonlijk door de uitwendige omtreksgroef afgesloten zijn.

30 De uitvinding verschaft eveneens een werkwijze voor het vervaardigen van een tabaksrookfilterelement, waartoe wordt uitgegaan van een zich in lengterichting uitstrekkende kern, een omhulselstrook in gebieden op enige afstand van elkaar in lengterichting wordt gegaufreerd 8301226 i? ?> -2- om daarin zich in lengterichting uitstrekkende kanalen te vormen die door een niet-gegaufreérd gebied over enige afstand gescheiden zijn van andere van deze kanalen, het omhulselmateriaal rondom de kern wordt gewikkeld met de 5 kanalen aan de buitenzijde, waardoor het niet-gegaufreerde gebied van het omhulsel de vorm van een omtreksgroef aanneemt rondom de omhulde kern, waarin de uitwendige lengtekanalen uitmonden.

De kern van het element en filter volgens de 10 uitvinding kan uit elk van het gehele gebied van sigarette-filtermaterialen bestaan, bijvoorbeeld uit gebonden of niet-gebonden stapeIvezeis of elementairdraadlont (van cellulose-acetaat of polyalkeen, enz.), crêpepapier of luchtdoorlatend opgeschuimd materiaal. De kern kan over 15 de gehele lengte ervan een uniforme structuur en samenstelling bezitten of kan in plaats daarvan een samengestelde structuur - bijvoorbeeld van afzonderlijke proppen met de verschillende eigenschappen (bijyoorbeeld drukval). -bezitten; de kern kan zich over de gehele öfL'siechts gedeel- 20. telijk over de lengte van het element uitstrekken en indien de kern een samenstel van twee of. meer proppen is kinnen aangrenzende proppen tegen elkaar aanliggen of op enige afstand van elkaar aanwezig zijn. De kern kan niet-omhuld zijn of een propomhulsel omvatten, dat. doorboord is en/of 25 een inherent rookdoorlatend materiaal is; in plaats daarvan > zou de kern een ondoordringbaar propomhulsel of een ëên geheel vormende (bijvoorbeeld thermisch, of met oplosmiddel samengesmolten), huid kunnen bezitten. De kern zou in plaats daarvan niet-doorlatend of niet-filterend kunnen zijn.

30 Het omhulsel is, indien niet doorlatend, op geschikte wijze een papier/thermoplastisch polymeer-laminaat, bijvoorbeeld een papier/thermoplastisch polymeer/papier-laminaat, waarvan de kunststoflaag bij voorkeur uit polyalkeen, bijvoorbeeld polyetheen, bestaat. Een dergelijk 35 laminaat bezit goede gaufreringseigenschappen en behoudt de ondoordringbaarheid en de gegaufreerde vorm goed. In plaats daarvan zou het omhulsel doorlatend kunnen zijn, bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een propomhulsel van door- 8301226 . - * * -3- * latend papier en/of met doorboringen. Het omhulsel wordt bij voorkeur rondom de kern bevestigd door middel van een overlappende en gehechte naad; het kan eveneens aan de kern worden bevestigd door éën of meer plakmiddelstrepen 5 in lengterichting.

Het mondstukmateriaal kan luchtdoorlatend zijn; voor geventileerde filters kan het inherent doorlatend zijn, maar indien het het mondstukomhulsel is, dat het element met een tabakskolom verbindt, bestaat het meestal 10 uit een nagenoeg niet-doorlatend materiaal met doorboringen in verbinding met de uitwendige doorgangen, bijvoorbeeld via de omtreksgroef. Het element kan een omhulsel van luchtdoorlatend materiaal bezitten, waardoor aan een filter een glad uitwendig voorkomen wordt verleend en 15 waaromheen het mondstukomhulsel (of ringmondstuk 1 bij de filtersigaretproduktie wordt aangebracht, maar dit is gewoonlijk niet noodzakelijk.

Bij het gebruik als een onderdeel van een gefilterde sigaret kunnen enkele filters volgens de uitvin-20 ding via doorgangen tussen omhulsel en kern zorgen voor enige omleiding van rook rondom het gedeelte van de lengte van de kern, waardoor verscheidene geregelde effekten kunnen worden bereikt afhankelijk van de toegepaste filter-structuur; in deze gevallen bezit de kern natuurlijk niet 25 een rook-niet-doorlatende laag tussen de kern en het niet-doorlatende omhulsel.

Bij geventileerde filters volgens de uitvinding kunnen de uitwendige doorgangen tussen omhulsel en mondstukmateriaal slechts open zijn aan het mondstukeinde van 30 het filter, zodat hierin aangezogen ventilatielucht direkt in de mond van de roker komt zonder eerst met rook te worden gemengd. Indien de uitwendige doorgangen daarentegen alleen open zijn aan h.et einde van het filter, dat tegen de tabaksstaaf aanligt, stroomt de hierin aangezogen venti-35 latielucht eerst naar de tabaksstaaf en dan terug door de filterkern.

Elementen volgens de uitvinding worden op geschikte wijze vervaardigd door eerst de kern te vormen 8301226 Γ y -4- (als een eindloze staaf of een staaf met een bepaalde eindige lengte), het omhulsel in de vereiste uiterlijke vorm te golven en het gegolfde omhulsel rondom de kern te wikkelen en te bevestigen. Mondstukmateriaal kan later 5 rondom het omhulsel worden gewikkeld? dit mondstukmateriaal kan het mondstukomhulsel zijn, dat gebruikt wordt om het filter en de tabaksstaaf op gebruikelijke wijze met elkaar te verbinden tijdens het vormen van.de filtersigaretten.

Gewoonlijk zal de kern als een eindloze staaf 10 worden gevormd, die dan continu met het gegolfde omhulsel wordt omwikkeld, waarna het verkregen eindloze samenstel dan in dwarsrichting op eindige lengten wordt gesneden.

Een omhulsel van luchtdoor latend of niet-doorlatend materiaal kan desgewenst continu rondom het samenstel van kern en 15 gegolfd omhulsel worden aangebracht voor het snijden op eindige lengten. Voor de produktie van filtersigaretten worden dubbele lengten van dergelijke produkten tussen omhulde tabaksstaven aangebracht, die aan de einden tegen elkaar aanliggen , waarna mondstukomhulsel of ringmondstuk .

20 wordt aangebracht om de tabaksstaven en de tussengelegen filterstaven met elkaar te verbinden en de verkregen combinatie op de dubbele lengten wordt doorgesneden voor het vervaardigen van afzonderlijke filtersigaretten. De aanvankelijk vervaardigde eindloze filterstaaf wordt 25 gewoonlijk op een even veelvoud (bijvoorbeeld zesvoud) van lengte-eenheden gesneden voor leverantie aan de producent van filtersigaretten, die deze meervoudige lengten dan op dubbele lengten snijdt voor het gebruik bij de filter-sigarettenproduktie, zoals bovenstaand beschreven. Het zal 30 duidelijk zijn, dat in het geval van afzonderlijke filter-lengten volgens de uitvinding, waarbij de eerste en andere doorgangen zich vanaf alleen het-ene einde van het filter uitstrekken om kort voor het andere einde te eindigen, zodat de twee filtereinden verschillend zijn, de aanvanke-"Λ" 35 lijke staven op een even veelvoud van de lengtedie door de filterfabrikant worden geleverd en waaruit tenslotte de afzonderlijke lengten worden gevormd, identieke einden kunnen bezitten - zo zou de staaf op een even veelvoud 8301226 * ί -5- van de lengte doorgangen kunnen bezitten, die zich vanaf beide einden uitstrekken of aan beide einden gesloten zijn afhankelijk van hèt feit of de doorgangen in de gerede filtersigaret open zijn aan het tabakseinde resp.

5 aan het mondstukeinde- Deze filterstaven op een even veelvoud van de lengte maken eveneens deel uit van de uitvinding.

Terwijl de kern van de filters of elementen volgens de uitvinding een samengestelde structuur kan 10 bezitten, zoals bovenstaand vermeld, bijvoorbeeld vervaardigd kan zijn uit tegen elkaar aanliggende of in lengterichting op enige afstand van elkaar aanwezige proppen, strekt het gegolfde omhulsel zich gewoonlijk over de gehele lengte van het filter of het element uit om hieraan een 15 samenhangende êën geheel vormende structuur te verlenen.

Als of in de kern van filters en elementen volgens de uitvinding kan een prop van bijeengebrachte grove vezels of bijeengebracht gegaufreerd kunststofmateriaal, metaal (bijvoorbeeld aluminiuml of andere foelie met een 20 hoge drukval en een kleinere tens ie worden gebruikt.

In filtersigaretten, waarin elementen volgens de uitvinding worden gebruikt, kan via het mondstukmateriaal ventilatie direkt in de omtreksgroef en dus in alle uitwendige doorgangen worden verschhft; zo kunnen bijvoorbeeld 25 doorboringen zijn aangebracht in het mondstukmateriaal in een omtreksring, die in register verkeert met de omtreksgroef.

Diverse uiterlijke vormen yan het element volgens de uitvinding zijn mogelijk; zo kan de omtreksgroef 30 bijvoorbeeld in het midden van het omhulsel zijn aangebracht terwijl de uitwendige (en eventueel inwendige} doorgangen zich van daaruit in tegengestelde richtingen uitstrekken naar beide einden van het element; de omtreksgroef kan ook meer naar het ene einde yan het element - 35 toeliggen waar het omhulsel in omtreksrichting is gegolfd of op andere wijze vrijwel in overeenstemming is gebracht met de omtreksgroef vanaf dat einde, terwijl de uitwendige (en eventueel inwendige) doorgangen zich vanaf de omtreks- 8301226 -6— Γ “i groef naar het andere einde van het element uitstrekken; bij een andere variant bevindt de omtreksgroef zich aan het ene einde van het omhulsel en is open aan dat einde, terwijl de uitwendige ien eventueel inwendige), doorgangen 5 zich vandaaraftuitstrekken naar hèt andere einde; andere uitvoeringsvormen bezitten een aantal omtreksgroeven, die zich op afstand van elkaar langs het omhulsel bevinden, Bijvoorbeeld aan de tegenover gelegen einden ervan- Het bij de vervaardiging van dit type element volgens de uit-10 vinding te gebruiken omhulsel kan eenvoudig op gebruikelijke wijze geprofileerd zijn voor het verschaffen van de vereiste golvingen, terwijl elk gebied, dat een omtreksgroef moet vormen glad en niét geprofileerd wordt gelaten; wanneer het gegolfde omhulsel rondom de kern wordt aangebracht, blijkt 15 het, dat de vlakke niet geprofileerde gebieden van nature . de vorm van omtrek s groeven aannemen.

Dit aspect van een filterelement met een kern die een in lengterichting gegolfd omhulsel bezit, dat een uitwendige omtreksgroef verschaft, waarin de uitwendige 20 kanalen van de golvingen uitmonden en de werkwijze voor het vormen van deze constructie door het omwikkelen van de kern met een tevoren gegolfd omhulsel, waarin gladde gedeelten zijn achtergelaten, zoals boven beschreven; zijn in hèt algemeen van nut .-en bruikbaar, ongeacht de aard;van 'de 25 kern, ongeacht de aard van het gegolfde omhulsel (bijvoor-3 beeld niet-doorlatend of doorlatend en/.of .doorboord) en ongeacht de aard van het in combinatie daarmee gebruikte mondstukmateriaal. · In plaats van gegolfd te zijn zou aan dit omhulsel verder een andere uiterlijke vorm (bijvoor-30 beeld kuiltjes) kunnen worden verleend om de uitwendige kanalen te verschaffen.

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zullen nu bij “wijze van voorbeeld worden beschreven aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin gelijke ver-35 wijzingscijfers gelijk onderdelen aangeven en waarin

Figuur 1 een beeld in lengtedoorsnede van een filter een filtersigaret volgens de uitvinding is;

Figuren 2 en 3 beelden in dwarsdoorsnede langs 8301226 «* 4 -7- de lijnen II-II resp. III-XII in figuur 1 zijn;

Figuur 4 een perspectivisch beeld van het filtereleinent volgens de uitvinding, dat in het filter van figuur 1 wordt toegepast; 5 Figuren 5 en 13 soortgelijke beelden als figuur 1 van een ander filter en andere filtersigaret'„volgens de uitvinding zijn;

Figuren 6 en 11 perspectivische beelden zijn van het filterelement volgens de uitvinding, die bij 10 figuur 5, resp. 13 worden toegepast;

Figuur 7 eenzelfde beeld als dat van figuur 6, resp. 11 van een ander filterelement volgens de uitvinding is; en

Figuren 8 tot 10 en 12 schematische beelden in 15 lengtedoorsnede van filtersstaven op meervoudige lengte volgens de uitvinding zijn.

B±j sommige uitvoeringsvormen van figuur 1 tot 7 bestaat het filterelement of de staaf uit een filterende kern 4 (die een glad rookdoorlatend of niet-doorlatend 20 propomhulsel 1 omvat) die omhuld is met een rook-niet- doorlatend omhulsel 2 met golvingen 3 in de lengterichting, welke doorgangen 5 in de lengterichting tussen het omhulsel en de kern en uitwendige doorgangen 6 in lengterichting verschaffen; in de elementen van figuren 1 tot 7 verschaft 25 het niet-doorlatende omhulsel tevens een omtreksgroef 8, ? die met de uitwendige groeven 6 in verbinding-staat, welke zich, zoals weergegeven, van hieraf uitstrekken naar een einde van het filter. Bij het gebruik is een ventilerend j (uitwendig) mondstukomhulsel 12 aanwezig, dat het filter-30 element omgeeft en het met een omhulde tabaksstaaf 10 verbindt en bezit het ventilerende mondstukomhulsel een ring van ventilerende doorboringen 14, die uitkomen in de genoemde omtreksgroef.

Bij de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 4 35 strekken de inwendige en uitwendige' doorgangen zich in lengterichting richting vanaf de omtreksgroef uit tot béide einden van de filters staaf- Bij de uitvoeringsvorm van figuren 5 en 6 heeft het niet-doorlatende omhulsel aan ^ 8301226 -8- het einde van het filter, dat tegen de tabaksstaaf rust, golvingen 20 in de omtreksrichting, die de omtreksgroef en de uitwendige kanalen afsluiten van de tabaksstaaf, welke omtreksgroef direkt aan de golvingen in omtreksrichting 5 grenst en de golvingen van het omhulsel in lengterichting zich van hieraf uitstrekken naar het mondstukeinde van het filter. Bij het element van figuur 7, dat op dezelfde wijze als aangegeven voor figuren 1 en 5 in een filtersigaret kan worden opgenomen, is de omtreksgroef 8 aan het 10 ene einde van het element open en strekken de kanalen 5 en 6 zich van hieraf uit naar het andere einde.

Zoals bovenstaand is opgemerkt wordt het aanvankelijk vlakke omhulsel 2 bij de vervaardiging van de weergegeven filterelementen eerst gegaufreerd met de 15 groepen golvingen 3 (figuren 1 tot 4 en 7). of 3 en 20 (figuren 5 en 6). daarvan waarbij hier tussen ruimten glad en niet gegaufreerd worden gehouden. Wanneer het vooraf gegolfde omhulsel rondom de kern 4 wordt aangebracht ondergaan de niet-gegaufreerde omhulselgedeelten van nature 20 een vervorming, waardoor de omtreksgroef 8 wordt verschaft, waarin de kanalen 6 uitmonden.

Zoals bovenstaand reeds is uiteengezet, zal een filterelement volgens de uitvinding, zoals één van de . weergegeven filterelementen, aanvankelijk als een continue 25 lengte worden vervaardigd, waaruit staven met een lengte van een even veelvoud (dat wil zeggen elke staaf is een even veelvoud van het uiteindelijke afzonderlijke element) worden gesneden, welke staven op meervoudige lengte later verder worden onderverdeeld in elementen op dubbele lengte..: 30 en vervolgens tijdens de filtersigarettenproduktie in de uiteindelijke elementen op enkele lengte. Voorbeelden van staven op zesvoudige lengte volgens de uitvinding, die · - verder tot de afzonderlijke elementen, volgens de uitvinding kunnen worden onderverdeeld, zijn schematisch weergegeven -35 in figuren 8 tot 10. Figuur 8 toont èen staaf op zesvoudige lengte, waaruit afzonderlijke elementen, zoals in figuur 4, kunnen worden vervaardigd door in het midden door te snijden door de inwendige aanwezige in lengterichting ^ 8301226 «r -9- gegolfde gedeelten. Een soortgelijke staaf op meervoudige lengte, maar met geschikte andere relatieve afmetingen van de gegolfde en langs de omtrek van groeven voorziene gebieden zou in het midden door de groeven kunnen worden 5 doorgesneden voor het verkrijgen van de afzonderlijke elementen, zoals weergegeven in figuur 7. Figuur 9 toont een staaf op zesvoudige lengte, die in het midden door de in omtreksrichting gegolfde gebieden en in het midden door de inwendig aanwezige in lengterichting gegolfde 10 gebieden kan worden doorgesneden voor het verkrijgen van de afzonderlijke elementen van het type, die in figuur 6 zijn weergegeven. Figuur 10 toont een staaf op zesvoudige lengte, die door de in omtreksrichting gegolfde gebieden 20 kan worden doorgesneden voor het verkrijgen van afzon-15 derlijke elementen volgens de uitvinding (niet weergegeven) met aan het ene einde golvingen in de omtreksrichting van waaraf zich golvingen in de lengterichting uitstrekken naar het andere einde.

Terwijl in alle bovenstaande uitvoeringsvormen 20 de filterende'..ke±ifcv4 een glad propomhulsel 1 omvat, behoeft dit laatste niet altijd aanwezig te zijn en wanneer het aanwezig is kan het rookdoorlatend of niet-doorlatend zijn. De afzonderlijke elementen en staven op meervoudige lengte, die in figuren 4 en 7 tot 10 zijn gegeven, kunnen als 25 onderdeel van de filterproduktiemethode worden voorzien van een-glad luchtdoor latend propomhulsel. De omhulde elementen of filters zouden dan in filtersigaretten kunnen worden opgenomen door middel van een ventilerend mondstuk-omhulsel, zoals weergegeven in figuren 1 en 5 of met 30 behulp van een ringmondstuk.

Zoals bovenstaand eveneens is opgemerkt kan, hoewel bij de uitvoeringsvormen van figuren 1 tot 10 gebruik wordt gemaakt van een filterende kern 4 en een niet-doorlatend omhulsel 2, dat zowel inwendig als uitwen-- ^ 35 - dige doorgangen 5 en 6 verschaft, één of meer van deze aspecten afwezig zijn of zijn gemodificeerd. Zo kan bijvoorbeeld de kern aan de vorm van het omhulsel zijn aangepast, zodat geen inwendige doorgangen 5 overblijven; kan 8301226 - 10- 3= -¾ de kern doorlatend of niet-doorlatend zijn en een hoog of laag filterrendement bezitten of in het geheel niet-filterend zijn en kan het omhulsel 2 bestaan uit een doorlatend of niet-doorlatend materiaal en doorboord of niet-5 doorboord zijn. De bovenstaande opmerkingen met betrekking . tot staven op even meervoudige lengten zijn op dezelfde wijze van toepassing op deze gemodificeerde uitvoeringsvormen. Verder kunnen deze élementen met hetzij een doorlatend hetzij een niet-doorlatend uitwendig mondstukomhulsel 10 worden gebruikt. Als verdere modificatie behoeft het omhulsel 2 niet in lengterichting gegolfd te zijn, maar zou het enige andere uiterlijke vorm - bijvoorbeeld kuiltjes -kunnen bezitten voor het verschaffen van de uitwendige kanalen, die zich vanaf de #roef 8 tot of naar een einde 15 Van het element uitstrekken.

Bij een speciaal type van de gemodificeerde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de kern een geringe doorlatendheid bezitten (of 2elfs nièt-doorlatend zijn), waarbij de genoemde doorgangen en omtreksgroeven, 20 die buiten de kern een. weg verschaffen, welke zich uitstrekt van het ene einde tot het andere einde van de kern en welke een lagere drukval bij afgesloten toestand dan dèi=. kern verschaft. Bij het gebruik wordt zo tenminste het gedeelte van de rook gedwongen of aangezet via de door-25 gangen en omtreksgroef te stromen en niet via de kern, - - zodat weinig of geen mechanische filtratie van de rook plaatsvindt; een bevredigende teer- en CO-vermindering kunnen echter worden bereikt door hoge waarden s(bijvoorbeeld 50% of meer), voor de luchtverdunning te verschaffen via 30 een ventilerend mondstukmateriaal in'de rookweg langs de omtrek, bij voorkeur direkt in de omtreksgroef? dankzij de stromingbelemmerende kern en de vrij beperkte weg voor .. . de rookstroom daaromheen kan deze hoge luchtverdunnings- ..

graad echter worden verschaft, terwijl aanvaardbaar hoge 35 - totale filter- en filtersigarettdrukvallen in stand- worden - -----gehouden. Hierdoor kan. dus een sigaretfilter.worden verschaft, waarmee de teer- enz. vermindering grotendeels of vrijwel geheel door luchtverdunning en niet door mechanische 8301226 3? «·» -lire tentie wordt verschaft, terwijl bij het gébruik een aanvaardbare trekweerstand in stand wordt gehouden? dit is een duidelijk voordeel ten opzichte van gebruikelijke filterconstructies, waarbij een hoge luchtverdunning en een 5 lage mechanische retentie onvermijdelijk hebben geleid tot filter- en filtersigarettdrukvallen die te laag zijn om aanvaardbaar te zijn. Filters volgens de uitvinding van het beschreven type kunnen eveneens een aanzienlijk lagere CO-teer-opbrengst (bijvoorbeeld 0,5 ί of minder) leveren 10 dan bereikbaar is met gebruikelijke filters (in het algemeen ongeveer één), met dezelfde drukval in afgesloten toestand en zelfde teerretentie. De drukval en teerretentie enz. in afgesloten toestand zijn die, welke gemeten worden, wanneer verdunning met lucht wordt voorkomen.

15 Met verwijzing naar de tekening kan een dergelijk filterelement, filter en dergelijke filtersigarettvalgens de uitvinding op de verschillende wijzen zijn uitgevoerd zoals weergegeven in figuren 1 tot 4. In één geval bezit het filterelement, zoals weergegeven in figuur 4, een kern 20 4 van Transorb (een dichte gestrekte staaf van gebonden cellulose-acetaat elementairdraden) met een zeer geringe doorlatendheid met een niet-doorlatend propomhulsel 1 (bijvoorbeeld van papier of kunststoffoelie), terwijl het omhulsel 2 niet doorlatend is (bijvoorbeeld een papier/ 25 thermoplastische kunststof/papier-laminaat zoals bovenstaand beschreven) en via- de twee groepen doorgangen 6 en een tussengeplaatste omtreksgroef 8 een stromingsweg in lengterichting langs de omtrek verschaft met een lagere afgesloten drukval dan de kern. De eigenschappen van 30 Transorb-staven en methoden voor de bereiding daarvan (die de aanvankelijke kroezing van de elementairdraden kan verwijderen) zijn beschreven in Britse octrooischrift .. 970.817, waarop de aandacht voor verdere hijzonderheden.

wordt gevestigd. In het overeenkomstige filter resp. de -· 35 overeenkomstige filtersigaret volgens de uitvinding (figuren - : ^ 1 tot 3) is het element omgeven door een ventilerend mondstukmateriaal 12, dat zorgt voor een hoge luchtverdun-ningsgraad (bijvoorbeeld' 50% of meer) in de weg van de --- -a 8301226 -12- rooks t room langs de omtrek, in dit geval via een ring van ventilerende doorboringen 14 in register met de omtreks-groef. 8? het mondstuk 12 bestaat hier uit een inherent niet-doorlatend materiaal, maar::zou in plaats daarvan 5 inherent doorlatend kunnen zijn al dan niet met doorboringen 14. Bij een soortgelijke uitvoeringsvorm wordt de omhulde Transorb-kem 4,1 vervangen door een niet doorlatende geextrudeerde staaf van kunststofschuim met gesloten cellen.

10 Het in figuur 7 weergegeven element kan eveneens bestaan uit dezelfde onderdelen als direkt hierboven beschreven met een schuimkem met gesloten cellen of een omhulde Transorb-kem en een niet-doorlatend omhulsel 2, dat via 6 en 8 een weg voor de rookstroom langs de omtrek 15 met een lagere afgesloten drukval dan de kern verschaft? dit element zal worden opgenomen in een· filter en filtersigaret met een hoge luchtverdunning, zoals beschreven met betrekking tot figuren 1 tot 3. De onderdelen van de in figuur 8 weergegeven staaf op meervoudige lengte kunnen de-20 zelfde zijn als bovenstaand beschreven voor figuren 4 en 7.

Bij een ander speciaal type van de gemodificeerde uitvoeringsvorm bestaat de kern uit filterend materiaal, is het omhulsel 2 rookdoorlatend en eindigt de weg langs de omtrek, die door de omtreksgroef en de hiermee in ver-25 binding dtaande doorgangen in lengterichting wordt ver-lf schaft, kort voor tenminste het ene einde van het element.

Een dergelijk element kan met een ventilerend of niet-ventilerend mondstukmateriaal worden gebruikt en bij het gebruik wordt de rook gedwongen of aangezet het omhulsel 30 tussen de kern en de stromingsweg langs de omtrek te doorlopen. Een dergelijk element kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn, zoals weergegeven in figuur 6 en de meervoudige lengte daarvan, zoals weergegeven in figuur 9, waarbij de kern 4 bestaat uit een poreuze filterende staaf van gebon- 35.. 3en gekroest cellulose-acetaat-èlementairdraadlont·, 'het -propomhulsel 1 doorlatend (bijvoorbeeld sterk doorlatend) is of geheel weggelaten is en het omhulsel 2 doorlatend (bijvoorbeeld sterk ..doorlatend) . In andere gevallen zal· de 8301226 » Γ* ** -13- kern 4 niet een glad cilindervormig,oppervlak bezitten maar zal het aangepast inwendige gegolfde oppervlak van het omhulsel 2, zodat er geen inwendige kanalen 5 zijn; dit wordt in de praktijk op eenvoudige wijze bereikt door de 5 vers gevormde kemstaaf 4 te·omhullen met het tevoren in de ui terlijke vorm gebrachte omhulsel 2, terwijl het bijeengebrachte lont van de kern nog "levend" en niet gehard is, zodat het omhulsel het profiel ervan dan in het kem-oppervlak perst. Een betreffende filter resp. filtersigaret 10 volgens de uitvinding kan dan de vorm bezitten, zoals weergegeven in figuur 5, afgezien daarvan, dat de ventilerende doorboringen 14 bij voorkeur niet in het niet-door-latende mondstukmateriaal 12 aanwezig zijn en dat, zoals bovenstaand aan gegeven het propomhulsel 1 (dat doorlatend, -15 bij voorkeur sterk doorlatend is, indien aanwezig) kan worden weggelaten. In het laatste geval kan de kern 4 overeenkomen met het inwendige profiel van het omhulsel 2 en dus de doorgang 5 opvullen. Figuren 11, 12 en 13 tonen een filterelement, element op meervoudige lengte resp.

20 filter en filtersigaret volgens de uitvinding, waarbij de filterende kern 4 geen propomhulsel bezit en aangepast is aan het profiel van het omhulsel 2, dat bij het gebruik omgeven is door niet-ventilerend mondstukmateriaal 12.

Hèt weergegeven element zou..:: bij voorkeur in omgekeerde 25 richting ten opzichte van de in figuur 13 weergegeven richting kunnen worden gebruikt, namelijk met de. doorgangen : 6 in de richting van de tabak en de omtreksgolvingen 20 aan het mondstukeinde.en dit is inderdaad de filtersigaret die op de eerder beschreven gebruikelijke wijze zou worden 30 verkregen uit elementen van dubbele lengte welke (via de inwendige in lengterichting gegolfde gebieden), uit de staaf van figuur 12 worden gesneden. Staven van zesvoudige lengte voor de filter van figuur 13 (of 5) zullen ongeveer . .„ dezelfde vorm als in figuur 12 (of 9) hebben, maar met 35 ” de omtreksgolvingen 20 aan elk einde. - - 8301226

Claims (8)

1. Tabaksrookfilterelement mét een zich in lengterichting uitstrekkende kern en een omhulsel rondom deze kern, aan^welk omhulsel tevoren een uiterlijke vorm is verleend om aan de buitenzijde daarvan doorgangen te 5 verschaffen, die zich in lengterichting van het element uitstrekken tot of naar tenminste één einde daarvan, welk omhulsel tevens een omtreksgroef bezit, waarin de genoemde doorgangen uitmonden.

2. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de kern een geringe doorlatendheid bezit of niet- doorlatend is en de omtreksgroef en de doorgangen een stromingsweg langs de omtrek van het ene einde naar het andere einde van de kern verschaffen, die een kleinere drukval in afgesloten toestand dan de kern levert. 15 3- Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kern een doorlatende filterende kern is en het omhulsel een doorlatend omhulsel, is, waardoor rook naar en van de kern kan passeren.

4. Rookfilter gekenmerkt door een element volgens 20 conclusie 1, 2 of 3 met een mondstukmateriaal rondom het omhulsel -

5. Filter volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het mondstukmateriaal luchtdoorlatend en/of doorboord is. .25 .6. Filter volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het mondstukmateriaal bij het gebruik zorgt voor het lateraal daardoor binnentréden van buitenlucht in de omtreksgroef.

7. Filter volgens conclusie 3 en 4, met het 30 kenmerk, dat het mondstukmateriaal niet-ventilerend is. θ. Werkwijze voor het vervaardigen van een tabaksrookfilterelement, met het kenmerk, dat men uitgaat van een zich in lengterichting uitstrekkende kern, een ....... omhulse 1st rook op plaatsen op enige afstand van elkaar ... . ... . 35 in lengterichting gaufreerd om daarin zich. in lengterichting uitstrekkende kanalen te vormen die van andere soortgelijke kanalen ruimtelijk gescheiden zijn door een niet- 8301226 ίΛ -4f -15- gegaufreerd gebied, en het omhulselmateriaal rondom de kern wikkelt met de genoemde kanalen aan de buitenzijde, waardoor het niet gegaufreerde gebied van het omhulsel de vorm van een omtreksgroef rondom de omhulde kern aanneemt, 5 waarin de uitwendige zich in lengterichting uitstrekkende doorgangen uitmonden.

9. Filtersigaret gekenmerkt door een daarin opgenoraen filter volgens ëén der conclusies 4-7.

10. Filtersigaret volgens conclusie 9, met het 10 kenmerk, dat het mondstukmateriaal bestaat uit een uitwendig mondstukomhulsel, dat het filter en de tabhksstaaf met elkaar verbindt.

11- Eén geheel vormende staaf op meervoudige lengte, die tot afzonderlijke elementen of filters volgens 15 één der conclusies 1-7 kan worden gesneden. 8301226