NL8301134A - Afwerkingsinrichting voor een onderzeese put. - Google Patents

Description

v N/31.415-tM/f.

Afwerkingsinrichting voor een onderzeese put.

Het boren en afwerken van onderzeese putten is duur. In koude klimaten en ondiep water zijn enkele problemen opgetreden tengevolge van beschadiging van de onderzeese putkopapparatuur ten gevolge van schuren van ijsbergen en als 5 resultaat van ankers, ankerlijnèn en visnetten, leidingen en apparatuur, die worden gesleept over een onderzeese put.

Pogingen zijn gedaan om onderzeese put-koppen te beschermen door de bodem uit te graven, de putkopapparatuur te plaatsen in de uitgraving en een domvormige af-10 dekking te verschaffen, die wordt geplaatst over de putkop om deze te beschermen. Dit oplossingstype is afgebeeld in het Amerikaanse octrooischrift 3.247.672. Verschillende andere constructies zijn verschaft voor verwijderbare geleidings-bases, zoals afgebeeld in de Amerikaanse octrooischriften 15 3.464.489, 3.559.754 en 3.321.015. Deze octrooischriften suggereren niet een boomsysteem met een laagprofiel en tonen of suggereren geen hoogtereductie door het verwijderen van de geleidingsbasis.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking 20 op een verbeterd onderzees putafwerkingssysteem met een laag profiel, dat is voorzien van een ankerbasis met een leibuis met grote diameter, die daarop geplaatst is en is gecementeerd in de putboring, een opwaarts gerichte trechter, die is ondersteund op de basis, een productiekolom, die zich om-25 hoog uitstrekt in de leibuis en buigt naar een althans horizontale stand voor zijn verbinding met een spuitleiding-aansluitorgaan. De productiekolom kan zijn bocht beginnen op een positie onder de trechter of onmiddellijk daarboven, waardoor de spuitleiding en andere afwerkingsapparatuur dicht 30 bij de ankerbasis worden gemonteerd.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde onderzeese putafwerking, die minder kans heeft om te worden beschadigd door ankers, ankerlijnen of visnetten.

35 Een verder doel is het verschaffen van een verbeterde onderzeese putafwerkingsinrichting, die een laag profiel heeft om beschadiging door ijsbergen te voorkomen.

Nog een ander doel is het verschaffen van 8301134 -2- 4' * een verbeterde onderzeese putafwerkingsinrichting, die economisch is.

Bs ze en andere doelen/ kenmerken en voordelen worden hierna opgevoerd en uiteengezet in verband met de 5 tekeningen, waarin: fig. 1 is een doorsnede van een onderzeese put met de leibuis en ophaalbare geleidingsbasis, die daarin worden neergelaten.

Fig. 2 is een soortgelijke afbeelding met de 10 leibuis, die is geplaatst op de inwendige schouder op de an-kerbasis en de hoeksteunen van de ophaalbare geleidingsbasis, die zitten op de ankerbasis.

Fig. 3 is een soortgelijke afbeelding en toont de ophaalbare geleidingsbasis, die is verwijderd en 15 fig. 3A toont de leibuisgrendelring.

Fig. 4 is een soortgelijke afbeelding en toont de blijvende, van een trechter voorziene geleidingsbasis, die is geplaatst op de ankerbasis met de overige % afwerkingsapparatuur met inbegrip van een productiekolom en 20 en downhole apparatuur, die is geplaatst in de ankerbasis.

De onderzeese put 10 heeft een ankerbasis 12, die is geplaatst om het boveneind van de putboring 14, waarbij zijn verbindingshals 16 zich omlaag uitstrekt in de putboring 14. De hals 16 omvat een inwendige plaatsingszit-25 ting 18 en een grendelgroef 20 onder de zitting 18. Een leibuis 22 en een ophaalbare geleidingsbasis 24 met een hoog profiel worden neergelaten zoals is afgeheeld in fig. 1 in de put 10 aan een neerlaatgereedschap 26. Nadat de leibuis 22 en de ankerbasis .12 zijn gedementeerd in de putboring 14, 30 verbindt een geschikt losneembaar verbindingsmiddel (niet afgeheeld! het inwendige van de leibuis 22 en het huis 28 van de geleidingshuis 24,

Nadat het boren is voltooid, worden de ophaalbare geleidingsbasis 24 en zijn huis 28 losgemaakt van de 35 leibuis 22 en opgehaald. Hierbij blijft de put 10 achter, zoals is afgebeeld in fig. 3. Een grendelring 30 is geplaatst in de uitwendige groef 32 direct onder de plaatsingschouder 34 op de leibuis 22 en een pen 36 grijpt aan op een rand 38 op de gespleten grendelring 30. om de ring 3Q in de groef 32 te 40 houden, In zijn normale stand strekt de ring 30 zich buiten- 830 1 1 3 4 -3- V * » · waarts van de buitenzijde van de leibuis 22 uit om te grijpen in de groef 20 in de ankerbasis 12, zoals is afgebeeld

4Q

in fig. 3A. De buitenomtrek·van de ring 30 is omhoog en naar buiten taps uitgevoerd, zoals is afgebeeld in fig. 3A, 5 zodat als de leibuis 22 wordt neergelaten door de plaat-singszitting 18 op de ankerbuis 12 de ring 30 naar binnen in de groef 32 wordt gedrukt. Nadat de groef 32 in aansluiting met de groef 20 is gebracht, beweegt de ring 30 veer^ krachtig naar buiten, zodat deze gedeeltelijk in elk van de 10 groeven ligt. In deze stand is de leibuis 22 vergrendeld op de ankerbasis 14.

Productieapparatuur 42, die is afgebeeld in fig. 4 wordt geplaatst op de ankerbasis 12 en downhole-apparatuur 44 wordt neergelaten in de leibuis 22, zodat 15 productiebuiskolommen 46 hun bocht beginnen in een leibuis 22 en door de van een trechter voorziene geleidingsbasis 48 met een laag profiel. De trechter 50 is geplaatst in de centrale opening van de ankerbasis 12, zoals is afgebeeld.

Hierdoor kan het spuitleidingaansluitorgaan (niet afgebeeld) 20 betrekkelijk laag op de basis 48 worden geplaatst, daar de productiebuiskolommen 46 him horizontale stand iets boven het bovenvlak van de basis 48 bereiken. Verder kan een productiehuis 52, die geen geleidelijke bocht nodig heeft, voor een werking via een spuitleiding een scherpe bocht hebben, 25 zoals is afgebeeld, daar de geleidingsbasis 24 met een hoog profiel is verwijderd.

Bij deze uitvoering van de geleidingsbasis 48, heeft de putafwerkingsapparatuur of het op zee toegepaste inzethoomsysteem 42 voor de onderzeese put 10 een laag 30 profiel, dat mogelijke schade door ijsbergen, ankers en vis- netten vermindert. j i | j 8301134

Claims (6)

1. Afwerkingsinrichting voor een onderzeese put, gekenmerkt door een ankerbasis, die is geplaatst op de bodem rondom de onderzeese putboring, een lei-buis, die is gecementeerd in de putboring, een productiekolom,' 5 die zich uitstrekt door de leibuis en buigt naar een althans nagenoeg horizontale stand op een korte afstand boven de ankerbasis, en een boomsysteem met een laag profiel op de ankerbasis voor verbinding met de productiekolom.

2. Afwerkingsinrichting volgens conclu-10 sie 1, gekenmerkt door middelen om het boveneind van de leibuis te vergrendelen op de ankerbasis.

3. 'Afwerkingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een geleidingsbasis, die is geplaatst op de ankerbasis en het boomsysteem ondersteunt.

4. Afwerkingsinrichting volgens conclu sie 3,met het kenmerk, dat de geleidingsbasis is voorzien van een omhoog gekeerde trechter, die is ondersteund in de ankerbasis, waarbij de productiekolom zijn bocht onder de trechter begint.

5. Afwerkingsinrichting voor een onder zeese put, gekenmerkt door een ankerbasis, die is geplaatst op de bodem rondom een onderzeese putboring en een hals heeft, die zich omlaag in de putboring uitstrekt, een leibuis, die met zijn boveneind is vergrendeld op de hals en 25 zich omlaag in de putboring uitstrekt, een van een trechter voorziene geleidingsbasis, die is geplaatst op de ankerbasis met zijn trechter in de halsopening van de ankerbasis en een productiekolom, die is geplaatst in de putboring en buigt naar een horizontale stand, waarbij de productiekolom zijn bocht 30 begint onder de trechter en een korte afstand boven de geleidingsbasis horizontaal is.

6. Afwerkingsinrichting voor een onderzeese put, gekenmerkt door een ankerbasis, die is geplaatst op de bodem rondom een onderzeese putboring en een 35 hsls heeft, die zich omlaag uitstrekt in de putboring, een leibuis, die met zijn boveneind is vergrendeld op de hals en zich omlaag in de putboring uitptrekt, een van een trechter voorziene geleidingsbasis, die is geplaatst op de ankerbasis met zijn trechter in de halsopening van de ankerbasis en een 8301134 - ---1 , -5- productiekolom, die is geplaatst in de putboring en buigt naar een horizontale stand, waarbij de productiekolom zijn scherpe bocht onmiddellijk boven de trechter begint. i * | | 8301134