NL8300130A - Interactieve simulatorinrichting. - Google Patents

Description

Φ -1- 22871/JF/ts

Kofte aanduiding: Interactieve simulatorinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een interactieve simulatorinrichting.

In het algemeen is de onderhavige uitvinding gericht op leermachinee, 5 en in het bijzonder op oefeninrichtingen, die problemen aanbieden aan en actieve responsie vereisen van de student en de docent. Specifieker heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een interactieve, op een rekenautomaat gebaseerde oefeninrichting, die gebruik maakt van alfanumerieke en grafische weergevers, visuele simulaties van voorwerpen en voelbare respon-10 sies, teneinde te voorzien in een cursus, waarbij de tussenkomst van de docent niet is vereist.

Er bestaat een steeds toenemende behoefte' aan techniciwOp zowel burgerlijke als krijgskundige gebieden. Dit heeft geresulteerd in een behoefte aan een machine, die snel individuen kan oefenen in de bediening 15 en het onderhoud van bepaalde elektronica en andere apparatuur, zonder dat de tussenkomst van een docent of hantering w van de feitelijke apparatuur is vereist. Het is wenselijk, dat een dergelijke oefenmachine een student zo kan testen, dat haar of zijn vooruitgang kan worden bijgehouden.

Verder is het wenselijk, dat een dergelijke oefenmachine kan voorzien in 20 instructiecursussen in een groot aantal verschillende disciplines. Teneinde de kennis en geoefendheid, die wordt overgedragen op een student te maximaliseren, dient een dergelijke oefenmachine de aandacht van de student vast te houden. Dit kan worden verkregen door te voorzien in voldoend interessante visuele weergevingen en door het snel reageren op opdrachten of 25 antwoorden van de student.

Overeenkomstig is het het belangrijkste oogmerk van de onderhavige uitvinding te voorzien in een verbeterde oefenmachine.

Het is een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding te voorzien in een op een rekenautomaat gebaseerde interactieve oefeninrichting die 30 voorziet in grafische en alfanumerieke weergevingen, te zamen met visuele simulaties van apparatuur of andere voorwerpen, die het onderwerp zijn van de cursus.

Nog een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een inrichting van de hiervoor genoemde soort, die gebruik maakt van 35 voelbare responsies van de student.

Nog een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een inrichting van de hiervoor genoemde soort, die is voorzien van twee KSB-weergeeforganen, waarvan er ëén wordt gebruikt voor grafische en alfanumerieke instructies en de ander wordt gebruikt voor hèt«weergeven

_ -I

8300130 k v -2- 22871/JF/ts van beelden van voorwerpen.

Nog een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een oefeninrichting van de hiervoor genoemde soort, die gebruik maakt van een videoplatenspeler om snel toegang te krijgen tot visuele beelden 5 en deze snel te kunnen weergeven.

Nog een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een oefeninrichting van de hiervoor genoemde soort, die snel kan worden geprogrammeerd met verschillende lesprogrammatuur.

Nog een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is te voorzien 10 in een oefeninrichting van de hiervoor genoemde soort, die een student zo kan testen, dat haar of zijn vooruitgang kan worden bijgehouden.

De uitvinding voorziet hiertoe in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort, die het kenmerk heeft, dat deze een adaptief KSB-weergeeforgaan omvat voor het op een voorzijde daarvan weergeven 15 van alfanumerieke en grafische instructies en vragen, een eerste aanraak-paneelorgaan, dat is geassocieerd met de voorzijde van het adaptieve KSB-weergeeforgaan voor het opwekken van signalen, die representatief zijn voor invoeropdrachten van een gebruiker, die tot stand zijn gebracht door het aanraken van specifieke plaatsen op de voorzijde van het adaptieve 20 KSB-weergeeforgaan, een afbeeld-KSB-weergeeforgaan voor het op een voorzijde daarvan weergeyen*van beelden, die zijn geassocieerd met de instructies en vragen, een tweede aanraakpaneelorgaan, geassocieerd met de voorzijde van het afbeeld-KSB-weergeeforgaan voor het opwekken van signalen, die representatief zijn voor invoeropdrachten van een gebruiker, die zijn uitgevoerd 25 door het aantaken van specifieke plaatsen op de voorzijde van het afbeeld-KSB-weergeeforgaan, een videoplatenspelerorgaan voor het ve'rschaffen aan het afbeeld-KSB-weergeeforgaan van videosignalen, die representatief zijn voor de beelden, een geheugenorgaan voor het opslaan van een digitaal werkprogramma, dat de instructies en vragen bevat, die dienen te worden 30 weergegeven door het adaptieve KSB-weergeeforgaan, een randkoppelorgaan voor het ontvangen van eerste digitale signalen, die representatief zijn voor de instructies en vragen en voor het verschaffen aan het adaptieve KSB-weergeeforgaan van verenigbare signalen, teneinde de instructies en vragen te kunnen weergeven en voor het ontvangen van de signalen, die repre-35 sentatief zijn voor de opdrachten van een gebruiker van het eerste en tweede aanraakpaneelorgaan en het opwekken van tweede digitale signalen, die daarvoor representatief zijn en een digitaal stuurorgaan, dat is verbonden met het geheugenorgaan, het videoplatenspelerorgaan en het randkoppelorgaan 8300130 -3- 2^781/jF/ts voor het verschaffen aan het koppelorgaan van -ie eerste digitale signalen, die representatief zijn voor de instructies en vragen en voor het ontvangen van het koppelorgaan van de tweede digitale signalen, die representatief zijn voor de opdrachten van een gebruiker en voor het weergeven van de 5 instructies en vragen en de daarmee geassocieerde beelden in overeenstemming met het werkprogramma en opdrachten van een gebruiker, teneinde daardoor te voorzien in een interactieve les.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm en onder verwijzing naar de bijbehorende tekening, 10 waarvan: fig. 1 een aanzicht in perspectief is, dat een voorkeursuitvoeringsvorm van de interactieve simulatorinrichting van de onderhavige uitvinding toont; fig. 2 een vereenvoudigd blokschema van de inrichting.van fig. 1 is; 15 fig. 3 een functie-blokschema is van de inrichting van de figuren 1 en 2; fig. 4 een functie-blokschema van de alfanumerieke en grafische modulen van de inrichting van fig. 1-3 is; fig. 5 de hiërarchische beeldpresentatiestructuur van de inrichting 20 van fig. 1-4 toont; en fig. 6 het opdrachtkeuzemenu toont, dat optreedt aan het benedengedeelte van het adaptieve KSB-weergeeforgaan van de inrichting van fig.

1-4.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de hierin beschreven interactieve 25 simulatorinrichting bestuurt een minicomputer een videoplatenspeler, een tweetal KSB-weergeeforganen, koppelelektronica en een geheugeninrichting in de vorm van een tweevoudige buigzame-schijfaandrijver , die programmatuur en lesprogrammatuur opslaat. De student vraagt tekstinformatie en beelden door het aanraken van drukgevoelige panelen of velden op de KSB-30 weergeeforganen. De minicomputer vertaalt deze voelbare invoeren van een gebruiker in digitale informatie en zendt de geschikte antwoorden afhankelijk van programmatuur en lesprogrammatuur instructies,die aanwezig zijn op de buigzame diskettes in de vorm van tekst- en beeldinformatie,naar de KSB-weergeeforganen. De inrichting is eveneens voorzien van een losmaak-35 baar toetsenbord- en drukkereindstation, waardoor de gebruiker nieuwe programmatuur en lesprogrammatuur kan schrijven of bestaande programmatuur en lesprogrammatuur kan veranderen.

Verwijzend naar fig. 1 omvat de getoonde uitvoeringsvorm 10 van 8300130

ft V

-4- 22871/JF/ts de interactieve siraulatorinrichting van de onderhavige uitvinding een adaptief KSB-weergeeforgaan 12, een afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14, een computer 16, een videoplatenspeler 18 en een toetsenbord/drukker-docent-eindstation 20. De hiervoor genoemde componenten van de inrichting zijn 5 geplaatst in de basiskast 22 van een tafel 24 en in een aan het tafelblad 28 geschroefde bedieningslessenaar 26. Tot de computer 16 en de videoplatenspeler 18 wordt toegang verkregen door een scharnierend opgehangen voordeur 30 van de tafelkast 22. De computer 16 is gemonteerd in het benedengedeelte van de kast en is voorzien van een microprocessorinrichting, een tweevoud-10 dige buigzame-schijfaandrijver en een randkoppelinrichting, die hierna zullen worden beschreven, te zamen met een voeding. De videoplatenspeler 18 is gemonteerd in het bovengedeelte van de kast 22 op een uitschuifbare lade 32, hetgeen een eenvoudige toegang mogelijk maakt voor het aanbrengen en verwijderen van videoplaten. „ . .

15 Het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 (fig. 1) is gemonteerd in de bedieningslessenaar 26, zodat de voorzijde ervan zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt met betrekking tot het tafelblad 28. Het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 is gemonteerd in de bedieningslessenaar boven het weergeef orgaan 14, zodat de voorzijde van het weergeeforgaan 12 naar voren helt 20 onder ongeveer 15 ° met betrekking tot de voorzijde van het weergeeforgaan 14. Dit biedt een optimale zichthoek voor een studentgebruiker, die zit aan de tafel met haar of zijn benen onder het tafelblad 28. De bedieningslessenaar 26 is verder voorzien van een kap 34, die de voorzijden van de KSB-weergeeforganen 12 en 14 omgeeft en schittering op deze voorzijden van 25 daarboven hangende plafondverlichting vermindert.

De voorzijde van elk KSB-weergeeforgaan is bedekt met een aanraak-paneel, dat hierna zal worden beschreven en voorziet in de koppeling tussen een gebruiker en de computer 16. Het toetsenbord/drukker-eindstation 20 is geplaatst op het tafelblad 28 grenzend aan de bedieningslessenaar 26 en is 30 verbonden met de computer 16 door een niet in fig. 1 getoonde kabel. Het eindstation 20 is van het draagbare type en kan op het tafelblad worden bewogen zoals wenselijk is voor gebruik of door de docent gezeten aan de tafel of door de docent staande aan één zijde van de tafel. Buigzame diskettes, die verschillende lesprogrammatuur bevatten, kunnen zijn opgeslagen 35 in banden 36, die zijn geplaatst op het tafelblad 28 naast de bedieningslessenaar 26. De linker schijfaandrijver in de computer 16 kan daarin aangebracht een studentgegevensdiskette 38 hebben. De rechter schijfaandrijver kan een databasis- en lesplandiskette 40 daarin aangebracht hebben.

83 0 0 1 3 0 > * -5- 22871/JF/ts

De globale opbouw van de inrichting is getoond in het vereenvoudigde blokschema van fig. 2. Zoals daarin aangegeven is de computer 16 voorzien van een microprocessorinrichting 42, een tweevoudige buigzame schijfaandrijf eenheid 44 en een randkoppelinrichting 45. Daarnaast bevat de computer 5 16 een voeding die niet is getoond. In de voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting bevat de computer 16 een ALTOS (handelsmerk) ACS 8000-02 compu-terinrichting, die is gebaseerd op een enkel paneels microprocessor, vervaardigd door Altos Computer Systems, 2360 Bering Drive, San Jose, Califor-nië, 95131, Verenigde Staten van Amerika. Deze maakt gebruik van een Z-80 10 microprocessor als een CVE. De tweevoudige buigzame schijfeenheid is bij voorkeur een SHUGART (handelsmerk) SA800/801 schijfaandrijforgaan. De voeding voor de computer 16 is bij voorkeur een XENTEX (handelsmerk) CP125.

De randkoppelinrichting 45 wordt vervaardigd door Cubic Corporation en de opbouw ervan zal hierna gedetailleerder worden beschreven. . .

15 Het toetsenbord/drukker-eindstation 20 (fig. 2) is een draagbare combinatie van een computerinvoertoetsenbord en drukker van gedrukte kopieën. Bij voorkeur is het eindstation 20 een Texas Instruments ( handelsmerk) model 743 KSR gegevenseindstation, die in communicatie staat met de computer via een SI0-poort met een snelheid van 300 baud. De videoplatenspeler 18 20 is bij voorkeur een Sony (handelsmerk) LDP1Q00 Videoplatenspeler. Deze eenheid voorziet in alle kleurenbeelden, die worden weergegeven op het afbeeldweergeeforgaan 14. Onder besturing van de microprocessorinrichting 42, kan de videoplatenspeler 18 elk TV-raster van een aantal van 54000 TV-rasters opwekken of een ononderbroken reeks van rasters (op de manier 25 van een film ) gedurende perioden van tot ongeveer 30 minuten. De beelden worden opgenomen op een videoplaat onder gebruikmaking van laserbundeltech-nologie. De videoplatenspeler 18 leest de videoinformatie op de plastic schijf onder gebruikmaking van een He-Ne laser. De videoplatenspeler 18 kan elk afzonderlijk raster van 54000 rasters zoeken en localiseren met 30 een toegangstijd tussen ongeveer 2,5 seconden (gemiddeld)tot 5 seconden (maximaal). De videoplatenspeler 18 wordt bestuurd via een Z-80/SIO inrichting met een standaard 8-bits ASCII-karakter en twee stop bits opmaak. De overdrachtssnelheid is 1200 baud.

Het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 ( fig. 2) voorziet in een 35 zwart/wit-weergeving van alfanumerieke en grafische informatie die de instructies en/of vragen van een gebruiker vormen. Het adaptieve CRT-weer-geeforgaan 12 wordt bestuurd door de microprocessorinrichting 42 onder gebruikmaking van het programma dat wordt onttrokken aan de gegevensbasis- 8300130 > v -6- 22871/JF/ts en lesplandiskette 40 (fig. 1) voor de bepaalde lijst. Het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 kan bijvoorbeeld een Motorola (handelsmerk) 30 cm KSB-MD 3000 serie zijn.

Het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 kan een kleurentelevisietoestel mi-5 nus de hf-afstemcomponentén zijn. Het voorziet in een volledig kleurenspeetrum-weergeving van apparatuur of andere voorwerpen onder,'gebruikmaking van videosignalen van de videoplatenspeler 18. Het op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 weergegeven beeld kan dus kleur zijn, drie-diraensionale simulatie van voorwerpen, apparatuur, etc.,wat ook moge zijn opgenomen op de video-10 plaat voor een bepaalde les. Bijvoorbeeld kan het afbeeld KSB-weergeeforgaan 14 een 48 cm RCA kleurentelevisietoestel, chassis CTC101 serie zijn. De afstemschakelaarinrichting en afstemmerbesturingsmodule van het televisietoestel worden verwijderd. De regelorganen van het kleurentelevisietoestel (kleur, contrast, tint, helderheid, video- en audioingangsniveau J worden 15 samen met het video in/uitpaneel gemonteerd op een afbeeldweergeefregel-paneel (niet getoond) voor instelling door de student of docent.

Aanraakpanelen 46 en 48 (fig. 2) bedekken de voorzijden van het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 en het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14. Deze aanraakpanelen voorzien in de koppeling tussen de gebruiker en de micro-20 processorinrichting 42. Beide aanraakpanelen werken hetzelfde. Wanneer de gebruiker een vinger of elk ander willekeurig voorwerp, zoals een potlood, tegen een willekeurig punt op het oppervlak van één van de aanraakpanelen drukt, wordt een stel spanningssignalen opgewekt en gezonden naar de microprocessor^ inrichting 42, via de randkoppelinrichting 45. De microprocessor interpre-25 teert de signalen als de XY-coördinater van de specifieke plaatsen op de specifieke panelen die worden ingedrukt. De resulterende gegevens worden vergeleken door de microprocessorinrichting onder gebruikmaking van een programma op de databasis- en lesdiskette 40, met significante gegevenspun-ten, opgeslagen in het geheugen voor het bepaalde KSB-weergeeforgaan dat 30 wordt aangeraakt. De vergelijking met bekende gegevenspunten resulteert in het uitvoeren door de microprocessorinrichting van de gewenste aktie.

Elk van de aanraakpanelen 46 en 48 (fig. 2) is bij voorkeur opgebouwd uit twee doorzichtige, buigzame lagen van MYLAR (handelsmerk) plastic vel.

Deze opbouw is hierin niet getoond. Een zijde van elk vel is bedekt met een 35 doorzichtige geleidende film. De twee plastic vellen worden gemonteerd op een gestel, dat deze op afstand houdt van ongeveer 1,3 mm. De geleidende oppervlakken liggen tegenover elkaar aan de binnenzijde van de inrichting.

Een busstrook loopt langs de boven- en benedenrand van de film aan het binnen- 83 0 0 1 3 0 > * _7_ 22871/JF/ts % oppervlak van'het voorstel'vel (dat naar de gebruiker is gericht) en langs elke zijde van de film op de binnenzijde van het achterste vel. Een afzonderlijke leiding van elke bus wordt naar buiten geleid aan de beneden rechterhoek van de inrichting door een vier-5 draads bandkabel. In werking wordt een vast referentiespanningsniveau opgedrukt over de film op één vel plastic, bijvoorbeeld vel A. Wanneer het aanraakpaneel wordt gedrukt tegen de voorzijde van de KSB, maken de twee films contact op het punt of de plaats van aanraking. Een spcifiek spanningsniveau wordt afgenomen door de film op het andere vel 10 (vel B). De procedure wordt dan geschakeld. De vaste spanning wordt opgedrukt over de film op vel B en een spanningsniveau op het punt van aanraking wordt afgenomen door de film op vel A. De twee uitgangsspanningsniveaue op het aanrakingspunt worden geleid naar de microprocessorinrichting 42 waar deze worden geïnterpreteerd als de XY-coördinaten van het punt van 15 aanraking.

Nu de globale opbouw van de interactieve simulatorinrichting is beschreven, zal nu de werking ervan worden beschreven, alvorens terug te keren naar een gedetailleerdere beschrijving van de schakelingen van de inrichting. De hierin beschreven inrichtingen werd ontworpen om te voor-20 zien in instructies zonder dat de tussenkomst van de docent is vereist, op hetgebied van functionele theorie, bediening en onderhoud van verschillende families van elektronische apparatuur en inrichtingen. Gestuurde ervaring wordt mogelijk gemaakt door de driedimensionale simulatie van de bewuste apparatuur. De inrichting verschaft instructie onder gebruik-25 making van zowel visuele als voelbare technieken in de functies, het doel, de werking en het onderhoud van eenheden, delen, onderdelen, groepen, schakelingen en andere actieve elementen van elk generiek type apparatuur. De werking van de inrichting zal in deze context worden beschreven. Het dient echter te worden begrepen, dat de inrichting kan worden gebruikt op een groot aan-30 taal burgerlijke en krijgskundige gebieden om individuen zowel technische als niet-technische onderwerpen te leren.

De werking van de inrichting is als volgt. Voordat de voeding naar de inrichting wordt aan- of uitgeschakeld, dienen de diskettes, die aanwezig zijn in de schfijaandrijfeenheid 44 te worden verwijderd. Dit zal een on-35 voorspelbaar magnetisch veld beletten een gedeelte van de gegevens op de diskettes uit te wissen. Zodra de voeding naar de inrichting is aangeschakeld, wordt een videoplaat 60 met er cpgeslagen de beelden voor de gewenste simulatie aangebracht in de videoplatenspeler 18. Een studentgegevensbestanddiskette 8300130 -8- 22371/JF/ts 38 (fig. 1) wordt dan ingebracht in de linker aandrijver van de schijf-aandrijfeenheid 44. Een gegevensbasis- en lesplandiskette 40 wordt ingébracht in de rechter aandrijver , van de schijfaandrijfeenheid. Vervolgens wordt de TERUGSTEL-drukknoP op de computer 16 ingedrukt en losgelaten. De 5 inrichting initialiseert zichzelf dan automatisch en gegevens worden weergegeven op het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12. De computer bepaalt daarna het maximale verzamelingsgetal , dat het moeilijkste stel vraagstukken is, dat op dat moment is toegestaan. Het maximale verzamelingsgetal is het getal van de verzameling van vraagstukken, waaruit op dat moment vraagstukken kunnen worden gehaald. Deze procedure verzekert, dat de student 10 niet hoeft te werken aan vraagstukken, die zich bezighouden met onjuist functioneren of werkwijzen die nog niet zijn behandeld in de klas. De computer doet dan het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht presenteren: . - HET GELDENDE MAXIMALE VERZAMELINGSGETAL IS (enig getal) 15 WENST U HET MAXIMALE VERZAMELINGSGETAL TE WIJZIGEN?

* JA

* NEE

De docent raakt dan de asterisk naast JA of NEE aan afhankelijk of de docent al dan niet het maximale verzamelingsgetal voor deze les wil 20 wijzigen. Wanneer de docent de asterisk naast JA aanraakt, presenteert het adaptieve KSB-weergeeforgaan de getallen van één tot het met het maximale getal van mogelijke verzamelingen. Aanraking van de asterisk naast het gewenste maximale verzamelingsgetal voor de geldende les heeft tot gevolg, dat het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht aanbiedt: 25 HET NIEUWE MAXIMALE VERZAMELINGSGETAL IS ( gekozen getal) IS DIT JUIST?

* JA

* NEE

De docent verifieert dan het maximale verzamelingsgetal dat is 30 gekozen door het aanraken van de asterisk na JA of NEE in responsie op de weergeving. Zodra de bovenstaande procedures zijn volbracht, kan een student plaatsnemen aan de tafel 28 en de les beginnen. De computer leest de naam van de student van de studentgegevensbestanddiskette en doet daarna het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht aanbieden: 35 BENT U ( de naam van een of andere student)?

* JA

it NEE

83 0 0 1 3 0 -9- 22871/JF/ts

De student raakt de asterisk naast JA aan, wanneer de naam juist is.

In het andere geval raakt de student de asterisk naast NEE aan. Het resultaat van deze aktie is: wanneer JA werd aangeraakt, zal het eerste vraagstuk voor de student worden aangeboden. Wanneer de naam "DOCENT" was en JA werd 5 aangeduid, zal het adaptieve KSB-weergeeforgaan elk van de mogelijke vraagstuk nummers aanbieden en het bericht: RAAK SVP DE * VOOR DE OEFENING DIE U WENST AAN.

De docent kan daarna het gewenste vraagstuk kiezen door het aanraken van je geschikte asterisk Wanneer de asterisk naast NEE werd aangeraakt, zal 10 de adaptieve KSB weergeven: BRENG NIEUWE DISKETTE VOOR NIEUWE STUDENT IN.

RAAK HET SCHERM AAN WANNEER DE DISKETTE IS INGEBRACHT

De gebruiker verwijdert dan de onderhavige studentgegevensbestand-diskette en plaatst de juiste studentbestanddiskette. De student sluit daar-15 na de schijfaandrijfdeur en raakt ergens op het scherm op de voorzijde van het adaptieve KSB-weergeeforgaan aan.

De computer zal dan de ondervraging die leidt tot de bepaling van de correcte naam van de student doen herhalen, zoals hierboven aangegeven.

Elke les in de inrichting wordt aangeboden in een twee-modus leer-20 strategie, namelijk praktijk en test. In de praktijkmodus, worden lesinstructies ( alfanumerieke en grafische) gepresenteerd op het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 en geassocieerde beelden ( bijvoorbeeld apparatuur en schakelingen) worden aangeboden op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14. Naast de lesinstructies worden eveneens de vragen in alfanumerieke en grafische 25 vorm aangeboden op het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12. Deze vragen bevatten niet alleen het lesmateriaal, maar daarnaast een te wijzigen opdrachtkeuze menu 50 (fig. 6), dat continu wordt aangeboden aan de benedenkant van de voorzijde van het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12. Elk van de aangegeven opdrachten kunnen worden geïnitieerd door het aanraken van de daarmee samen-30 hangende asterisk 52.

Het aanraken van de "HOGER NIVEAU"-asterisk (fig. 6) heeft tot gevolg dat het volgende hoger niveau beeld wordt weergegeven op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14. De inrichting biedt kleurenbeelden aan die apparatuur simuleren op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 in een voorgeschreven 35 hi'erarcische structuur. Elke gegevensbasis en elk lesplan, dat is opgeslagen op een diskette zoals 40, bevat een stel fotografische beelden plus een alfanumerieke gegevensbasis. Alle simulatie vindt plaats op het scèneniveau, dat wordt aangeboden op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14.

8300130 “10- 22871/JF/ts

f V

4

De alfanumerieke gegevensbasis bestuurt de beeldpresentatie, zodat de student scenes ziet die hetzelfde zijn als deze zouden worden gezien op de feitelijke apparatuur.

Fig. 5 toont een kenmerkende hiërarchische structuur van de beeld-5 presentatie. Op het topniveau biedt het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 een totale opmaak van het te bestuderen systeem, dat een fotografisch beeld 54 van een radarantenne kan omvatten, een fotografisch beeld 56 van een voedingsbron en een fotografisch beeld 58 van een radar-ontvanger/zender. Daarnaast kunnen op het topniveau verschillende onderling verbindende 10 kabels (niet getoond in fig. 5) worden weergegeven, die de antenne, voedingsbron en. ontvanger/zender onderling verbinden.

De student kan het volgende hogere niveaubeeld krijgen aangeboden op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14, of door het aanraken van de hogere-niveau-asteriskop het opdrachtkeuzemenu 50 (fig. 6) op het adaptieve KSB-15 weergeeforgaan 12. Dit kan eveneens worden uitgevoerd door het aanraken van een driehoek (niet getoond) die wordt weergegeven op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 aan de bovenzijde van de bepaalde component. Een vergroot beeld 54' (fig. 5) van de antenne zou kunnen worden opgeroepen op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 door het aanraken van een driehoek (niet 20 getoond), die wordt weergegeven aan de bovenzijde van het systeemniveau-beeld 54 van de antenne die wordt weergegeven op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14. Vergrote afbeeldingen 56' en 58,r van de Voedingsbron en de ontvanger/zender zouden ook gelijksoortig kunnen worden opgeroepen.

De vergrote beelden 54', 56' en 58' worden apparatuurniveaubeelden 25 genoemd.

Een nog verder aanraken van de hoger niveau asteridc (fig. 6) op het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 of bepaalde driehoeken aan de bovenzijde van de beelden, die worden weergegeven op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14, heeft tot gevolg, dat sceneniveaubeelden toestanden 1-N achtereenvolgens 30 worden aangeboden. In fig. 5 bijvoorbeeld kan het toestand-1 scèneniveau beeld een fotografische afbeelding zijn van het regelpaneel van de ontvanger/ zender. Het toestand-2 sceneniveaubeeld kan een fotografische afbeelding van de ontvanger/zender zijn, waarbij de beschermende behuizing is verwijderd. Het toestand-3 scèneniveau beeld kan een fotografische afbeelding zijn van 35 een variabele compacitor in de ontvanger/zender enzovoorts.

Het aanraken van de VERVANG-asterèk (fig. 6) heeft tot gevolg dat het element van het systeem, vertegenwoordigd door het geldende beeld , wordt vervangen, wanneer dit vervangbaar is. De inrichting gaat eerst na 8300130 -11- 22871/JF/ts of het beeld is te vervangen. Wanneer dat zo is, wordt dit bijgewerkt om vereiste veranderingen te reflecteren en de adaptieve KSB geeft het volgende bericht weer: DE/HET ( naam van het element) IS VERVANGEN.

^ Wanneer het beeld niet is te vervangen blijft het beeld, dat wordt weergegeven door het afbeeld-KSB-weergeeforgaan hetzelfde en het adaptieve KSB-weergeeforgaan biedt het volgende bericht aan: HET ELEMENT DAT WORDT WEERGEGEVEN IS NIET TE VERVANGEN.

De inrichting evalueert verder de vervanging en daarvoor vereiste condities en wanneer aan een of andere conditie niet wordt voldaan, biedt het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht aan:

VERVANGING IS NIET TOEGESTAAN BINNEN HET SYSTEEM IN DE GELDENDE

CONDITIE.

Het aanraken van de TESTAPPARATUUR-asterisk heeft tot gevolg dat een ^ lijst van testapparatuur wordt weergegeven inclusief alle testpunten, waaraan dit kan zijn verbonden. Bijvoorbeeld:

TEST APPARATUUR VERBONDEN MET

* OSCILLOSCOOP

* MULTIMETER 1A1A2J14 on

Een testapparatuurgegeven wordt gekozen door het aanraken van de asterisk naast de naam. Een asterisk weergegeven naast de naam van het gegeven identificeert het geldend gekozen gegeven. Wanneer het gekozen gegeven is verbonden met een testpunt en het verbonden laten ervan signaalvervorming zou opleveren of interferentie met de werking, biedt het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht aan: * LOSKOPPELEN.

Nadat een testapparatuurgegeven is gekozen, wordt een beeld van het gegeven op het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14 weergegeven. De apparatuur kan naar wens worden ingesteld en daarna kan de student de HOGER NIVEAU-30 asterisk aanraken om naar het voorgaande beeld terug te keren. Om de testapparatuur te verbinden, kan de student;het testpunt aanraken. De testapparatuur zal worden losgekoppeld van de voorafgaande verbinding ( indien van toepassing) en worden verbonden met het nieuwe ctestpunt. Uiteindelijk wordt een afbeelding van de testapparatuuruitlezing getoond op het afbeeld-^ weergeeforgaan.

Het aanraken van de SCHAKELAARINSTELLING -asterisk,heeft tot gevolg dat een lijst van de geldende apparatuur-schakelaarinstellingen wordt weergegeven op het adaptieve KSB-weergeeforgaan. Bijvoorbeeld: 8300130 -12- 22871/JF/ts SCHAKELAAR INSTELLING'

PLAATSELIJKE MODULATIESCHAKELAAR 1200 PSK

LOCALE ZENDERSLEUTEL UIT

PLAATSELIJKE HANDTOESTELSLEUTEL UIT

5

Deze functie maakt het de student mogelijk de schakelaarinstelling wanneer nodig gedurende een foutzoekprocedure te testen.

Het aanraken van de UITLEZING-asterisk, maakt het de student mogelijk te vragen of een testapparatuuruitlezing normaal of abnormaal voor de test- 10 puntaanraking is. Wanneer de uitlezing normaal is, geeft de adaptieve KSB weer: DEZE UITLEZING IS NORMAAL.

Wanneer een uitlezing abnormaal is, geeft de adaptieve KSB het volgende bericht weer: - - 15 DEZE UITLEZING IS ABNORMAAL.

De hiervoor genoemde functie is niet beschikbaar gedurende een test-vraagstuk. Wanneer de student UITLEZING kiest gedurende een testopgave, zal het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht weergeven: NIET BESCHIKBAAR GEDURENTE DE TEST.

20 De PROBLEEM OPGELOST-asterisk wordt aangeraakt wanneer de student meent, dat een vraagstuk is opgelost. Omdat het initiëren van deze functie een vraagstuk kan beëindigen, biedt het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht aan: WEES U OP EEN OPGELOST VRAAGSTUK OP HET MENU?

25 * JA

* NEE

In de praktijkmodus geeft de adaptieve KSB wanneer het probleem inderdaad is opgelost het volgende bericht: GOED, U HEEFT HET VRAAGSTUK OPGELOST.

30 Daarna wordt een nieuw vraagstuk aangeboden. Wanneer de PROBLEEM

OPGELOST - asterisk wordt aangeraakt, maar het vraagstuk niet is opgelost, dan biedt het adaptieve KSB weergeeforgaan het volgende bericht aan:

HET VRAAGSTUK IS NIET 0PGEL0ST

RAAK DIT SCHERM AAN OM VOORT TE GAAN MET HET VRAAGSTUK.

35 In de testmodus zal de inrichting automatisch het volgende vraagstuk kiezen.

De BEËINDIG VRAAGSTUK-asterisk wordt aangeraakt wanneer de student het geldende vraagstuk wenst te beëindigen om èf (1) een les te beëindigen of (2) een ander vraagstuk te kiezen, wanneer verdere vraagstukken beschikbaar 83 0 0 1 3 0

V

-13- 22871/JF/ts zijn. Om te verzekeren dat de student werkelijk het vraagstuk wenst te beëindigen ( in het geval de aanraking per ongeluk was) biedt het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht aan: WILT ü DEZE LES BEËINDIGEN ?

5 * JA

* NEE

Wanneer JA is gekozen, wordt de les beëindigd en hetzelfde vraagstuk wordt aangeboden bij de volgende les. Wanneer NEE werd gekozen, kan één van twee acties optreden, nl.: 10 (1) Wanneer voldoende extra vraagstukken aanwezig zijn in de gel dende verzameling, kan het vraagstuk worden beëindigd en het adaptieve KSB-weergeeforgaan biedt het volgende bericht aan: WILT U AAN EEN NIEUW VRAAGSTUK WERKEN? * JA ...

15 * NEE

Wanneer JA wordt gekozen, zal het beëindigde vraagstuk worden gescoord als " afgestoten" en een nieuw probleem zal worden aangeboden. Wanneer NEE wordt gekozen, zal het vraagstuk opnieuw beginnen, waarbij het vraagstuk wordt gepresenteerd voordat de BEËINDIG VRAAGSTUK—asterisk werd aangeraakt. 20 Te zamen met elk vraagstuk wordt een daarmee samenhangende klacht weergegeven. In de testmodus wordt TESTMODUS eveneens aangegeven door het adaptieve KSB-weergeeforgaan, nl. het volgende:

TESTMODUS

KLACHT VAN DE BEDIENINGSPERSOON: HET LICHT DAT VERKEERDE WERKING 25 AANGEEFT IS AAN.

Tegelijkertijd met de voorgaande weergeving wordt het topniveau-beeld van het systeem, dat het onderwerp is van de les weergegeven door het afbeeld KSB-weergeeforgaan. De student gaat dan als volgt voort met te werken aan het vraagstuk. Teneinde een tussenniveaubeeld te bekijken of 30 het scèneniveau te bereiken, raakt de student het keuzesymbool op het hoger niveaubeeld aan, dat toegang geeft tot dat gedeelte. Elk gedeelte waarvoor er een gedetailleerdere afbeelding is, bevat dit merkteken. Voor het veranderen van een positie van de schakelaar die wordt getoond op het afbeeld+ weergeeforgaan, raakt de student de gewenste schakelaarstand aan. Een nieuw 35 beeld, dat de nieuwe schakelaarpositie weergeeft en elke indicatie die door deze nieuwe schakelaarstand wordt beïnvloed, worden automatisch getoond.

Om testapparatuur cte verbinden met een testpunt of-pen en de testapparatuur uitlezing te bekijken, raakt de student de TESTAPPARATUUR-asterisk op het 8300130

„ -V

-14- 22871/JF/ts opdrachtkeuzemenu aan en gaat voort.

Nadat het laatste praktijkvraagstuk is aangeboden en afgewerkt, biedt het adaptieve KSB-weergeeforgaan het volgende bericht aan: U HEEFT DE PRAKTIJKVRAAGSTUKKEN VOLBRACHT.

5 WILT U NU VOORTGAAN MET DE TEST?

* JA

* NEE

Wanneer JA wordt gekozen, wordt eerst het testvraagstuk aangeboden. Wanneer NEE wordt gekozen, wordt de oefenles beëindig en het eerste test-10 vraagstuk zal worden aangeboden bij het begin van de volgende les van de student.

Wanneer de laatste les is volbracht komt de inrichting in een toestand van het afwachten van een gegevensbestanddiskette van een nieuwe student die wordt ingebracht. Deze toestand wordt aangegeven door het adaptieve 15 KSB-weergeeforgaan door het aanbieden van het bericht: BRENG DISKETTE VOOR NIEUWE STUDENT IN.

RAAK HET SCHERM AAN, WANNEER DE DISKETTE IS INGEBRACHT

Wanneer een gegevensbestanddiskette voor een nieuwe student is ingébracht, wordt de oefenleswerking herhaald.

20 Nadat elke student de voorgeschreven lesvraagstukken heeft beëindigd, kan de docent gegevensmanagementtaken uitvoeren of de inrichting afschakelen. Gegevensmanagementtaken omvatten het drukken van studentprestatiegegevens en het kopieëren van de studentresultaten op een meesterfcopiediskette. Het toetsenbord/drukkereindstation 20 maakt rechtstreekse stuurinvoer naar de 25 Z-80 microprocessor mogelijk voor het ininitaliseren van de "gegevensbasis-en lesplan-"diskette en voor het opzetten van specifieke lesstapsequenties en grenzen. Bij het einde van een les kan het eindstation voorzien in een gedrukte kopie van de testresultaten van de student.

Na de werking van de voorkeursuitvoeringsvorm van de interactieve-30 simulatorinrichting te hebben beschreven, kunnen nu de schakelingen ervan gedetailleerder worden beschreven. Verwijzend naar fig. 3 heeft de inrichting een bus-georiënteerde architectuur, in zoverre, dat een enkele 8-bits gegevens-bus 62 voorziet in een gegevenskoppeling tussen alle randinrichtingen en de Z-80 microprocessor 61, die werkt als de centrale verwerkingseenheid 35 (CVE) van de computer 16. Een 16-bits adresbus 64 strekt zich rechtstreeks en indirect uit naar de randinrichtingen. De gegevens-adresbussen strekken zich uit naar de randkoppelinrichting 45, die is voorzien van videostuur-organen en aanraakpaneelkoppelschakelingen die hierna worden beschreven.

8300130 < -15- 22871/JF/ts

De adaptieve en afbeèldaanraakpanelen 46 en 48, het adaptieve KSB-weergeef-orgaan 12, het afbeeld-KSB-weergeeforgaan 14, de videoplatenspeler 18 en het eindstation van de docent 20 zijn alle onderling verbonden met de computer 16. Deze computer, zoals getoond in fig. 2 is voorzien van de micro-5 processorinrichting 42, de tweevoudige buigzame schijfaandrijfeenheid 44 en de randkoppelinrichting 45.

Zoals hiervoor aangegeven is de computer 16 bij voorkeur een ALTOS ACS 8000-2 computer waarvan de CVE 61 een Z-80A microprocessor is. Deze heeft een bus-georiënteerde opbouw, die is voorzien van de 8-bits gegevens-10 bus 62 en de 16-bits adresbus 64. De Z-80 microprocessor heeft 158 instructies en werkt tot aan 4 MHz met een minimum van 1 jis uitvoertijd. Hij heeft een dubbel stel algemene doel- en vlagregisters (totaal 16) die programmatuur programmeerbewerkingen gebruiken zoals enkel context-schake-len, achtergrond-voorgrondprogrammeren en enkelniveau-onderbrekingsverwer-15 king. Twee 16-bits indexregisters maken efficiënt verwerken van tabellen en arrays mogelijk. De uitgebreide instructieset bevat ketting, bit, byte, woordbewerking en blokoverdrachten te zamen met efficiënte adresmodi, zoals geïndexeerde en relatieve. Alle communicaties tussen de microprocessorinrichting 42 en geheugen- or randinrichtingen zijn via de 8-bits gegevensbus 20 62. Prioriteitsonderbrekingmogelijkheden zijn aanwezig.

Verwijzend naar fig. 3 bezit de microprocessorinrichting 42 64-K dynamisch vrij toegankelijk geheugen 60. De opfrisfunctie wordt automatisch uitgevoerd door de microprocessor 61. Het RAM 66 kan worden opgebouwd uit 16K x 1 geheugenchips. Acht van deze chips kunnen parallel zijn verbonden 25 om te voorzien in een 8-bits byte. Door het verbinden van vier van deze chips in serie, verschaft een totaal van 32 chips ( 4 x 8) 64K-bytes geheugen.

De initialisatie en diagnoseprogramma"s voor de microprocessorinrichting 42 zijn opgeslagen in een IK dood geheugen of ROM 68. Na het opstarten of terugstellen is het ROM 68 niet langer betrokken in het besturingssysteem. 30 Het RAM 66 en het ROM 68 worden gekoppeld met de microprocessor 61 op de 8-bits gegevensbus 62.

De microprocessorinrichting 42 bevat verder een Z-80 seriële invoer/ uitvoer ( SI0)-chip, die voorziet in twee seriële poorten 70 en 72. Elk van deze poorten kan voorzien in een volledige duplexwerking met gegevenssnel-35 heden van 0 tot 800 k bits per seconde. Het opmaken van berichten in de a-synchrone modus wordt verschaft voor volledige berichten met 5,6,7 of 8 bits per karakter. Deze werking bevat variabele stopbits en verschillende kloksnelheidvermenigvuldigers, pauze- opwekking en detectie, 8300130 -16- 22871/JF/ts pariteit , overloop, en rasterfoutdetectie.

De basisfunctie van de SIO-poorten 70 en 72 is om seriële gegevens te koppelen aan de gegevensbus 62. Als zodanig werken de poorten als omzettere van seriële naar parallelle en parallelle naar seriële gegevens. Ze 5 bufferen eveneens de gegevens voor verenigbare datastroming. Ontvangerregis-ters bufferen de gegevens viermaal en zendgegevensregisters bufferen de gegevens tweemaal.

De CVE 61 communiceert met de videoplatenspeler 18 via de SI0-poort 70 met een signaalgegevensstand ASCII 11-bit woordopmaak. De apparatuur-10 koppeling is standaard RS232C verenigbaar. De gegevenssnelheid is ongeveer 1200 baud. Een Z-80 teller/tempeerschakeling (CTC)-inrichting 74 ondersteunt de tel- en tempeerfuncties voor de SI0-poort 70.

De CVE 61 van de microprocessorinrichting 42 koppelt met de tweevoudige buigzame schijfaandrijfeenheid 44 via een Z-80/PIO inrichting 76 en 15 een FD1791 buigzame schijfstuurinrichting 78. De stuurinrichting 78 voert parallel naar seriële gegevensomzetting uit voor schijfgegevens, die worden gezonden naar de schijfaandrijfschakelingen en seriële naar parallelle omzetting voor leesgegevens, die door de schijfaandrijfschakelingen worden gezonden. De buigzame schijfstuurinrichting 78 verschaft eveneens lees- en schrijfstuurfuncties aan de aandrijvingen van de buigzame schijfaandrijf-20 eenheid 44.

De Z-80/PIO-inrichting 76 voorziet in een direkte 8-bits parallelle koppeling tussen de Z-80 CVE 61 en de randinrichtingen. De Z-80/PIO 76-inrichting voorziet in twee 8-bits parallelle poorten. Deze kan werken in vier verschillende modi, of onder programmatuurbesturing of onder volledige 25 geneste onderbrekingsbesturing. De vier werkmodi zijn: 1) byte-uitvoer, * 2) byte-invoer , 3) byte-invoer/uitvoer en 4) bit-invoer/uitvoer.

De Z-80 CVE 61 communiceert met het docenteindstation 20, wanneer deze wordt gebruikt via de SlO-poort 72. Deze koppeling werkt met ongeveer 300 baud. Eén poort van de PIO 76 is aangebracht voor koppeling met drie-30 dimensionale simulatieschakelingen 80, die in de toekomst worden ontwikkeld.

» De randkoppelingsinrichting 45 (fig. 3) verschaft de koppeling van video- en synchronisatiesignalen en de opfrisfunctie voor zowel de alfanumerieke als grafische weergeefgegevens met het adaptieve KSB-weergee£orgaan 12.

De alfanumerieke en grafische gegevens, die worden weergegeven op het adap -35 tieve KSB"weergeeforgaan 12 zijn geprogrammeerde uitgangssignalen van de microprocessorinrichting 42. De microprocessorinrichting 42 voert karakter-keuze- en positieweergeefgegevens uit naar een alfanumerieke stuurmodule 82. Deze module voert de karakteropwekking op de juiste posities op het 8300130 -17- 22871/JF/ts adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 uit en voorziet in de voortgaande opfrissing van die weergeving. De alfanumerieke stuurmodule werkt synchroon met een grafische stuurmodule 84. Een aanraakpaneelkoppelraoduul 86 bevat schakelingen voor de schakelfuncties A/D-omzetterslogica en stuurlogica voor beide 5 aanraakpanelen 46 en 48.

Fig. 4 is een functieblokschema van de alfanumeriek en grafische stuurmodulen 82 en 84 en toont de koppeling met respectievelijk de systeem-gegevens en adresbussen 62 en 64 en de uitgangssignalen naar het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12. De alfanumerieke stuurmoduul 82 is gekoppeld met 10 de microprocessorinrichting 42 via een 1 k byte RAM 88. Gegevens worden overgedragen naar het RAM 88 in 8 bits woorden op RAM-adressen, die zijn bepaald door het computerprogramma. Het RAM-adres (10-bits) bepaalt eveneens de plaats van het karakter op het weergeeforgaan. De zes minst significante bits bepalen de kolom. De vier meest significante bits bepalen de.rij.

15 1920 Karakters worden dus ingericht in 24 rijen van 80 karakters elk. Het karakterkeuzewoord naar het RAM is de standaard 7-bits ASCII-bode. De 8-bit kiest het gewenste karakterattribuut, dat wil zeggen normaal weergegeven, knipperend weergegeven, of invers weergegeven. Knipperen of inverse video-selectie is door middel van apparatuur kiesbaar voor het systeem en niet 20 op een per karakterbasis. Van de 1920 karakters, worden er 128 met een vijf bij zeven stipmatrix weergegeven met beneden de lijn uitstrekkingen en speciale karakters onder gebruikmaking van een zes bij tien stipmatrix.

Het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 voorziet in een zwart-wit weergeving van de alfanumerieke en grafische gegevens, die te zamen de instruc-25 ties en/of vragen van de gebruiker vormen. Het weergeeforgaan 12 bevat slechts de hoogspannings- en elektronische inrichtingsvoedingsbronnen en de afbuigings- en intensiteitsversterkers. Het videoingangssignaal zendt slechts videogegevens en is niet eensamenstelling van video en synchroni-satiesignalen. Het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 ontvangt alle alfanumerieke 30 video- en positiegegevens (vertikaal en horizontale synchronisatiesignalen) van de randkoppelinrichting 45. Het videoingangssignaal bevat slechts videogegevens en is niet in samenstelling van video- en synchronisatiesignalen.

De ingangsynchronisatieniveaus worden constant gehouden door de randkoppel-inrichting 45 en geen instellingen zijn vereist.

35 De alfanumerieke stuurmodule 82 bevat verder een gegevensbuskoppe- ling 90 voor het RAM 88 en een ROM 92, waarin de karakters zijn opgeslagen.

Het alfanumerieke stuurmoduul 82 bevat verder een synchronisatiegenerator 94 en een videogenerator 96.

83 0 0 1 3 0

V

V.

-18- 22871/JF/ts

De grafische stuurmoduul 84 (fig. 4) verschaft een 256 x 256 x 1 stipmatrixweergeving op het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12. Deze moduul bevat een synchronisatiegenerator 98, videogenerator 100, ingebouwd opschrift RAM 102. De moduul 84 bevat eveneens de andere elektronika die 5 vereist is om gekoppeld te worden met de microprocessorinrichting 42 via de gegevensbus 62. Dit wordt bewerkstelligd via poorten 104, 106 en 108.

De horizontale en vertikale synchronisatiesignalen van deze moduul voorzien in de synchronisatie voor de alfanumerieke stuurmoduul 82 en het adaptieve KSB-weergeeforgaan. Het video-uitgangssignaal wordt gemengd met de video 10 van de alfanumerieke moduul om te voorzien in een samengestelde videouit-gangssignaal. De grafische stuurmoduül 84 ontvangt een 6-bits adreswoord (8-bit X adres en 8-bit Y adres). Dit 16-bits adres wordt toegevoerd naar een adresmultiplexer 110 en bepaalt een plaats in het 64 K bit RAM 102.

Het gegevensingangssignaal voor de bepaalde plaats is een enkele bit (1 of 0). 15 Wanneer een uitgangssignaal wordt gezonden naar het adaptieve KSB-we^rgeeforgaan 12, wordt het RAM 102 geadresseerd in sequentie van adres 0 tot adres 65536. RAM-plaatsen die zijn gemarkeerd (gegevens zijn gelijk aan 1) worden weergegeven op het adaptieve KSB-weergeeforgaan 12 als stippen. De opfris-snelheid is 60 Hz, hetgeen elke waarneembare flikkering elimineert. Een 20 lees/schrijfstuurorgaan 112 is aangebracht tussen de poort 108, het opfris-RAM 102 en de videogenerator 100.

Na een voorkeursuitvoeringsvorm van de interactieve simulatorinrichting te hebben beschreven, dient het aan vaklui op dit gebied van de techniek duidelijk te zijn, dat de onderhavige uitvinding wijziging in inrichting en 25 in detail toestaat. Overeenkomstig dient de bescherming voor de uitvinding alleen beperkt te worden in overeenstemming met de strekking van de volgende conclusies.

8300 1 3 0

Claims (10)

1. Interactieve simulatorinrichting, met het kenmerk, dat deze een adaptief KSB-weergeeforgaan omvat voor het op een voorzijde daarvan weergeven 5 van alfanumerieke en grafische instructies en vragen, een eerste aanraak-paneelorgaan, dat is geassocieerd met de voorzijde van het adaptieve KSB-weergeeforgaan voor het opwekken van signalen, die representatief zijn voor invoeropdrachten van een gebruiker, die tot stand zijn gebracht door het aanraken van specifieke plaatsen op de voorzijde van het adaptieve 10 KSB-weergeeforgaan, een afbeeld-KSB-weergeeforgaan voor het op een voorzijde daarvan weergeven»van beelden, die zijn geassocieerd met de instructies en vragen, een tweede aanraakpaneelorgaan, geassocieerd met de voorzijde van het afbeeld-KSB-weergeeforgaan voor het opwekken van signalen, die representatief zijn voor invoeropdrachten van een gebruiker, die zijn pitgevoerd 15 door het aantaken van specifieke plaatsen op de voorzijde van het afbeeld-KSB-weergeeforgaan, een videoplatenspelerorgaan voor het verschaffen aan het afbeeld-KSB-weergeeforgaan van videosignalen, die representatief zijn voor de beelden, een geheugenorgaan voor het opslaan van een digitaal werkprogramma, dat de instructies en vragen bevat, die dienen te worden 20 weergegeven door het adaptieve KSB-weergeeforgaan, een randkoppelorgaan voor het ontvangen van eerste digitale signalen, die representatief zijn voor de instructies en vragen en voor het verschaffen aan het adaptieve KSB-weergeeforgaan van verenigbare signalen, teneinde de instructies en vragen te kunnen weergeven en voor het ontvangen van de signalen, die repre-25 sentatief zijn voor de opdrachten van een gebruiker van het eerste en tweede aanraakpaneelorgaan en het opwekken van tweede digitale signalen, die daarvoor representatief zijn en een digitaal stuurorgaan, dat is verbonden met het geheugenorgaan, het videoplatenspelerorgaan en het randkoppelorgaan voor het verschaffen aan het koppelorgaan van de eerste digitale signalen, 30 die representatief zijn voor de instructies en vragen en voor het ontvangen van het koppelorgaan van de tweede digitale signalen, die representatief zijn voor de opdrachten van een gebruiker en voor het weergeven van de instructies en vragen en de daarmee geassocieerde beelden in overeenstemming met het werkprogramma en opdrachten van een gebruiker, teneinde daar-35 door te voorzien in een interactieve les.

2. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder is voorzien van een toetsenbord/drukkereindstation“orgaan, dat is verbonden met het digitale stuurorgaan cm wijzigingen van het digitale 8300130 * r -20- 22871/JF/ts werkprogramma te kunnen uitvoeren en voor het verschaffen van een gedrukte kopie van een uitvoer van gegevens inclusief testresultaten.

3. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 1, met het ken merk, dat deze verder is voorzien van een bedieningslessenaarorgaan voor 5 het ondersteunen van het adaptieve KSB-weergeeforgaan boven het afbeeld-KSB-weergeeforgaan, waarbij J-de voorzijde van het afbeeld-KSB-weergeeforgaan zich in hoofdzaak vertikaal uitstrekt en de voorzijde van het adaptieve KSB-weergeeforgaan lichtelijk naar voren helt vanaf het vlak van de voorzijde van het afbeeld-KSB-weergeeforgaan.

4. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat deze verder is voorzien van een tafel met een bovenblad voor het ondersteunen van de bedieningslessenaar en met een basiskast voor het onderbrengen van het videoplatenspeler-orgaan en het digitale stuurorgaan.

5. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 1, met het ken-15 merk, dat het randkoppelorgaan is voorzien van een aanraakpaneel-koppel- schakelingsorgaan voor het ontvangen van de signalen, die representatief zijn voor de opdrachten van een gebruiker van het eerste en tweede aanraak-paneelorgaan en het opwekken van de tweede digitale signalen, die daarvoor representatief zijn, een alfanumeriek stuurschakelingsorgaan voor het ont-20 vangen van de eerste digitale signglen, die representatief zijn voor de instructies en vragen en voor het verschaffen aan het adaptieve KSB-weergeeforgaan van verenigbare signalen,teneinde dit de alfanumerieke gedeelten van de instructies en vragen te kunnen laten weergeven en een grafisch stuurschakelingsorgaan voor het eveneens ontvangen van de eerste digitale 25 signalen, die representatief zijn voor de instructies en vragen en voor het verschaffen aan het adaptieve KSB-weergeeforgaan van verenigbare signalen, teneinde dit de grafische gedeelten van de instructies en de vragen te kunnen laten weergeven.

6. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, 30 dat het alfanumerieke stuurschakelingsorgaan is voorzien van een opfris-RAM, een gegevensbuskoppelorgaan, een ROM, een synchronisatiegenerator en een videogenerator.

7. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het grafische stuurschakelingsorgaan is voorzien van een uitgangspoort, 35 een opfris-RAM, een tussen de uitgangspoort en het opfris-RAM gekoppelde adresmultiplexer, een synchronisatiegenerator, een videogenerator en een tussen de uitgangspoort,het opfris-RAM en de videogenerator gekoppeld lees/schrijfrstuurschakelingsorgaan. 8300 1 3 0 % -21- 22871/JF/ts ·» .·* r

8. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het digitale stuurorgaan en het werkprogramma zijn voorzien van middelen voor het opwekken van een opdrachtkeuzemenu langs het benedengedeelte van de voorzijde van het adaptieve KSB-weergeeforgaan. 5

9. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het digitale stuurorgaan en het werkprogramma zijn voorzien van middelen om een gebruiker het afbeeld-KSB-weergeeforgaan de beelden te laten aanbieden in een vooraf bepaalde hiërarchische structuur door het na elkaar aanraken van vooraf bepaalde plaatsen op de voorzijde van het adaptieve KSB-weergeef- ^ orgaan of het afbeeld-KSB-weergeeforgaan.

10. Interactieve simulatorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geheugenorgaan is voorzien van een een tweevoudige buigzame- schijf- aandrijver, voor het ontvangen van een studentgegevens-bestanddiskette en een gegevensbasis-en lesplandiskette. 15 Eindhoven, januari 1983. 8300130