NL8300071A - Axiale vereffeningsinrichting met voorspaninrichting. - Google Patents

Axiale vereffeningsinrichting met voorspaninrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8300071A
NL8300071A NL8300071A NL8300071A NL8300071A NL 8300071 A NL8300071 A NL 8300071A NL 8300071 A NL8300071 A NL 8300071A NL 8300071 A NL8300071 A NL 8300071A NL 8300071 A NL8300071 A NL 8300071A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spring washer
bellows
ring
spring
guide tube
Prior art date
Application number
NL8300071A
Other languages
English (en)
Other versions
NL183903B (nl
NL183903C (nl
Original Assignee
Witzenmann Metallschlauchfab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Witzenmann Metallschlauchfab filed Critical Witzenmann Metallschlauchfab
Publication of NL8300071A publication Critical patent/NL8300071A/nl
Publication of NL183903B publication Critical patent/NL183903B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL183903C publication Critical patent/NL183903C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L51/00Expansion-compensation arrangements for pipe-lines
    • F16L51/02Expansion-compensation arrangements for pipe-lines making use of bellows or an expansible folded or corrugated tube
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L51/00Expansion-compensation arrangements for pipe-lines
    • F16L51/02Expansion-compensation arrangements for pipe-lines making use of bellows or an expansible folded or corrugated tube
    • F16L51/027Expansion-compensation arrangements for pipe-lines making use of bellows or an expansible folded or corrugated tube with external reinforcement

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Joints Allowing Movement (AREA)
  • Support Of The Bearing (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
  • Investigating Strength Of Materials By Application Of Mechanical Stress (AREA)

Description

ib --4 VO 4033
Titel: Axiale vereffeningsinrichting met voorspaninrichting.
. De uitvinding heeft betrekking op een automatisch bestuurde, axiale buisvereffeningsinrichting, in het bijzonder voor stadsverwarmings buisleidingen, bestaande uit een één- of veelwandige balg met aan de einden 5 daarvan aangebrachte buisstongpen, en uit een de balg omgevende leibuis, die met het ene einde verschuifbaar is gelegen aan de ene buisstomp en daar door middel van een losmaakbaar vastzetelement kan worden vastgezet, en met het andere einde is verbonden met de andere buisstomp, waarbij de slaglengte van de balg in beide richtingen is begrensd door een aan-10 slag.
Een dergelijke axiale vereffeningsinrichting is bekend uit het Duitse "Offenlegungsschrift” 2.620.334. De axiale lengte instelling van de vereffeningsinrichting op de van de bedrijfsomstandigheden afhankelijke inbouwmaat vindt plaats door een aantal axiale instelschroeven, 15 welke schroeven enerzijds in verbinding staan met de leibuis en anderzijds met de ene buisstomp. Daardoor kan de vereffeningsinrichting op de gewenste lengte en zodoende ook op de gewenste voorspanning worden ingesteld. Zodra de buisleiding na het inbouwen van de vereffeningsinrichting, wordt belast met hogere temperaturen, ondervindt de vereffe-20 ningsinrichting een verkorting, waarbij de schroefkoppen worden losgescheurd van de instelschroeven. De vereffeningsinrichting is dan binnen de door de aanslagen bepaalde slagbegrenzingen vrij axiaal beweegbaar.
Bij talrijke toepassingsgevallen is voorgeschreven, dat de buisleiding met de ingebouwde vereffeningsinrichting moet worden onderworpen 25 aan een drukproef voordat de buizen aan hun vasthoud- respectievelijk aan-sluitpunten worden bevestigd. Deze drukproef vindt plaats onder een aanzienlijke binnendrukbelasting en leidt ertoe, dat de balg tot de maximale lengte wordt uitgezet. Na de drukproef is de balg dikwijls niet langer in staat om de aangesloten buisleidingen weer terug te trekken en blijft 30 hij daarentegen in de maximaal uitgezette stand of althans dichtbij deze stand. Dit betekent, dat de balg geen of alleen nog maar zeer kleine uitzettingsreserves heeft voor wat betreft een verdere balguitzetting.
De buisleidingen moeten derhalve voorzover dergelijke uitzettingsreserves in bedrijf nodig zijn, mechanisch worden teruggeschoven, hetgeen gepaard 35 gaat met een aanzienlijke inspanning.
8300071 -2- f·- 'ï
Hiervan uitgaande ligt de opgave van de uitvinding in het zodanig verbeteren van de in de aanhef beschreven axiale vereffeningsinrichting, dat zij in een willekeurige stand binnen de werkweg kan worden voorgespannen en voor de drukproef kan worden geblokkeerd, zodat de gewenste 2 slagreserve in beide slagrichtingen kan worden behouden. Bovendien moet de blokkering van de vereffeningsinrichting bij het warm bedrijven van de buisleiding, zich automatisch ophef feil.
Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat tussen de ene buisstomp en het bijbehorende verschuifbare einde van de leibuis, 10 een radiaal veerkrachtige veerring is aangebracht, die in de ene radiale stand aanligt tegen aanslagvlakken van de stomp en de leibuis of daarmee verbonden delen en de axiale verschuiving daarvan voor wat betreft een verlenging van de balg blokkeert, en die in de andere radiale stand een axiale verschuiving tussen deze aanslagvlakken vrijgeeft, en doordat 15 de veerring bij een axiale verschuiving van de aanslagvlakken voor wat betreft een verkorting van de balg automatisch overgaat vanuit', de blokkeerstand in de andere radiale stand.
De onderhavige uitvoeringsvorm biedt het voordeel, dat de blokkering voor de drukproef nauwkeurig plaatsvindt op de voor de juiste voorspanning 20 verschafte plaats, en bij het eerste wam bedrijven van dè buisleiding automatisch wordt opgeheven. De blokkering maakt het dus mogelijk slagre-serves te voorzien, die bij de drukproef niet worden opgebruikt, en maakt een naderhand met de hand opheffen van de blokkering overbodig.
Volgens een eerste verdere uitvoering van de uitvindingsgedachte 25 neemt de veerring de blokkeerstand in gespannen toestand in, waarbij een ten opzichte daarvan axiaal verschuifbaar aanslagvlak het radiaal ontspannen van de veerring blokkeert, en dit aanslagvlak bij het verkorten van de balg de veerring vrijgeeft, zodat hij uit de blokkeerstand springt.
Opdat de veerring bij het uit de blokkeerstand springen niet on-30 bepaald in de vereffeningsinrichting blijft liggen en eventueel de bewegingen daarvan belemmert, verdient het aanbeveling, · dat de veerring in een hem opnemende opvangkamer naar binnen springt. Deze Opvangkamer is in aansluiting op het, het radiaal ontspannen van de veerring blokkerende aanslagvlak aangebracht, en houdt de veerring na het naar buiten springen 35 onvervreemdbaar vast.
"" 8 3 0 0 0 7 1 ........ .......................... ......
S 4 -3-
Voor het onderhavige beginsel van de in twee radiale standen werkzame veerring is het onbelangrijk in welke van de ten opzichte van elkaar verschuifbare onderdelen hij is gelegerd, dat wil zeggen of hij bij het verlaten van de blokkeerstand radiaal naar buiten of radiaal naar 5 binnen gaat. Opdat de veerring in de blokkeerstand slechts een zo klein mogelijke spleet vertoont, verdient de eerste mogelijkheid de voorkeur. Daartoe wordt de veerring in gespannen toestand in een in omtreksrichting lopende groef gelegerd van de ene buisstomp of daarmee verbonden delen, en springt hij bij het ontspannen in een aan de leibuis aangebrachte glij-10 ring, naar buiten.
Voor de uitvoering van het axiaal verschuifbare aanslagvlak, dat de veerring in de blokkeerstand houdt, en hem pas vrijgeeft bij het verkorten van de balg, bestaan verschillende mogelijkheden van verwezenlijking. In het bijzonder zijn hiertoe in omtreksrichting lopende ringvlakken 15 geschikt, die bij het verkorten van de balg verschuiven ten opzichte van de veerring. In plaats daarvan kan het axiaal verschuifbare aanslagvlak zijn gevormd door een aantal langs de omtrek van de veerring en deze radiaal in de blokkeerstand steunende gespen, welke gespen de veerring aan de binnenzijde of aan de buitenzijde steunen in afhankelijkheid van 20 de richting, waarin hij uit de blokkeerstand naar buiten moet springen.
Deze gespen liggen met voordeel met hun haaks omgebogen einden los aan tegen de buitenzijde van een aan de leibuis bevestigde glijring. Daardoor is verzekerd, dat zij bij de eerste verkorting van de balg van de veerring worden afgetrokken zonder dat zij bij een eventueel daarop 25 volgende verlenging van de balg weer worden teruggeschoven en daarbij aanstoten tegen de veerring.
Volgens een andere verdere uitvoering van de uitvindingsgedachte wordt voor het vanuit de blokkeerstand in de andere radiale stand overbrengen van de veerring niet de eigen spanning van de veer gebruikt, maar 30 een in vorm aansluitende dwanggeleiding. Deze bestaat met voordeel uit in axiale richting hellende schuine vlakken, die bij het verkorten van de balg in aanligging komen met de veerring en hem uit het hem axiaal vasthoudende dragerdeel naar buiten tillen totdat hij in de schuine vlakken aangrijpt.
35 Voor een goede geleiding van de buisstompen verdient het de voorkeur 83 0 0 Ó 7 1 .......................................
-4-
4 "V
dat de ene buisstomp een aantal over de omtrek daarvan verdeelde, axiaal lopende lijsten heeft, waarop het bijbehorende einde van de leibuis axiaal verschuifbaar, eventueel niet draaibaar is gelegerd. In deze lijsten kan het losmaakbare vasthoudelement worden vastgeklemd, en zij kunnen tevens 5 aan hun einden ook de aanslagen dragen voor de begrenzing van de slag-lengte. Het toelaatbare slagbereik van de vereffeningsinrichting en haar voorspanning worden in de fabriek ingesteld door een aangepaste plaatsing van de lijsten.
Wanneer dergelijke lijsten worden gebruikt voor het legeren van de .10 buisstompen, kan de veerring op eenvoudige wijze zijn gelegerd in dwars-groeven van deze lijsten, en kan de in vorm aansluitende gedwongen geleiding van de veerring plaatsvinden door schuine vlakken, die zijn bevestigd aan de glijring en onder de veerring bewegen.
Bij een verdere uitvoering van de uitvindingsgedachte verdient het 15 de voorkeur, dat het losmaakbare vasthoudelement, in plaats van de tot·nu toe bekende axiaal in te schroeven instelschroef, is uitgevoerd als vast-klembare breekpen, die een nominale breekplaats heeft en als gevolg daarvan bij een vooraf bepaalde belasting van de vereffeningsinrichting, het verkorten van de balg vrijgeeft. Daardoor wordt de vastzetting van de ver-20 effeningsinrichting vereenvoudigd, en de afgebroken delen van de breekpen kunnen de schuifbeweging van de vereffeningsinrichting niet belemmeren..
Voor de constructieve uitvoering van de veerring bestaan verschillende mogelijkheden. Met voordeel wordt een in hoofdzaak cirkelvormige door-25 snede toegepast. Daardoor ontstaat immers de voordelige mogelijkheid om het de verlenging van de vereffeningsinrichting en het ontspannen van de veerring blokkerende aanslagvlak uit te voeren in de vorm van een o enkel schuin ringvlak met een helling van in hoofdzaak 45 . Overigens bestaat in plaats daarvan ook de mogelijkheid om een veerring met een recht-30 hoekige doorsnede toe te passen, die samenwerkt met radiale en axiale aanslagvlakken.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:
Pig. 1 een axiale doorsnede toont van de vereffeningsinrichting, 35 Pig. 2 een doorsnede toont van de blokkeerinrichting, ΤΓοΤόΤΐ ............ ............. ..................
•f -5-
Fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in fig. 1,
Fig. 4 een blokkeerinrichting toont met gespen,
Fig. 5 een axiaal aanzicht is van de blokkeerinrichting volgens fig.
4. en 5 Fig. 6 een blokkeerinrichting toont met gedwongen geleiding.
Zoals is te ontlenen aan fig. 1, heeft de axiale buisvereffenings-inrichting een in de tekening verkort weergegeven balg 1, waarvan de einden 2ijn gelast aan cylindrische buisstompen 2 en 3. In het inwendige van de balg 1 bevindt zich een dunne beschermingsbuis 4, waarvan het ene 10 einde is vastgezet aan de stomp 3 en waarvan het andere einde met kleine speling een stuk in de stomp 2 naar binnen loopt.
Aan de buitenzijde is de balg 1 omgeven door een leibuis 5. Deze leibuis is met het ene einde eveneens vastgezet aan de stomp 3, waarbij zij met het tegenover liggende einde verschuifbaar is gelegerd aan de 15 stomp 2 en daar vast is te zetten. Hiertoe heeft het vrije einde van de leibuis 5 een glijring 6, die met een kleine speling loopt op een aantal over de omtrek van de buisstomp 2 verdeelde, axiaal aangebrachte lijsten 7.
De slaglengte van de blag 1 wordt in beide slagrichtingen begrensd door aanslagen 8 en 9. Deze aanslagen kunnen zijn uitgevoerd als vastgelaste ringen, klossen e.d. of als radiaal insteekbare klemstiften.
De blokkering van de vereffeningsinrichting op de voor de gewenste voorspanning verschafte plaats en tevens ook voor de drukproef wordt hierna aan de hand van fig. 2 nader verduidelijkt.
25 In fig. 2 is in de eerste plaats een breekpen 10 te zien, die kan worden gestoken in een radiale boring vein de glijring 6 en in een daartoe passend aangebrachte boring in de lijst 7. In de spleet tussen de glijring 6 en de lijst 7 heeft de breekpen 10 een nominale breekplaats. De doorsnede is onder rekening houding met het totale aantal toegepaste breekpen-30 nen zodanig bemeten, dat de breekpen respectievelijk de breekpennen bij het eerste warm bedrijven van de vereffeningsinrichting, breken, :ZOdat de balg binnen de aanslagen 8 en 9 voor de slagbegrenzing vrij kan werken.
Omdat de vastzetting van de balg door middel van de breekpennen 10 niet opgewassen zou zijn tegen de bij een drukproef optredende belastingen, 35 en de balg door het breken van de breekpennen 10 in de maximaal uitgezette 8300071
m- V
-6- stand zou worden getrokken , hetgeen de in de aanhef geschetste nadelen heeft, wordt volgens de uitvinding een aanvullende blokkering uitgevoerd door middel van een radiaal veerkrachtige veerring 11. De veerring 1 bevindt zich in radiaal samengedrukte toestand met het inwendige omtreksgebied 5 in een dwarsgroef 12 van de over de omtrek verdeelde lijsten 7. De dwars-groef 12 is zodanig uitgevoerd, dat zij althans aan de binnenzijde en aan de naar de balg gekeerde zijde van de veerring, axiale respectievelijk • schuine radiale aanslagvlakken 12a respectievelijk 12b biedt. Aan zijn linker.buitenste omtrekgebied steunt de veerring 11 tegen een overeen-10 komstig hellend schuin vlak 6a van de groefring 6.
De aanslagvlakken 6a, 12a en 12b verzekeren, dat de bij de drukproef van de vereffeningsinrichting en de daarop aangesloten buisleiding optredende trekkrachten worden opgenomen door de veerring 11 en zodoende de balg niet tot de maximale slaglengte kunnen uitzetten. De breekpen 10 15 heeft hierbij alleen de opgave om de genoemde schuine vlakken zodanig ' in aanligging te houden met de veerring 11, dat deze op grond van de eigen spanning niet radiaal naar buiten kan springen.
Na de eerste drukproef is de onderhavige vereffeningsinrichting direct bedrijfsklaar, zonder dat nog aanvullende handgrepen nodig zijn.
20 Bij het eerste warm bedrijven van de vereffeningsinrichting zetten .immers de aangesloten buizen uit, dat wil zeggen dat de vereffeningsinrichting wordt verkort en de leibuis 5 met de glijring 6 naar links· beweegt ten opzichte van de buisstomp 2. Daarbij breken de breekpennen op de 'nominale breekplaats, en geeft het schuine vlak 6a de veerring 11 aan het uitwendige 25 omtreksgebied daarvan vrij. De veerring kan daardoor op grond van de eigen spanning radiaal uit de groef 12 naar buiten springen, en wordt opgenomen door de op het schuine vlak 6a aansluitende opvangkamer in de vorm van een ringgroef 13. De diameter van deze ringgroef is zodanig bemeten, dat de veerring 11 axiaal met speling maar radiaal passend daarin ligt. Daardoor 30 is verzekerd, dat de veerring niet alleen plaatselijk maar met de gehele omtrek uit de groef 12 naar buiten springt. De blokkering wordt dus automatisch opgeheven, zonder dat hiervoor aanvullende instelkrachten nodig zijn. De vereffeningsinrichting is daarna in beide axiale richtingen vrij.
Pig. 3 verduidelijkt de aanbrenging van de leibuis 5 met de glijring 35 6 op de over de omtrek van de buisstomp 2 verdeelde lijsten 7. Om de balg ' 8 3 0 0 Ö7 1 **' > -7- te vrijwaren van eventuele torsiebelastingen, bestaat de mogelijkheid om de glijring 6 te voorzien van naar binnen reikende uitsteeksels, die met een kleine speling zijdelings zijn aangebracht aan de lijsten 7.
Daardoor is de glijring 6 axiaal verschuifbaar maar niet draaibaar gele-5 gerd aan de buisstomp 2.
In het onderste gebied heeft de leibuis 5 met voordeel een ontwate-ringsopening 14.
De in fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm werkt in hoofdzaak volgens hetzelfde beginsel. Met elkaar overeenkomende delen zijn derhalve voorzien 10 van dezelfde verwij zingscij fers.
Voor het blokkeren van de vereffeningsinrichting tijdens de drukproef, dient weer de radiaal veerkrachtige veerring 11. Deze bevindt zich in tegenstelling tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm in de blokkeerstand echter in de radiaal buitenste stand, en springt bij het 15 eerste warm bedrijven van de vereffeningsinrichting, radiaal naar· binnen.
Voor het in de radiaal buitenste stand houden van de veerring 11 dient een aantal over de omtrek verdeelde gespen 15, welke gespen axiaal tegen de buitenzijde van de buisstomp 2 zijn te steken, zodat zij onder de veerring 11 aangrijpen. Deze toestand is afgebeeld in de fig. 4 en 5.
20 Met voordeel wordt elk der gespen gevormd door twee axiale benen 15a en 15b, die aan het voorste, onder de veerring 11 grijpende einde zijn voorzien van schuine vlakken, waarbij de achterste einden met elkaar zijn verbonden door een haaks gebogen beugel 15c. De geleiding vindt plaats door de lijsten 7, omdat de benen 15a en 15b elk zijdelings met een kleine 25 speling aan weerszijden lopen van een lijst 7. De haaks omgebogen beugel 15c ligt aan tegen de van de balg afgekeerde buitenzijde van de glijring 6 zonder vast daarmee te zijn verbonden.
De werking is als volgt. Bij het eerste warm bedrijven van de vereffeningsinrichting wordt de glijring 6 met betrekking tot de buisstomp 30 2 en de daaraan bevestigde lijsten 7 overeenkomstig de verkorting van de balg naar links verschoven. Daarbij breekt eerst de breekpen 10, die immers alleen de opgave had om de vereffeningsinrichting in de gewenste voorspanning te houden. Dan verschuift de glijring 6 onder meeneming van de daartegenaan liggende gespen 15 naar links, zodat de benen 15a en 35 15b onder de veerring 11 worden weggetrokken. De veerring 11 beweegt dan '8300 07 1..... .....................
Τ' Λ.
-8- ορ grond van de eigen veerkracht naar de radiaal binnenste stand, zodat hij niet langer in de schuif weg reikt van de glijring 6. Wanneer het vervolgens door een afkoeling van de buisleiding komt tot een verlenging van de balg, kan de glijring 6 onbelemmerd naar rechts schuiven, waarbij 5 de gespen 15 de daarvoor bereikte buitenste stand behouden.
De in fig. 6 af geheelde uitvoeringsvorm kenmerkt zich. omdat het voor de verplaatsing van de veerring 11 tussen de twee radiale standen niet langer aankomt op de eigen veerkracht van de veerring, maar dat deze verplaatsing plaatsvindt door een gedwongen geleiding. Hiertoe :10 heeft de glijring 6 een over de veerring heen grijpende verlenging, die aan de tegenover liggende zijde een schuin oploopvlak 6b draagt, dat bij het eerste warm bedrijven van de vereffeningsinrichting na het breken van de breekpen 10 in aanligging komt met de veerring 11 en deze uit de blokkeerstand opheft. Tijdens dit opheffen springt de veerring 11 in 15 een uitsparing 6c van de glijring 6 naar binnen, zodat hij onvervreemdbaar wordt vastgehouden en tegen een terugspringen is gegrendeld.
in fig. 6 bevindt de veerring 11 zich bij de blokkeerstand in de radiaal binnenste stand. Het oploopvlak 6b is derhalve zodanig aangebracht, dat het aan de radiale binnenzijde onder de veerring 11 beweegt en deze 20 geleidelijk naar buiten drukt.
Natuurlijk kan de veerring 11 zich in plaats daarvan bij de blokkeerstand in de radiaal buitenste stand bevinden, zodat hij door een radiaal buiten aangrijpend oploopvlak naar binnen moet worden gedrukt om de axiale verschuifbaarheid van de glijring 6 vrij te geven.
25 In beide gevallen is door niet nader aangegeven axiale aanslagen, die in de omtreksrichting ten opzichte van het oploopvlak 6b verspringend zijn aangebracht, gewaarborgd, dat de veerring 11 bij het eerste warm bedrijven van de vereffeningsinrichting ten opzichte van het oploopvlak 6b niet axiaal kan uitwijken. Dergelijke axiale aanslagen kunnen 30 bijvoorbeeld zijn gevormd door een aantal langs de omtrek verdeelde breekpennen, die zijn bevestigd aan de stomp 2 of aan de lijsten 7 en zodanig ver radiaal naar buiten reiken, dat zij de veerring 11 in de uitsparing 6c naar binnen drukken. Hiertoe kan het buitenste gebied daarvan in lengtegroeven e.d. van de glijring 6 lopen. Opdat zij een te-35 gen beweging van de glijring 6 niet blokkeren, te weten wanneer de in de 8 3 0 0 0 7 1 -9- uitsparing 6c liggende veerring 11 tegen de axiale aanslag aanstoot, zijn zij bij voorkeur voorzien van een nominale breekplaats.
'8 3 0 0 0 7 1 .......................

Claims (13)

1. Automatisch gestuurde, axiale buisvereffeningsinrichting, in het bijzonder voor stadsverwarraings buisleidingen, bestaande uit een één- of veelwandige balg met aan de einden daarvan aangebrachte buisstompen, en uit een de balg omgevende leibuis, die met een einde verschuifbaar is 5 gelegerd aan de ene buisstomp en daar door middel van een losmaakbaar vasthoudelement kan worden vastgezet, en met het andere einde is verbonden met de andere buisstomp, waarbij de slaglengte van de balg in beide richtingen is begrensd door aanslagen, met het kenmerk, dat tussen de ene buisstomp (2) en het bijbehorende verschuifbare einde van de leibuis (5) 10 een radiaal veerkrachtige veerring (11) is aangebracht, die in een radiale stand aanligt tegen aanslagvlakken (12a, 12b; 6a) van de stomp (2) en de leibuis (5) daarvan of daarmee verbonden delen (7 resp. 6) en de axiale verschuiving daarvan voor wat betreft een verlenging van de balg blokkeert, en in de andere radiale stand een axiaal verschuiven tussen 15 deze aanslagvlakken vrijgeeft, waarbij de veerring (11) bij een axiale verschuiving van de aanslagvlakken (12a, 12b; 6a) voor wat betreft een verkorting van de balg automatisch vanuit de blokkeerstand overgaat in de andere radiale stand.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veer- 20 ring (11) de blokkeerstand in’gespannen toestand inneemt, waarbij een ten opzichte daarvan axiaal verschuifbaar aanslagvlak (6a) het radiaal ontspannen van de veerring blokkeert en bij het in elkaar gaan van de inrichting, de veerring (11) vrijgeeft, zodat deze uit de blokkeerstand naar buiten springt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de veer- ring (11) bij het in elkaar gaan van de inrichting in een hem opnemende opvangkamer (13) springt.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het blokkeren van de verlenging van de balg en het blokkeren van 30 de veerring (11) een gemeenschappelijk aanslagvlak is aangebracht in de vorm van een schuin ringvlak (6a) met een helling van in hoofdzaak 45°.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veerring (11) in gespannen toestand ligt in een in omtreksrichting lopende groef (12) van de ene buisstomp (2) of daarmee verbonden delen (7), 35 en bij het ontspannen naar buiten springt in een aan de leibuis (5) aange- ........ 8 30 0 0 7 1 ......."............ .................. .....................' / -11- % brachte glijring (6).
6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het axiaal verschuifbare aanslagvlak wordt gevormd door een aantal over de omtrek van de veerring (11) en deze radiaal steunende gespen (15).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de gespen (15) met haaks omgebogen verbindingsbeugels (15c) los aanliggen tegen de buitenzijde van een aan de leibuis (5) bevestigde glijring (6).
8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het overbrengen van de veerring (11) vanuit de blokkeerstand in de andere radi- 10 ale stand plaatsvindt door een in vorm aansluitende gedwongen geleiding, die bestaat uit in axiale richting hellende schuine vlakken (6b), die bij het verkorten van de blag in aanligging komen met de veerring en hem uit het hem axiaal vasthoudende dragerdeel (7) naar buiten tillen totdat hij in de schuine vlakken aangrijpt.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de ene buisstomp (2) een aantal over de omtrek verdeelde, axiaal lopende lijsten (7) heeft, waaraan het bijbehorende einde van de leibuis (5) axiaal verschuifbaar en eventueel niet draaibaar is gelegerd.
10. Inrichting volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat de 20 veerring (11) is gelegerd in dwarsgroeven (12) van de lijsten (7), waarbij de schuine vlakken (6b) zijn bevestigd aan de glijring (9) en onder de veerring kunnen bewegen.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het losmaakbare vasthoudelement is uitgevoerd als vastklembare 25 breekpen (10).
12. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de lijsten (7) aan de einden de aanslagen (8, 9) dragen voor de slaglengte begrenzing.
13·. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veerring (11) een cirkelvormige doorsnede heeft. 8300071
NL8300071A 1982-01-14 1983-01-10 Automatisch gestuurde buisvereffeningsinrichting. NL183903C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19823200842 DE3200842C2 (de) 1982-01-14 1982-01-14 Blockiereinrichtung für einen Axialkompensator für Rohre
DE3200842 1982-01-14

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8300071A true NL8300071A (nl) 1983-08-01
NL183903B NL183903B (nl) 1988-09-16
NL183903C NL183903C (nl) 1989-02-16

Family

ID=6152992

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300071A NL183903C (nl) 1982-01-14 1983-01-10 Automatisch gestuurde buisvereffeningsinrichting.

Country Status (9)

Country Link
AT (1) AT386265B (nl)
BE (1) BE895604A (nl)
DE (1) DE3200842C2 (nl)
DK (1) DK152622C (nl)
FI (1) FI74789C (nl)
FR (1) FR2519730B1 (nl)
GB (1) GB2113336B (nl)
NL (1) NL183903C (nl)
SE (1) SE455341B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3276955D1 (en) * 1982-11-16 1987-09-17 Iwk Regler Kompensatoren Axial compensator
CH661108A5 (de) * 1983-07-27 1987-06-30 Boa Ag Axialkompensator.
US7748749B2 (en) * 2004-07-16 2010-07-06 Westfalia Metallschlauchtechnik Gmbh & Co. Kg Decoupling element impervious to liquid fluids
CN105202302A (zh) * 2015-10-23 2015-12-30 王海平 一种低温介质管道用补偿器
CN105240641A (zh) * 2015-10-23 2016-01-13 王海平 一种耐高温烟气管道补偿器
CN111911730A (zh) * 2020-08-13 2020-11-10 苗蓓 不锈钢卡压式管件的自密封连接套件

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2232241A7 (nl) * 1973-06-02 1974-12-27 Karlsruhe Augsburg Iweka
FR2310522A1 (fr) * 1975-05-07 1976-12-03 United Gas Industries Ltd Raccord compensateur de tuyaux

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2232241A7 (nl) * 1973-06-02 1974-12-27 Karlsruhe Augsburg Iweka
FR2310522A1 (fr) * 1975-05-07 1976-12-03 United Gas Industries Ltd Raccord compensateur de tuyaux

Also Published As

Publication number Publication date
FI830041A0 (fi) 1983-01-06
DK152622B (da) 1988-03-28
BE895604A (fr) 1983-05-02
SE455341B (sv) 1988-07-04
GB8300943D0 (en) 1983-02-16
NL183903B (nl) 1988-09-16
SE8300079D0 (sv) 1983-01-10
DK12583A (da) 1983-07-15
GB2113336A (en) 1983-08-03
FR2519730B1 (fr) 1985-07-05
ATA470282A (de) 1987-12-15
SE8300079L (sv) 1983-07-15
AT386265B (de) 1988-07-25
DK12583D0 (da) 1983-01-13
FI74789C (fi) 1988-03-10
FI74789B (fi) 1987-11-30
DK152622C (da) 1988-08-22
FI830041L (fi) 1983-07-15
NL183903C (nl) 1989-02-16
FR2519730A1 (fr) 1983-07-18
DE3200842A1 (de) 1982-10-07
GB2113336B (en) 1985-07-03
DE3200842C2 (de) 1983-07-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2252340C2 (ru) Крепежное устройство (варианты)
NL8300071A (nl) Axiale vereffeningsinrichting met voorspaninrichting.
CN108291445B (zh) 摩擦锚杆
IE53539B1 (en) An expansion anchor
US6398445B1 (en) Security and fixing mechanism
US20050199452A1 (en) Disc sliding mechanism
US20050252653A1 (en) Full bore wellhead load shoulder and support ring
EP0368236B1 (en) Process and apparatus for inserting a rigid support in a sleeve for joints of electric cables
CA2757307C (fr) Dispositif a glissement avec friction controlee, tel qu'un amortisseur, pouvant fonctionner dans les deux sens
EP1295703A3 (en) Expandable tire building drum
CA1257116A (en) Expansion anchor
EP1592914B1 (en) A foot for optical or photographic supports
JP2003529026A (ja) 特に宇宙用の制御された開放機構
CZ292243B6 (cs) Způsob redukce prstence
EP3867050B1 (en) Tire building drum and method for tire building
US2981379A (en) Automatic vehicle brake adjuster
US4677894A (en) Device for the centering retention of ammunition in an ammunition receiver
US3147527A (en) Cable locking device
FI76414C (fi) Kompensator foer kompensering av axiala roerelser i roerledningar.
US5309968A (en) Tire chain and the method of mounting it
US5702045A (en) Roll for the pressure treatment of cloth webs
US2857188A (en) Method of assembling tubular elements
US11215308B2 (en) Quick coupling device
US1858021A (en) Shore
PL93449B1 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee