NL8220413A - Pijpleidingstelsel en in het bijzonder meerkanalen-pijpleidingstelsel. - Google Patents

Pijpleidingstelsel en in het bijzonder meerkanalen-pijpleidingstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8220413A
NL8220413A NL8220413A NL8220413A NL8220413A NL 8220413 A NL8220413 A NL 8220413A NL 8220413 A NL8220413 A NL 8220413A NL 8220413 A NL8220413 A NL 8220413A NL 8220413 A NL8220413 A NL 8220413A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pipe
pipes
pipeline system
foam
medium
Prior art date
Application number
NL8220413A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tauschmann Otto
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tauschmann Otto filed Critical Tauschmann Otto
Publication of NL8220413A publication Critical patent/NL8220413A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L59/00Thermal insulation in general
    • F16L59/06Arrangements using an air layer or vacuum
    • F16L59/075Arrangements using an air layer or vacuum the air layer or the vacuum being delimited by longitudinal channels distributed around the circumference of a tube

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pipeline Systems (AREA)
  • Thermal Insulation (AREA)
  • Rigid Pipes And Flexible Pipes (AREA)
  • Cosmetics (AREA)
  • Peptides Or Proteins (AREA)
  • Detergent Compositions (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
  • Flanged Joints, Insulating Joints, And Other Joints (AREA)

Description

- 1 - 82 2 0 4 1 3
Pijpleidingstelsel en in het bijzonder meerkanalen-pijpleidingstelsel
De uitvinding betreft een pijpleidingsysteem voor het transporteren van minstens een vloeistof 5 of gas als ook voor opname van b.v.warmtedistri- butieleidingen voor olie-of koelmiddelen e.e.met een,bij voorkeur uit vezel- resp.asbestcement, kunsthars of synthetische stoffen (plastic) bestaande buitenmantelbuis en,met minstens een, 10 bij voorkeur eveneens uit vezel- resp.asbest cement of plastic vervaardugde binnenpijp,waarin een,liefst uit metaal of synthetische stoffen bestaande mediumleiding,middels glijschoenen -vooral in de lengte verschuifbaar,gelagerd is.
15 Hierbij is de tussenruimte - tussen binnenpijp en mediumleiding een luchtruimte.De uitvinding omvat verder aanwijzingen over de vervaardiging van dit leidingsysteem.Bij warmtedistributie-leidingen is het gebruikelijk,dat de geïsoleerde 20 warmtetransportleidingen,om deze te beschutten, in mantelbuizen gemonteerd worden.Zulke ommantel-buizen kunnen ook in de chemische industrie als transportleidingen voor stoom,koelmiddelen enz. gebruikt worden.Uit de AT-PS 295093 is een 25 dubbelwandige buis met een buitenpijp bekend, waarin een geïsoleerde leiding meestal uit staal, glijdend middels afstandhouders gecentreerd is gelagerd,waarbij iedere afstandhouder tenminste uit drie ribben bestaat, die in gelijke afstand 30 van elkaar om de buis wegstaand zijn bevestigd.
Bij deze bekende pijpleiding,die zeer vaak als warmtedistributieleiding wordt gebruikt,bestaat de mantelbuis uit vezelcement,bij voorkeur uit asbestcementpijpen en is iedere afstandhouder 35 82 2 04 13 · -2- ! eveneens uit veselcement (asbestcemenx).
| Deze pijpleidingen worden meestal afzonderlijk I verlegd. Bij warmtedistributieleidinger. met voer- t loop-en retourloopleiding onstaan hoge mentage- 5 kosten en is ook de isolatie niet bevredigend. j Het doel van de uitvinding is,deze nadelen te vermijden en een, in het bijzondere als meer-j leidingpijpsysteem te hebben, dat het wermte-j verlies verminderd en de montagekosten afzet.
10 ! Dit v/ordt bij de uitvinding met een pijpleiding- systeem als boven beschreven, daardoor bereikt, ; dat de meoiumbuis in-een luchtspleet vormenöe-binnenbuis ligt.
: Ilaar behoefte kunnen meerdere binnenbuizen 15 b.v.als vebtilatiebuisen in een mantelbuis onder- j gebracht worden en wel over de gehele lengte ! zonder warmtegeleider, daar de mediumpijpen in een met luchtspleet omgeven binnenbuis liggen j en de ruimtem tussen mantelbuis en de binnen-20 ! liggende buizen met elastisch, synthetisch stof (Polyurethanschuim) volkomen uitgeschuimt zijn, | en wel deimaten, dat de binnenliggende buizen j door deze synthetisch schuim van elkaar in ! afstand gehouden worden.
25 De uitvinding brengt dus een optimale warmte- of koelteisolatie voor een,twee of meer pijpleidingen in een systeem, waarbij de ruimten tussen binnenbuis(kernhuis) en buitenbuis * i ! (mantelbuis) met synthetisch schuim uitgevuld zijn. 30 Het is dus mogelijk in een mantelbuis zowel voorloop-alsook ibetourleidingen met verschillende temperaturen te voeren, wat weer een vlugge en rationele montage bestemt. Dit systeem heeft vepder als voordeel, dat een natworden der 35 i isolatie door kondensatie,grondwater of door 8220415 -3- lekkage absolut zeker door eigene drainage verhinderd wordt.
Hierdoor is een korridatie(roesten) der medium- buizen van buiten niet mogelijk. Het synthetisch 5 schuim heeft tegelijk de funktie als afstand- ; houder tussen de binnenpijpen.
In de ontwikkeling is voorgezien,'dat het schuim an de kopeinden der mantelbuizen in axiale richting,eveneens over de einden der binnen-10 buizèn, om 0,5.tot 20 mm voorstaat, zodat bij het samenvoegen der buizen het schuim der ’ buizen vlak aan elkaar ligt.
Hierdoor wordt het ontstaan van warmtegeleiders onderbonden.
15 · Als verbinding, tussen de buizen is het doel matig, dat bij doorlopen der mediumpijpen aan de verbindingen tussen de mantelbuizen deze van buiten of van binnen met een koppeling voorzien worden, die middels voorgespande 20 dichtincsringen over de buiseinden reikt.
Als ook de mediumpijpen met elkaar verbonden moeten worden,is het doelmatig,bijj de ver-• bindingen er op te letten,dat zowel de mantelbuizen als ook de binnenbuizen aansluiten.
25 I v;aarbij tussen de enkele buizen een isolatiestuk ingezet wordt en dat. de mantelbuizen van buiten door een mof.resp.koppeling omgeven zijn,die,over het j isolatiepasstuk geschoven, over’t einde der beiden mantelbuizen reikt.
30 Het is voordelig als het isolatiepasstuk uit twee of meerdere deelen bestaat, die middels spanstukken verbonden zijn.
Het is raadsam er op te achten, dat de kanten \'an de schuimvulling als ook van de isclatiepasstukken af- i 35 ! gevlakt zijn.
8220413 -4-
Hierbij zijn aan de kopstukken nokken en-of-ver-diepingen als passtuk voorgezien. Hiervoor moet de schuinvulling van het isolatiestuk C,5 tot 20 mm j aan't.hoofdeinde voorstaan, zcdct bij'het samenvoegen 5 j de vlakken van't isolatiestuk en de mantelbuisschuim-1 isolatie vlak aanelkaar liggen, j Wat de ligging van de mediumpijpen in de binnen-! buizen betreft, die ook in het a T-Patent 2S5 033 'i ! uitgevoerd worden kunnen,is volgens de uitvinding 10 de mediumpijpbuitenkant met wrijvingarme glij- schoenen te voorzien, welke middels spanbanden be-! vestigd worden.
Deze glijschoenen diener. zowel als legering der mediumpijp, als ook als afstandhoud er tussen meöium-15 pijp en binnenkant der binnenbuis.
; Deze glijschoenen worden aan de buitenkant om de mediumpijp bevestgd, waarbij twee of meer groepen | per pijp, in regelmatigen afstand van elkaar voor- j gezien zijn. Het aantal en de afstand der glij- 20 j schoenen is, naar noodzakelijkheid, verschillend.
De uitvinding ziet voor, dat de glijschoenen in U,V-of W-vormig bandstaal uitgevoerd worden net uitragende (afstaande) einden als· stutvlak op de j mediumpijp. Deze glijschoenen kunnen éénvoudig door 25 J buigen uit staalband fabriceerd worden.
i Het is raadsam, dat de spanbanden over het stutvlak I op de mediumpijp aanliggen en eventueel middels ! puntlassen bevestigd worden. De spanbanden omsluiten hierbij de,in de mediumpijp liggende glijschoenen 50 · en vormen een wrijvingvaste verbinding met ae pijp.
Een nog grotere zekerheid in de bevestiging is ge-I geven,indien de glijschoenen εη de onderkant naar . °e mediumpijp met rillen of gleuven voorzien worden, waarbij de steunvlakken der glijschoenen échter 55 glat zijn.
8220413 Λ, -5-
Het is echter mogelijk, dat de steunvlakken der glijschoenen, die aan de binnenkant der !binnenbuis aanliggen afgerond zijn, waarbij jde radius der afronding kleiner is als de radius 5 Ivan de binnenbuis.
. I
jDe fabrikatiemethode van het leidingsysteem ibestaat daarin, dat in een,met voorkeur uit Jvezel-Esbestcement bestaande mantelbuis,tenminste jeen, eveneens bij voorkeur uit asbestcement gemaakte 10 ibinnenpijp ingeschoven wordt en daarna de ruimte jtussen mantelbuis en binnenpijp(en) met elastisches 'isolatieschuim, meestal Polyurethanschuim, uitgevuld wordt, waarbij de schuimisolatie, axial gezien jom 0,5 tot 20 mm aan de einden der mantelbuizen 15 voorstaat en de mantelbuizen samengevoegt worden, waarbij de vlakken der isolatie aanelkaar liggen. iOver de verbindingsnaat der buizen wordt een mof(koppeling) geschoven. Aansluitend kan de medium-pijp, die met glijschoenen voorzien is, irigeschoven 20 worden.
!Dit .systeem ziet voor, dat eerst de mediumleidingen jmet elkaar verbonden worden en wel door lassen, solderen of plakken e.d. waarna over deze verbinding een isolatie aangebracht wordt, waarbij de schuimstof 25 aan beide einden om 0,5 tot 20 mm voorstaat,, eerst dan de mediumbuizen, na tussenvoeging dezer isolatie tegen elkaar geperst worden en over de isolatie een jmof komt, die over de volgende mantelbuis reikt.
Aan hand der volgende tekeningen,waar 30 j diverse montage en uitvoeringsmogelijkheden afgebeeld zijn,wordt de uitvinding verduidelijkt. Pig.1 Een doorsnede van het nieuwe buissysteem met slechts een mediumpijp(eervoerig) F'il*2 Doorsnede van het nieuwe buissysteem 35 met twee med iumpijpen (tvveevoerig) 8220413 -6- ί j
FiS*3 Doorsnede van het nieuwe buissysteem ' net drie mediumpijpen (drievoerig) i Fig.4 Doorsnede van het nieuwe huissysteem I met vier mediumpijpen (viervoerig) 5 ! Fig.5 Doorsnede van het nieuwe buissysteem , met meerdere mediumpijpen als ook ventilatie en drainagebuizen (veelvoerig) ; Fig-6 Doorsnede langs de lijn,VI -VI in Fig.5 i Fig. 7 Doorsnede in de lengte van het buissysteem 10 bij de samenkoppeling der Kanteltuizen.
(korte koppeling).
Fig.8 Doorsnede in de lengte van het buis systeem bij de verbinding van mantelbuis en mediumbuis (lange koppeling) 15 Fig.9 Doorsnede door een staande aftakking- schacht.
, Fig.10 Doorsnede langs de lijn X-X in Fig.9. ' jFig.11 Doorsnede in de lengte der van binnen,aan i ...
mantelbuis en mediumbuis bestaande dubbel- j'yjj 20 Fig.12 wandige pijpleiding.Doórsnede langs de lijn XII-
Fig.13 in Fig.11,Detail A uit Flg.ll.in grotere schasl·
Fig.14 Glijschoenen in doorsnede - grotere schaal.
Fig.15 - Opzicht op Fig.14. en diverse verschillende ! uitvoeringssarten der glijschoenen in doorsnede.
25 ! Bij het leidingsysteem naar Fig.1. is in een buiten- resp. mantelbuis 1. uit vezel-resp.asbestcement een | binnen -resp. kernpijp 2.eveneens uit asbestcement | monteerd,in welke een,met glijschoenen 4.voorziene ! staalpijp 3.in de lengte verschuifbaar,ligt· 30 ; De binnenbuis 2.ligt over de gehele lengte in de mantelbuis zonder warmtegel eiders, daar de ronde ruimte tussen mantelbuis l.en binnenbuis 2. met elastisch, synthetisch schuimisclatie absolut uitgevuld is.
! In de schuimisolatie liggen nog bovendien een venti-35 1 letiebuis 6. en een drainagebuis 7.
8220413
‘A
-7-
De schuimisolatie, die meestal uit elastisch hard-polyurethan bestaat, houd de binnenhuis in de gewenste positie.
. De opening tussen binnenbuis en mediurapijp is niet 5 I met schuim uitgevuld en dient als luchtlaag
Bij het leidingsysteem naar Fig.2. liggen in een mantelbuis 1. uit asbestcement twee stuk bi nnen-buizen 2. uit vezel-asbestcement, waar in elk,een met glijschoenen 4.voorziene staalpijp(mediumpijp) 10 4.ligt, die in de lengte verschuifbaar is.
De binnenhuizen 2 liggen in de mantelbuis over de gehele lengte zonder warmtegeleiders,waarbij de ronde ruimte tussen mantelbuis 1. en binnenbuizen 2. met elastisch,synthetisch schuim uit-15 gevuld is. In het schuim zijn eveneens een ventilatiebuis 6.en een örainagepijp 7.toege~ voegt.
Bij het leidingsysteem Fig.3. zijn in een matei-' buis 1. uit vezel-asbestcement drie binnen- i 20 I buizen 2 voorgezien-eveneens uit asbestcement. j Hierin liggen met glijschoenen 4. voorzien de ! mediumpijpen 3. uit staal. Deze zijn in de lengte 1 verschuifbaar. De binnenhuizen 2.zijn zowel in ) I de mantelbuis 1.alsook onderelkaar zonder 25 j warmtegeleiders,waarbij de ruimte^tussen mantel-I buis l.en binnenhuizen 2. met elastisch,synthe-! tisch schuim 5. vol uitgeschuimt is.
| In de isolèerschuim is ook nog een drainagepijp 7.voorgezien. Het is te zien, dat de doorsnede 30 | . der binnenhuizen verschillend groot zijn,n.l.
j is een binnenpijp kleiner als de twee anderen.
Bij het leidingsysteem Fig.4. zijn in een mantelbuis l.uit asbestcement vier stuk binnenhuizen 2.
| uit vezel-asbestcement ondergebracht,in welke 35 j mediumpijpen 3. uit staal, met glijschoenen 4.
8220413 -8- voorzien, liggen en die in de lengte verschuif "beer zijn.
De binnenpijpen 2.zijn tegenover de mantelbuis alsook onderelkaar over de gehele lengte zonder 5 ί warmtegeleiders (bruggen),daar de gehele ruimte tussen mantelbuis 1.en binnenhuizen 2.met elastisch,synthetisch schuim uitgevuld is. i Ih de schuimieolatie zijn bovendien ventilatie-I buizen 6. en drainagebuizen 7. alsook hulppijpen 10 ! 6.ingebouwd.
In Fig.5.en6. ziet men een leidingsysteem,waar-; in een mantelbuis l.vier binnenbuizen 2.zonder I warmtegeleiders ingebouwd zijn.Iedere binnentuis j voert een mediumpijp 3·,die middels glijschoenen 15 : 4.verschuifbaar is. Verder zijn in de mantelbuis ; l.een ventilatiebuiB S.drainagepijpen 7.en kabel-; hulppijpen 9 ingebouwd. De ruimte tussen mantel- : buis l.en binnenbuizen 2. is eveneens met hard-! polyurethanschuim uitgevuld. In de echuimisolatie 20 5. zijn kanaaltjes 10,ca.5 mm diep aangebracht, die een verbinding zijn tussen de binnenbuizen 2. en de drainagepijp'en 7. Fig.6.toont,dat de schuimisolatie 5. en de einden van de mant el -buizen l.resp. der binnenbuizen 2.ca.5 tot 10 mm 25 voorstaat.
Het maat hiervan is in Fig.6. met -a-aangegeven. Fig.7.’ toont de verbinding der mantelbuizén 1. bij een der bovenstaande pijpleidingsysteemen.
Het is een korte koppeling,waarbij geen ver-30 binding der mediumpijp nodig is. De tekening steló een leidingsysteem voor naar Fig.1. is echter ook voor twee-εη meerleidingsysteemen te ' gebruiken.
; In de linke helft van Fig.7 is een koppeling 35 (mof) getekend,die de mantelbuis 1.in het bereik 8220413 -9- -i *·
Jk der buiseinden omsluit. In de koppeling 11 zijn • twee tot vier dichtringen aangebracht.
In ce rechtse helft van Fig.7. is een hulsver-bindi22g te zien,die b.v. twee tot vier dicht-5 ringen 12.omvat,die over de buiseinden spannen en door een huls omsloten werden.
Bij alle twee voorbeelden liggen de einden der schuimisolaties 5.vlak op elkaar.
Pig.8 toont de verbinding der mantelbuizen 1, 10 bij de bovenbeschreven leidingsysteemen.
Eierbij handeld het zich om een langkoppeling, waar ook een verbinding der mediumpijpen nodig is. Zoals in Fig.7. is een eenleidingsysteem geteker-d, ie eciiter ook voor twee-en meerleidingsysteeme te 15 gebruiken. Fig.2-6.
Deze langkoppeling omvat een koppeling(mof) 11.
resp. huls 13.naar Fig.7.,die echter veel langer als in Fig.7. is.Tussen de mantelbuizen 1 is een isolatiestuk 14· voorhanden,dat in opbouw gelijk 20 is,met de,systeembuiskonstrktie en eveneens een 5 schuimisolatie 5.bezit,echter afhankelijk van het aantal binnenbuizen resp.mediumpijpen • 2,—3» in segmenten onderdeeld is. Deze segment- ! stukken worden door spanstukken 15. samengehouden.
25 De koppeling 11,resp.huls 13. omvat dus in de lengte | zowel het isolatiestuk 14,als ook beide einden der mantelbuizen l.De isolatievlakken der mantelbuizen I 1, en van het isolatiestuk 5-5’ zijn vlak aanelkaar geperst.
50 ·: De verbinding 3.der mediumleidingen 3.is tegen over de kopstukken der schuimisolatie 5.en de einden der mantelbuizen 1.alsook binnenbuizen 2.axiaal verzet,en ligt binnen het isolatiestuk 14. Eet samenvoegen der mediumpijpen geschied als 35 steeds door lassen,solderen of plakken.
8220413 -10-
Ket isolatiestuk 5.bestaat uit elastisch,synthetisch schuim,liefst uit hetzelfde materieel als de mantelbuisisolaiie 5.b.v.hard-polyuretkan-schuim. Pig.9 en 10 stellen een staande aitakking-5 schacht voor volgens de uitvinding en is eveneens gelijk het buissysteem isoleerd.
De schacht met l6.nummereerd omvat een schacht-: deel 17. met afdekking 18. een inklimhals 19.
die met een geïsoleerd deksel 20.waterdicht en # 10 geisoleerd afsluitbaar is.
De geheele schacht is met een binnenverkleeding 21 .uit hard-polyurethanschuim voorzien alsook aan de binnenkant met een warmtereflekterende laag bekleed. De koppeling der aftakkingen 15 (schachtkoppelingen)23. zijn juist als de buizen isoleerd. Bij het leidingsysteem near Fig.11 en 12. is in een mantelbuis l.uit vezel-resp.-asbestcement een binnenbuis 2. uit vezel-asbest-cement ondergebracht in hetwelk een mediumpijp 3. 20 ; uit staal, met glijschoenen 114.voorzien,in de i lengte verschuifbaar,liggen doet. j De binnenbuis 2.ligt in de buitenbuis over de gehele lengte zonder warmtegeleider,daar de ruimte tussen mantelbuis i.en binnenhuis 2.met elastisch, 25 ' synthetisch schuim 5. geheel uitgeschuimt is.
In deze isolatieschuim.zijn eveneens een ; ventilatiebuis 6.en een drainagepijp 7.onderge« j bracht.
In Fig.12.tot 20,is de glijschoen 114. afgebeeld.
30 ; glijechoen 114, is brugvornig meermals ge bogen, resp. afgehaakt gevormd,met twee tegen-| overliggende steunvlakken 118.119.als afstuiting aan de buitenkant der mediumpijp 3i£lsook een afstuiting aan de binnenkant der binnenhuis 2.
35 Meerdere van zulke glijschoenen 114.zijn in regel- 8220413 -11- • j matige afstand van elkaar,aan de buitenkant der | mediumpijp 3· in dezelfde stelling monteerd en i door twee spanbanden 111.krachtig aan de roecium-j pijp 3.bevestigd.
5 ; De spanbanden 111.kunnen met de glijschoenen ! puntgelast v/orden. Ket is duidelijk,dat voor de ! ondersteuning van de mediumpijp 3.afhankelijk van ! de lengte meerdere glijschoenengroepen nodig zijn.
Xn pig.14, en 15. is een glijschoen 114.afgebeeld 10 ! met een in de lengte doorlopende kam(steeg) 112.
| die dwars door de spleet tussen binnenbuis 2. en mediumpijp 3. loopt en aan de binnenhuiskent met de glijsclfoenen 114.vast verbonden is.
; Aan de kant van de mediurabuis is de kam(steeg) 15 112. met rillen of gleuven 113.voorzien.
Bij deze voorbeelden zijn de steunvlakken i 118.119.110 afgevlakt.
! De steunvlakken kunnen afgerond zijn. Bijzonders j het steunvlak 110. van de glijschoen 114.,dat aan 20 | de binnenkant van de bi-nnenbuis 2.aanligt,afgerond zijn.
Het is doelmatig,dat de radius van’t steunvlak kleiner is als de binnenradius van de binnenbuis 2.
In Pig. 16, is de glijschoen 114.voor de mediumpijp. 3# in de binnenbuis 2; uit een staalband 25 in U-vorra gemaakt. De onderkant van het U bend vormt het steunvlak aanliggend aan de binnenkant van de binnenbuis 2. waartegen de vlakken 118 en ! 113 als afstuiting van de mediumpijp 3. dienen I en docr het ombuigen van het U-band entstaan, 30 waarbij over de U-bandeind en een spanband 111 ligt en de glijschoenen 114.aan de mediumpijp | 3. bevestigd. Nummer 112.ist juist als pig. j 14 en 15 uitgevoerd. Pig.17 toont een glijschoen i 114 dat uit een· trapeziumvcmig gebogen staal-35 1 band bestaat. De afstandhouder 112. moet niet 8220413 • -12- in de midde, kan ook enkel of dubbelzijdig aan de uiterste einden zijn. Fig.18 toont een I glijschoen 114 uit een V-vormig gebogen band | net wegstaande vlakken voor het spanband.
5 j Bij deze uitvoering is geen afstandhoud er nodig.
; Fig.lS en 20.is een dubbele glijschoen 114., i waarbij het spanband 111.aan de, in de midde ; liggende afstandhouder-aanligt.
| De glijschoenen kunnen uit metaal,eizer of staal, 10 gemaakt worden en met een beschermlaag voorzien, ‘ waardoor een mindere wrijving ontstaat en roesten verhinderd wordt, : De uitvinding is toepasbaar op alle leiding of ί buisvormen alsook aan geen buisdiameter gebonden.
15 De buizen kunnen zowel rond, vierkant of ovaal zijn.
Als grondstof voor de buiten-en binnenbuizen kan zov/el vezel-,asbestcement,beton,kunsthars ; beton, synthetische stoffen alsook staal ; gebruikt worden, indien de uitvinding voor 20 i warmtedistributie gebruikt wordt, kan het leidingsysteem zowel voor lage-temperaturen, | geotherrais-water, verwarmingswater tot S0*C, alsook voor heet-water van 130°C tot 170°c ge-, bruikt worden. Eij het transporteeren van 25 " lage temperaturen" is aan’t koelwater van j turbines, industrien e.d. gedacht, die in een pijpleiding naar de warmtepompen gevoerd worden en hier op een hogere temperatuur gebracht. Het hier afgekoelde water wordt 30 aansluitend afgeleid. Di t systeem is zeer economisch, daar deze leidingen zonder omstandigheden verlegd worden en onderzoekingen i bewezen, dat ook zender isolatie nog warin-J water met ca.15 - 20° G kilometer ver eco-35 norcisch transporteerd kan worden, een iso- 82 2 0 4 1 3 -13- latie echter uit ökologische reden.nodig is.
Bij geothernisches water zijn buizen uit asbestcement te gebruiken, die naar behoefte isoleerd worden. Het roesten van staalpijpen 5 door lekkagewater is bij asbestcementbuizen i ’ uitgesloten, waarbij te beachten is, dat de isolatie,als deze vochtig is, niet -zijn j werking verliest,dus b.v.geen vezeldemstoffe · i ï Het hier beschreven systeem *10 is een z.g. open-systeem(eenleidingsysteem)* ; waar het meöiunwater na de warmteonttrekking , door b.v. warmtepompen e.d. afgeleid wordt.
Bij warmwaterverwarmingen tot 90 C worden aobestcementdrukpijpen als mediumleiding ge-'15 bruikt zowel als vo’orloop-en retourleiding die samen in een mantelbuis uit asbestcement liggen en de ruimte tussen mediumleidingen en | mantelbuis met Polyurethanschuim uitgevuld is. Be verbinding der buizen bestaat uit asbast-20 ! cementkoppelingen, die met heetwaterbestencige I dichtringen voorzien zijn. Doordat de buizen in de koppelingen bevreegbaar zijn, zijn kompensators en pijpfixeeringen niet nodig. Hiedoor zijn tegenover, andere leidingsystemen 25 in de uitvoering en montage grote insparingen gegeven.
Een verwarmingsinstallat-ie tot 90* C is een gesloten kringsysteem (tweeleidingsysteem), waarbij t’afgekoelde water weer in het Ketel-30 huis .teruggevoerd wordt, De mediumbuizen ; kunnen hierbij in afhankelijkheid van de chemische bestanddelen van 't’water nabehandeld : worden. Bij heet-wat er systemen van 130* tot 170* C is de pijpsamenstelling dezelfde, en wel liggen 55 ! ' in een mantelbuis uit asbestcement een of 8220413 -14- meerdere binnenhuizen uit asbe$tcement, waarin, van de fabriek uit-of eerst op de montage (bouwplaats) de mediumpijpen uit staal,met glijschoenen voorzien als afstand houd er, inge-5 schoven worden. De ruimte tussen mantelbuis en binnenhuizen wordt met PolyurethanBchuim vol i uitgeschuimt-, waarbij de isolatie voor j een temperatuur van 130* c of 170*gekozen wordt.
| De systeemen bepalen, dat de verbinding der ΊΟ i £sbestcementbuizen alleen in bereik der staal-pijplassingen door geïsoleerde langkoppelingen ( tot staal DE 2CC alle 11 m en daarover alle 16 m) nodig is. Dit heeft als voordeel,dat iedere buislasverbinding bij een koppeling 15 ligt en de kontrolle der lasnaacen de verder— montage niet hinderlijk is. Dit systeem maakt het mogelijk, £to.alleidingen in een lengte van | 300 m in een stuk,in de reeds verlegde mantel- ί buizen met binnenbuizen ingeschoven kan worden.
20 Verder bestaat de mogelijkheid lange staalpijp- leidingen uittewisselen waarbij, als de binnenbuizen groot genoeg zijn een capaciteitver-j groting door’t verleggen van sterkere buizen | zonder vrijlegging van’t geheele buissysteem, 25 j mogelijk is. Het bovenbeschrevene leidingsysteem | kan voor stedeverwarmingen en pijplines gebruikt j worden, waarbij de mogelijkheid gegeven is de i · . c ! buizen zowel boven-als in de aarde te leggen.
!' Cto over’t geheele warmtedisttriebutieleiding-30 | systeem een gelijk goede warmteisolstie te hebben j worden alle onderdelen van het systeem eender : isoleerd, waardoor het geen zwakpunten der ' isolatie geeft. Onderzoekingen hebben getoont, ' dat vaak een groter warmteverlies door schachte, 35 buis-bevestigingen, kompensators e.d. plaats vind 8220413 -15- εΐε door de pijpleidingen zelf. Een slechte isolatie verhoogd de bedrijfskosten.
Om deze zwakpunten uitteschakelen, worden voorisoleerde buizen,voorisoleerde koppelingen, 5 voorisoleerde pijpbevestigingen en schachte ge bruikt. Deze vocrisolatie gerendeerd, dat het berekende warmteverlies ook ingehouden wordt en verrassingen door onberekenbare warmteafleiders na de inbeörijfzetting νε.η warmtedistributie- 10 leidingen uitblijven. Cm deze voorfabrikatie volkomen te maken, wordt een modulsysteem gebruikt, det b.v. vocrfabriceerde eftekkingschachte pompenschachte, kompensatieschachte en voorfabriceerde warmteafgavestations omvat. Bij de 15 fabrikatie van deze onderdelen kunnen bijzondere wensen in rekening gesteld worden. Het is ook mogelijk deze onderdelen reeds klaar installeerd op de bouwplaats te leveren.
: Door deze voorfabrikatie worden niet alleen 20 ! kwaliteitsprodukte geleverd het is hierdoor | mogelijk, dat in toekomst stedeverwarmingen in een ! veel kortere bouwtijd en hierdoor kostensparend , klaargesteld worden.
i De hiervoor bijzondere vooruitzettingen zijn i 25 I volgende: het gebruiken der meerleidingmantel- : buizen overeenkomstig de uitvinding, de veel j kleinere buitenafmetingen tegenover alle be- kende leidingsystemen alsook de voorfabrikatie ; der systeemonderdelen. De uitvinding bewerkt 30 I dus zowel een reduceering eer bouwkosten tegenover , öe gebruiklijke stedeverwarmingsdistrikut-inleiding en alscok een. vermindering der bedrijfskosten door een kleiner warmteverlies.
35 8220413 -16-
Voorbeeld 1.
In een kleinstad wordt als opgave gesteld uit een warmtecentrale 320 warmteafnemers in de stad.net verwarmingsv;ater met een 5 vocrlooptemperatuur van 9GcC te verzorgen met een volle ketelcapaciteit van 7,5 Γ7.7. Vereer worct als opgave gesteld, dat het leidingnet in toekomst zonder moeite uitgetreid kan worden.
Het worden volgende gegevens vastgeètëld: 10 Afnemercapaciteit 7,5 EST.
Aantal der afnemers ca. 320.
lengte der distributieleidingen (van de ketel- centrale tot gebouw-warmteafnemer) j13.400 m.
, Warmteverlies per m. distributieleiding bei "*5 90*750° C ca. 20 W. totaal warmteverlies ca,3$.
. Uit bovenstaande opstelling is te zien, dat bij distributieleidingen in de afmetingen
Dl* 20 - DN 250 inspar ineen van 5Cfr tegenover · voorisoleerde staalbuizen bereikt worden.
20 I De Grondverhoudingen wie ook de topografische jligging sloten een vergelijk met kappenkanalen ) :m vooraf uit.
Voorbeeld 2.
Dit i s een voorbeeld voor de meest economische 25 oplossing voor een warmtedistributieleiding met volgende technische gegevens.
!Medium =/heetwater met 130*765* C
IWarmtecapaciteit ,230 MW.
leidinglengte 1750C m. .
50 jDè opgave was een systeem te kiezen,dat de imontage bij onveranderlijke doorsnede zowel over de grond als in de grond toelaat.
De hoge transportcapaciteit gafde doorslag er-ivoor, dat de leidingdoorsnede op twee voorloop-35 jen retourleidingen opgedeeld werd met het gevolg, ^Ν*82 2 0 4 1 3 -17- dc.t niet alleen een ideale buisdoorsnede bereikt 9 werd, het zijn ook aanzienlijk mindere raontage-ikosten opgelopen bij het gebruik van 4 staal-;pijpen 'DU 450 inplaats van twee stadhuizen 5 |DK 650. Het warmteverlies van het meerleiding-• systeem dezer uitvinding bij heetwater met 130eC en 170* C bedraagt over de geheele lengte ide meeste onderdelen voorfabriceerd worden en •zijn alle schachten voer aftakkingen, fixpunte 10 ;en kempensatoren met isolatie uitgevoerd.
Als vergelijk wordt voer een uitvoering in kappen-kanoalsysteern met een warmteverlies van ca. 7 K op de geheele lengte van 17500 m gerekend, en waren ook de totale bouwkosten aanzienlijk hoger. 15 van ca. 17.500 m ca. 1 K temperatuurafval! !Dit buitengewoon geringe warmteverlies is alleen ;op’t meerleidingsysteem en t'uitschakelen aller zwakpunten b.v. wamteovergang bij pijplager jen buisbevestigingen, schachten etc. door het 20 jinzetten van voorfabriceerde bouwdeelen.
jDe bouwkosten, inkl. grondwerk kunnen aanzienlijk I lager aangenomen worden als fcij andere leiding-!systemen, waarbij ook bij dit systeem 25 30 o35
Sy8 2 2 0 4 1 3

Claims (7)

  1. 2. PijpleidingsysteenLnaar aanspraak 1,daardoor gekentekend, dat het synthetische schuim (5) in de lengte 30 over de hoofdeinden : van de mantelbuis (1.) en liefst ook over de | kopeinen van de binnenbuis, resp. binnenhuizen (2), weerin van een luchtlaag omgeven de medium- .· pijp (3) ligt» om 0,5 tot 20 mm voorstaat,zc-35 dat bij het samenvoegen der buizen het synthetische 8220413 -19- schuim(5) deser buizen volkomen vlak aanelkear ligt. ( Fig.5,6). Si ; 30 Pijpleidingsysteem naar aansprak 1 of 2,daar-! door gekentekend dat bij de doorgaande mediunpijp 5 (3) aan dè verbinding met de volgende Buitenbuis (1) deze van binnen o? van buiten door een huls (mei oi koppelinr) omgeven worden, die door tussenschakeling van,zo nodig voorgespande,ring-dichtingen (12) over de beide buiseinden (1) 10. reikt (pig.7).
  2. 4. Pijpleidingsysteem naar aanspraak 1 of 2,daardoor gekentekend dat bij de verbinding ven aanel-kaar liggende mediumpijpen (3) de einden der mantelbuizen (1) en der binnenbuizen (2) wat deze 15 verbinding aanbetreft, deze van elkaar verzet zi}jn, waarbij tussen de enkele buizen een, in opbouw eender isolatiestuk (14) dicht aansluitend ingezet wordt,en de mantelbuizen (1) aan de buitenkant van een huls (mof) (11,13) omsloten worden, i ' . 20. die over beide buiseinden en het isolatiestuk i ligt. ( Pig.8 ). 5. ) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 4, deardoor j gekentekend, dat het isolatiestuk (14) uit twee | of meerdere deelen bestaat, door een spanner (15) 25. samengehouden, waarbij de voegen liefst axiaal ! | liggen. 6. ) pijpleidingsysteem naar aanspraak van 1-5» : daerdoor gekentekend, dat de eindvlakken der j synthetische schuimisolatie (5) en/of van het 30 isolatiestuk (14) afgevlakt zijn, waarbij echter : deze einden met nokken en/of verdiepingen voorzien zijn als plaatsbepaling. 7.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 4-6 daardoor gekentekend, dat het isolstieschuim \ 35 (5) van't isolatiestuk (14) over de kopeinden * 8220413 -20- om 0,5 tot 20 aan voorstaat, zodat bij het soir.en- voegen van het ieoletieschuim (5) vantisclatiestuk . (14) dit volkomen viel: tergen het schuim (;) der buizen te liggen kont.(pig.8) 5 8.} Pi jpleidingsysteem naar een der aanspraken 1-7, daardoor gekentekend, dat in de schuimiso- latie (5) tenminste een gleuf (10) aangebracht is die van de buiswanö van een binnenhuis (2) tot een ventilatiebuis(6,7) voert. ( Fig# 5). # '
  3. 10 S.) Pijpleidingsysteem, vooral naar eer. aan spraak 1 tot 8,daardoor gekentekend, dat de als voering der mediumpijp (3) in de binnenbuis (2) dienende glijschoenen aan de buitenkant ‘van de mediumpijp.(3) door middel van een spanner 15 (spanband) (111) onverrukbaar bevestigd zijn, waarbij iedere glijschoen (114) zijdelings twee steunviakken heeft(118,115) als afstutting aan de buitenkant van de mediumpijp(3) en onder-·;. zijds tenminste een steunvlak naar de b innen-20 j zijde ven de binnenbuis (2) Fig.11-20) | 1C.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 9,daar- j door gekentekend,dat de glijschoenen (114) uit i eer., in de lengte liggend staalband, liefst U-,V-of \7 - vormig gebogen 25 bestaan, met ei staande einden die de afstut- vlakken (118,115) der glijschoenen (114) aan ; de mediumpijp ^3) vormen. (Fig.14.16.17.18.) I 11.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 10, ; daardoor gekentekend,dat de spanner (111) 30. waar de aistutvlakken (118-119) naar de mecium pijp (3) aanliggen, met deze event, door puntlossen verbonden zijn,(Fig.14,16,17,13). 12.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak van 9-11, . daardoor gekentekend, dat de glijschoen (114) 35 minstens een, liefst in het midden of aan de ^^8 2 2 0 4 1 3 -21- kant liggende steeg('112) heeft,(in de lengte verlopend), die niet de, aan de binnenkant zijde der binnenbuis(2) liggende glijsbhoen (114) verbonden is. (Fig.17.) 5 13·) Pi jpleidingsysteem naar aanspraak' 12,daar door gekentekend, dat de steeg (112) aar. de kant van de mediumbuis (3) net gleuven en kerven of der gelijke voorzien is (113) Fig.17. 14. ) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 9-13, · 10 daardoor gekentekend, dat de afstutvlakken (11S,119) der glijschoenen (114) afgevlakt zijn. (Fig.14-20). 15. ) Pi jpleidingsysteem naar. aanspraak van . j 9-14, daardoor gekentekend, dat de buitenkant 15 i vsn’t steunvlak (110) der glijschoenen(114),cie als ai stuiting van de glijschoen (114),' tegen de binnenkant van de binnenbuis (2), konvex gebogen is. 16. ) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 15,daardoor gekentekend, dat de radius van het steunvlak(lio) 2o van de glijschoen (114) kleiner is als de radius aan de binnenwend der binnenbuis(2). 17. 1,’ethode voor de vervaardiging van het Γ1 jpleidingsysteem naar aanspraak van 1-16, daardoor gekentekend, dat in een met voorkeur uit vezel-resp. 25 uit asbestcement gemaakte buitenbuis, tenminste een, liefst eveneens uit vezel-resp. asbestcement bestaande binnenbuis inaeschoven wordt en daarna de holte (luchtruimte) tussen buitenhuis en bi*nnenbuis met etstisch schuimstof, bij voorkeur Polyurethanschuim, 50 uitgeschuimt wordt, waarbij het schuim, in de lengte gezien, bi\j de einder, der buitenhuizen,b.v. 0,5 tot j 20 mm voorstazt en deze samengèvoegt worden, waarbij | de schuimvlakken aan de buiseinden tegenelkaar liggen 0, en over deze verbinding een koppeling, resp.huls ge-** : schoven wordt, aansluitend de mediumpijp in de \ 8220413 -22- : tinnenbuis geschoven wordt en deze middels glijschoenen aigertut is.
  4. 16. Kethodè neer aanspraak 17 daardoor gekentekend, ! dat bij de verbinding der mediumpijpen vooreerst de 5 einden der leidingen door lassen,soldeeren of plakken : met elkaar verbonden worden, waarna over deze vertin-; ding een dsoletiestuk aangebracht wordt dat eveneens ‘ aan.de kopstukken'de schuimisolatie om 0,5 tot 20 mm ; voorstaan heeft, waarna de enkele buizen bij tussen-10 ! voeging der isolatiestukken, samengeperst worden,en over het isolatiestuk een koppeling resp.huls geschoven wordt die ook over de beide buiseinden ligt. 15 20 25 50 55 8 2 2 0 4 1 3 -23- Veranderde aanspraken ( Bij het internationaale bureau,op de 11.April 1983 ( 11.4.83) ingegaan: de voorsprongen jke aanspraken 1 tot 18 zijn door de volgende nieuwe 5 aénspraken 1 tot 17 vervangen.) 1.) Pijpleidingsysteem, vooral een meerleiding-buis-systeerc voor het transporteren van minstens een vloeistof' en/of gasvormig medium resp. suspenties b.v. warmte-10 distributieleidingen, koelmiddelleidingen, aardolie-resp. aardgasleidingen, enz.met een, bij voorkeuruit vezel-resp. asbestcement, kunstharsbeton,synthetische stof e.d. bestaande buitenmantelbuis, en met tenminste een,eveneens liefst uit vezel-resp. asbestcement, kunstharsbeton, 15 synthetische stof o.d.gemaakte binnenbuis, waarin een bij voorkeur uit metaal, staal of synthetische stof bestaande i mediumpijp, door glijschoenen- vooral in de lengte beweegbaar gelagerd is (ingeschoven), waarbij de tussenruimte tussen binnenbuis èn mediumpijp een luchtlaag vormt en de 20 ruimte tussen mantelbuis en binnenbuis, resp. binnenbuizen ; * waarin een door een luchtlaag omgeven mediumleiding ligt, met elastisch synthetisch schuim, liefst Po1yurethanschuim, volkomen uitgeschuimt is,zodat de in de buitenmantelbuis liggende buizen door deze syhthetische .stof,vanelkaar op 25 afstand gehouden worden,daardoor gekentekend, dat de mediumpijp (3) onder vorming van een luchtlaag door de i binnenbuis (2) resp. de binnenbuizen (2),en eventueele andere toëgevoegde buizen, bij voorbeeld als ventilatie-buizen (6,7*8) in de mantelbuis (1) over de geheele lengte, 30 warmtestroom vrij monteerd zijn,en dat de, in de binnenbuis (2), de mediumpijp (3) leidinggevende glijschoenen, die aan de buitenkant der mediumpijp (3) door middel ven spanners, resp. spanbanden(lll) krachtig bevestigd zijn |*|) en als glijschoenen (114) ontwikkeld zijn. Iedere glij- U ^5 jschoen(114) heeft zowel twee, in een afstand van elkaar I 8220413 V -24- liggende steunvlakken (118,119) als afstutting aan de buitenkant dér mediumpijp (3) als ook tenminste een steun-vlak als afstutting aan de binnenzijde der binnenbuis(2). 2.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 1.daardoor geken-5 tekend, dat het synthetische schuim (5) in de lengte over- de hoofdeinden van de mantelbuis (1») en liefst ook over de kopeinen van de binnenbuis, resp. binnenbuizen (2) , waarin van een luchtlaag omgeven de raedium-
  5. 10 PijP (3) ligt, om 0,5 tot 20 mm voorstaat,zo- ·;' dat bij het samenvdegen der buizen het synthetische j schuim(5) dezer buizen volkomen vlak aanelkaar ligt. (Fig.5,6). Ά 3») Pijpleidingsysteem naar aansprak 1 of 2,dasr-15 door gekentekend dat bij de doorgaande mediumpijp (3) een de verbinding met de volgende Buitenhuis (1) deze van binnen of van buiten door een huls (mot of koppeling) omgeven v/orden, die door tussenschakeling, van,zo nodig voorgespande,ring-20 dichtingen (12) over de beide buiseinden (1) reikt (Fig.7).
  6. 4. Pijpleidingsysteem naar aanspraak 1 of 2,daardoor gekentekend dat bij de verbinding van aanelkaar liggende mediumpijpen (3) de einden der 25 mantelbuizen (1) en der binnenbuizen (2) wat deze verbinding aanbetreft, deze van elkaar verzet sign, γ/aarbij tussen de enkele buizen een, in opbouw eender isolatiestuk (14) dicht aansluitend ing*e- zet v/ordt,en de mantelbuizen (1) aan de buiten-30 kant van een huls (mof) (11,13) omsloten v;orden, die over beide buiseinden en het isolatiestuk ligt. ( ?ig.8 ). 5.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 4* daardoor gekentekend, dat het isolatiestuk (14) uit tv/ee 35 of meerdere deelen bestaat, door een spanner (15) 8220413 -25- samengehouden, waarbij de voegen liefst axiaal liggen. · 6.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak van 1-5, daardoor gekentekend, dat de eindvlakken der i 5 synthetische schuimisolatie (5) en/of van het isolatiestuk (14) afgevlakt zijn, waarbij echter deze èinden met nokken en/of verdiepingen voorzien zijn als plaatsbepaling. 7.) ’Pijpleidingsysteem naar aanspraak 4-6 10 daardoor gekentekend, dat het isolatieschuim (5) van’t isolatiestuk (14) over de kopeinden om 0,5 tot 20 mm.voorstaat, zodat bij het samen- 1 voegen van het isolatieschuim (5) vantisolatiestuk (14) dit volkomen vlak tegen het schuim (5) der 15 buizen te liggen komt.(Fig.S) j 8Λ Pijpleidingsysteem naar een der aanspraken 1-7, daardoor gekentekend, dat in de schuimiso- : latie (5) tenminste een gleuf (10) aangebracht is ; die van de buiswanó van een binnenhuis (2) ! 20 tot een ventilatiebuis(6,7) voert. ( ?ig.5)· ; 9 .) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 1 daardoor gekentekend,dat de glijschoenen (114) uit . een,'in de lengte liggend staalbanc, liefst U-,V-of W - vormig gebogen 25 bestaan, net ai staande einden die de afstüt- vlakken (118,115) der glijschoenen (114) aan de nediumpi.jp ^3) vormen.· (Fig.14.16.17.18.) ' 10.)pijpleidingsysteem naar aanspraak .9 | daardoor gekentekend,dat de spanner (111) 50 waar de aistutvlakken (118-115) naar de medium- pijp (3) aanliggen, met deze event, door pint- lassen verbonden siju,(Fig.14,16,17,18). . 11.) Pijpleidingsysteem naar aanspraak van 9-10 ifSl daardoor gekentekend, dat de glijschoen (114) ; \:-3r «C I * u minstens een, liefst in het midden of aan de I \ 8220413 -26- kant liggende steeg(112) heeft,(in de lengte verlopend), die· niet de, aan de binnenkant zijde der binnenbuis(2) liggende glijschoen (114) I verbonden is.(Fig,17.) 2 12,) Pijpleidingsysteera naar. aanspraak ll,daar- door gekentekend, dat de steeg (112) aan de kant t van de mediumbuis (3) met gleuven en kerven . of der gelijke voorzien is (113). Fig.17. I 13, ) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 9-12 j 10 daardoor gekentekend, dat de afstutvlakken j (118,119) der glijschoenen (114) afgevlakt' zijn. j (Fig.14-20). j 14. ) pijpleidingsysteem naar aanspraak van .9- 13. daardoor gekentekend, dat de buitenkant ' 15 van’t steunvlak (11C) der glijschoenen(114),die als aistutting van de glijschoen (114)' tegen de binnenkant van de binnenbuis (2), konvex gebogen ia. 15. ) Pijpleidingsysteem naar aanspraak 14 ,daardoor gekentekend, dat de radius van het steunvlak (110) 20 van de glijschoen (114) kleiner is als.de radius aan de binnenwand der binnenhuis(2.)·*
  7. 16. U.ethode voor de vervaardiging van het Pijp-leidingsysteera naar aanspraak van 1-15» daardoor gekentekend, dat in een met voorkeur uit vezel-resp. 25 uit asbest cement gemaakte buitenbuis, tenminste een, liefst eveneens uit vezel-resp. asbestcement bestaande binnenbuis ingeschoven v/ordt en daarna de . holte (luchtruimte) tussen buitenbuis en bi«nnenbuis met ekstisch schuinstof, bij voorkeur Polyurethanschuim, 30 uitgeschuimt v/ordt, waarbij het schuim, in de lengte gezien, bij de einden der buitenhuizen,b.v. 0,5 tot 20 mm voorstaat en deze samengèvoegt v/orden, v/aarbij. de. schuimvlakken aan de 'ouiseinden tegenelkaar liggen Oen over deze verbinding een koppeling, resp.huls ge-35 schoven v/ordt, aansluitend de mediumpijp in de Y 8 2 2 0 4 “ï s , -27- -: s » binnenbuis geschoven wordt en deze middels cliischoener. w « S1 afgestut is. 17*)Methode naar aanspraak 16',daardoor gekentekend, dat bij de verbinding der mediurapijpen vooreerst de 5 einden der leidingen door lassen,soldeeren of plakken, met elkaar verbonden worden, waarna over deze verbinding een isolatiestuk aangebracht wordt dat eveneens aan de kopstukken de schuimisolatie om 0,5 tot 20 mm voorstaan heeft, waarna de enkele buizen bij tussen-10 voeging der isolatiestukken, samengeperst worden,en over het isolatiestuk een koppeling resp.huls geschoven wordt die ook over de beide buiseinden ligt. 15 20 25 30 fH 35 I 8220415
NL8220413A 1981-11-16 1982-11-16 Pijpleidingstelsel en in het bijzonder meerkanalen-pijpleidingstelsel. NL8220413A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT492681 1981-11-16
AT0492681A AT389580B (de) 1981-11-16 1981-11-16 Rohrleitungssystem, insbesondere mehrkanalrohrleitungssystem, und verfahren zu dessen herstellung
PCT/AT1982/000032 WO1983001824A1 (en) 1981-11-16 1982-11-16 Piping, particularly with a plurality of tubular conduits
AT8200032 1982-11-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8220413A true NL8220413A (nl) 1983-10-03

Family

ID=3569964

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8220413A NL8220413A (nl) 1981-11-16 1982-11-16 Pijpleidingstelsel en in het bijzonder meerkanalen-pijpleidingstelsel.

Country Status (14)

Country Link
EP (1) EP0093737B1 (nl)
JP (1) JPS58501958A (nl)
AT (2) AT389580B (nl)
AU (1) AU9056382A (nl)
DE (2) DE3274150D1 (nl)
DK (1) DK327083A (nl)
FI (1) FI832555A (nl)
GB (1) GB2122715B (nl)
HU (1) HUT41881A (nl)
IT (1) IT1153037B (nl)
NL (1) NL8220413A (nl)
NO (1) NO160230C (nl)
SE (1) SE450412B (nl)
WO (1) WO1983001824A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT391932B (de) * 1983-10-31 1990-12-27 Wolf Erich M Rohrleitung
NO172456C (no) * 1987-02-03 1993-07-21 Norwegian Contractors Anordning og fremgangsmaate for utsleping, ballastering ogdeballastering av roerlegemer
GB8910819D0 (en) * 1989-05-11 1989-06-28 Izatt James P A portable watering and drainage system
DE4017510A1 (de) * 1990-05-31 1991-12-05 Preussag Anlagenbau Ummantelte rohrleitung zur foerderung von gasfoermigen oder fluessigen medien
DE4436674A1 (de) * 1994-10-13 1996-04-18 Thyssen Polymer Gmbh Isolierte Rohrleitungsanordnung
GB2346188A (en) * 1999-01-29 2000-08-02 2H Offshore Engineering Limite Concentric offset riser
GB0020011D0 (en) * 2000-08-15 2000-10-04 Bg Intellectual Pty Ltd Method for lining a pipe or main
US11965659B2 (en) 2020-01-10 2024-04-23 Exergo Sa Methods and systems for district energy CO2 support

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB404644A (en) * 1932-05-14 1934-01-15 Charles William Charlwood Dawe Improvements relating to heat insulating coverings for metal flues, smoke pipes and the like
US2482878A (en) * 1946-11-06 1949-09-27 Carnegie Illinois Steel Corp Reinforced refractory pipe insulation
DE1284745B (de) * 1967-02-23 1968-12-05 Mannesmann Ag Verfahren und Einrichtung zum Schutz von isolierten Rohrleitungen gegen eindringendes Wasser
US3677303A (en) * 1969-04-14 1972-07-18 Anvil Ind Inc Prefabricated conduit
US3797499A (en) * 1970-05-13 1974-03-19 Ethicon Inc Polylactide fabric graphs for surgical implantation
JPS581942B2 (ja) * 1971-12-25 1983-01-13 エチコン インコ−ポレ−テツド キユウシユウセイ ノ キヨウジユウゴウタイヌイイト
DE2212900A1 (de) * 1972-03-17 1973-09-27 Felten & Guilleaume Kabelwerk Rohrleitung
US4060089A (en) * 1975-09-03 1977-11-29 United States Surgical Corporation Surgical fastening method and device therefor
US4014369A (en) * 1975-12-31 1977-03-29 Exxon Research And Engineering Company Triple pipe low temperature pipeline
GB1505578A (en) * 1976-10-18 1978-03-30 Bruun & Sorensen Ltd Thermally insulated pipes

Also Published As

Publication number Publication date
NO160230C (no) 1989-03-22
IT8224268A0 (it) 1982-11-16
IT1153037B (it) 1987-01-14
NO832606L (no) 1983-07-18
GB2122715B (en) 1985-07-17
JPS58501958A (ja) 1983-11-17
DE3274150D1 (en) 1986-12-11
SE450412B (sv) 1987-06-22
IT8224268A1 (it) 1984-05-16
GB8318347D0 (en) 1983-08-10
AT389580B (de) 1989-12-27
NO160230B (no) 1988-12-12
EP0093737B1 (de) 1986-11-05
SE8304011D0 (sv) 1983-07-15
HUT41881A (en) 1987-05-28
FI832555A0 (fi) 1983-07-13
EP0093737A1 (de) 1983-11-16
DK327083D0 (da) 1983-07-15
GB2122715A (en) 1984-01-18
FI832555A (fi) 1983-07-13
DK327083A (da) 1983-07-15
ATE23402T1 (de) 1986-11-15
WO1983001824A1 (en) 1983-05-26
AU9056382A (en) 1983-06-01
DE3249179D2 (en) 1985-01-10
SE8304011L (sv) 1983-07-15
ATA492681A (de) 1984-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6926040B1 (en) Thermally insulated pipelines
AU743323B2 (en) System and method for transferring cryogenic fluids
US2330966A (en) Fluid distribution system
US20070163666A1 (en) Light weight insulation for pipelines
EA001512B1 (ru) Подводный трубопровод для транспортировки нефтепродуктов
US9267637B2 (en) Coaxial pipe assembly including a thermally insulating sleeve
NL8220413A (nl) Pijpleidingstelsel en in het bijzonder meerkanalen-pijpleidingstelsel.
US20140375049A1 (en) Connections for Subsea Pipe-in-Pipe Structures
NO157636B (no) Elektrisk undervannskabel.
PL186718B1 (pl) Rura przewodowa, izolowana termicznie
US9046209B2 (en) Underwater elbow connection pipe including heat insulation
CN208579031U (zh) 一种预制聚氨酯保温管用预装配式绝热滑动支座
NO128631B (nl)
FI79603B (fi) Ett underjordiskt isolerat vaermeroerssystem med kroek och foerfarande foer aostadkommande av detta system.
EP0550438B1 (en) A method of establishing subterranean pipelines of heat insulated, concentric pipes, such a pipeline and a pipe element therefor
RU153030U1 (ru) Элемент теплотрассы
Rafferty Piping
FI57837B (fi) Saett vid laeggning av roer eller ledningar i marken
RU83823U1 (ru) Трубный блок
NL8403793A (nl) Thermisch geisoleerde transportleiding voor fluidum.
ES2585709B1 (es) Conducción para transporte de fluidos a temperaturas criogénicas
RU38884U1 (ru) Переход
NL7907727A (nl) Leidingsysteem.
CS248515B1 (cs) Potrubí tepelných napáječů
PL117285B1 (en) Method of laying long-distance pipelines for hot and cold mediagorjachikh i kholodnykh rabochikh tel

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed