NL8205083A - Intraveneuze doseerinrichting. - Google Patents

Intraveneuze doseerinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8205083A
NL8205083A NL8205083A NL8205083A NL8205083A NL 8205083 A NL8205083 A NL 8205083A NL 8205083 A NL8205083 A NL 8205083A NL 8205083 A NL8205083 A NL 8205083A NL 8205083 A NL8205083 A NL 8205083A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
outlet
chamber
liquid
measuring
pressure
Prior art date
Application number
NL8205083A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Oximetrix
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oximetrix filed Critical Oximetrix
Publication of NL8205083A publication Critical patent/NL8205083A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/14Infusion devices, e.g. infusing by gravity; Blood infusion; Accessories therefor
    • A61M5/142Pressure infusion, e.g. using pumps
    • A61M5/14212Pumping with an aspiration and an expulsion action
    • A61M5/14224Diaphragm type
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S128/00Surgery
    • Y10S128/12Pressure infusion

Description

i P & c t W 5833-8 Ned.dB/LdB ^
Korte aanduiding: Intraveneuze doseerlnrlchting.
Deze aanvrage omvat een verdere ontwikkeling van het onderwerp van de Nederlandse octrooiaanvrage 8202158, ingediend 26 mei 1982 en van de 5 Nederlandse octrooiaanvrage 8103632, ingediend 31 juli 1981.
De uitvinding betreft intraveneuze doseerinrichtingen in het algemeen eninhet bijzonder een dergelijke inrichting waarbij de vloeistof'ui tlaatdruk uit de inrichting nauwkeurig kan worden gemeten, zonder dat gasbellen in de door de inrichting stromende vloeistof worden gebracht. 10 In de laatste tijd is veel aandacht geschonken aan het intraveneus afgeven van vloeistoffen, zoals zoutoplossingen, e.d. asm patiënten. Aanvankelijk werden deze vloeistoffen aan de patiënt toegediend door middel van stroming onder invloed van de zwaartekracht, uit een houder met de af te geven vloeistof. Door de zwaartekracht werkende inrichtingen 15 bleken echter lastig in het gébruik te zijiv daar het voor het verkrijgen' van voldoende druk voor de vloeistofbeweging in een dergelijke inrichting vaak nodig is de inrichting op grote hoogte te plaatsen boven de patiënt die de vloeistof krijgt toegediend. Bovendien zijn pogingen om de hoeveelheid toegediende vloeistof door zwaartekrachtinrichtingen nauwkeurig te 20 regelen, vaak onvoldoende geslaagd, doordat de druk gewoonlijk afneemt bij daling van het vloeistofniveau in de houder met de vloeistof tijdens het toedienen.
Het doel van de uitvinding is daarom het verschaffen van een verbeterde intraveneuze doseerinrichting met een pompkamer, waarin een 25 heen en weer beweegbare membraan is aangebracht voor hét positief verpompen van vloeistof uit de inrichting en met organen voor het meten van de uitlaatdruk van de aldus verpompte vloeistof.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een intraveneuze doseerinrichting met een pcmpkamer, waaruit intraveneus toe 30 te dienen vloeistof wordt verpompt, en met een meetkamer voor de uit-laatdruk waaraan aldus verpompte vloeistof wordt toegevoerd voor het meten van de uitlaatdruk daarvan. De uitvinding omvat ook de intraveneuze doseerinrichting waarbij de meetkamer voor de uitlaatdruk van de uit de kamer verpompte vloeistof is opgenomen in de vloeistof^stroombaan 35 door de inrichting, waardoor gasbellen uit de inrichting, ontstaan bij het starten van de inrichting, worden meegevoerd, welke bellen anders worden gevangen in de meetkamer voor de uitlaatdruk.
Deze en andere doeleinden van de uitvinding worden bereikt met een intraveneuze doseerinrichting waarin zowel een vloeistofpompkamer 40 en een meetkamer voor de uitlaatdruk zijn opgenomen in de vloeistof - 8205083 t* * - 2 - stroombaan door de inrichting. Een membraanconstructie, die de bovenzijde van de inrichting afsluit, heeft een eerste deel, gelegen in de pompkamer, dat bij het pompen heen en weer wordt bewogen. De uitlaatdruk van de uit de pompkamer gepompte vloeistof kan worden gemeten door het afdekken 5 van de bovenzijde van de uitlaatdrukmeètkamer met een tweede deel van de membraanconstructie, zodanig dat het tweede membraandeel omhoog of omlaag beweegt, afhankelijk van veranderingen in de vloeistofdruk die de pompkamer verlaat. Een meetopstelling met pen en buigzame arm zet de membraanbeweging om in een aflezing van de uitlaatdruk. Doordat de uit-10 laatdruk-meetkamer in de vloeistofstroombaan door de inrichting in plaats van daarnaast is opgenomen, kunnen gasbellen, die anders worden gevangen in de meetkamer, uit de inrichting worden meegevoerd bij het starten van de inrichting.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand 15 van de tekening, waarin twee uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.
Fig. 1 is een aanzicht van het gebruik van de intraveneuze doseerinrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm.
20 Fig. 3 is een gedeeltelijke doorsnede door de inrichting van fig. 2.
Fig. 4 en 5 zijn gedeeltelijke doorsneden door andere uitvoeringsvormen met organen voor het meten van de uitlaatdruk.
Fig. 6 is een bovenaanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm 25 zonder membraan, waardoor de uitlaatdruk-meetkamer zichtbaar is, welke is aangebracht tussen de pompkamer^uitlaat en de uitlaat van de doseerinrichting, waardoor de meetkamer zodanig is aangebracht, dat gasbellen uit de inrichting worden verwijderd wanneer deze ontstaan bij het starten van de inrichting.
30 Fig. 7 is een gedeeltelijke doorsnede volgens VII-VII volgens fig.6.
In fig. 1 is een intraveneuze doseerinrichting 1 weergegeven, aangebracht in een besturingseenheid 3 voor de doseerinrichting. De doseerinrichting 1 is verbonden met een houder 5 voor vloeistof door 35 middel van een bekende buis 7. Een buis 9 verloopt van de uitlaat van de doseerinrichting 1 naar de behandelde patiënt en brengt nauwkeurige hoeveelheden vloeistof over. In fig. 2 en 3 is de constructie van de doseerinrichting ! in detail weergegeven. De inrichting heeft een pompkamer 11 en een buigzame membraan 13, die een deel vormt van de pompkamer 40 11. De pompkamer heeft een inlaat 15 en een uitlaat 17. De inlaat heeft 8205083 - 3 - * .
een klepzitting 19 en de uitlaat 17 een klepzitting 21. Een klepbedienings-orgaan 23 bestuurt de toelaat van vloeistof aan de pompkamer 11 doordat dit orgaan heen en weer beweegt tussen een open stand, die met getrokken lijnen in fig. 3 is weergegeven, en een gesloten stand die met gebroken 5 lijnen in fig. 3 is weergegeven.
Een kogelklep 25 is zodanig geplaatst, dat deze tegen de klepzitting 21 aanligt en normaal de klep gesloten houdt door een voorspanorgaan, zoals de veer 27. De buigzame membraan 13 heeft een gedeelte 29 tegenover de klep 25.
10 De doseerinrichting 1 heeft verder een gastegenhoudkamer 31, begrensd door zijwanden, 33, 35 en tegenover elkaar liggende wanden 37, 39. Zoals blijkt uit fig. 3 heeft de kamer een bovendeel 41 waarin zich een tussenvlak 43 tussen gas en vloeistof bevindt. De kamer 31 heeft ook een onderste deel 45, waaruit vloeistof, vrij van gasbellen, kan stromen 15 door een kanaal 47 van de gastegenhoudkamer naar de pompkamer 11, welk kanaal 47 in de zijwand 35 is aangebracht.
De pompwerking van de inrichting 1 wordt begonnen door het heen en weer bewegen van een pompzuiger 51 tegen de membraan 13, waardoor vloeistof, vrij van gasbellen,, wordt gepompt door de inrichting, zoals 20 hieronder wordt beschreven. De met getrokken lijnen in fig. 3 weergegeven stand van de membraan 13 toont de toestand waarin de pompzuiger 51 zich aan het boveneinde van zijn slag bevindt, terwijl de stand van de membraan 13 die met gebroken lijnen is aangegeven de bijbehorende laagste stand van de zuiger 51 aangeeft.
25 Thans wordt de werking van de doseerinrichting beschreven.
Wanneer de inrichting moet worden gevuld of gestart, wordt de inrichting over 180° geroteerd en wordt een handgrendelklep 55 ingedrukt, zodat een aanslag 57 aankomt tegen een schouder 59 van het huis van de inrichting. Het gedeelte 29 van de membraan wordt daardoor in aanraking gedrukt met 30 de kogelklep 25 en de veer 27 wordt samengedrukt, waardoor vloeistof uit de inlaat 49 van de doseerinrichting kan bewegen door de gastegenhoudkamer 31 en de pompkamer 11 naar de uitlaatbuis 9. Zoals meer in detail is beschreven in de genoemde Nederlandse aanvrage 8103632 is het doorsnede-oppervlak van de vloeistof ^.stroombaan langs de membraan 13 in de pompkamer 35 11 ongeveer gelijk aan het doorsnede-oppervlak van de inlaat 15 en de uitlaat 17 van de pompkamer. Een van de voordelen hiervan is dat er relatief constante hoge snelheden van de vloeistofstroming ontstaan bij het vullen van de doseerinrichting 1. Deze constante hoge snelheden dragen bij tot het meevoeren van gassen uit de pompkamer 11, voordat de doseerin-40 richting wordt gebruikt, zodat de inrichting vloeistof vrij van gasbellen 8205083 - 4 - aan een patiënt kan toedienen.
Na het vullen wordt de doseerinrichting 1 weer omgekeerd naar zijn rechtop staande stand en geplaatst in de besturingseenheid 3.
Aangevoerde vloeistof komt via de buis 7 en de inlaat 49 de doseerin- 5 richting binnen, stroomt dan in de gastegenhoudkamer 31, die, door de verlenging van de zijwand 35, belet dat eventueel gas daazuin de pomp- kamer 11 binnengaat en een gas-vloeistof-.tussenvlak 43 doet ontstaan.
in het bovenste deel 41 van deze kamer. Vein gasbellenOrije vloeistof stroomt van het onderste deel 45 van de gas_tegenhoudkamer door het 10 kanaal 47. Wanneer het klepbedieningsorgaan 23 naar omhoog wordt bewogen kan van gasbellen vrije vloeistof in de pompkamer 11 stremen. Daarna wordt het klepbedieningsorgaan 23 naar de gesloten stand gebracht.
Wanneer de membraan 13 naar omlaag wordt bewogen door de pompzuiger 51 neemt het volume vein de pempkamer 11 af en de druk daarin overwint het 15 voorspanorgaan 27, dat de uitlaatklep 25 van de pompkamer op de zitting hoeveelheid 21 drukt, zodat een nauwkeurig gedoseerde ‘'vloeistof uit de pompkamer 11 door de uitlaat 53 van de inrichting naar een patiënt kan worden gepompt.
De inrichting volgens de uitvinding kan een wegwerpinrichting zijn, waardoor voor elk toevoer van vloeistof aan een patiënt een nieuwe en gesterili-20 seerde doseerinrichting 1 kan worden gebruikt.
Het is van belang de uitlaatdruk van de vloeistof, die de doseerinrichting 1 verlaat, te meten. Een extra grote uitlaatdruk kan een verstopt filter aangeven of een verstopping van de uitlaatleiding, die moet worden opgeheven. Daarom kan de doseerinrichting 1 een drukmeetor-25 gaan bevatten voor het bepalen van de uitlaatdruk. Fig. 4 en 5 tonen twee uitvoeringsvormen van dergelijke drukmeetorganen. Volgens fig. 4 is een uitlaatdrukmeetkamer 60 aangebracht stroomafwaarts van de kogel-klep 25 en is verbonden met de uitlaat 53 van de inrichting via een opening 61. Een gedeelte 62 van de membraan 13 dekt de meetkamer 60 af.
30 Een meetpen 63 is gemonteerd in een niet-weergegeven vasthoudorgaan, boven het membraangedeelte 62. De uitlaatdrukmeetpen 63 kan vrij in de vasthoudconstructie verschuiven en is zodanig gericht dat het membraangedeelte 62 naar boven wordt gedrukt tegen de pen wanneer de uitlaatdruk van de vloeistof, die door de uitlaat 17 van de pompkamer en de uitlaat 35 53 van de inrichting stroomt, toeneemt. Door deze beweging van de pen 63 wordt een buigzame arm 65 bewogen, waarvan één einde 67 is verankerd aan een vaste ondersteuning. De beweging van de arm 65 kan op zijn beurt worden omgezet in een drukaflezing door het gebruik van een bekend rek-strookje 69. Ook kan volgens fig. 5 de beweging van de arm 65 worden 40 omgezet in een drukaflezing door gebruik te maken van de. combinatie van 8205083 t -l · - 5 - een magneet 71, bevestigd aan de buigzame arm, en een Hall-schakelaar 73 voor het meten van de verandering van de electronenstroom, wanneer het magnetisch veld rondom de Hall-schakelaar 73 wordt gewijzigd door de beweging van de magneet 71. Een nadere verklaring van de Hall-schakelaars 5 kan worden gevonden in het artikel in Electronics Industry van mei 1979 op blz. 17 - 21, getiteld"Hall Effect Devices and Their Applications".
Zoals hierboven is gezegd, doet de plaatsing van de buigzame maitoraan 13 in de pompkamer 11 een vloeistof stroombaan ontstaan, die hoge stroomsnelheden door de pompkamer 11 begunstigt, met als doel het 10 meenemen van gasbellen die in de pompkamer aanwezig zijn bij het vullen van de inrichting. Normaal is het over 180° omkeren van de doseerinrichting 1, gevolgd door het vullen, zeals beschreven in de genoemde aanvrage 6103632, voldoende om alle gasbellen uit de kamer 11 te verwijderen.
Bij beschouwing van fig. 4 en 5 blijkt echter dat de meetkamer 60 voor 15 de uitlaatdruk veel scherpe hoeken en andere vlakken bevat, waardoor zakken ontstaan, zoals de zak 75, waarin lucht of een ander gas kan worden opgesloten wanneer de doseerinrichting 1 wordt omgekeerd naar de rechtopstaande stand, als voorbereiding voor de pompwerking. Aldus gevangen bellen kunnen daarna ontsnappen in de vloeistof stroom en de 20 pcmpkameruitlaat 17 verlaten, en vervolgens stromen door de uitlaat 53 van de inrichting naar de afvoerbuis 9 ondanks de voorzorgsmaatregelen, welke genomen zijn bij het vullen van de inrichting. Teneinde dit ongewenste gevolg, dat verbonden is met het toepassen van de meetkamer 60 volgens fig. 4 en 5 te vermijden, kan de uitlaatdrukkamer zelf worden 25 opgenomen in de vloeistofstroombaan, die de uitlaat 17 van de pompkamer verlaat. Dat wil zeggen, volgens fig. 6 en 7 kan de doseerinrichting 1 worden geconstrueerd met een uitlaatdrukjneetkamer 77 en een op een andere plaats aangebrachte uitlaat 53 van de doseerinrichting, nl. aan de basis van de meetkamer 77. Een tussenkanaal 79 is gevormd voor het voeren van 30 de vloeistof van de uitlaat 17 langs de klep 25 en de veer 27 naar de meetkamer 77. Daardoor wordt de meetkamer tot deel gemaakt van de vloei-stof^stroombaan door de inrichting 1. De meenemende werking van de vloeistof bij het vullen van de inrichting, zoals hierboven beschreven, gaat dan door tot in de meetkamer 77 wanneer de doseerinrichting wordt 35 omgekeerd voor het vullen, waardoor gas, dat anders aanwezig zou blijven in de doseerinrichting 1, uit de meetkamer 77 wordt verwijderd, evenals uit de pompkamer 11. Indien gewenst kan de uitlaat 53 van de doseerinrichting naar een zijde van de uitlaatdrukmeetkamer 77 worden verschoven, zoals aangegeven bij 81, waardoor een wervelende vloeistofstroombaan 83 40 door de meetkamer 77 ontstaat wanneer de vloeistof de inrichting 1 verlaat 8205083 - 6 - via de uitlaat 53.
Deze wervelende vloeistofstroombaan bevordert het meenemen van gas uit de meetkamer 77, wanneer de inrichting wordt gevuld.
De uitlaatdrulomeetpen 63 is ook hier aangebracht boven een 5 deel 85 van de membraan 13, dat de meetkamer 77 bedekt en bij beweging van de pen 63 als gevolg van opwaartse beweging van het membraandeel 85 wordt deze omgezet in een aflezing door gebruikmaking van een der schemais volgens fig. 4 en 5. Zoals eveneens is aangegeven in fig. 7 vereist de verschuiving van de elementen van de inrichting voor het opnemen van de 10 meetkamer 77 in de vloeistofstroombaan, dat de pompkamer^uitlaat 17, de klepzitting 21 en de kogelklep 25 worden aangebracht op een punt, dat op enige afstand ligt van de pampkamer 11. Een langwerpig kanaal 87 moet daarvoor worden gevormd in de doseerinrichting 1 voor het transport van de vloeistof van de pompkamer 11 naar de uitlaat 17.
15 8205083

Claims (5)

1. Inrichting voor het nauwkeurig doseren van vloeistoffen voor de intraveneuze toevoer · daarvan uit een vloeistofbron naar een patiënt, gekenmerkt door een steunconstructie met een inlaat voor het opnemen van vloeistof uit de vloeistofbron en met een uitlaat voor het 5 af voeren van de vloeistof uit deze inrichting, door een pompkamer met een inlaat, die in vloeistofverbinding staat met de inlaat, en een uitlaat, die in vloeistofverbinding staat met de uitlaat van de inrichting, door een eerste klep, aangebracht in de pompkamer^inlaat voor: het besturen van de toevoer van vloeistof aan de pompkamer, door een tweede 10 klep, aangebracht in de uitlaat van de pompkamer voor het besturen van de afvoer van vloeistof uit de pompkamer, door een heen en weer beweegbare membraan, waarvan een eerste deel is aangebracht in de pompkamer en ingericht voor afwisselend naar omhoog en naar omlaag bewegen, zodanig dat vloeistof wordt aangezogen in de pompkamer door de inlaat, wanneer 15 het eerste deel van de membraan naar omhoog wordt bewogen, terwijl vloeistof uit de pompkamer wordt afgevoerd door de uitlaat wanneer het eerste deel van de membraan naar omlaag wordt bewogen, en door organen voor het meten van de uitlaatdruk van de vloeistof, die uit de pompkamer wordt afgevoerd, afhankelijk van de naar omlaag beweging van het 20 eerste deel van de membraan, welke organen voor het meten van de uitlaatdruk een meetkamer omvatten, die is verbonden met en aangebracht tussen de pompkameruitlaat en de uitlaat vein de inrichting.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de heen en weer beweegbare membraan een tweede deel heeft, dat de meet- 25 kamer bedekt van de organen voor het meten van de uitlaatdruk, terwijl deze organen verder een uitlaatdruk-meetpen omvatten, die in aanraking is met dit tweede deel van de membraan.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de organen voor het meten van de uitlaatdruk verder een buigzame arm omvatten, 30 die in aanraking is met de meetpen, waarbij een rekstrookje is gemonteerd op de arm voor het omzetten van de beweging van de arm in een uitlaatdruk-aflezing.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de organen voor het meten van de uitlaatdruk verder een buigzame arm omvatten, 35 die in aanraking is met de uitlaatdrukpen, waarbij een magneet is gemonteerd op de buigzame arm, terwijl de organen voor het meten van de druk tevens een Hall·schakelaar omvatten voor het omzetten van de beweging van 8205083 - 8 - de magneet op de arm in een drukaflezing.
5. Inrichting voor het nauwkeurig doseren van vloeistoffen voor de intraveneuze toevoer van vloeistof uit een vloeistofbron naar een patiënt, gekenmerkt door een steunconstructie met een inlaat van de 5 inrichting voor het opnemen van vloeistof uit de vloeistofbron en een uitlaat voor het afvoeren van vloeistof uit de inrichting, door een pomp-orgaan voor het pompen van vloeistof van de vloeistofbron naar de patiënt, welk pomporgaan een inlaat heeft, die in vloeistofverbinding staat met de inlaat van de inrichting, en een uitlaat, die in vloeistofverbinding staat 10 met de uitlaat van de inrichting, en door organen voor het meten vein de uitlaatdruk van de door het pomporgaan verpompte vloeistof, welke meet-organen een meetkamer omvatten, aangebracht tussen de uitlaat vein de pomporganen en de uitlaat van de doseerinrichting. 15 * 8205083
NL8205083A 1982-05-03 1982-12-31 Intraveneuze doseerinrichting. NL8205083A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US37448982 1982-05-03
US06/374,489 US4457753A (en) 1981-06-30 1982-05-03 Intravenous metering device

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8205083A true NL8205083A (nl) 1983-12-01

Family

ID=23477064

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8205083A NL8205083A (nl) 1982-05-03 1982-12-31 Intraveneuze doseerinrichting.

Country Status (2)

Country Link
US (1) US4457753A (nl)
NL (1) NL8205083A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9011370B2 (en) 2010-05-13 2015-04-21 Carefusion 303, Inc. Deformable valve mechanism for controlling fluid delivery

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4557725A (en) * 1984-05-04 1985-12-10 Oximetrix, Inc. I. V. Pump cassette
US4673386A (en) * 1986-03-06 1987-06-16 Gordon Mark G Blood sampler device
US4850805A (en) * 1987-03-13 1989-07-25 Critikon, Inc. Pump control system
US4950244A (en) * 1987-05-01 1990-08-21 Abbott Laboratories Pressure sensor assembly for disposable pump cassette
US4927411A (en) * 1987-05-01 1990-05-22 Abbott Laboratories Drive mechanism for disposable fluid infusion pumping cassette
US4842584A (en) * 1987-05-01 1989-06-27 Abbott Laboratories Disposable fluid infusion pumping chamber cassette and drive mechanism thereof
US4818186A (en) * 1987-05-01 1989-04-04 Abbott Laboratories Drive mechanism for disposable fluid infusion pumping cassette
US4850807A (en) * 1987-06-16 1989-07-25 Frantz Medical Development Ltd. Disposable cassette for fluid delivery pump systems
US5237309A (en) * 1987-07-20 1993-08-17 Frantz Medical Development, Ltd. Pump cassette and method of pumping
US5190527A (en) * 1989-09-25 1993-03-02 Baxter International Inc. Intravenous metering device
US5108373A (en) * 1989-09-25 1992-04-28 Baxter International Inc. Intravenous metering device
US5048537A (en) * 1990-05-15 1991-09-17 Medex, Inc. Method and apparatus for sampling blood
US5203775A (en) * 1990-09-18 1993-04-20 Medex, Inc. Needleless connector sample site
WO1992022337A1 (en) * 1991-06-10 1992-12-23 Baxter International Inc. Intravenous metering monitoring device
CA2190098C (en) * 1994-05-13 2006-04-25 Michael W. Lawless Disposable fluid infusion pumping chamber cassette having a push button flow stop thereon
US5603613A (en) * 1994-09-12 1997-02-18 Ivac Corp Fluid delivery system having an air bubble ejector
US5792108A (en) * 1995-10-23 1998-08-11 C. R. Bard, Inc. Self-priming pulsed lavage pump
US5759160A (en) * 1995-11-20 1998-06-02 Utah Medical Products, Inc. Blood sampling system
US5669923A (en) * 1996-01-24 1997-09-23 Gordon; Mark G. Anterior capsulotomy device and procedure
US5827305A (en) * 1996-01-24 1998-10-27 Gordon; Mark G. Tissue sampling device
EP0923391B1 (en) 1997-05-20 2006-08-09 Baxter International Inc. Needleless connector
US5957898A (en) 1997-05-20 1999-09-28 Baxter International Inc. Needleless connector
US20050187532A1 (en) * 2004-02-24 2005-08-25 Medex, Inc. Diaphragm-based reservoir for a closed blood sampling system
EP2011540A1 (en) * 2007-07-02 2009-01-07 Ulrich GmbH & Co. KG Hose System for an Injector, Squeeze Valve and Pressure Measuring Interface
US20090246035A1 (en) * 2008-03-28 2009-10-01 Smiths Medical Asd, Inc. Pump Module Fluidically Isolated Displacement Device
US9737686B2 (en) * 2012-03-12 2017-08-22 Becton, Dickinson And Company Catheter adapter port valve
DE102020207084A1 (de) 2020-06-05 2021-12-09 B. Braun Melsungen Aktiengesellschaft Infusionsfilter

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3559644A (en) * 1967-12-14 1971-02-02 Robert F Shaw Liquid infusion apparatus
US3620650A (en) * 1969-12-05 1971-11-16 Robert F Shaw Gas-disabled liquid-pumping apparatus
US4140118A (en) * 1977-03-09 1979-02-20 Andros Incorporated Cassette chamber for intravenous delivery system
US4142524A (en) * 1977-06-02 1979-03-06 Andros Incorporated Cassette for intravenous delivery system
US4236880A (en) * 1979-03-09 1980-12-02 Archibald Development Labs, Inc. Nonpulsating IV pump and disposable pump chamber
US4336800A (en) * 1980-08-01 1982-06-29 Oximetrix, Inc. Intravenous metering device

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9011370B2 (en) 2010-05-13 2015-04-21 Carefusion 303, Inc. Deformable valve mechanism for controlling fluid delivery
US10086135B2 (en) 2010-05-13 2018-10-02 Carefusion 303, Inc. Deformable valve mechanism for controlling fluid delivery
US10751468B2 (en) 2010-05-13 2020-08-25 Carefusion 303, Inc. Deformable valve mechanism for controlling fluid delivery
US11957872B2 (en) 2010-05-13 2024-04-16 Carefusion 303, Inc. Deformable valve mechanism for controlling fluid delivery

Also Published As

Publication number Publication date
US4457753A (en) 1984-07-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8205083A (nl) Intraveneuze doseerinrichting.
US8075546B2 (en) Air-in-line and pressure detection
NL8103632A (nl) Intraveneuze doseer-inrichting.
CA1168538A (en) Intravenous metering device
US5512046A (en) Dosing device for the volumetric dosing of a liquid additive
CA2511985C (en) Patient controlled drug administration device
CA1131529A (en) Device for the intravenous or enteric infusion of liquids into the human body at a predetermined constant rate
EP0542982A1 (en) DEVICE FOR MONITORING INTRAVENOUS DOSAGE OF A FLUID.
JP4646405B2 (ja) 低流量用小滴カウンタ
US6932114B2 (en) Fluid delivery system and method
US20150367068A1 (en) Infusion Pump System
JP2001523120A (ja) 使捨て要素を用いた輸注装置
JPH06233818A (ja) 流体供給装置における流管状態検出方法および装置
JPS59111765A (ja) 注入ポンプ装置
AU2014333533B2 (en) Large-volume bolus patient controlled drug administration device with lock-out
US20130310770A1 (en) Infusion Apparatus With Composition Pulse Flow Sensor
US5190527A (en) Intravenous metering device
US5108373A (en) Intravenous metering device
US5938638A (en) Device for the controlled injection of a programmable quantity of liquid
US20230321328A1 (en) Baby bottle with bottle top attachment
EP0034612A1 (en) Fluid flow controller
CH679374A5 (en) Doser for liq. or solid tablet or capsule prods. - has piston sliding inside cylinder with stop and end opening to dispense controlled oral doses e.g. of medication for livestock
JPH066840Y2 (ja) 定量輸液装置
JPS5991966A (ja) 点滴本体への添加用薬液注入方法、及び添加用薬液定量取出器

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed