NL8204993A - ELECTRIC FLASHING DEVICE. - Google Patents
ELECTRIC FLASHING DEVICE. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8204993A NL8204993A NL8204993A NL8204993A NL8204993A NL 8204993 A NL8204993 A NL 8204993A NL 8204993 A NL8204993 A NL 8204993A NL 8204993 A NL8204993 A NL 8204993A NL 8204993 A NL8204993 A NL 8204993A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- flash
- circuit
- trigger
- tube
- light
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G03—PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
- G03B—APPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
- G03B15/00—Special procedures for taking photographs; Apparatus therefor
- G03B15/02—Illuminating scene
- G03B15/03—Combinations of cameras with lighting apparatus; Flash units
- G03B15/05—Combinations of cameras with electronic flash apparatus; Electronic flash units
-
- G—PHYSICS
- G03—PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
- G03B—APPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
- G03B2215/00—Special procedures for taking photographs; Apparatus therefor
- G03B2215/05—Combinations of cameras with electronic flash units
- G03B2215/0514—Separate unit
- G03B2215/0517—Housing
- G03B2215/0525—Reflector
- G03B2215/0528—Reflector movable reflector, e.g. change of illumination angle or illumination direction
-
- G—PHYSICS
- G03—PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
- G03B—APPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
- G03B2215/00—Special procedures for taking photographs; Apparatus therefor
- G03B2215/05—Combinations of cameras with electronic flash units
- G03B2215/0514—Separate unit
- G03B2215/0517—Housing
- G03B2215/0553—Housing with second integrated flash
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Stroboscope Apparatuses (AREA)
- Discharge-Lamp Control Circuits And Pulse- Feed Circuits (AREA)
Description
t • —♦ <K' VO Uoikjt • - ♦ <K 'VO Uoikj
Betr.: Elektrische flitsinrichting.Subject: Electric flash unit.
De uitvinding heeft betrekking op een elektrische flitsinrich-ting, en meer in het bijzonder op een elektrische flitsinrichting voor gebruik bij een optische inrichting, zoals een fotografische inrichting.The invention relates to an electric flash device, and more particularly to an electric flash device for use with an optical device, such as a photographic device.
De laatste jaren zijn flitsinrichtingen op grote schaal ge-5 bruikt in verschillende soorten optische inrichtingen, die flitslicht nodig hebben. In het bijzonder op het gebied van de fotografie wordt kunstlicht algemeen gebruikt voor het verlichten van een te fotograferen onderwerp. Een vorm van kunstlicht, die thans op grote schaal wordt gebruikt is licht, geproduceerd door een z.g. elektrische flitsinrichting.In recent years, flash devices have been widely used in various types of optical devices that require flash light. In the field of photography in particular, artificial light is widely used to illuminate a subject to be photographed. One form of artificial light which is now widely used is light produced by a so-called electric flash device.
10 In dergelijke inrichtingen is een flitsbuis verschaft voor het verlichten van het te fotograferen onderwerp, maar is de inrichting zodanig, dat het licht van de flitsbuis alleen het onderwerp verlicht en de verlichting van een geprofileerd oppervlak van het onderwerp, onregelmatig is. Wanneer verder het flitslicht van de fotoflits wordt gebruikt als een 15 direkte verlichting van het fotografische onderwerp in een kamer of een fotostudio, wordt achter het fotografische onderwerp gewoonlijk een schaduw gevormd, hetgeen slechts fotografische resultaten geeft.In such devices, a flash tube is provided for illuminating the subject to be photographed, but the device is such that the light from the flash tube illuminates only the subject and illumination of a profiled surface of the subject is irregular. Furthermore, when the flash light of the photo flash is used as a direct illumination of the photographic subject in a room or a photo studio, a shadow is usually formed behind the photographic subject, giving only photographic results.
Teneinde deze nadelen van fotoflitsinrichtingen op te heffen is het bekend om teruggekaatst of teruggeworpen licht te gebruiken voor 20 het verlichten van het onderwerp. Bij het nemen van een foto door middel van teruggeworpen licht, zijn er echter nog moeilijkheden, doordat de hoeveelheid licht, die valt op het fotografische onderwerp sterk verminderd is ten opzichte van de voorafbepaalde waarde, waarop de inrichting is ingesteld, in het bijzonder wanneer een terugkaatsend oppervlak, 25 zoals een plafondoppervlak, niet wit is, en doordat een onderwerp met een onregelmatig oppervlak niet erg goed kan worden gefotografeerd,omdat een beduidend gedeelte van het vanaf het onderwerp teruggekaatste licht niet invalt op de film in de kamera.In order to overcome these drawbacks of photo flash devices, it is known to use reflected or ejected light to illuminate the subject. However, there are still difficulties in taking a picture by means of back-thrown light, because the amount of light incident on the photographic subject is greatly reduced from the predetermined value to which the device is set, especially when a reflective surface, such as a ceiling surface, is not white, and because a subject with an irregular surface cannot be photographed very well, because a significant part of the light reflected from the subject does not incident on the film in the camera.
Voor het opheffen van deze nadelen is een kostbare verlich-30 tingsuitrusting nodig, zoals een licht aan de voorkant, een parapluvormige terugkaatstplaat en een licht aan de achterkant voor het elimineren van de schaduw uit de achtergrond van het fotografische onderwerp. Alsmede kostbaar is deze uitrusting ook omvangrijk.To overcome these drawbacks, costly lighting equipment such as a front light, an umbrella-shaped baffle plate and a rear light is required to eliminate the shadow from the background of the photographic subject. This equipment is also bulky as well as expensive.
Teneinde verder deze nadelen op te heffen, is een flitsinrich-35 ting voorgesteld, voorzien van twee flitsdelen, waarvan er een wordt ge- 8204993 - 2 - bruikt voor het verschaffen van direkt licht met betrekking tot een te fotograferen onderwerp, en de andere voor het produceren van teruggeworpen licht met betrekking tot het onderwerp. Volgens deze flit sinrichting kan het duidelijk fotograferen van het gezicht van een mens worden uitge-5 voerd door het uit de achtergrond van het fotografische onderwerp elimineren! van de schaduw, waarbij deze flitsinrichting geschikt is voor het fotograferen omdat opgevangen licht wordt verkregen. Deze flitsinrichting heeft echter nadelen, doordat de schaduw niet volledig aan de achtergrond wordt geëlimineerd.In order to further eliminate these drawbacks, a flash device has been proposed comprising two flash parts, one of which is used 8204993-2 for providing direct light to a subject to be photographed, and the other for producing cast-back light on the subject. According to this flash, clear photography of a human face can be performed by eliminating it from the background of the photographic subject! of the shadow, this flash device being suitable for shooting because received light is obtained. However, this flash device has drawbacks in that the shadow is not completely eliminated in the background.
10 Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een elek trische flitsinrichting, die goede flitswerkingen uitvoert.An object of the invention is to provide an electric flash device which performs good flash effects.
Een verder doel is het verschaffen van een elektrische flitsinrichting, die betrouwbaar en economisch is.A further object is to provide an electric flash device which is reliable and economical.
Andere doeleinden en kenmerken zullen gedeeltelijk blijken en 15 gedeeltelijk hierna worden uiteengezet.Other purposes and features will be shown in part and set out in part below.
Volgens de uitvinding omvat een elektrische flitsinrichting een eerste flitsdeel, dat althans een eerste flitsbuis bevat, een tweede flitsdeel met althans een tweede flitsbuis, middelen voor het vergroten van het verlichtingsgebied van het flitslicht, en een flitsstuur-20 inrichting met middelen voor het stilzetten van het flitsen, welke flits-stuurinrichting een keten bevat voor het opslaan van een elektrische lading, welke keten althans een hoofdopslagcondensator heeft voor het leveren van elektrische energie, en trekkermiddelen voor het in werking stellen van de flitsbuis, waarbij het flitsbuisketendeel een stuurmiddel 25 voor de tijdbepaling van het flitsen omvat voor het zodanig sturen van de tijdbepaling van het flitsen, dat flitslichttijdsduren van de eerste flitsbuizen nagenoeg gelijk worden.According to the invention, an electric flash device comprises a first flash part, which contains at least a first flash tube, a second flash part with at least a second flash tube, means for increasing the illumination area of the flash light, and a flash control device with means for stopping the flash, which flash control device includes a circuit for storing an electric charge, which circuit has at least a main storage capacitor for supplying electric energy, and trigger means for activating the flash tube, the flash tube chain part comprising a control means for the Flash timing includes controlling the flash timing such that flash light durations of the first flash tubes become substantially equal.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : 30 fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van de elektrische flitsin- richting; fig. 2 gedetailleerd een ketenschema toont van de stuurketen van de elektrische flitsinrichting; fig. 3 een aanzicht is voor het verduidelijken van de werking 35 van de elektrische flitsinrichting bij gebruik voor het met teruggeworden flitslicht fotograferen; fig. een ruimtelijk aanzicht is van een andere uitvoerings- 8204993 • ·* - 3 - vorm; fig. 5 een ruimtelijk aanzicht is van nog een andere uitvoeringsvorm; fig. 6 een ruimtelijk aanzicht is van weer een andere uitvoe- 5 ringsvorm; fig. 7 een ruimtelijk aanzicht is van nog weer een andere uitvoeringsvorm; fig. 8 een ruimtelijk aanzicht is van weer een andere uitvoeringsvorm; 10 fig· 9 gedetailleerd een ketenschema toont van de stuurketen van de elektrische flitsinrichting; fig. 10 gedetailleerd een ketenschema toont van de stuurketen van de elektrische flitsinrichting; en fig. 11 gedetailleerd een ketenschema toont van de stuurketen 15 van de elektrische flitsinrichting.The invention is further elucidated with reference to the drawing, in which: fig. 1 is a spatial view of the electric flash device; Fig. 2 shows in detail a circuit diagram of the control circuit of the electric flash device; FIG. 3 is a view for explaining the operation of the electric flash device when used for flash-back photography; fig. is a spatial view of another embodiment 8204993 • * - 3 - shape; Fig. 5 is a spatial view of yet another embodiment; Fig. 6 is a spatial view of yet another embodiment; Fig. 7 is a spatial view of yet another embodiment; Fig. 8 is a spatial view of yet another embodiment; Fig. 9 shows in detail a circuit diagram of the control circuit of the electric flash device; Fig. 10 shows in detail a circuit diagram of the control circuit of the electric flash device; and Fig. 11 shows in detail a circuit diagram of the control circuit 15 of the electric flash device.
Verwijzende naar fig. 1 is sterk vereenvoudigd de elektrische flitsinrichting weergegeven. De elektrische flitsinrichting heeft een flitshuis 10, bestaande uit een eerste huis 11 en een tweede huis 12.Referring to Figure 1, the electric flash device is greatly simplified. The electric flash device has a flash housing 10, consisting of a first housing 11 and a second housing 12.
Eet tweede huis 12 is door middel van een draaibaar verbindingsdeel (niet 20 weergegeven in de tekening) draaibaar verbonden met het eerste huis 11.The second housing 12 is rotatably connected to the first housing 11 by means of a rotatable connecting part (not shown in the drawing).
Het verbindingsdeel maakt deel uit van een paltandwielmechanisme en bevat een pal, die is bevestigd aan het tweede huis 12 en draaibaar in aangrij-ping is met het eerste huis 11. Het paltandwielmechanisme bevat een tandwiel, dat is bevestigd aan het tweede huis 12 samen met de pen,een gebo-25 gen U-vormige plaatveer, die in het eerste huis 11 wordt gedragen, en een palsegment, dat is voorzien tussen de plaatveer en het tandwiel. Dienovereenkomstig is het tweede huis 12 draaibaar, zoals weergegeven door de pijl 13 met betrekking tot het eerste huis 11. Het eerste huis 11 is uitgerust met een lichtgevoelig element 15 en met, verdiept in het voorste 30 oppervlak daarvan, een eerste flitsdeel 16, dat een eerste flitsbuis 17 bevat. Het tweede huis 12 is uitgerust met een tweede flitsdeel 18, dat een tweede flitsbuis 19 bevat. In het huis 10 is een flitsstuurketen opgenomen, die is uitgevoerd zoals weergegeven in fig. 2.The connecting part is part of a ratchet gear mechanism and includes a ratchet attached to the second housing 12 and rotatably engaged with the first housing 11. The ratchet gear mechanism includes a gear mounted to the second housing 12 together with the pin, a curved U-shaped plate spring, which is carried in the first housing 11, and a pawl segment, which is provided between the plate spring and the gear. Accordingly, the second housing 12 is rotatable, as shown by the arrow 13 with respect to the first housing 11. The first housing 11 is equipped with a photosensitive element 15 and, recessed in the front surface thereof, a first flash portion 16, which a first flash tube 17. The second housing 12 is equipped with a second flash section 18, which contains a second flash tube 19. Housing 10 incorporates a flash control circuit which is configured as shown in FIG. 2.
De flitsinrichting omvat verder middelen voor het groter maken 35 van het verlichtingsgebied van het flitslicht. De middelen voor het groter maken van het verlichtingsgebied omvatten een deel 200, dat wordt gevormd door een terugkaatstplaat 201, die door een bevestigingsdeel 202 8204993 - b - is bevestigd aan het eerste huis 11.The flash device further comprises means for increasing the illumination area of the flash light. The means for enlarging the illumination area comprises a part 200, which is formed by a reflecting plate 201, which is attached to the first housing 11 by a fixing part 202 8204993-b.
De flitsstuurketen omvat een gelijkstroomkraehtbronketen A, een omzetterketen B voor het in een wisselspanning omzetten en versterken van een gelijkspanning vanaf de gelijkstroomkrachtbronketen A, een gelijk-5 richterketen C voor het gelijkrichten van de wisselspanning van de omzetterketen B, een elektrische ladingopslagketen D voor het leveren van de elektrische energie aan de flitsbuizen 17 en 19» een trekkersignaal-op-wekkend middel voor het in werking stellen van een flitsbuisketendeel, een schakelketen G voor het bedienen van het flitsbuisketendeel, een doof- « 10 trekkersignaal-opwekkende keten I voor het bedienen van de doofketen H en een trillings stuurketen J voor het sturen van de trillingswerking van de omzetterketen B. Het flitsbuisketendeel bestaat uit de flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19· De trekker signaal-opwekkende middelen bestaan uit een eerste trekkerimpuls-opwekkende keten E voor het in werking stel-15 len van de eerste flitsbuis 17> en een tweede trekkerimpuls-opwekkende keten F voor het in werking stellen van de tweede flitsbuis 19·The flash control circuit includes a direct current source circuit A, a converter circuit B for converting and amplifying a direct voltage from the direct current source circuit A to an AC voltage, a rectifier circuit C for rectifying the alternating voltage of the converter chain B, an electric charge storage circuit D for supplying of the electrical energy to the flash tubes 17 and 19 »a trigger signal generating means for actuating a flash tube chain part, a switching circuit G for operating the flash tube chain part, a quench trigger signal generating circuit I for operating of the quenching circuit H and a vibration control circuit J for controlling the vibration action of the converter chain B. The flash tube chain part consists of the flash tube 17 and the second flash tube 19 · The trigger signal generating means consist of a first trigger pulse generating circuit E for actuating the first flash tube 17> and a second trigger pulse s generating circuit F for activating the second flash tube 19
Gedetailleerder bevat de krachtbronketen A een batterij 20 en een met de hand bedienbare schakelaar 21, die in serie is geschakeld met de batterij 20. De omzetterketen B omvat in hoofdzaak een oscillator-20 keten 0C. Gedetailleerder bevat de spanningomzetterketen B een weerstand 22, waarvan een aansluiting direkt is verbonden met de negatieve aansluiting van de batterij 20, een trillingstransformator 2b en een trillings-sehakelelement in de vorm van een transistor 25. De trillingstransformator 61 bestaat uit een primaire wikkeling 61a, een secundaire wikkeling 61b 25 en een derde wikkeling 61c. Een aansluiting van de primaire wikkeling 2ba. is direkt verbonden met de negatieve aansluiting van de batterij 20, en de andere aansluiting van de primaire wikkeling 2ba. is verbonden met een collectorelektrode van de transistor 62 teneinde de trillingsketen AC te vormen. Eén aansluiting van de secundaire wikkeling 61b is verbon-30 den met een basiselektrode van de transistor 25. De gelijkrichterketen C omvat een elektrische buis in de vorm van een diode 63a, waarvan de ano-de-elektrode is verbonden met één aansluiting van de secundaire wikkeling 61b van de trillingstransformator 61. De elektrische ladingopslagketen D omvat een hoofdopslagcondensator 6b en een aangeeflamp 67 voor het aange-35 ven van het laden. De hoofdopslagcondensator 6b is verbonden met een ka-thode-elektrode van de diode 63a.More in detail, the power source circuit A includes a battery 20 and a manually operated switch 21, which is connected in series with the battery 20. The converter circuit B essentially comprises an oscillator-20 circuit 0C. More in detail, the voltage converter circuit B includes a resistor 22, a terminal of which is directly connected to the negative terminal of the battery 20, a vibration transformer 2b and a vibration switching element in the form of a transistor 25. The vibration transformer 61 consists of a primary winding 61a, a secondary winding 61b and a third winding 61c. A connection of the primary winding 2ba. is directly connected to the negative terminal of the battery 20, and the other terminal of the primary winding 2ba. is connected to a collector electrode of transistor 62 to form the vibration circuit AC. One terminal of the secondary winding 61b is connected to a base electrode of the transistor 25. The rectifier circuit C comprises an electrical tube in the form of a diode 63a, the anode electrode of which is connected to one terminal of the secondary winding 61b of the vibration transformer 61. The electric charge storage circuit D comprises a main storage capacitor 6b and an indicator lamp 67 for indicating charging. The main storage capacitor 6b is connected to a cathode electrode of the diode 63a.
De tweede trekkersignaal-opwekkende keten bevat een trekker- 8204993 - 5 - veerstand 68, een synchronisatieschakelaar 69, een veerstand 70, een trekkercondensator 71 en een trekkertransformator 72. In de tweede trek-kersignaal-opvekkende keten Eg is één aansluiting van de trekkerveerstand 68 verbonden met een kathode-elektrode van de diode 63a. Eén aanslui-5 ting van de trekkercondensator 71 is verbonden met de andere aansluiting van de veerstand 68, en een ingangsvikkeling 72a van de trekkertransfor-mator 72 is verbonden met de andere aansluiting van de trekkercondensator 71. De trekkertransformator 72 omvat de ingangsvikkeling 72a en een uit-gangsvikkeling 72b.The second trigger signal generating circuit includes a trigger spring position 68, a synchronizing switch 69, a spring position 70, a trigger capacitor 71 and a trigger transformer 72. In the second trigger signal generating circuit Eg, there is one terminal of the trigger spring 68 connected to a cathode electrode of the diode 63a. One terminal of the trigger capacitor 71 is connected to the other terminal of the spring position 68, and an input coil 72a of the trigger transformer 72 is connected to the other terminal of the trigger capacitor 71. The trigger transformer 72 includes the input coil 72a and a output framing 72b.
10 De eerste trekkersignaal-opwekkende keten bevat een trek kerveerstand 73, een trekkercondensator 76 en een trekkertransformator 77· In de eerste trekkersignaal-opwekkende keten Ej is één aansluiting van de trekkerveerstand 73 verbonden met een negatieve aansluiting van de diode 63a. Eén aansluiting van de trekkercondensator 76 is verbonden 15 met de andere aansluiting van de veerstand 73, en een ingangsvikkeling 77a van de trekkertransformator 77 is verbonden met de andere aansluiting van de trekkercondensator J6 via de synchronisatieschakelaar 69. De eerste trekkersignaal-opwekkende keten E^ is met de tweede trekkersignaal-opwekkende keten Eg verbonden via visselschakelaars 69a en 69b, die zijn 20 gegrendeld met de krachtbronketen 21.The first trigger signal generating circuit includes a pull-edge resistor 73, a trigger capacitor 76 and a trigger transformer 77 · In the first trigger signal-generating circuit Ej, one terminal of the trigger resistor 73 is connected to a negative terminal of the diode 63a. One terminal of the trigger capacitor 76 is connected to the other terminal of the spring position 73, and an input coil 77a of the trigger transformer 77 is connected to the other terminal of the trigger capacitor J6 via the synchronizing switch 69. The first trigger signal generating circuit E1 is to the second trigger signal generating circuit Eg connected through fishing switches 69a and 69b which are latched to the power source circuit 21.
De schakelketen G bevat een schakelelement in de vorm van een eerste thyristor 78, een poortweerstand 79, een condensator 80 en weerstanden 81 en 82. De eerste thyristor 73 is in serie geschakeld met de eerste flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19 van het flitsbuisketendeel.The switching circuit G includes a switching element in the form of a first thyristor 78, a gate resistor 79, a capacitor 80 and resistors 81 and 82. The first thyristor 73 is connected in series with the first flash tube 17 and the second flash tube 19 of the flash tube circuit section.
25 De condensator 80 is geschakeld tussen een anode-elektrode en een kathode-elektrode over de weerstand U5.The capacitor 80 is connected between an anode electrode and a cathode electrode across the resistor U5.
Het flitsbuisketendeel omvat de eerste flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19· De eerste flitsbuis 17 is voorzien van een paar stroomgeleidende hoofdelektroden 17a, 17b en een trekkerelektrode 17c, 30 die eveneens bij maar buiten de flitsbuis 17 is geplaatst. De tweede flitsbuis 19 is ook voorzien van stroomgeleidende hoofdelektroden 19a, 19b en een trekkerelektrode 19c, die eveneens bij maar buiten de flitsbuis 19 is geplaatst. Zoals hiervoor uiteengezet, is de eerste flitsbuis 17 aangebracht in het eerste flitsdeel 16, dat verdiept is in het voorste 35 oppervlak van het eerste huis 11, en is de tweede flitsbuis 19 aangebracht in het tweede flitsdeel 18, gemonteerd aan één eindgedeelte van het tweede huis 12. Een stroomgeleidende hoofdelektrode 17a van de eerste flits- 8204993 - 6 - "buis 17 is verbonden met één elektrode van de hoofdopslagcondensator 64 via een impedantie-element in de vorm van een spoel 93, en de andere stroomgeleidende hoofdelektrode 1Tb is verbonden met de anode-elektrode van de eerste thyristor 78 van de schakelketen G. De trekkerelektrode 5 1Jc van de eerste flitsbuis 17 is verbonden met één aansluiting van de uitgangswikkeling 72b van de trekkertransformator 72. Een stroomgeleiden-de hoofdelektrode 19a van de tweede flitsbuis 19 is verbonden met de ene elektrode van de hoofdopslagcondensator 6b, en de andere stroomgeleidende hoofdelektrode 19b is verbonden met de anode van de eerste thyristor 10 78 samen met de stroomgeleidende hoofdelektrode 17b van de eerste flits buis 17» en de elektroden 17b en 19b zijn derhalve met andere elektroden van de hoofdopslagcondensator èb verbonden via de eerste thyristor J8.The flash tube chain portion includes the first flash tube 17 and the second flash tube 19 · The first flash tube 17 includes a pair of main current-conducting electrodes 17a, 17b and a trigger electrode 17c, 30 which is also located at but outside the flash tube 17. The second flash tube 19 also includes main conductive electrodes 19a, 19b and a trigger electrode 19c, which is also located at but outside the flash tube 19. As explained above, the first flash tube 17 is mounted in the first flash portion 16, which is recessed in the front surface of the first housing 11, and the second flash tube 19 is mounted in the second flash portion 18, mounted on one end portion of the second housing 12. A main current conducting electrode 17a of the first flash tube 8204993-6 "is connected to one electrode of the main storage capacitor 64 via an impedance element in the form of a coil 93, and the other main current conducting electrode 1Tb is connected to the anode electrode of the first thyristor 78 of the switching circuit G. The trigger electrode 5J of the first flash tube 17 is connected to one terminal of the output winding 72b of the trigger transformer 72. A current-conducting main electrode 19a of the second flash tube 19 is connected. with one electrode of the main storage capacitor 6b, and the other current-conducting main electrode 19b connected to the anode of the first th Yristor 10 78 together with the main conductive electrode 17b of the first flash tube 17 »and the electrodes 17b and 19b are therefore connected to other electrodes of the main storage capacitor èb via the first thyristor J8.
De doofketen H omvat een tweede thyristor 83A, parallel geschakeld met de flitsbuisketen F via een weerstand 84 en een condensator 15 95-The quenching circuit H comprises a second thyristor 83A, connected in parallel with the flash tube chain F via a resistor 84 and a capacitor 15 95-
De doofsignaal-opwekkende keten I omvat een lichtgevoelig element in de vorm van een fototransistor 47, een integrerende condensator 103, die met de fototransistor 47 is verbonden via een integrerende weerstand voor het vormen van een integrerende keten , een transistor 20 98, een diode 99, en weerstanden 98, 101, 102, 104 en 105, en is op de . weergegeven wijze geschakeld.The quench signal generating circuit I comprises a photosensitive element in the form of a phototransistor 47, an integrating capacitor 103, which is connected to the phototransistor 47 via an integrating resistor to form an integrating circuit, a transistor 20 98, a diode 99 , and resistors 98, 101, 102, 104 and 105, and is on the. displayed in the displayed manner.
De trillingsstuurketen J omvat een transistor 106, waarvan een collectorelektrode is verbonden met de doofsignaal-opwekkende keten I, een trillingsstuurcondensator, geschakeld tussen de elektrische la-25 dingopslagketen D en een basiselektrode van de transistor 106 via een weerstand 107, en een parallel geschakelde condensator 109 en weerstand 110.The vibration control circuit J comprises a transistor 106, a collector electrode of which is connected to the extinguishing signal generating circuit I, a vibration control capacitor, switched between the electric charge storage circuit D and a base electrode of the transistor 106 via a resistor 107, and a parallel-connected capacitor 109 and resistor 110.
De overeenkomstig de voorgaande beschrijving uitgevoerde keten is als volgt werkzaam.The chain constructed in accordance with the foregoing description operates as follows.
30 Wanneer de krachtbronschakelaar 21 UT is gemaakt, worden beide wisselschakelaars samen met de krachtbronschakelaar 21 IN. Onder deze omstandigheden stelt de omzetterketen een trilling in werking, waardoor een hoge spanning wordt geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 61b van de trillingstransformator 61. De versterkte wisselspanning wordt gelijk 35 gericht door de gelijkrichterketern C, waarna elektrische lading wordt opgeslagen in de hoofdopslagcondensator 64. Wanneer de hoofdopslagcondensator 64 volledig is geladen totaan een voorafbepaalde spanning, geven de 8204993 - 7 - neon gloeilampen 67 aan, dat de inrichting klaar is voor het ontsteken van de flitshuizen 17 en 19. Gelijktijdig vorden de trekkercondensatoren 71 en 76 geladen door de hoge gelijkspanning van de gelijkrichterketen C. Onder deze omstandigheden wordt de werking van het flitsbuisdeel gestart 5 door het sluiten van de schakelaar 69 van de tweede trekkersignaal-op-wekkende keten E^ in synchronisatie met het openen van de 'kamera, waardoor de flitshuizen 17 en 19 in werkzame toestand vorden gebracht. Wanneer de flitshuizen 17 en 19 flitsen, is de doofsignaal-opwekkende keten I werkzaam voor het IN schakelen van de tweede thyristor 83A en het zo-10 doende UIT schakelen van de eerste thyristor 78. Wanneer de eerste thyristor 78 UIT wordt, wordt het flitsen van de flitshuizen 17 en 19 op ongeveer hetzelfde tijdstip en/of op hetzelfde tijdstip stilgezet door middel van de spoel 93· Wanneer verder de elektrische lading van de hoofd-opslagcondensator ontlaadt over de flitshuizen 17 en 19» wordt een nega-15 tieve spanning gelegd aan de basis van de transistor 106 en wordt de transistor 106 geleidend. Wanneer de transistor 106 HU wordt, wordt de basiselektrode van de trillingstransistor 62 uitgeschakeld en wordt de transistor 62 zodoende UIT gemaakt voor het stilzetten van de trillings-werking van de trillingsketen 0C.30 When the power source switch 21 UT is made, both changeover switches together with the power source switch 21 are turned ON. Under these conditions, the converter circuit triggers a vibration, thereby inducing a high voltage at the secondary winding 61b of the vibration transformer 61. The amplified AC voltage is rectified by the rectifier circuit C, after which electric charge is stored in the main storage capacitor 64. When the main storage capacitor 64 is fully charged to a predetermined voltage, the 8204993-7 neon filament lamps 67 indicate that the device is ready to fire the flash housings 17 and 19. At the same time, the trigger capacitors 71 and 76 are charged by the high DC voltage of the rectifier circuit C. Under these conditions, the operation of the flash tube section 5 is started by closing the switch 69 of the second trigger signal generating circuit E in synchronization with the opening of the camera, whereby the flash housings 17 and 19 are effective state. When the flash housings 17 and 19 flash, the quench signal generating circuit I is operative to turn the second thyristor 83A ON and thus turn the first thyristor 78 OFF. When the first thyristor 78 turns OFF, the flash becomes of the flash housings 17 and 19 are stopped at about the same time and / or at the same time by means of the coil 93 · When further the electrical charge from the main storage capacitor discharges over the flash housings 17 and 19, a negative voltage is applied at the base of transistor 106, and transistor 106 becomes conductive. When the transistor 106 becomes HU, the base electrode of the vibration transistor 62 is turned off, and thus the transistor 62 is turned OFF to stop the vibration action of the vibration circuit 0C.
20 Fig. 3 toont een voorbeeld van het met teruggeworpen licht fotograferen in een kamer of een fotostudio door toepassing van de elektrische flitsinrichting. Zoals duidelijk weergegeven in fig. 3, is het eerste flitsdeel 16 van het eerste huis 11 gericht naar een te fotograferen onderwerp, zoals bijvoorbeeld een mens '55. Het tweede huis 12 is in-25 gesteld onder een geschikte hoek met betrekking tot het eerste huis 11, en het tweede flitsdeel 18 is gericht naar een plafond 58 onder een gewenste hoek met betrekking tot het oppervlak van het plafond 58 teneinde het teruggekaatste flitslicht te voeren naar het onderwerp, dat wordt gefotografeerd. D.w.z. dat een flitslicht 58 van het eerste flitsdeel 16 30 wordt gericht naar het mens 55, en een flitslicht 59 vanaf het tweede flitsdeel 18 aan de andere kant wordt gericht naar het oppervlak van het plafond 56. Het flitslicht 59 kaatst terug bij het oppervlak van het plafond 58 en vormt het teruggeworpen licht. Eén teruggekaatst licht 59a van het flitslicht 59 valt in op het mens 55, en het andere teruggekaatste 35 licht 59b van het flitslicht 59 valt in op een achtergrond, zoals bijvoorbeeld een muur 57 van de kamer. Op het ene teruggekaatste flitslicht 59a wordt het flitslicht 58 gesuperponeerd van het eerste flitsdeel 16, en 8204993 - 8 - het teruggekaatste licht 59b verwijdert aan de andere kant de schaduw in de achtergrond van het mens 55·FIG. 3 shows an example of photographing with discarded light in a room or a photo studio using the electric flash device. As clearly shown in Fig. 3, the first flash portion 16 of the first housing 11 is directed to a subject to be photographed, such as, for example, a human '55. The second housing 12 is adjusted at an appropriate angle with respect to the first housing 11, and the second flash portion 18 is directed to a ceiling 58 at a desired angle with respect to the surface of the ceiling 58 in order to reflect the reflected flash light. to the subject being photographed. I.e. that a flash light 58 from the first flash part 16 30 is directed towards the human 55, and a flash light 59 from the second flash part 18 on the other side is directed towards the surface of the ceiling 56. The flash light 59 bounces off the surface of the ceiling 58 and forms the light cast back. One reflected light 59a from the flash light 59 is incident on the human 55, and the other reflected light 59b from the flash light 59 is incident on a background, such as, for example, a wall 57 of the room. On one reflected flash light 59a, the flash light 58 is superimposed from the first flash part 16, and 8204993-8 - the reflected light 59b on the other hand removes the shadow in the background of the human 55 ·
Zoals hiervoor besproken, is de hoeveelheid flitslicht 59 ingesteld om meer te zijn dan die van het flitslicht 58* geproduceerd door 5 de eerste flitsbuis 17 door het daarmede verbinden van de stroom-beper-kende spoel 93 (zie fig. 2). Het flitslicht van het eerste flitsdeel 16 wordt gericht naar de terugkaatsplaat 201, waarna het verlichtingsgebied wordt vergroot voor het verkleinen van de schaduw van het mens 55· Dienovereenkomstig wordt de grens van de schaduw onduidelijk, waardoor goed 10 kan worden gefotografeerd.As discussed above, the amount of flash light 59 is set to be more than that of the flash light 58 * produced by the first flash tube 17 by connecting the current limiting coil 93 thereto (see FIG. 2). The flash light from the first flash portion 16 is directed to the bounce plate 201, after which the illumination area is increased to reduce the shadow of the human 55 Accordingly, the boundary of the shadow becomes unclear, allowing good photographing.
Daardoor wordt de fotografische helderheid van het te fotograferen onderwerp, zoals het mens 55* versterkt en regelmatig gemaakt.As a result, the photographic clarity of the subject to be photographed, such as the human being 55 *, is strengthened and made regularly.
De flitstijdsduren van de eerste flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19 worden bepaald aan de hand van een tijdinterval. Het tijdinterval wordt· 15 vooraf gekozen in synchronisatie met de sluiterwerking van de kamera. De flitstijdsduren van de buizen 17 en 19 zijn gesynchroniseerd en ingesteld op een bepaald tijdstip, en elk der buizen 17 en 19 wordt gelijktijdig gedoofd op Jiet zelfde tijdstip door middel van de spoel 93. Dienovereenkomstig wordt het onnodige flitsen van de buizen 17 en 19 voorkomen, en 20 wordt dus de flitswerking verbeterd, waardoor de nominale capaciteit van de hoofdopslagcondensator 23 klein kan zijn, hoewel de inrichting is uitgerust met de eerste flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19· Aangezien verder de totale hoeveelheid van het flitslicht de som is van het licht van het eerste flitsdeel 16 en van het tweede flitsdeel 18, is dit de 25 totale hoeveelheid licht, die valt op het fotografische onderwerp, als gevolg waarvan opgevangen licht op juiste wijze wordt verkregen in het fotografische onderwerp.The flash durations of the first flash tube 17 and the second flash tube 19 are determined by a time interval. The time interval is preselected in synchronization with the shutter action of the camera. The flash durations of the tubes 17 and 19 are synchronized and set at a specific time, and each of the tubes 17 and 19 is extinguished simultaneously at the same time by the coil 93. Accordingly, unnecessary flashing of the tubes 17 and 19 is prevented , and thus the flash effect is improved, so that the nominal capacity of the main storage capacitor 23 can be small, although the device is equipped with the first flash tube 17 and the second flash tube 19 · Since, furthermore, the total amount of the flash light is the sum of the light from the first flash part 16 and from the second flash part 18, this is the total amount of light that falls on the photographic subject, as a result of which received light is correctly obtained in the photographic subject.
De hiervoor beschreven elektrische flitsinrichting heeft het voordeel van het zeer betrouwbaar in werking zijn en het mogelijk maken 30 van zeer vele ontladingen van de flitsbuizen zonder de verschillende elementen te moeten vervangen.The electric flash device described above has the advantage of being very reliable in operation and enabling very many discharges of the flash tubes without having to replace the various elements.
De hiervoor beschreven elektrische flitsinrichting heeft bovendien het voordeel, dat de ketenconstructie is vereenvoudigd en verkleind, aangezien de schakelketen D gemeenschappelijk en doeltreffend 35 wordt gebruikt voor een aantal flitsbuizen van de flitsbuisketen E.The above-described electric flash device also has the advantage that the circuit construction is simplified and reduced, since the switching circuit D is used in a common and effective manner for a number of flash tubes of the flash tube chain E.
Zoals uit de voorgaande beschrijving duidelijk is, worden de volgende voordelen bereikt.As is clear from the foregoing description, the following advantages are achieved.
8204993 - 9 -8204993 - 9 -
Sen voordeel boven de bekende flitsinrichting is, dat de onderhavige elektrische flitsinrichting het met teruggevorpen licht fotograferen kan uitvoeren door middel van het instellen van een hoek tussen het eerste huis en het tveede huis op de gewenste waarde, omdat het eer-5 ste huis en het tweede huis draaibaar met elkaar zijn verbonden.An advantage over the known flash device is that the present electric flash device can perform shooting with reflected light by setting an angle between the first house and the second house to the desired value, because the first house and the second house are rotatably connected to each other.
Een ander voordeel is, dat zowel het eerste flitsdeel als het tweede flitsdeel als een direkte lichtbron kan worden gebruikt door het richten van deze beide op het te fotograferen onderwerp, als gevolg waarvan de hoeveelheid op het onderwerp vallend licht in dezelfde mate toe-10 .neemt.Another advantage is that both the first flash part and the second flash part can be used as a direct light source by directing both of them on the subject to be photographed, as a result of which the amount of light incident on the subject increases by the same amount. takes.
Een verder voordeel is, dat de elektrische flitsinrichting gemakkelijk is voor het nemen van een foto, in het bijzonder voor het nemen van een foto door het gebruiken van teruggeworpen licht, omdat het flits-huis draaibaar is uitgevoerd in een eerste huis en een tweede huis, elk 15 met een flitsdeel.A further advantage is that the electric flash device is easy to take a photo, in particular to take a photo by using recessed light, because the flash housing is rotatable in a first housing and a second housing , 15 each with a flash part.
Pig. ^ toont een andere uitvoeringsvorm van de flitsinrichting volgens fig. 1. Zoals weergegeven in fig. U, is de terugkaatsplaat 201 vastgezet aan het tweede huis 12 van het flitshuis 10, en is het eerste flitsdeel 16 beweegbaar gemonteerd aan het voorste oppervlak van het eer-20 ste huis 11. Het eerste flitsdeel 16 is naar boven en naar beneden beweegbaar met betrekking tot het eerste huis 11. Dienovereenkomstig wordt het verlichtingsgebied van het flitslicht 58 vergroot, en is het verstelbaar. Met betrekking tot de flitsinrichting volgens fig. k worden dezelfde werkingen en voordelen verkregen.Pig. 1 shows another embodiment of the flash device of FIG. 1. As shown in FIG. U, the bounce plate 201 is secured to the second housing 12 of the flash housing 10, and the first flash portion 16 is movably mounted on the front surface of the first -20th housing 11. The first flash portion 16 is movable up and down with respect to the first housing 11. Accordingly, the illumination area of the flash light 58 is increased, and is adjustable. The same operations and advantages are obtained with respect to the flash device of FIG. K.
25 Fig· 5 toont een andere uitvoeringsvorm van de flitsinrichting.Fig. 5 shows another embodiment of the flash device.
Zoals weergegeven in fig. 5» is het eerste flitsdeel 16 draaibaar gemonteerd aan het eerste huis 11 van het flitshuis 10 door een bevestigings-deel 60A. Gedetailleerder wordt het eerste flitsdeel 16 gevormd door een bevestigingsraam 60A, dat uitsteekt vanaf het voorste oppervlak van het 30 eerste huis 11, en een flitseenheid 16a. Een eindgedeelte van de flits-eenheid 16A is draaibaar verbonden met een eindgedeelte van het bevestigingsraam 60A. Het deel 200 voor het vergroten van het verlichtingsgebied bestaat uit een terugkaats*«plaat, gemaakt van een metallisch materiaal, een kunststof e.d., en voorzien van een breder gebied dan dat 35 van de flitseenheid 16a. Een randgedeelte van de terugkaats-plaat is draaibaar verbonden met één randgedeelte van het voorste oppervlak van het eerste huis 11. Met betrekking tot de flitsinrichting volgens fig. 5 8204993 - 10 - is het zeer eenvoudig een foto te nemen in de lengterichting van een film.As shown in Fig. 5 », the first flash portion 16 is rotatably mounted to the first housing 11 of the flash housing 10 by a mounting portion 60A. More in detail, the first flash portion 16 is formed by a mounting frame 60A protruding from the front surface of the first housing 11, and a flash unit 16a. An end portion of the flash unit 16A is pivotally connected to an end portion of the mounting frame 60A. The illumination area enlarging portion 200 consists of a bounce plate made of a metallic material, a plastic material, etc., and having a wider area than that of the flash unit 16a. An edge portion of the reflecting plate is rotatably connected to one edge portion of the front surface of the first housing 11. With regard to the flash device of Fig. 5 8204993-10 - it is very easy to take a longitudinal picture of a film .
Fig. 6 toont een andere mogelijke uitvoeringsvorm van de flits-inrichting. In de flitsinrichting volgens fig. 6 omvat het eerste flits-deel 16 een flitseenheid 60B, gemonteerd aan een zij-oppervlak van het 5 eerste huis 11 door een verbindingsdeel 60S. Het verbindingsdeel βΟΒ is losmaakbaar bevestigd aan een zij-oppervlak van het eerste huis 11 om zodoende in buitenwaartse richting vanaf het eerste huis 11 uit te steken. Een eindgedeelte van de flitseenheid 1ÓB is verbonden met het verbindingsdeel 60B. Het deel 200 voor het vergroten van het verlichtingsgebied om-10 vat een plaat 203 voor het verstrooien van licht, welke plaat in een voorzijde van het eerste flitsdeel 16 is geplaatst. Een randgedeelte van de verstrooiïngsplaat 203 is verbonden met de rand van het eerste huis 11. Door het eerste flitsdeel 16 opgewekte flitslicht wordt verstrooid door de verstrooiïngsplaat 203. Het gebied van het verstrooide licht 5δΒ 15 wordt breder dan dat van het flitslicht van de flitseenheid 16B.Fig. 6 shows another possible embodiment of the flash device. In the flash device of Fig. 6, the first flash portion 16 includes a flash unit 60B mounted on a side surface of the first housing 11 by a connecting portion 60S. The connecting part βΟΒ is releasably attached to a side surface of the first housing 11 so as to protrude outwardly from the first housing 11. An end portion of the flash unit 10B is connected to the connecting portion 60B. The illumination area enlarging portion 200 comprises a light diffusing plate 203, which plate is placed in a front of the first flash portion 16. An edge portion of the scattering plate 203 is connected to the edge of the first housing 11. Flash light generated by the first flash portion 16 is scattered by the scattering plate 203. The area of the scattered light 5δΒ 15 becomes wider than that of the flash light of the flash unit 16B .
Eig.-7 toont een wijziging van de flitsinrichting volgens fig.Property-7 shows a modification of the flash device of FIG.
6. Zoals weergegeven in fig. 1, is het deel 200 voor het vergroten van het verlichtingsgebied aan een voorzijde geplaatst tegenover het eerste flitsdeel 16. De verstrooiïngsplaat 203 is bevestigd door een verbindings-20 deel 60C. Het verstrooide licht 5ÖC is naar een fotografisch onderwerp gericht.6. As shown in Fig. 1, the illumination area enlarging portion 200 is placed at a front opposite the first flash portion 16. The scattering plate 203 is attached by a connecting portion 60C. The scattered light 5ÖC is directed towards a photographic subject.
Fig. 8 toont een uitvoeringsvorm van de elektrische flitsinrichting, waarbij elk der flitsdelen is gemonteerd aan een kamera 300.Fig. 8 shows an embodiment of the electric flash device, wherein each of the flash parts is mounted on a camera 300.
Een eerste flitsdeel 16 is gemonteerd aan het bovenoppervlak van de kame-25 ra 300, en het tweede flitsdeel 18 is door een greep 312 bevestigd aan de kamera 300. Het tweede flitsdeel 18 is voorzien van een huis 12A, vastgezet aan de greep 312, en een huis 15B, draaibaar verbonden met het huis 15A. De flitsinrichting volgens fig. 8 is geschikt voor het in afmetingen klein maken van de kamera 300, 30 Fig. 9 toont een andere uitvoeringsvorm van de flitsstuurketen.A first flash portion 16 is mounted on the top surface of the camera 300, and the second flash portion 18 is attached to the camera 300 by a handle 312. The second flash portion 18 includes a housing 12A secured to the handle 312, and a housing 15B rotatably connected to the housing 15A. The flash device according to FIG. 8 is suitable for making the camera 300 small in size. 9 shows another embodiment of the flash control circuit.
Zoals duidelijk weergegeven, omvat de flitsstuurketen de krachtbronketen A, de elektrische lading-opslagketen D voor het leveren van de elektrische energie aan de flitsbuizen 17 en 19, de trekkerimpuls-opwekkende keten E voor het in werking stellen van het flitsbuisdeel, 35 de flitsbuisketen F voor het opwekken van flitslicht, de schakelketen G voor het bedienen van de flitsbuisketen F, de doofketen H voor het doven van de flitsbuizen van de flitsbuisketen F, de dooftrekkersignaal-opwek- 8204993 - 11 - leende keten I voor het bedienen van de doofketen Ξ en een lichtgevoelige keten voor het bedienen van de dooftrekkersignaal-opwekkende keten I.As clearly shown, the flash control circuit comprises the power source circuit A, the electric charge storage circuit D for supplying the electrical energy to the flash tubes 17 and 19, the trigger pulse generating circuit E for operating the flash tube section, the flash tube chain F for generating flash light, the switching circuit G for operating the flash tube chain F, the quenching chain H for extinguishing the flash tubes of the flash tube chain F, the quench trigger signal generating 8204993 - 11 - borrowing circuit I for operating the quenching chain Ξ and a photosensitive circuit for operating the quench trigger signal generating circuit I.
Gedetailleerder bevat de krachtbronketen A de batterij 20, de hand-bedienbare schakelaar 21 en de weerstand 22, in eerie geschakeld 5 met de batterij 20 via de schakelaar 21. De elektrische ladingopslagketen D omvat de hoofdopslagcondensator 23, die parallel is geschakeld met de batterij 20 door de schakelaar 21 en de weerstand 22, en een lamp voor het aangeven van het laadaiveau in de vorm van een neonbuis 25» die parallel is geschakeld met de hoofdopslagcondensator over een weerstand 25. 10 Wanneer de hoofdopslagcondensator 23 is opgeladen tot een voorafbepaalde laadspanning, licht de neonbuis 25 op voor het aangeven van het klaar zijn voor het flitsen.More in detail, the power source circuit A contains the battery 20, the hand-operated switch 21 and the resistor 22, which is connected 5 to the battery 20 via the switch 21. The electric charge storage circuit D comprises the main storage capacitor 23, which is connected in parallel with the battery 20 by the switch 21 and the resistor 22, and a lamp for indicating the charge level in the form of a neon tube 25, which is connected in parallel with the main storage capacitor across a resistor 25. When the main storage capacitor 23 is charged to a predetermined charging voltage, lights up the neon tube 25 to indicate flash readyness.
De trekkerimpuls-opwekkende keten E bevat een trekkerweerstand 26, een trekkercondensator 27 en een trekkertransformator 28. In de trek-15 kerimpuls-opwekkende keten E is één aansluiting van de trekkerweerstand 26 verbonden met een positieve aansluiting van de batterij 20 via de weerstand 22 en de schakelaar 21. Eén aansluiting van de trekkercondensator 27 is verbonden met de andere aansluiting van de weerstand 26, en een ingangswikkeling 28a van de trekkertransformator 28 is verbonden met 20 de andere aansluiting van de trekkercondensator 27·The trigger impulse generating circuit E includes a trigger resistor 26, a trigger capacitor 27 and a trigger transformer 28. In the pull impulse generating circuit E, one terminal of the trigger resistor 26 is connected to a positive terminal of the battery 20 through the resistor 22 and the switch 21. One terminal of the trigger capacitor 27 is connected to the other terminal of the resistor 26, and an input winding 28a of the trigger transformer 28 is connected to the other terminal of the trigger capacitor 27
De schakelketen G bevat een trekkercondensator 29, een tweede trekkertransformator 30, een synchronisatieschakelaar 31 en een schakel-element in de vorm van een eerste thyristor 32, een beschermingsweerstand 33» een poortweerstand 31*, een condensator 35 en een weerstand 36. De 25 trekkercondensator 29 is verbonden met de trekkerweerstand 26, en een ingangswikkeling 30a van de impulstransformator 30 is verbonden tussen een ingangswikkeling 28a en condensator 29. De synchronisatieschakelaar 31 is geplaatst tussen een verbindingspunt van de weerstand 26 en de condensator 27, en een verbindingspunt van de ingangswikkelingen 28a en 30a.The switching circuit G comprises a trigger capacitor 29, a second trigger transformer 30, a synchronizing switch 31 and a switching element in the form of a first thyristor 32, a protection resistor 33, a gate resistor 31 *, a capacitor 35 and a resistor 36. The trigger capacitor 29 is connected to the trigger resistor 26, and an input winding 30a of the pulse transformer 30 is connected between an input winding 28a and capacitor 29. The synchronizing switch 31 is placed between a junction of the resistor 26 and the capacitor 27, and a junction of the input windings 28a and 30a.
30 De beschermingsweerstand 33 is verbonden tussen een negatieve aansluiting van de batterij 20 en een verbindingspunt van de synchronisatieschakelaar 31 en de ingangswikkeling 30a van de impulstransformator 30. Een uit-gangswikkeling 30b van de impulstransformator 30 is verbonden tussen een poortelektrode en een kathode-elektrode van de eerste thyristor 32 via 35 de poortweerstand 3^. De schakelaar 31 is gemonteerd aan een kamera en wordt gesloten in synchronisatie met het openen van de kamerasluiter, waardoor de flitsbuizen door de werking van de flitstrekkerketen kunnen 8204993 - 12 - worden ontstoken.The protective resistor 33 is connected between a negative terminal of the battery 20 and a junction of the synchronizing switch 31 and the input winding 30a of the pulse transformer 30. An output winding 30b of the pulse transformer 30 is connected between a gate electrode and a cathode electrode of the first thyristor 32 through the gate resistor 3 ^. The switch 31 is mounted on a camera and is closed in synchronization with the opening of the camera shutter, whereby the flash tubes can be fired by the action of the flash trigger circuit.
De flit sbuiske ten. F omvat een eerste flitsbuis 17» een tweede flitsbuis 19 en een stroom-beperkende weerstand 37 voor bet beperken van de flitsstroom, die door de eerste flitsbuis 17 gaat.The flash tubes. F includes a first flash tube 17, a second flash tube 19, and a current limiting resistor 37 for limiting the flash current passing through the first flash tube 17.
5 De eerste flitsbuis 17 is voorzien van een paar stroom- geleidende hoofdelektroden 17a, 17b, en een trekkerelektrode 17c, die bij maar buiten de flitsbuis 17 is geplaatst. De tweede flitsbuis 19 is eveneens voorzien van een paar stroomgeleidende hoofdelektroden 19a, 19b en een trekkerelektrode 19c, die eveneens nabij maar buiten de flitsbuis 19 10 is opgesteld. Zoals hiervoor uiteengezet, is de eerste flitsbuis 17 aangedacht in het eerste flitsdeel 16, dat is gemonteerd aan het oppervlak van het eerste huis 11, en is de tweede flitsbuis 19 aangebracht in het tweede flitsdeel 18, gemonteerd aan één eindgedeelte van het tweede huis 12. Een stroomgeleidende hoofdelektrode 19a van de tweede flitsbuis 19 15 is verbonden met één elektrode van de hoofdopslagcondensator 23, en de andere stroomgeleidende hoofdelektrode 19b is verbondenmet een anode-elek-trode van de thyristor 32 van de schakelketen G. De trekkerelektrode 19c van de tweede flitsbuis 19 is verbonden met len aansluiting van een uit-gangswikkeling 28b van de trekkertransformator 28. Een stroomgeleidende 20 hoofdelektrode 17a is verbonden met de ene elektrode van de hoofdopslagcondensator 23 via de stroombeperkende weerstand 37, en de andere stroom geleidende hoofdelektrode 17b is verbonden met de anode van de thyristor 32 samen met de stroomgeleidende hoofdelektrode 19b van de tweede flitsbuis 19» zodat de elektroden 17b en 19b dus zijn verbonden met de andere 25 elektrode van de hoofdopslagcondensator 23 via de eerste thyristor 32.The first flash tube 17 includes a pair of current-conducting main electrodes 17a, 17b, and a trigger electrode 17c, which is placed at but outside the flash tube 17. The second flash tube 19 is also provided with a pair of current-conducting main electrodes 19a, 19b and a trigger electrode 19c, which is also located near but outside the flash tube 19. As explained above, the first flash tube 17 is provided in the first flash section 16, which is mounted on the surface of the first housing 11, and the second flash tube 19 is mounted in the second flash section 18, mounted on one end portion of the second housing 12 A main current-conducting electrode 19a of the second flash tube 19 is connected to one electrode of the main storage capacitor 23, and the other main current-conducting electrode 19b is connected to an anode electrode of the thyristor 32 of the switching circuit G. The trigger electrode 19c of the second flash tube 19 is connected to a terminal of an output winding 28b of the trigger transformer 28. A current-conducting main electrode 17a is connected to one electrode of the main storage capacitor 23 via the current-limiting resistor 37, and the other current-conducting main electrode 17b is connected to the anode of the thyristor 32 together with the main conductive electrode 19b of the second flash tube 19 »so that the electrodes 17b and 19b are thus connected to the other electrode of the main storage capacitor 23 via the first thyristor 32.
De trekkerelektrode 17c van de eerste flitsbuis 17 is verbonden met de uitgangswikkeling 28b van de trekkertransformator 28 samen met de trekkerelektrode 19c van de tweede flitsbuis 19, zodat dus de eerste flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19 tezelfdertijd in werking worden gesteld door 30 het trekkersignaal van de trekkerimpuls-opwekkende keten C.The trigger electrode 17c of the first flash tube 17 is connected to the output winding 28b of the trigger transformer 28 together with the trigger electrode 19c of the second flash tube 19, so that the first flash tube 17 and the second flash tube 19 are actuated at the same time by the trigger signal of the trigger pulse generating circuit C.
In de flitsbuisketen F is een aantal kriteria, waaraan moet worden voldaan, in zowel de flitsbuis 17 als de flitsbuis 19. Teneinde doeltreffend te werken, moet de aan de eerste flitsbuis 17 te leveren stroom van een betrekkelijk lage waarde zijn in vergelijking met die, 35 welke moet worden geleverd aan de tweede flitsbuis 19 teneinde de hoeveelheid van het door de eerste flitsbuis 17 opgewekte flitslicht kleiner te maken dan die van het flitslicht van de tweede flitsbuis 19· Om te vol- 8204993 - 13 - doen aan deze voorwaarde, moet de eerste flitsbuis 17 een betrekkelijk lage impedantie hebben in vergelijking met de tweede flitsbuis 19* Voor het verschaffen van deze lage impedantie, moet de eerste flitsbuis 17 een lage gasdruk hebben en een korte elektrode-afstand. Wanneer aan de 5 andere kant de eerste flitsbuis 17 een lage impedantie heeft, in vergelijking met de tweede flitsbuis 19» vindt het starten van het flitsen van de eerste flitsbuis 17 eerder plaats dan dat van de tweede flitsbuis 19. Voor het leveren van deze lage stroom en voor het instellen van de flitstijdsduren van de flitsbuizen 17 en 19» is de stroombeperkende 10 weerstand 37 verbonden met de eerste flitsbuis 17. Hoewel in de flitsbuis-keten E gebruik wordt gemaakt van de veerstand 37 sis het stroombeperkende element, is de uitvinding bovendien niet hiertoe beperkt, en kan ook een smoorspoel worden toegepast.In the flash tube chain F, there are a number of criteria to be met in both the flash tube 17 and the flash tube 19. In order to operate effectively, the current to be supplied to the first flash tube 17 must be of a relatively low value compared to that, 35 which must be supplied to the second flash tube 19 in order to make the amount of the flash light generated by the first flash tube 17 smaller than that of the flash light from the second flash tube 19 · In order to fulfill this condition, 8204993-13 the first flash tube 17 has a relatively low impedance compared to the second flash tube 19 * To provide this low impedance, the first flash tube 17 must have a low gas pressure and a short electrode spacing. On the other hand, when the first flash tube 17 has a low impedance, compared to the second flash tube 19, the flashing of the first flash tube 17 is started earlier than that of the second flash tube 19. To provide this low current and for adjusting the flash duration of the flash tubes 17 and 19, the current limiting resistor 37 is connected to the first flash tube 17. Although in the flash tube circuit E the spring position 37 is used as the current limiting element, the invention is moreover, not limited thereto, and a choke can also be used.
De doofketen H bevat een doofbuis 38 voor het doven van de 15 flitsbuizen 17 en 19» een veerstand 39» een eommutatiecondensator JfO en een commutatieveerstand M. De doofbuis 38 is verbonden met beide elektroden van de hoofdopslagcondensator 23 via de weerstand 39· De commu-tatiecondensator kQ is verbonden tussen een verbindingspunt van de weerstand 39 en de doofbuis 38, en de anode-elektrode van de thyristor 32, 20 en de commutatieveerstand 4l is parallel geschakeld met de thyristor 32 tussen de anode-elektrode en de kathode-elektrode daarvan.The extinguishing circuit H contains a quenching tube 38 for extinguishing the flash tubes 17 and 19 »a spring position 39» a mutation capacitor JfO and a commutation resistor M. The quench tube 38 is connected to both electrodes of the main storage capacitor 23 via the resistor 39 the capacitor kQ is connected between a junction of the resistor 39 and the quench tube 38, and the anode electrode of the thyristor 32, 20 and the commutation resistor 41 is connected in parallel with the thyristor 32 between the anode electrode and its cathode electrode.
Er is natuurlijk een aantal kriteria waaraan moet worden voldaan in de doofbuis 38. Voor een doeltreffende werking moet de doofbuis 38 ook een lage impedantie hebben in vergelijking met de tweede flits-25 buis 19. De tweede flitsbuis 19 heeft een minimale impedantie van gewoonlijk 1,5 - 2Λ. . De doofbuis 38 moet dus een impedantie hebben nabij 0,ΐΛ( Voor het verschaffen van een dergelijke lage impedantie, moet de doofbuis 38 ook een lage gasdruk hebben en een korte elektrode-afstand.There are, of course, a number of criteria to be met in the quench tube 38. For effective operation, the quench tube 38 must also have a low impedance compared to the second flash tube 19. The second flash tube 19 has a minimum impedance of usually 1 , 5 - 2Λ. . Thus, the quench tube 38 must have an impedance near 0. ΐΛ (To provide such a low impedance, the quench tube 38 must also have a low gas pressure and a short electrode spacing.
De elektroden 38a en 38b moeten in staat zijn gedurende een korte tijd een 30 zeer sterke stroom te dragen. De buis 38 moet in staat zijn om snel en gemakkelijk geleidend te worden gemaakt over het bereik waarover de spanning van de flitsbuizen 17 en 19 tijdens het flitsen verandert. De doofbuis bevat een trekkerelektrode 38c, die halverwege tussen de twee hoofdelektroden 38a en 38b is geplaatst.The electrodes 38a and 38b must be able to carry a very strong current for a short time. The tube 38 must be able to be made conductive quickly and easily over the range over which the voltage of the flash tubes 17 and 19 changes during the flash. The quench tube contains a trigger electrode 38c, which is placed midway between the two main electrodes 38a and 38b.
35 De doortrekkers ignaal-opwekkende keten I omvat een dooftrek- kertransformator k2, tvee in serie geschakelde veerstand 43 en Ut, een tweede schakelelement in de vorm van de thyristor 45, waarvan de anode- 8204993 - ill· - elektrode is verbonden met een ingangswikkeling tóa van de dooftransfor-mator tó, en een doofcondensator U6, die parallel is geschakeld met de weerstand Htó Een uitgangswikkeling tób van de dooftransformator tó is verbonden tussen de trekkerelektrode 38c van de doofbuis 38 en een ver-5 bindingspunt van de ingangswikkeling en de anode-elektrode van de thyristor tó·The pull-out signal-generating circuit I comprises a quench-puller transformer k2, series connected spring position 43 and Ut, a second switching element in the form of thyristor 45, the anode electrode of which is connected to an input winding 8204993 of the quenching transformer t0, and a quenching capacitor U6, which is connected in parallel with the resistor Ht0. An output winding t0 of the quenching transformer t0 is connected between the trigger electrode 38c of the quenching tube 38 and a connection point of the input winding and the anode electrode of the thyristor tó
De lichtgevoelige keten omvat een lichtgevoelig element in de vorm van een fotocel Vf, een condensator U8 waarvan de ene elektrode is verbonden met de positieve elektrode van de batterij 20, een Zener-10 diode tó, verbonden tussen de condensator Π8 en de fotocel tó» een poort-weerstand 50, verbonden met een poortelektrode van de thyristor tó en de fotocel Vf» een parallel geschakelde weerstand 51 en condensator 52, en een beschermingsweerstand 53·The photosensitive circuit comprises a photosensitive element in the form of a photocell Vf, a capacitor U8 whose one electrode is connected to the positive electrode of the battery 20, a Zener-10 diode tó, connected between the capacitor ator8 and the photocell tó » a gate resistor 50, connected to a gate electrode of the thyristor t0 and the photocell Vf, a parallel-connected resistor 51 and capacitor 52, and a protective resistor 53
De overeenkomstig hefc voorgaande uitgevoerde keten is als volgt 15 werkzaam.The correspondingly designed circuit operates as follows.
Wanneer de schakelaar 21 is gesloten wordt de elektrische lading opgeslagen in de hoofdopslagcondensator 23 vanuit de batterij 20 via de schakelaar 21 en de weerstand 22. Tezelfdertijd worden de trekker-condensatoren 27 en 29 geladen vanuit de batterij 20 via de trekkerweer-20 stand 26. De elektrische lading wordt ook geaccumuleerd in de condensatoren bO, k6 en U8 vanuit de batterij 20. Onder deze omstandigheden wordt de werking van de flitsbuisketen E gestart door het sluiten van de schakelaar 31 van de schakelketen D in synchronisatie met het openen van de kamerasluiter, waardoor de flitsbuizen 17 en 19 in werking worden gesteld. 25 Wanneer de schakelaar 31 is gesloten, wordt de elektrische lading van de trekkercondensator 27 ontladen door de schakelaar 31 en de ingangswikkeling 28a van de trekkertransformator 28, en wordt gelijktijdig de elektrische lading van de trekkercondensator 29 ontladen door de schakelaar 31 en de ingangswikkeling 30a van de trekkertransformator 30. Door de 30 ontlading van de condensator 27 wordt een trekker impuls opgewekt van de uitgangswikkeling 28b van de trekkertransformator 28. Op hetzelfde moment verschijnt een impuls met poortwerking van de uitgangswikkeling 30b van de impulstransformator 30 -door het ontladen van de condensator 29.When the switch 21 is closed, the electric charge is stored in the main storage capacitor 23 from the battery 20 through the switch 21 and the resistor 22. At the same time, the trigger capacitors 27 and 29 are charged from the battery 20 through the trigger resistor 26. The electric charge is also accumulated in the capacitors bO, k6 and U8 from the battery 20. Under these conditions, operation of the flash tube circuit E is started by closing the switch 31 of the switching circuit D in synchronization with the opening of the camera shutter, whereby the flash tubes 17 and 19 are actuated. When the switch 31 is closed, the electrical charge of the trigger capacitor 27 is discharged by the switch 31 and the input winding 28a of the trigger transformer 28, and simultaneously the electrical charge of the trigger capacitor 29 is discharged by the switch 31 and the input winding 30a of the trigger transformer 30. By discharging capacitor 27, a trigger pulse is generated from the output winding 28b of the trigger transformer 28. At the same time, a gate pulse appears from the output winding 30b of the pulse transformer 30 - by discharging the capacitor 29 .
De opgeslagen spanning in de hoofdopslagcondensator 23 ver-35 schijnt ook over de elektroden 17a en 17b van de eerste flitsbuis 17 en over de elektroden 19a en 19b van de tweede flitsbuis 19·The stored voltage in the main storage capacitor 23 also appears across the electrodes 17a and 17b of the first flash tube 17 and across the electrodes 19a and 19b of the second flash tube 19
De trekkerimpuls van de uitgangswikkeling 28b van de trekker- 8204993 -15- transformator 28 wordt gelegd aan de trekkerelektroden 17c en 19c van de buizen 17 en 19. De ontstekingsimpuls van de uitgangsvikkeling 30b van de trekkertransforaator 30 wordt gelegd aan de poortelektrode van de eerste thyristor 32, en de thyristor 32 wordt ingeschakeld. Wanneer de 5 thyristor 32 geleidend wordt, start de eerste flitsbuis 17 een flits-ontlading tussen de elektroden 17a en 17b, en start op hetzelfde moment ook de tweede flitsbuis 19 een flits tussen de elektroden 19a en 19b, omdat elke trekkerelektrode 17c en 19c gemeenschappelijk is verbonden met de uitgangsvikkeling 28b van de trekkertransformator 28. Onder normale 10 omstandigheden gaat dus de flits door totdat de hoofdopslagcondensator 23 heeft ontladen via de buizen 17 en 19 tot het punt, waarop de spanning de flits over de buizen 17 en 19 niet langer ondersteunt. Dat vereist gewoonlijk enkele ms.The trigger pulse from the output winding 28b of the trigger 8204993-15 transformer 28 is applied to the trigger electrodes 17c and 19c of the tubes 17 and 19. The ignition pulse from the output coil 30b of the trigger transformer 30 is applied to the gate electrode of the first thyristor 32, and the thyristor 32 is turned on. When the thyristor 32 becomes conductive, the first flash tube 17 starts a flash discharge between the electrodes 17a and 17b, and at the same time the second flash tube 19 also starts a flash between the electrodes 19a and 19b, because each trigger electrode 17c and 19c are common is connected to the output filing 28b of the trigger transformer 28. Thus, under normal conditions, the flash continues until the main storage capacitor 23 has discharged through the tubes 17 and 19 to the point where the voltage no longer supports the flash across the tubes 17 and 19 . This usually requires a few ms.
De lichtgevoelige keten neemt het flitslicht van de buizen 15 17 en 19 waar en stelt automatisch de maximale tijdsduur in van de over de buizen 17 en 19 geproduceerde flits. De maximale tijdsduur van de flits blijft op de tijd, bepaald door de ontlading van de hoofdopslagcondensator 23 via de eerste en tweede flitsbuizen 17 en 19.The light-sensitive circuit detects the flash light from the tubes 15, 17 and 19 and automatically sets the maximum duration of the flash produced over the tubes 17 and 19. The maximum flash duration remains on time determined by the discharge of the main storage capacitor 23 through the first and second flash tubes 17 and 19.
Wanneer meer in het bijzonder het flitslicht wordt terugge-20 kaatst in de fotocel 1*7 vanaf het onderwerp, dat wordt gefotografeerd, neemt de weerstand van de fotocel 1*7 snel af volgende op het invallende flitslicht. Aangezien de vervaltijd van de geleidbaarheid van de fotocel 1*7 laag is in vergelijking met het flitsinterval, integreert de fotocel 1*7 in en op zichzelf doeltreffend het invallende licht, waarbij dit in-25 vallende licht wordt omgezet in een spahningssignaal met een toenemende grootte, verschijnende bij de beschermingsweerstand 53, en vandaar naar de Zener-diode 1*9· Wanneer het signaal bij de Zener-diode 1*9 een voorafbepaalde en vaste doorslagspanning heeft bereikt, wordt de Zener-diode 1*9 plotseling geleidend en wordt een spanning ontwikkeld over de weer-30 stand 50, die een scherpe energie-impuls produceert naar de poortelektrode van de thyristor 1*5. De aan de poortelektrode van de thyristor 1*5 gelegde scherpe impuls doet de thyristor 1*5 plotseling geleidend worden, waardoor de condensator 1*8 doeltreffend wordt kortgesloten. Dit doet de condensator 1*8 weer ontladen voor het zodoende leggen van een scherpe 35 energie-impuls aan de ingangswikkeling l*2a van de dooft rans format or 1*2.More specifically, when the flash light is reflected back into the photocell 1 * 7 from the subject being photographed, the resistance of the photocell 1 * 7 decreases rapidly following the incident flash light. Since the decay time of the conductivity of the photocell 1 * 7 is low compared to the flash interval, the photocell 1 * 7 effectively integrates into and by itself the incident light, converting this incident light into a voltage signal with an increasing size, appearing at the protective resistor 53, and from there to the Zener diode 1 * 9 · When the signal at the Zener diode 1 * 9 has reached a predetermined and fixed breakdown voltage, the Zener diode 1 * 9 suddenly becomes conductive and a voltage developed across the resistor 50, which produces a sharp energy pulse to the gate of the thyristor 1 * 5. The sharp pulse applied to the gate electrode of thyristor 1 * 5 causes the thyristor 1 * 5 to become suddenly conductive, effectively shorting capacitor 1 * 8. This causes the capacitor 1 * 8 to discharge again, thus applying a sharp energy impulse to the input winding 1 * 2a of the quenching rans format or 1 * 2.
De transformator 1*2 zendt de trekker impuls van de uitgangsvikkeling l+2b daarvan naar de trekkerelektrode 38c van de doofbuis 38. Die trekkerimpuls 8204993 - 16 - doet de doofbuis 38 ogenblikkelijk geleidend worden.The transformer 1 * 2 sends the trigger pulse from its output coil 1 + 2b to the trigger electrode 38c of the quench tube 38. That trigger pulse 8204993 - 16 makes the quench tube 38 instantly conductive.
Wanneer de doofbuis 38 geleidend wordt, ontlaadt ook de elektrische lading van de commutatiecondensator hO door de doofbuis 38 en de commutatieweerstand i+1, waardoor de spanning wordt geïnduceerd tussen 5 beide aansluitingen van de commutatieweerstand 1+1 om zodoende van positieve polariteit te zijn aan de kathode-elektrodezijde van de eerste thyristor 32 na een tijdinterval, bepaald door een tijdconstante van de condensator 1+0 en de weerstand 1+1. Deze geïnduceerde spanning aan de weerstand 1+1 doet de eerste thyristor 32 uitschakelen. Wanneer de eerste 10 thyristor niet geleidend wordt, worden de eerste en de tweede flitsbuizen 17 en 19 tezelfdertijd en ogenblikkelijk gedoofd, omdat de stroomgeleiden-de hoofdelektroden 17¾ en 19¾ van de flitsbuizen 17 en 19 gemeenschappelijk zijn verbonden met de anode-elektrode van de eerste thyristor 32.When the quench tube 38 becomes conductive, the electrical charge of the commutation capacitor hO also discharges through the quench tube 38 and the commutation resistor i + 1, thereby inducing the voltage between both terminals of the commutation resistor 1 + 1 so as to be of positive polarity to the cathode electrode side of the first thyristor 32 after a time interval, determined by a time constant of the capacitor 1 + 0 and the resistor 1 + 1. This induced voltage at resistor 1 + 1 causes the first thyristor 32 to turn off. When the first 10 thyristor does not become conductive, the first and second flash tubes 17 and 19 are extinguished simultaneously and instantaneously, since the main conductive electrodes 17¾ and 19¾ of the flash tubes 17 and 19 are jointly connected to the anode electrode of the first thyristor 32.
Aangezien in dit geval de doofbuis 38, indien geleidend, de 15 veel lagere impedantie heeft dan de eerste flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19, wordt vrijwel alle in de hoofdopslageondensator 23 opgeslagen energie ontladen door de stroom-begrenzende weerstand 39 en de doofbuis 38, waardoor de eerste flitsbuis 17 en de tweede flitsbuis 19 op een zodanig tijdstip worden gedoofd, dat voldoende licht is terugge-20 kaatst op de fotocel 1+7 voor het teweeg brengen van het starten van het doven.Since in this case, the quench tube 38, if conductive, has the much lower impedance than the first flash tube 17 and the second flash tube 19, almost all of the energy stored in the main storage capacitor 23 is discharged by the current-limiting resistor 39 and the quench tube 38, whereby the first flash tube 17 and the second flash tube 19 are extinguished at such a time that sufficient light is reflected back to the photocell 1 + 7 to trigger the extinguishing start.
Fig. 10 toont een andere uitvoeringsvorm van een stuurketen.Fig. 10 shows another embodiment of a control circuit.
Deze flitsstuurketen omvat een gelijkstroomkrachtbronketen A, een omzetterketen B voor het in een wisselspanning omzetten en verster-25 ken van een gelijkspanning van de gelijkspanningkrachtbronketen A, een gelijkrichterketen C voor het gelijkrichten van de wisselspanning van de omzetterketen B, een elektrische ladingopslagketen D voor het leveren van de elektrische energie aan de flitsbuizen 16 en 18, een trekkerimpuls-opwekkend middel voor het in werking stellen van een flitsbuisketendeel, 30 een schakelketendeel voor het bedienen van het flitsbuisketendeel, een blusketendeel voor het doven van het flitsbuisketendeel, en een dooftrek-kersignaal-opwekkend ketendeel voor het bedienen van het doofketendeel.This flash control circuit comprises a DC power source circuit A, a converter circuit B for converting and amplifying an DC voltage from the DC power source circuit A to a rectifier circuit C for rectifying the AC voltage of the converter chain B, an electric charge storage circuit D for supplying of the electrical energy to the flash tubes 16 and 18, a trigger pulse generating means for actuating a flash tube chain section, a switching circuit section for operating the flash tube chain section, a quenching chain section for extinguishing the flash tube chain section, and a quench trigger signal. generating chain part for operating the quenching chain part.
De‘ flitsstuurketen omvat verder een spanning-opwekkende keten S, in werking gesteld door een startsignaal van het trekkersignaal,op-35 wekkende ketendeel voor het opwekken van een spanningssignaal, een licht-ontvangende keten voor het waarnemen van flitslicht, opgewekt door het flitsbuisketendeel en.teruggekaatst vanaf een te fotograferen onder- 8204993 - 17 - werp, en geleidend in aanspreking op de hoeveelheid teruggekaatst licht, een integreerketen Lg, waarin het laadt ij dinterval verandert overeenkom-s tig de geleiding van de licht-ontvangende keten , een tijdbepalende keten T voor het sturen van de tijdhepaling van terugstelling van de in-5 tegreerketen Lg, een vergelijkingsspanninginstelketen M voor het instellen van een aantal vergelijkingsspanningen, een vergelijkerketen N, die een spanningssignaal ontvangt van de integreerketen Lg en een vergelij-kingsspanningssignaal van de vergelijkingsspanningsinstelketen M, een versterkerketen P voor het versterken van een uitgangssignaal van de ver-10 gelijkerketen N, en een tijdvertragingsketen Q voor het vertragen van het terugstellen.The flash control circuit further comprises a voltage generating circuit S actuated by a trigger signal start signal, generating circuit part for generating a voltage signal, a light receiving circuit for detecting flash light generated by the flash tube chain part and reflected from a subject to be photographed, and conducting in response to the amount of reflected light, an integrating circuit Lg, in which it charges during the interval changes according to the conductivity of the light-receiving circuit, a timing circuit T for controlling the reset timing of the integrator circuit Lg, a comparator voltage adjustment circuit M for setting a number of comparator voltages, a comparator circuit N, which receives a voltage signal from the integrator circuit Lg and a comparator voltage signal from the comparator voltage adjuster M, an amplifier circuit P for amplifying an output signal of the comparator circuit N, and a time delay circuit Q for delaying the reset.
Het flitsbuisketendeel bestaat uit een eerste flitsbuisketen Fj, die een flitsbuis 16 bevat, en een tweede flitsbuisketen Fg, die een tweede flitsbuis 18 bevat. Het trekkersignaal-opwekkende middel omvat 1^ een eerste trekkersignaal-opwekkende keten E^ voor het in werking stellen van de eerste flitsbuis 16 van de eerste flitsbuisketen F^, en een tweede trekkersignaal-opwekkende keten Eg voor het in werking stellen van de tweede flitabui. 18 ven de tweede flitsboeten F2. Het scheielketen-deel omvat een eerste schakelketen G^ voor het besturen van de flits-20 stroom van de eerste flitsbuis 16, en een tweede schakelketen Gg voor het sturen van de flitsstroom van de tweede flitsbuis 18. Het doofketenmiddel omvat een eerste doofketen voor het sturen van het schakelen van de eerste schakelketen G^, en een tweede doofketen Hg voor het sturen van het schakelen van een tweede schakelketen Gg.The flash tube chain portion consists of a first flash tube chain Fj containing a flash tube 16 and a second flash tube chain Fg containing a second flash tube 18. The trigger signal generating means 1 ^ comprises a first trigger signal generating circuit E ^ for actuating the first flash tube 16 of the first flash tube circuit F ^, and a second trigger signal generating circuit Eg for activating the second flash tube . 18 of the second flash fines F2. The shingled chain portion includes a first switching circuit G ^ for controlling the flash current of the first flash tube 16, and a second switching circuit Gg for controlling the flash current of the second flash tube 18. The quench chain means comprises a first quench circuit for controlling switching of the first switching circuit G ^, and a second quenching circuit Hg for controlling switching of a second switching circuit Gg.
25 D. eerste trekkersignaal-opwekkende keten E, bevat een trek- kerweerstand 68, een synchronisatieschakelaar 69, een trekkercondensator 71, een weerstand 70 en een eerste trekkertransformator 72. In de eerste trekkersignaal-opwekkende keten E^ is één aansluiting van de trekker-weerstand 68 verbonden met de kathode-elektrode van een diode 63a. Een 30 aansluiting van de trekkercondensator 71 is verbonden met de andere aansluiting van de weerstand 68 en de hoofdopslagcondensator 6h via de weerstand 70. De eerste trekkertransformator 72 omvat een ingangswikke-ling 72a en een uitgangswikkeling 72b. De ingangswikkeling 72a is parallel geschakeld met de trekkercondensator 71 over de synchronisatiescha-35 kelaar 69. De uitgangswikkeling 72b van de eerste trekkertransformator 72 is verbonden met een trekkerelektrode 16c van de flitsbuis 16. De tweede trekkersignaal-opwekkende keten Eg bevat een trekkerzeerst and 73, 8204993 - 18 - een tweede trekkercondensator J6, een tweede trekkertransformator 67, een schakelelement in de vorm van een thyristor jb, een poort condensator 75a en trekkerweerstand 72. In de tweede trekkersignaal-opwekkende keten E^ is één aansluiting van de trekkerweerstand 73 verbonden met de 5 diode 63a, en is de tweede trekkercondensator 76 verbonden met de andere aansluiting van de weerstand 73. Een ingangswikkeling 77a van de tweede trekkertransformator 77 is parallel geschakeld met de tweede trekkercondensator j6 via het schakelelement in de vorm van de thyristor 7^·D. first trigger signal generating circuit E, includes a trigger resistor 68, a synchronizing switch 69, a trigger capacitor 71, a resistor 70 and a first trigger transformer 72. In the first trigger signal generating circuit E1, one terminal of the trigger resistor 68 connected to the cathode electrode of a diode 63a. A terminal of the trigger capacitor 71 is connected to the other terminal of the resistor 68 and the main storage capacitor 6h through the resistor 70. The first trigger transformer 72 includes an input winding 72a and an output winding 72b. The input winding 72a is connected in parallel with the trigger capacitor 71 across the synchronization switch 69. The output winding 72b of the first trigger transformer 72 is connected to a trigger electrode 16c of the flash tube 16. The second trigger signal generating circuit Eg includes a trigger first and 73, 8204993 - 18 - a second trigger capacitor J6, a second trigger transformer 67, a switching element in the form of a thyristor jb, a gate capacitor 75a and trigger resistor 72. In the second trigger signal generating circuit E ^, one terminal of the trigger resistor 73 is connected to the diode 63a, and the second trigger capacitor 76 is connected to the other terminal of the resistor 73. An input winding 77a of the second trigger transformer 77 is connected in parallel with the second trigger capacitor j6 via the switching element in the form of the thyristor 7 ^
Een condensator 75a voor het voorkomen van ruis en een weerstand 75 voor 10 het stabiliseren van het in werking stellen van de thyristor 7^ zijn verbonden tussen een poortelektrode en een kathode-elektrode van de thyristor 7^.A capacitor 75a for preventing noise and a resistor 75 for stabilizing actuation of the thyristor 71 are connected between a gate electrode and a cathode electrode of the thyristor 71.
De spanning-opwekkende keten S omvat een condensator 70, die is verbonden met de diode 63a van de gelijkrichterketen C via een be-15 schermingsweerstand 11k, een schakelelement in de vorm van een thyristor 115» waarvan een anode-elektrode is verbonden met een condensator 113 via een beschermingsweerstand 11U en een gelijke spanning-opwekkend element in de vorm van een Zener-diode 116, die is verbonden tussen de thyristor 115 en de condensator 113. De Zener-diode 116 is verbonden met de licht-20 ontvangende keten L^, de integreerketen L^, de tijdbepalende keten T, de vergelijkingsspanning-instelketen M en de vergelijker keten N.The voltage generating circuit S comprises a capacitor 70, which is connected to the diode 63a of the rectifier circuit C via a protective resistor 11k, a switching element in the form of a thyristor 115, an anode electrode of which is connected to a capacitor 113 via a protective resistor 11U and an equal voltage generating element in the form of a Zener diode 116, which is connected between the thyristor 115 and the capacitor 113. The Zener diode 116 is connected to the light-receiving circuit L ^ , the integrating circuit L ^, the timing circuit T, the comparison voltage setting circuit M and the comparator circuit N.
De licht-ontvangende keten omvat een licht-ontvangend element in de vorm van een fototransistor U7. De integreerketen Lg omvat een weerstand 118 en een integreercondensator 119· De fototransistor U7 25 van de licht-ontvangende keten is verbonden met de Zener-diode 116 van de spanning-opwekkende keten S via de diode 117- De integreercondensator 119 van de integreerketen is verbonden met de fototransistor U7 via de integreerweerstand 118.The light-receiving circuit comprises a light-receiving element in the form of a phototransistor U7. The integrating circuit Lg comprises a resistor 118 and an integrating capacitor 119 · The phototransistor U7 of the light-receiving circuit is connected to the Zener diode 116 of the voltage-generating circuit S via the diode 117- The integrating capacitor 119 of the integrating circuit with the phototransistor U7 via the integrating resistor 118.
De keten voor het bepalen van de tijd voor het terugstellen van 30 het integreren in de vorm van een klokketen T omvat een laadweerstand 122 en een condensator 123, die is verbonden met de spanning-opwekkende keten S via de weerstand 122. De vergelijkingsspanning-instelketen M omvat een spanningsdeler 125, die is verbonden met een verbindingspunt van de thyristor 115 en de Zener-diode 116 van de spanning-opwekkende keten S via 35 een regelbare weerstand 126. De vergelijkerketen N omvat een aantal vergelijker element en 127a en 127b, welke elementen elk in werking worden gesteld door verschillende werkspanningen, zoals 2V en 2,5V. De vergelijker- 8204993 .-19-- elementen zijn respectievelijk verbonden met de integreerketen L2 en de vergelijkingsspanning-instelketen M. Elk der vergelijker element en 127a en 127b is ingesteld om te worden bediend door een andere spanning, en is verbonden met de bijbehorende aftakkingen van de veer stands element en 126a 5 en 126b van de spanningsdeler 126 en de integreerketen Lg en de integreer-terugstelketen K.The circuit for determining the time for resetting the integrate in the form of a clock circuit T comprises a charging resistor 122 and a capacitor 123, which is connected to the voltage generating circuit S via the resistor 122. The comparison voltage setting circuit M includes a voltage divider 125, which is connected to a junction of the thyristor 115 and the Zener diode 116 of the voltage generating circuit S through a controllable resistor 126. The comparator circuit N includes a plurality of comparator elements and 127a and 127b, which elements are each operated by different operating voltages, such as 2V and 2.5V. The comparator 8204993.-19-- elements are respectively connected to the integrator circuit L2 and the comparator voltage adjustment circuit M. Each of the comparator element and 127a and 127b is set to be operated by a different voltage, and is connected to the associated taps of the spring stands element and 126a 5 and 126b of the voltage divider 126 and the integrating circuit Lg and the integrating reset circuit K.
De versterkerketen P omvat een versterkerelement 128a, dat is verbonden met het vergelijkerelement 127a, en een versterkerelement 128b, dat is verbonden met het vergelijkerelement 128b van de vergelijkerketen 10 N. De tijdvertragingsketen Q omvat een weerstand 129, verbonden met een uitgangsaansluiting van het vergelijkerelement 128b van de vergelijkerketen P, een condensator 130, verbonden met de weerstand en de condensator 123 van de tijdbepalende keten T, en een diode 131, waarvan de anode-elektrode is verbonden met een verbindingspunt van de weerstand 129 en 15 de condensator 130, en waarvan een kathode-elektrode is verbonden met de basiselektrode van de transistor 121 van de integreerketen Lg. De flits-keuzeketen R omvat een eerste wisselschakelaar 132, een blokkeerdiode 133 en een weerstand 136 en een diode 134. De wisselschakelaar 132 heeft vaste contacten 132a en 132b en een beweegbaar contact 132c. Het beweeg-20 bare contact 132c van de eerste wisselschakelaar 132 is verbonden met een uitgangsaansluiting van het eerste vergelijkerelement 128a. Het beweegbare contact 132a is verbonden met een anode-elektrode van de blokkeerdiode 133 en een anode-elektrode van de diode 135· Een kathode-elektrode is verbonden met de poortelektrode van de thyristor 83A van de 25 eerste doofketen via de weerstand 134. Een kathode-elektrode van de diode 134 is verbonden met de poortelektrode van de thyristor 74 van de tweede trekkersignaal-opwekkende keten Eg. De tweede wisselschakelaar 137 heeft vaste contacten 137a en 137b en een beweegbaar contact 137c.The amplifier circuit P comprises an amplifier element 128a, which is connected to the comparator element 127a, and an amplifier element 128b, which is connected to the comparator element 128b of the comparator circuit 10 N. The time delay circuit Q comprises a resistor 129, connected to an output terminal of the comparator element 128b. of the comparator circuit P, a capacitor 130 connected to the resistor and the capacitor 123 of the timing circuit T, and a diode 131, the anode electrode of which is connected to a junction of the resistors 129 and 15, the capacitor 130 of which a cathode electrode is connected to the base electrode of the transistor 121 of the integrator circuit Lg. The flash select circuit R includes a first toggle switch 132, a blocking diode 133 and a resistor 136 and a diode 134. The toggle switch 132 has fixed contacts 132a and 132b and a movable contact 132c. The movable contact 132c of the first toggle switch 132 is connected to an output terminal of the first comparator element 128a. The movable contact 132a is connected to an anode electrode of the blocking diode 133 and an anode electrode of the diode 135 · A cathode electrode is connected to the gate electrode of the thyristor 83A of the first quench circuit through the resistor 134. A cathode electrode of the diode 134 is connected to the gate electrode of the thyristor 74 of the second trigger signal generating circuit Eg. The second changeover switch 137 has fixed contacts 137a and 137b and a movable contact 137c.
Het beweegbare contact 137c is verbonden met de uitgangsaansluiting van 30 het tweede vergelijkerelement 128b via de diode 136. Het vaste contact 137a is verbonden met de poortelektrode van een thyristor 83b van de tweede doofketen Hg via een weerstand 138. Het vaste contact 137a van de tweede wisselschakelaar 137 is verbonden met de thyristor van de eerste doofketen via de weerstand 134.The movable contact 137c is connected to the output terminal of the second comparator element 128b via the diode 136. The fixed contact 137a is connected to the gate electrode of a thyristor 83b of the second quenching circuit Hg via a resistor 138. The fixed contact 137a of the second toggle switch 137 is connected to the thyristor of the first quench circuit through resistor 134.
35 De volgens het voorgaande geconstrueerde keten werkt als volgt.The chain constructed according to the foregoing operates as follows.
Wanneer de krachtbronschakelaar 21 IN is gemaakt, stelt de span- 8204993 - 20 - ningsketen B een trilling in werking, waardoor de hoge spanning wordt geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 61b van de transformator 61. De versterkte wisselspanning wordt gelijk gericht door de gelijkrichterketen C, waarna elektrische lading wordt opgeslagen in de hoofdopslagcondensa-5 tor 6U. Wanneer de hoofdopslagcondensator 6b volledig is geladen totaan de voorafbepaalde spanning, licht de neon gloeilamp 6j op om aan te geven, dat de inrichting klaar is voor het ontsteken van de flitsbuis 17 en 19· Gelijktijdig worden de trekkercondensatoren 71 en f6 geladen door de hoge gelijkspanning van de gelijkrichterketen C. In deze omstandigheden wordt 10 de werking van het flitsbuisdeel gestart door het sluiten van de schakelaar 69 van de eerste trekkerimpuls-opwekkende keten in synchronisatie met het openen van de kamerasluiter, waardoor de eerste flitsbuis 17 kan ontsteken. Wanneer de schakelaar 69 is gesloten, wordt de elektrische lading van de trekkercondensator 33 ontladen door de schakelaar 69 en de 15 ingangswikkeling 72a van de trekkertransformator 72. Door het ontladen van de condensator 71, worden trekkerimpulsen opgewekt van de uitgangs-wikkeling j6b en de waarneemwikkeling 76c van de trekkertransformator 72. De opgeslagen spanning in de eerste hoofdopslagcondensator 6b verschijnt over de elektroden 17a en 17b van de eerste flitsbuis 17· De trekkerim-20 puls, opgewekt van de uitgangswikkeling 76b, wordt gelegd aan de trekker-elektrode 17c van de eerste flitsbuis 17» waardoor de eerste flitsbuis 17 in werkzame toestand wordt gebracht.When the power source switch 21 is made IN, the voltage circuit 8204993-20 causes a vibration to induce the high voltage induced on the secondary winding 61b of the transformer 61. The amplified AC voltage is rectified by the rectifier circuit C, after which electric charge is stored in the main storage capacitor 6U. When the main storage capacitor 6b is fully charged up to the predetermined voltage, the neon light bulb 6j lights up to indicate that the device is ready to ignite the flash tube 17 and 19 · Simultaneously, the trigger capacitors 71 and f6 are charged by the high DC voltage of the rectifier circuit C. In these conditions, the operation of the flash tube portion is started by closing the switch 69 of the first trigger pulse generating circuit in synchronization with the opening of the camera shaft shutter, thereby allowing the first flash tube 17 to fire. When the switch 69 is closed, the electrical charge of the trigger capacitor 33 is discharged by the switch 69 and the input winding 72a of the trigger transformer 72. By discharging the capacitor 71, trigger pulses are generated from the output winding j6b and the sense winding 76c of the trigger transformer 72. The stored voltage in the first main storage capacitor 6b appears across the electrodes 17a and 17b of the first flash tube 17. The trigger imp pulse generated from the output winding 76b is applied to the trigger electrode 17c of the first flash tube 17, whereby the first flash tube 17 is brought into operating condition.
De vijfde thyristor 115 van de spanning-opwekkende keten S wordt in werkzame, toestand en tot doorslaan gebracht door een trekkersig-25 naai van de waarneemwikkeling J60 van de trekkertransformator j6. Door het doorslaan van de vijfde thyristor J6 wordt een spanning van de condensator 113 gelegd aan de Zener-diode 116 voor het opwekken van een vooraf-bepaalde gelijke spanning, zoals 20V. De gelijke spanning, geproduceerd door de Zener-diode 116 wordt gelegd aan de licht-ontvangende keten , 30 d e integreerketen L^, de vergelijkingsspamning-instelketen M, de verge-lijkerketen II en de klokketen T.The fifth thyristor 115 of the voltage-generating circuit S is made operative and tripped by a trigger sew of the sensing winding J60 of the trigger transformer j6. By breaking the fifth thyristor J6, a voltage from the capacitor 113 is applied to the Zener diode 116 to generate a predetermined equal voltage, such as 20V. The equal voltage produced by the Zener diode 116 is applied to the light-receiving circuit, the integrating circuit L, the comparative voltage setting circuit M, the comparator circuit II and the clock circuit T.
Onder deze omstandigheden ontvangt de fototransistor bj van de licht-ontvangende keten teruggekaatst licht, dat is geproduceerd door de eerste flitsbuis 17 van de eerste flitsbuisketen F^, en terugge-35 kaatst van het te fotograferen onderwerp (niet weergegeven in fig. 10), en wordt geleidend in aanspreking op de hoeveelheid van het teruggekaatste licht. Door de geleiding van de fototransistor bj, wordt elektrische 8204993 - 21 - lading opgeslagen in de integreercondensator 119 van de integreerketen Lg» waardoor de laadspanning van de integreercondensator 119 toeneemt tot een voorafbepaalde waarde, die overeenkomt met de hoeveelheid flitslicht. De laadspanning van de integreercondensator 119 wordt gelegd aan 5 de vergelijkerketen N. Aan de andere kant produceert de vergelijkings-spanningen-instelketen M een aantal vergelij kings spanningen, dat wordt gelegd aan de vergelijkerketen N. In dit geval is de vergelijkingsspan-nings-instelketen M ingesteld voor het produceren van het aantal verge-lijkingsspanningen, zoals bijvoorbeeld 2V en 2,5V. De vergelijkerketen N 10 omvat een vergelijker element 127a, in werking gesteld bij 2V, en een vergelijker element 127b, in werking gesteld bij 2,5V.Under these conditions, the phototransistor bj of the light-receiving circuit receives reflected light produced by the first flash tube 17 from the first flash tube chain F1, and reflected from the subject to be photographed (not shown in Fig. 10), and becomes conductive in response to the amount of the reflected light. By conducting the phototransistor bj, electrical charge 8204993-21 is stored in the integrating capacitor 119 of the integrating circuit Lg, thereby increasing the charging voltage of the integrating capacitor 119 to a predetermined value corresponding to the amount of flash light. The charging voltage of the integrating capacitor 119 is applied to the comparator circuit N. On the other hand, the comparative voltage setting circuit M produces a number of comparative voltages which is applied to the comparator circuit N. In this case, the comparative voltage setting circuit is M set to produce the number of comparison voltages, such as, for example, 2V and 2.5V. The comparator circuit N10 includes a comparator element 127a operated at 2V and a comparator element 127b activated at 2.5V.
Wanneer de laadspanning van de integreercondensator 119 de voorafbepaalde waarde bereikt, zoals 2V, wekt het vergelijkerelement 127a een versterkend uitgangssignaal op. Het uitgangssignaal van het 15 eerste vergeli jkerelement 127a wordt geleverd aan de thyristor 83A van de eerste doofketen H1 via de diode 133 en 13^ als het signaal met poort-werking, en wordt tezelfdertijd geleverd aan de thyristor 7^ van de tweede trekkersignaal-opwekkende keten Eg via de diode 135» waardoor de thyristoren 83A en 79 geleidend worden gemaakt. Door de geleiding van de 20 thyristor 83A van de eerste doofketen wordt tezelfdertijd de eerste flitsbuis 16 gedoofd.When the charging voltage of the integrating capacitor 119 reaches the predetermined value, such as 2V, the comparator 127a generates an amplifying output signal. The output of the first comparator element 127a is supplied to the thyristor 83A of the first quenching circuit H1 through the diodes 133 and 13 ^ as the gate-operated signal, and at the same time is supplied to the thyristor 7 ^ of the second trigger signal generator. circuit Eg via the diode 135, making the thyristors 83A and 79 conductive. At the same time, the first flash tube 16 is extinguished by the conduction of the thyristor 83A of the first extinguishing chain.
Doop. de geleiding van de thyristor Jb van de tweede trekker-signaal-opwekkende keten Eg, wordt elektrische lading, opgeslagen in de tweede trekkercondenaator J6 ontladen via de ingangsvikkeling 77a van de 25 tweede trekkertransformator 77, en wordt een hoogspanningsimpuls opgewekt aan de uitgangswikkeling 7Tb. De hoogspanningsimpuls, geproduceerd aan de uitgangswikkeling 77b wordt gelegd aan de trekkerelektrode 18c van de tweede flitsbuis 19, waardoor de tweede flitsbuis 19 begint te flitsen. In dit geval blijft de laadspanning van de integreercondensator 30 119 van de integreerketen Lg toenemen. De fototransistor 1+7 neemt verder teruggekaatst licht waar, dat wordt opgewekt van de tweede flitsbuis 19 van de tweede flitsbuisketen Fg en is teruggekaatst van het te fotograferen onderwerp. De laadspanning neemt verder toe als gevolg van het teruggekaatste licht van de tweede flitsbuis 19· Wanneer de laadspanning van 35 de integreercondensator 119, 2,5V bereikt, voert het tweede vergelijker-element 86b een signaal uit. Het uitgangssignaal van het vergelijkerelement 127b wordt versterkt door een versterker 128b. Een uitgangssignaal van de versterker 127b wordt geleverd aan de thyristor 83b van de 8204993 - 22 - tweede doofketen ïï^ voor het doen doorslaan van de thyristor. Door de geleiding van de thyristor 83b wórdt de tweede flitsbuis 19 van de tweede flitsbuisketen Fg gedoofd.Baptism. the conductor of the thyristor Jb of the second trigger signal generating circuit Eg, electric charge stored in the second trigger capacitor J6 is discharged through the input winding 77a of the second trigger transformer 77, and a high voltage pulse is generated at the output winding 7Tb. The high voltage pulse produced at the output winding 77b is applied to the trigger electrode 18c of the second flash tube 19, causing the second flash tube 19 to flash. In this case, the charging voltage of the integrating capacitor 119 of the integrating circuit Lg continues to increase. The phototransistor 1 + 7 further detects reflected light generated from the second flash tube 19 of the second flash tube chain Fg and reflected from the subject to be photographed. The charging voltage further increases due to the reflected light from the second flash tube 19 · When the charging voltage of the integrating capacitor 119 reaches 2.5V, the second comparator element 86b outputs a signal. The output of comparator 127b is amplified by an amplifier 128b. An output from the amplifier 127b is supplied to the thyristor 83b of the 8204993-22 second quench circuit to trip the thyristor. By the conduction of the thyristor 83b, the second flash tube 19 of the second flash tube chain Fg is extinguished.
Het versterkte uitgangssignaal van het tweede versterkerelement 5 12Jb van de versterkerketen P wordt verder geleverd aan de integreerketen Lg via de tijdvertragingsketen Q. Gedetailleerder wordt het uitgangssignaal van-de tweede versterker 127b geleverd aan de basiselektrode van de transistor 121 via de weerstand 129 en de diode 131, waardoor de transistor 121 geleidend wordt gemaakt na een tijdinterval als gevolg van de 10 tijdvertragingsketen Q. Wanneer de transistor 121 geleidend wordt, wordt de elektrische lading van de integreercondensator 119 van de integreerketen Lg ontladen door de collector-emitterbaan van de transistor 121 voor het terugstellen van de integreerwerking van de integreerketen Lg. Wanneer de afstand tussen het te fotograferen onderwerp en de flitsinrich-15 ting klein is, wordt de integreerwerking van de integreerketen Lg ingesteld door de weerstand 120, en wordt een deel van de aan de integreercondensator 119 te leveren stroom door de weerstand 120 omgeleid.The amplified output of the second amplifier element 5 12Jb of the amplifier circuit P is further supplied to the integrator circuit Lg via the time delay circuit Q. More detailed, the output of the second amplifier 127b is supplied to the base electrode of the transistor 121 through the resistor 129 and the diode 131, making the transistor 121 conductive after a time interval due to the time delay circuit Q. When the transistor 121 becomes conductive, the electric charge of the integrating capacitor 119 of the integrating circuit Lg is discharged through the collector-emitter path of the transistor 121 resetting the integrating action of the integrating chain Lg. When the distance between the subject to be photographed and the flash device is small, the integrating action of the integrating circuit Lg is set by the resistor 120, and part of the current to be supplied to the integrating capacitor 119 is diverted by the resistor 120.
Aangenomen wordt, dat de eerste flitsbuis 17 flitst nadat de schakelaar 69 is gesloten, en ophoudt te flitsen na het voorafbepaalde 20 tijdinterval vanaf het begin van het flitsen van de eerste flitsbuis 17· Wanneer de eerste flitsbuis 17 begint te flitsen, produceert de spanning-opwekkende keten S de spanning, en ontvangt de licht-ontvangende keten L.j het flitslicht, dat is teruggekaatst van het te fotograferen onderwerp. In dit geval wordt de fototransistor 1+7 geleidend gemaakt in aanspreking 25 op de teruggekaatste lichthoeveelheid van terugkaatsend licht vanaf het te fotograferen onderwerp, waarbij de elektrische lading wordt opgeslagen in de integreercondensator 119. Wanneer de laadspanning van de integreercondensator 119 de voorafbepaalde waarde bereikt, zoals 2V, werkt de vergelijkerketen ïï voor het bedienen van de eerste doofketen en de 30 tweede trekkersignaal-opwekkende keten E^.It is assumed that the first flash tube 17 flashes after the switch 69 is closed, and stops flashing after the predetermined time interval from the start of the flash of the first flash tube 17 · When the first flash tube 17 begins to flash, the voltage- generating circuit S receives the voltage, and the light-receiving circuit Lj receives the flash light reflected from the subject to be photographed. In this case, the phototransistor 1 + 7 is made conductive in response to the reflected light amount of reflected light from the subject to be photographed, the electric charge being stored in the integrating capacitor 119. When the charging voltage of the integrating capacitor 119 reaches the predetermined value, like 2V, the comparator circuit operates to operate the first quench circuit and the second trigger signal generating circuit E1.
Door het signaal, geleverd van het vergelijkerelement van de vergelijkerketen N, werkt de eerste doofketen voor het stilzetten van het flitsen van de eerste flitsbuis 17, en werkt op hetzelfde tijdstip de tweede trekkersignaal-opwekkende keten E^ voor het starten van het flit-35 sen van de tweede flitsbuis 19. Door het flitsen van de tweede flitsbuis 19, neemt de laadspanning van de integreercondensator 119 verder toe en bereikt de voorafbepaalde waarde V^, zoals 2,5V. Wanneer de laadspanning 8204993 - 23 - van de integreercondensator 119» 2,5V bereikt, werkt het tweede vergelij-kerelement 127b voor het bedienen van de tweede doofketen Hg. Door de werking van de tweede doofketen Hg wordt het flitsen van de tweede flits-buis 19 stil gezet.By the signal supplied from the comparator element of the comparator circuit N, the first extinguishing circuit operates to stop the flashing of the first flash tube 17, and at the same time the second trigger signal generating circuit E ^ operates to start the flash 35 s from the second flash tube 19. By flashing the second flash tube 19, the charge voltage of the integrating capacitor 119 further increases and reaches the predetermined value V ^, such as 2.5V. When the charging voltage 8204993-23 of the integrating capacitor 119 reaches 2.5V, the second comparator element 127b acts to operate the second quenching circuit Hg. The action of the second quenching circuit Hg stops the flashing of the second flash tube 19.
5 Wanneer de wisselschakelaars 132 en 137 worden geschakeld naar de UIT-standen, worden de tweede trekkersignaal-opwekkende keten Eg en de tweede doofketen Hg teruggesteld voor het stilzetten van de werkingen. Dienovereenkomstig kan alleen het flitsen van de eerste flitsbuisketen F1 worden uitgevoerd.When the toggle switches 132 and 137 are switched to the OFF positions, the second trigger signal generating circuit Eg and the second quenching circuit Hg are reset to stop the operations. Accordingly, only the flash of the first flash tube circuit F1 can be performed.
10 Overeenkomstig de elektrische flitsinrichting volgens fig. 10, kan een goede flitswerking worden verkregen, aangezien de tijdbepaling van het flitsen van de tweede flitsbuis 18 wordt ingesteld door de licht-ontvangende keten , de integreerketen Lg, de vergelijkings spanning-instelketen M, de vergelijkerketen N en de tijdvertragingsketen Q.According to the electric flash device of Fig. 10, a good flash effect can be obtained since the timing of the flash of the second flash tube 18 is set by the light-receiving circuit, the integrating circuit Lg, the comparison voltage setting circuit M, the comparator circuit N and the time delay chain Q.
15 Verder is het eenvoudig de elektrische flitsinrichting naar behoefte te gebruiken, aangezien het flitsen van de eerste flitsbuis 16 en de tweede flitsbuis 19 kan worden gekozen door het overschakelen van de eerste keuzeschakelaar 132 en de tweede keuzeschakelaar 137, die tezelfdertijd worden bediend.Furthermore, it is easy to use the electric flash device as needed, since the flash of the first flash tube 16 and the second flash tube 19 can be selected by switching the first selector switch 132 and the second selector switch 137, which are operated at the same time.
20 Zoals uit het voorgaande blijkt heeft deze elektrische flits inrichting de volgende voordelen.As is apparent from the foregoing, this electric flash device has the following advantages.
Een voordeel boven de stand van de techniek is, dat de onderhavige, elektrische flitsinrichting nauwkeurig kan worden gemaakt voor wat. betreft de verdeelfrequentie van de flitslichthoeveelheid door het 25 verschaffen van een bijbehorende hoofdopslagcondensator in elk flitsdeel.An advantage over the prior art is that the present electric flash device can be made accurate for whatever. concerns the distribution frequency of the flash light amount by providing an associated main storage capacitor in each flash portion.
Een verder voordeel is, dat de doelmatigheid van de inrichting is verbeterd aangezien voor het flitsen een hoofdopslagcondensator volledig wordt gebruikt.A further advantage is that the efficiency of the device is improved since a main storage capacitor is used completely for flashing.
Verder kan de inrichting worden gebruikt voor het uitvoeren 30 van het met teruggeworpen flitslicht fotograferen door het instellen van een tweede huis onder een gewenste hoek met betrekking tot het eerste huis, aangezien de eerste en tweede huizen draaibaar met elkaar zijn verbonden.Furthermore, the device can be used to perform the flash-back photography by setting a second housing at a desired angle with respect to the first housing, since the first and second housings are pivotally connected.
Fig. 11 toont een andere uitvoeringsvorm van de stuurketen.Fig. 11 shows another embodiment of the control circuit.
35 De flitsstuurketen omvat een gelijkstroomkrachtbronketen A, een omzetterketen B voor het in een wisselspanning omzetten en versterken van een gelijkspanning van de gelijkstroomkrachtbronketen A, een ge- 8204993 - 24 - lijkrichterketen C Yoor het gelijkrichten van de wisselspanning van de omzetketen B, een elektrische ladingopslagketen D voor het leveren van de elektrische energie aan de flitsbuizen 17 en 19» een trekkerimpuls-opwekkend middel voor het in werking stellen van een flitsbuisketendeel, 5 een schakelketen G voor het bedienen van het flitsbuisketendeel, een doof-keten ïï voor het doven van het flitsbuisketendeel, en een dooftrekker-signaal-opwekkende keten I voor het bedienen van de doofketen H. Het flitsbuisketendeel bestaat uit de eerste flitsbuis 17 en de tweede flits-buis 19· Het trekkerimpuls-opwekkende middel bestaat uit een eerste trek-10 kerimpuls-opwekkende keten E^ voor het in werking stellen van een eerste flitsbuis 17, en een tweede trekkerimpuls-opwekkende keten Eg voor het in werking stellen van een tweede flitsbuis 19· De gelijkrichterketen C omvat een eerste gelijkrichtend element in de vorm van een eerste diode 63a, waarvan een anode-elektrode is verbonden met een aansluiting van 15 een secundaire wikkeling 61b van een trillingstransformator 61, en een tweede gelijkrichtend element in de vorm van een tweede diode 63b, waarvan een kathode is verbonden met een secundaire wikkeling 61b.The flash control circuit comprises a direct current power source circuit A, a converter circuit B for converting and amplifying a direct voltage of the direct current power source circuit A to an alternating voltage C 8204993 - 24 - rectifier circuit C by rectifying the alternating voltage of the converting circuit B, an electric charge storage chain D for supplying the electrical energy to the flash tubes 17 and 19, a trigger pulse generating means for actuating a flash tube chain section, a switching circuit G for operating the flash tube chain section, a quench circuit for extinguishing the flash tube chain section. flash tube chain section, and a quench trigger signal generating circuit I for operating the quench chain H. The flash tube chain portion consists of the first flash tube 17 and the second flash tube 19 · The trigger pulse generating means consists of a first pull 10 pulse pulse generating means circuit E for operating a first flash tube 17 and a second trigger pulse generating circuit and Eg for actuating a second flash tube 19. The rectifier circuit C comprises a first rectifying element in the form of a first diode 63a, an anode electrode of which is connected to a terminal of a secondary winding 61b of a vibration transformer 61 and a second rectifying element in the form of a second diode 63b, a cathode of which is connected to a secondary winding 61b.
De elektrische ladingopslagketen D omvat een eerste hoofdop-slagcondensator 64, een tweede hoofdopslagcondensator 65 en een aangeef-20 lamp 67, en is op de weergegeven wijze verbonden. De capaciteit van de tweede hoofdopslagcondensator 65 is groter ingesteld dan die van de eerste hoofdopslagcondensator 64, aangezien de lichthoeveelheid van de tweede flitsbuis 19 groter is dan die van de eerste flitsbuis 17·The electric charge storage circuit D includes a first main storage capacitor 64, a second main storage capacitor 65 and a indicating lamp 67, and is connected as shown. The capacity of the second main storage capacitor 65 is set larger than that of the first main storage capacitor 64, since the light amount of the second flash tube 19 is greater than that of the first flash tube 17
De doofketen H bevat een doofbuis 83 voor het doven van de 25 flitsbuizen 17 en 19, een weerstand 8h-, een commutatiecondensator 85 en een weerstand 87 en condensatoren 87 en 88. De doofbuis 83 is verbonden met beide elektroden van de tweede hoofdopslagcondensator 64 via de weerstand 69. De commutatiecondensator 85 is verbonden tussen een verbindingspunt van de weerstand 84 en de doofbuis 83, en de anode-elektrode 30 van de thyristor 78. Een serieketen, bestaande uit de weerstand 87 em de condensator 88 is parallel geschakeld met de doofbuis 47.The quench circuit H includes a quench tube 83 for quenching the flash tubes 17 and 19, a resistor 8h, a commutation capacitor 85 and a resistor 87 and capacitors 87 and 88. The quench tube 83 is connected to both electrodes of the second main storage capacitor 64 via the resistor 69. The commutation capacitor 85 is connected between a junction of the resistor 84 and the quench tube 83, and the anode electrode 30 of the thyristor 78. A series circuit consisting of the resistor 87 and the capacitor 88 is connected in parallel with the quench tube 47.
De dooftrekkersignaal-opwekkende keten I is voorzien van lichtwaarneemmiddelen voor het waarnemen van flitslicht van de eerste en tweede flitsbuizen 17 en 19, en instelmiddelen voor de tijdsduur van het 35 flitslicht voor het instellen van de maximale ononderbroken tijdsduur van het flitslicht, geproduceerd door de eerste en tweede flitsbuizen 17 en 19· 8204993 - 25 -The quench trigger signal generating circuit I includes light detecting means for detecting flash light from the first and second flash tubes 17 and 19, and adjusting means for the duration of the flash light for adjusting the maximum continuous duration of the flash light produced by the first and second flash tubes 17 and 19 · 8204993 - 25 -
De volgens het voorgaande geconstrueerde keten werkt als volgt.The chain constructed according to the foregoing operates as follows.
Wanneer de krachtbronschakelaar 21 wordt gesloten, stelt de spanningomzetterketen B een trillingsverking in, waardoor de hoge spanning wordt geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 2Vb van de transfor-5 mator 61. De versterkte wisselspanning wordt gelijkgericht door de ge-lijkrichterketen C, waarna elektrische lading wordt opgeslagen in de eerste hoofdopslagcondensator 26 en de tweede hoofdopslagcondensator 29· Wanneer de hoofdopslagcondensatoren 6h> en 65 volledig zijn geladen totaan de voorafbepaalde en geschikte spanning, licht de neon gloeilamp 10 67 op om aan te geven, dat de inrichting klaar is voor het ontsteken van de flitabuizen 17 en 19. Tezelfdertijd worden de trekkercondensatoren 71 en 76 geladen door de hoge gelijkspanning van de gelijkrichterketen C. In deze omstandigheden wordt de werking van het flitsbuisdeel gestart door het sluiten van de schakelaar 69 van de tweede trekkerimpuls-15 opwekkende keten in synchronisatie met het openen van de kameraslui-ter, waardoor de flitsbuizen 17 en 19 in werkzame toestand worden gebracht. De opgeslagen spanning in de tweede hoofdopslagcondensator 65 verschijnt over de elektroden 19a en 19b van de tweede flitsbuis 19.When the power source switch 21 is closed, the voltage converter circuit B sets a vibration distortion, thereby inducing the high voltage at the secondary winding 2Vb of the transformer 61. The amplified AC voltage is rectified by the rectifier circuit C, then electric charge is applied. stored in the first main storage capacitor 26 and the second main storage capacitor 29 · When the main storage capacitors 6h> and 65 are fully charged to the predetermined and suitable voltage, the neon light bulb 10 67 lights to indicate that the device is ready to ignite. the flash tubes 17 and 19. At the same time, the trigger capacitors 71 and 76 are charged by the high DC voltage of the rectifier circuit C. Under these conditions, operation of the flash tube section is started by closing the switch 69 of the second trigger pulse-generating circuit in synchronization. with the opening of the chamber shutter, so that the f slit tubes 17 and 19 are brought into operating condition. The stored voltage in the second main storage capacitor 65 appears across the electrodes 19a and 19b of the second flash tube 19.
De trekkerimpuls, opgewekt van een uitgangswikkeling 77b wordt gelegd 20 aan de trekkerelektrode 19c van de tweede flitsbuis 19» waardoor de tweede flitsbuis 19 in werking wordt gesteld. Tezelfdertijd wordt de eerste thyristor 7^ van de eerste trekkerimpuls-opwekkende keten E1 in werking gesteld en tot doorslaan gebracht door een trekkersignaal van een waar-neemwikkeling 72e van de trekkertransformator 36. Door het doorslaan 25 van de eerste thyristor 7^* wordt de elektrische lading van een trekker-condensator J6 ontladen via de eerste thyristor 7^ en een uitgangswikkeling Vla van de trekkertransformator 77* De opgeslagen spanning in de eerste hoofdopslagcondensator 6b verschijnt ook over de elektroden 17a en 17b van de eerste flitsbuis 17· 30 De tweede flitsbuis 19 start een flitslading tussen de elek troden 19a en 19b, en tezelfdertijd start ook de eerste flitsbuis 17 een flitsontlading tussen de elektroden 17a en 19b.The trigger pulse generated from an output winding 77b is applied to the trigger electrode 19c of the second flash tube 19, thereby actuating the second flash tube 19. At the same time, the first thyristor 7 ^ of the first trigger pulse generating circuit E1 is energized and triggered by a trigger signal from a sense winding 72e of the trigger transformer 36. By the trigger of the first thyristor 7 ^ *, the electrical charge from a trigger capacitor J6 discharged through the first thyristor 7 ^ and an output winding Vla of the trigger transformer 77 * The stored voltage in the first main storage capacitor 6b also appears across the electrodes 17a and 17b of the first flash tube 17 · 30 The second flash tube 19 a flash charge starts between electrodes 19a and 19b, and at the same time, the first flash tube 17 also starts a flash discharge between electrodes 17a and 19b.
Bij een gebruikelijke werking gaat het flitsen door totdat de hoofdopslagcondensatoren 6b en 65 hebben ontladen door de buizen 17 35 en 19 tot het punt, waar de spanning het flitsen over de buizen 17 en 19 niet langer ondersteunt. Dat vindt gewoonlijk plaats na enkele ms.In a conventional operation, the flash continues until the main storage capacitors 6b and 65 have discharged through the tubes 17, 35 and 19 to the point where the voltage no longer supports flashing across the tubes 17 and 19. This usually takes place after a few ms.
De doofimpuls-opwekkende keten I neemt het flitslicht waar van 8204993 t ...........The quench pulse generating circuit I detects the flash light from 8204993 t ...........
- 26 - de buizen 17 en 19 en stelt automatisch de maximale tijdsduur in van het flitsen, bepaald door de ontlading van de eerste en tweede hoofdcondensatoren 6k en 65 door de eerste en tweede flitsbuizen 17 en 19. De doof-impuls-opwekkende keten I levert een trekkerimpuls aan een trekkerelek-5 trode 83c van de doofbuis 83. De trekkerimpuls doet de doofbuis 83 ogenblikkelijk geleidend worden.- tubes 17 and 19 and automatically sets the maximum duration of the flash determined by the discharge of the first and second main capacitors 6k and 65 by the first and second flash tubes 17 and 19. The quench pulse generating circuit I delivers a trigger pulse to a trigger electrode 83c of the quench tube 83. The trigger pulse causes the quench tube 83 to become instantaneously conductive.
Wanneer de doofbuis 83 geleidend wordt, worden de eerste en tweede flitsbuizen 17 en 19 tezelfdertijd en ogenblikkelijk gedoofd.When the quench tube 83 becomes conductive, the first and second flash tubes 17 and 19 are extinguished simultaneously and instantaneously.
In dit geval zijn de flitstijdsduren van de eerste buis 17 en 10 de tweede flitsbuis 19 gelijk en/of nagenoeg gelijk, en is de flitslicht-hoeveelheid van de tweede flitsbuis 19 groter dan die van de eerste flitsbuis 17'.In this case, the flash durations of the first tube 17 and 10, the second flash tube 19 are equal and / or substantially equal, and the flash light amount of the second flash tube 19 is greater than that of the first flash tube 17 '.
De elektrische flitsinrichting volgens fig. 11 heeft de volgende voordelen.The electric flash device of FIG. 11 has the following advantages.
15 Een voordeel boven de stand van de techniek is, dat de inrich ting nauwkeurig kan worden gemaakt in een ver de elf r equent i e van de flitslicht hoeveelheid door het verschaffen van een bijbehorende hoofdopslag-condensator in elk flitsdeel.An advantage over the prior art is that the device can be accurately manufactured in a far eleven equation of the flash light amount by providing an associated main storage capacitor in each flash portion.
Een verder voordeel is, dat de doelmatigheid van de inrich-20 ting is verbeterd aangezien eerste en tweede hoofdopslagcondensatoren volledig worden gebruikt voor het flitsen.A further advantage is that the efficiency of the device is improved since first and second main storage capacitors are fully used for flashing.
Verder kan de inrichting worden gebruikt voor het uitvoeren van het met teruggeworpen flitslicht fotograferen door het instellen van het tweede huis onder een gewenste hoek met betrekking tot het eerste 25 huis, aangezien de eerste en tweede huizen draaibaar met elkaar zijn verbonden.Furthermore, the apparatus can be used to perform the flash-back photography by adjusting the second housing at a desired angle relative to the first housing, since the first and second housings are pivotally connected.
In het licht van het voorgaande is het duidelijk, dat de verschillende doeleinden van de uitvinding' zijn bereikt en andere voordelige resultaten zijn verkregen.In light of the foregoing, it is clear that the various objects of the invention have been accomplished and other advantageous results have been obtained.
30 Hoewel voorkeursuitvoeringsvormen zijn weergegeven en beschre ven, is het voor deskundigen duidelijk, dat wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder het beginsel en de strekking van de uitvinding te verlaten, van welke uitvinding de omvang is bepaald in de aangehechte conclusies. Derhalve moeten de voorgaande uitvoeringsvormen als illu-35 stratief worden beschouwd in plaats van beperkend voor de uitvinding, en worden wijzigingen, die binnnen de betekenis en het kader van equivalentie van de conclusies komen, hierin omvat beschouwd.Although preferred embodiments have been shown and described, it is obvious to those skilled in the art that modifications can be made without departing from the principle and scope of the invention, the scope of which is defined in the appended claims. Therefore, the foregoing embodiments are to be considered illustrative rather than limiting of the invention, and changes which come within the meaning and scope of equivalence of the claims are contemplated herein.
82049938204993
Claims (31)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP21439081A JPS58113919A (en) | 1981-12-26 | 1981-12-26 | Flash device |
JP21439081 | 1981-12-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8204993A true NL8204993A (en) | 1983-07-18 |
Family
ID=16654991
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8204993A NL8204993A (en) | 1981-12-26 | 1982-12-24 | ELECTRIC FLASHING DEVICE. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS58113919A (en) |
DE (1) | DE3248200A1 (en) |
FR (1) | FR2519154A1 (en) |
GB (1) | GB2115181A (en) |
NL (1) | NL8204993A (en) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB8809142D0 (en) * | 1988-04-18 | 1988-05-18 | Lo A T | Improvements in photographic cameras |
EP0506819B1 (en) * | 1989-12-26 | 1994-10-05 | Eastman Kodak Company | Flash illumination system and method incorporating indirect reflecting surface detection |
GB2281413A (en) * | 1993-07-28 | 1995-03-01 | Brenda Kean | A photographic reflector |
JP4524891B2 (en) | 2000-09-11 | 2010-08-18 | 株式会社ニコン | External flash device |
DE202010006106U1 (en) | 2010-04-26 | 2010-07-01 | Geller, Wolfgang Peter | Flash and continuous light reflector arm for attachment to a camera or camera |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2016421A1 (en) * | 1970-04-07 | 1971-10-28 | Metz Apparatewerke, Inh. Paul Metz, 851OFürth | Flash studio system with exposure metering and automatic flash limitation |
US4066885A (en) * | 1976-06-25 | 1978-01-03 | WEINBERG Norman | Light extractor-diffuser |
FR2454249A1 (en) * | 1979-01-05 | 1980-11-07 | Fuji Koeki Corp | Diffuse illumination electronic flash - has combination of direct and variable flashes simultaneously fired and mutually compensated |
CA1173100A (en) * | 1979-04-17 | 1984-08-21 | Yoshiyuki Takematsu | Electric flash apparatus |
GB2061535B (en) * | 1979-10-26 | 1982-12-08 | Sunpak Kk | Flashunit having plural flashlamps |
DE3046099C2 (en) * | 1979-12-10 | 1985-10-31 | Eastman Kodak Co., Rochester, N.Y. | Control circuit for an electronic flashlight arrangement |
US4272169A (en) * | 1980-07-28 | 1981-06-09 | Kenneth Stone | Bounce flash apparatus |
-
1981
- 1981-12-26 JP JP21439081A patent/JPS58113919A/en active Pending
-
1982
- 1982-12-24 GB GB08236841A patent/GB2115181A/en not_active Withdrawn
- 1982-12-24 NL NL8204993A patent/NL8204993A/en not_active Application Discontinuation
- 1982-12-27 DE DE19823248200 patent/DE3248200A1/en not_active Ceased
- 1982-12-27 FR FR8221828A patent/FR2519154A1/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS58113919A (en) | 1983-07-07 |
FR2519154A1 (en) | 1983-07-01 |
GB2115181A (en) | 1983-09-01 |
DE3248200A1 (en) | 1983-08-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4415247A (en) | Electric flash apparatus | |
US3438766A (en) | Electronic flash apparatus having variable output | |
NL8003593A (en) | ELECTRIC FLASHING DEVICE FOR CAMERAS. | |
US4242616A (en) | Photographic flash apparatus | |
US4493547A (en) | Data recording photographic camera | |
US5159381A (en) | Electronic flash control circuit | |
US4384238A (en) | Electronic strobe flash apparatus for indirect and direct flash | |
JPS6052411B2 (en) | Electronic flash device ignition device | |
NL8204993A (en) | ELECTRIC FLASHING DEVICE. | |
US3998534A (en) | Electronic photographic flash unit | |
US3969737A (en) | Electronic flash unit for cameras adapted to receive flashbulbs | |
US3521540A (en) | Electronic flash unit for cameras adapted to receive flashcubes | |
US2755714A (en) | Flash-photography delay system | |
JPS6254235A (en) | Electronic exposure adjustment controller | |
GB2065316A (en) | Electronic flash circuitry | |
NL8002230A (en) | ELECTRIC FLASHING DEVICE. | |
US4204140A (en) | Safety circuit for electronic flash apparatus | |
US3748989A (en) | Electronic flash system | |
US4394079A (en) | Photographic flash device operatively responsive to the luminance of an object to be photographed to prevent overexposure | |
US4101812A (en) | Photographic flash unit | |
NL8100679A (en) | FLASHING DEVICE. | |
GB1316633A (en) | Exposure control arrangement | |
CA1157078A (en) | Dual tube direct and bounce flash apparatus | |
US4091308A (en) | Electronic photographic flash apparatus | |
US4057811A (en) | Quench strobe with predetermined quench rate |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BT | A document has been added to the application laid open to public inspection | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |