NL8204911A - Dynamiekregelinrichting. - Google Patents
Dynamiekregelinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8204911A NL8204911A NL8204911A NL8204911A NL8204911A NL 8204911 A NL8204911 A NL 8204911A NL 8204911 A NL8204911 A NL 8204911A NL 8204911 A NL8204911 A NL 8204911A NL 8204911 A NL8204911 A NL 8204911A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- monitor
- control device
- video
- image
- signal
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N5/00—Details of television systems
- H04N5/14—Picture signal circuitry for video frequency region
- H04N5/16—Circuitry for reinsertion of dc and slowly varying components of signal; Circuitry for preservation of black or white level
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Television Receiver Circuits (AREA)
Description
ê * * VO 3945
Dynamiekregellnrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een dynamiekregellnrichting voor een videomonitor/ waaraan een analoog compleet videosignaal wordt toegevoerd/ waarbij het videobeeld bestemd is om te worden waargenomen door een waarnemer en/of te worden gefotografeerd met behulp 5 van een daartoe met de videomonitor samenwerkende fotocamera.
Bij medisch onderzoek of materiaalonderzoek wordt veelal gebruik gemaakt van apparatuur/ die een beeld van een object vormt.
Dit kan bijvoorbeeld een rdntgenschaduwbeeld zijn, een bij de nucleaire geneeskunde verkregen stralingsbeeld, een bij computertomo-10 grafie verkregen beeld, een met ultrageluid verkregen echobeeld, een magnetisch stralingsbeeld of dergelijke zijn. In veel gevallen is het gebruikelijk een dergelijk beeld weer te geven op een videomonitor en van de op deze wijze gepresenteerde videobeelden een foto-opname te maken.
15 Een hierbij optredend probleem is dat de helderheisdynamiek van de monitorbee1den varieert afhankelijk van de opbouw van het object en de wijze waarop het schaduwbeeld is verkregen.
De gebruiker wenst echter veelal het donkerste deel van het beeld als "echt" zwart te zien en het lichtste deel van het beeld als 20 "echt" wit.
Dit geldt ook voor van het monitorbeeld gemaakte foto-opnamen. Daarbij doet zich bovendien het probleem voor, dat de grijstinten-schaal van het monitorbeeld niet altijd "past" op het bruikbare deel van de zwartingscurve van de toe te passen film. Bij gebruik van 25 negatieffilm dienen de donkerste partijen van het monitorbeeld juist boven de ontwikkelsluier te liggen, terwijl de helderste partijen een maximale zwarting van de film dienen te bewerkstelligen, waarbij echter variaties rond deze helderheid nog steeds leiden tot zwar-tingsvariaties, die voor het menselijk oog nog onderscheidbaar zijn.
30 Voor positieffilm geldt het omgekeerde.
Dit probleem werd vroeger opgelost door van een monitorbeeld een foto te maken, daarna de monitorinsteliing te wijzigen, weer een foto te maken, tot een bevredigende instelling was gevonden. Deze procedure is echter tijdrovend en lastig.
8204911 « % -2-
Behoefte bestaat derhalve aan een inrichting, die automatisch de helderheidsdynamiek van het monitorbeeld aanpast aan de boven geschetste wensen van de gebruiker danwel aan de zwartingscurve van de voor de van het monitorbeeld te maken foto-opnamen te gebruiken film.
5 De uitvinding beoogt in deze behoefte te voorzien. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een dynamiekregelinrichting van de beschreven soort gekenmerkt door instelmiddelen voor het instellen van de gewenste piekwitwaarde en piekzwartwaarde van het videobeeld; detectiemiddelen voor het detecteren van de in het aan de monitor toe-10 gevoerde of in de monitor optredende elektrische videobeeldsignaal optredende werkelijke piekwitwaarde en piekzwartwaarde; vergelijkings-middelen voor het automatisch vergelijken van de ingestelde waarden met de werkelijke waarden en het vormen van regelsignalen voor de helderheidsregelorganen en de contrastregelorganen van de videomonitor. 15 Opgemerkt wordt, dat ook een automatische regelinrichting, zoals door de uitvinding wordt beoogt, nog een initiële afregeling aan de hand van bijvoorbeeld proefopnamen vergt. Bij toepassing van de regelinrichting volgens de uitvinding is een dergelijke initiële instelling of calibratie slechts nodig als een ander type film wordt 20 gebruikt of het ontwikkelprocédé wordt gewijzigd. Zolang hetzelfde type film gebruikt wordt en het ontwikkelprocédé niet gewijzigd wordt is tussentijdse calibratie bij toepassing van een inrichting volgens de uitvinding in beginsel niet nodig.
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met 25 verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont schematisch bij wijze van voorbeeld een zwartingscurve van een voor het maken van foto-opnamen van een monitorbeeld geschikte film.
fig. 2 toont een blokschema van een videomonitor voorzien van 30 middelen voor het regelen van de helderheidsdynamiek; en fig. 3 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een tijd-besturingsinrichting die geschikt is voor toepassing bij de uitvinding.
Fig. 1 toont schematisch een voorbeeld van een zwartingscurve van een voor het maken van foto-opnamen van een monitorbeeld geschikte 35 film.
8204911 * .* -3-
Langs de Y-as is de logaritme van de zwarting O uitgezet en langs de X-as de logaritme van de belichting.
Voor de onderhavige toepassing is het met R aangegeven gedeelte tussen en van de zwartingscurve bruikbaar, waarbij zodanig 5 is gekozen dat de bijbehorende zwarting , juist boven de ontwikkel-* sluier ligt. X^ correspondeert met de donkerste partijen van het monitorbeeld en X^ met de helderste partijen van het monitorbeeld.
Indien derhalve de zwartingscurve van de te gebruiken foto-film bekend is kunnen X^ en X2 bepaald worden. Indien het monitor-10 beeld voor direkte visuele waamaming bestemd is, kunnen X^ en X^ worden bepaald uitgaande van de ooggevoeligheidskromme.
Het gebied R stemt overeen met de maximale gewenste of maximaal bruikbare dynamiek van het monitorbeeld. De belichtingswaarden X^ en X2 kunnen dus in beginsel door het monitorbeeld verschaft worden.
15 In de praktijk kan de dynamiek van een monitorbeeld echter soms aanzienlijk geringer zijn en een veel kleiner, per beeld variërend gebied R' beslaan. Volgens de uitvinding wordt nu telkens R' gelijk gemaakt aan R. Hiertoe worden op geschikte wijze de grenswaarden X^ en Xj/ die corresponderen met piekzwart en piekwit van het monitor-20 beeld, en dus met bepaalde amplitudewaarden van het aan de monitor toegevoerde videosignaal, ingesteld.
Aanpassing van het videosignaal aan de ingestelde waarden kan geschieden door besturing van de grootte van het videosignaal (con-trastregeling) en besturing van het niveau waarop de blankingspulsen 25 in het videosignaal worden geklemd (helderheidsregeling).
Pig. 2 toont een blokschema van een videomonitor voorzien van een instelmogelijkheid volgens de uitvinding.
De monitor omvat een ingangsklem 1, waaraan het video-ingangs-signaal wordt toegevoerd. Het ingangssignaal passeert vervolgens een 30 voorversterker 2 waarvan de versterking kan worden ingesteld om het beeldcontrast te regelen.
Het uitgangssignaal van de voorversterker wordt toegevoerd aan een syncbronisatiescheider 3, die op gebruikelijke wijze is verbonden met de afbuigeenheid 4 van de beeldbuis 5.
35 Het uitgangssignaal van de voorversterker wordt tevens toege voerd aan een Instelbare klemschakeling 6, waarmee de beeldhelderheid 8204911 • « -4- geregeld kan worden. De klemschakeling klemt het videosignaal tijdens de achterstoep daarvan (bepaald door de synchronisatiescheider) op het ingestelde niveau.
Het uitgangssignaal van de klemschakeling 6 wordt toegevoerd 5 aan de eindversterker 11 van de monitor en wordt tevens via schakelaars 7 resp. 8 toegevoerd aan vergelijkschakelingen 9 resp. 10.
De vergelijkschakeling 9 vergelijkt de piekwitwaarde van het door de klemschakeling toegevoerde videosignaal met een met de waarde corresponderende, tevoren ingestelde signaalwaarde.
10 Het uitgangssignaal van de vergelijkschakeling representeert het verschil tussen de ingestelde waarde en de piekwitwaarde van het toegevoerde videosignaal. Dit uitgangssignaal wordt gebruikt om via een terugkoppelleiding 12 de versterking van de voorversterker te regelen.
15 De vergelijkschakeling 10 vergelijkt de piekzwartwaarde van het toegevoerde videosignaal met een met de waarde X^ corresponderende, tevoren ingestelde signaalwaarde.
Het uitgangssignaal van de vergelijkschakeling 10 representeert het verschil tussen de ingestelde waarde en de piekzwartwaarde van het 20 toegevoerde videosignaal. Dit uitgangssignaal wordt gebruikt om via een terugkoppelleiding 13 het klemniveau van de klemschakeling 6 te regelen.
Opgemerkt wordt dat de bovenbeschreven schakeling geschikt is voor het geval dat in de positieve beeldmodus gewerkt wordt.
25 De schakeling kan op eenvoudige, en niet nader afgeheelde wijze zodanig worden uitgevoerd, dat ook in de negatieve beeldmodus gewerkt kan worden. In dat geval wordt de voorversterker bestuurd met het van de vergelijkschakeling 10 afkomstige signaal, terwijl de klemschakeling wordt bestuurd door het van de vergelijkschakeling 9 af-30 komstige signaal. Eén en ander kan middels niet afgeheelde keuze- schakelaars worden bewerkstelligd. Voorts dient dan de klemschakeling een tweede klemschakeling en een inverter te omvatten. Via een niet afgebeelde schakelaar kan dan naar keuze het van de ene of de andere klemschakeling afkomstige signaal aan de eindversterker 11 worden 35 toegevoerd.
8204911 • · -5-
De beschreven automatische regeling van de beelddynamiek kan voorts op eenvoudige wijze met behulp van keuzeschakelaars worden uitgebreid, zodat ook handbediening mogelijk is, zowel voor de positieve als de negatieve beeldmodus. De versterking van de voorverster-5 ker en het klemniveau worden dan met potentiometers geregeld.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte worden de piekwitwaarde en de piekzwartwaarde van het videosignaal slechts in een meetveld, dat kleiner is dan het totale monitorbeeld, en bijvoorbeeld 70% van de hoogte respectievelijk breedte van het 10 monitorbeeld beslaat, gedetecteerd en bij de regeling van helderheid en contrast in aanmerking genomen. Hierdoor wordt vermeden, dat zich soms aan de rand van een monitorbeeld voordoende randverschijnselen, die geheel los staan van de feitelijke beeldinhoud, de piekwaarde-detectie beïnvloeden.
15 In de vertikale richting wordt het meetveld begrensd door een tevoren gekozen bovenste respectievelijk onderste televisielijn. Bijvoorbeeld voor 50 H2-systemen de 41e en de 256e lijn.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een binaire lijnteller, die wordt geactiveerd door de achterflank van de 20 rasterpuls. Vervolgens worden de lijnsynchronisatiepulsen geteld tot de gewenste lijn is bereikt, in het voorbeeld heeft de teller dan stand 41 bereikt. Deze stand kan op gebruikelijke wijze met een poort-schakeling worden gedetecteerd. Bij detectie van de voorafbepaalde stand worden de vergelijkschakelingen 9 en 10 ingeschakeld. Evenzo 25 wordt de bij de onderzijde van het meetveld behorende tellerstand (bijvoorbeeld 256) gedetecteerd en gebruikt om de vergelijkschake-lingen 9 en 10 uit te schakelen.
In horizontale richting wordt het meetveld bepaald door gedurende een bepaald gedeelte van een lijntijd de vergelijkschake-30 lingen in te schakelen. Hiertoe zou eveneens een binaire teller kunnen worden gebruikt, doch bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een eerste monostabiele multivibrator, die slechts actief kan zijn, als de lijnteller zich bevindt in een stand, die correspondeert met het tussen de bovenste grenslijn en de onderste grenslijn van het meetveld gelegen 35 gebied.
8204911 * * -6-
De eerste monostabiele multivibrator wordt bijvoorbeeld gestart door de neergaande flank van iedere lijnsynchronisatiepuls, voorzover optredende binnen het door de lijnteller bepaalde gebied. De eerste monostabiele multivibrator wordt door de lijnsynchronisatiepuls in de 5 astabiele stand gebracht en neemt na een door de opbouw van de monostabiele multivibrator bepaalde tijdsduur van bijvoorbeeld 12,6 ^isec weer de stabiele stand aan. Door deze gebeurtenis wordt een tweede monostabiele multivibrator bijvoorbeeld gedurende 36,4 jisec in de astabiele stand gebracht. Door deze periode wordt de breedte van het 10 meetveld bepaald en gedurende deze periode zijn danook de vergelijk-schakelingen ingeschakeld.
De in het voorgaande beschreven bepaling van het meetveld vindt plaats in een tijdbesturingsinrichting 15 (fig. 2) waaraan door de synchronisatiescheider 3 van de monitor de benodigde synchronisatie-15 pulsen via A worden toegevoerd. De tijdbesturingsinrichting bestuurt, zoals met een onderbroken lijn 16 schematisch is aangegeven, de schakelaars 7 en 8.
De mogelijke opbouw van de tijdbesturingsinrichting is schematisch aangegeven in fig. 3.
20 Het in fig. 3 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van een tijdbe sturingsinrichting omvat een ingang 20 voor de rasterpulsen en een ingang 21 voor de lijnsynchronisatiepulsen. Deze pulsen worden verschaft door de synchronisatiescheider 3 zoals in fig. 2 met A aangegeven.
25 De rasterpulsen worden toegevoerd aan een flipflop 22, welke daardoor een andere toestand aanneemt. De uitgang van de flipflop 22 is verbonden met de ene ingang van een EN-poort 23, terwijl de lijnsynchronisatiepulsen aan de andere ingang van de EN-poort 23 worden toegevoerd. De uitgang van de EN-poort 23 is weer verbonden met de 30 ingang van een teller 24.
Zodra derhalve het uitgangssignaal van de flipflop 22 de EN-poort 23 in de actieve stand heeft gebracht, laat deze de lijnsynchronisatiepulsen door naar de ingang van de teller 24.
Als de teller 24 de gewenste stand, bijvoorbeeld 41, heeft 35 bereikt geeft een met de uitgangen van de teller verbonden poort- schakeling 25 een pulssignaal af, dat wordt toegevoerd aan een flip- 8204911 J?' m -7- flop 26, die hierdoor gezet wordt en een activeringssignaal afgeeft aan de ene ingang van een EN-poort 27. Aan de andere ingang van de EN-poort worden de lijnsynchronisatiepulsen via een verbinding 28 toegevoerd. Als de EN-poort 27 door het uitgangssignaal van de flip-5 flop 26 geactiveerd is, worden de lijnsynchronisatiepulsen door de EN-poort 27 doorgelaten en toegevoerd aan een eerste monostabiele multivibrator 29 met een tijdconstante van bijvoorbeeld 12,6 ^isec.
Zodra de multivibrator 29 de oorspronkelijke toestand weer aanneemt verschijnt aan de uitgang een activeringssignaal voor een tweede 10 monostabiele multivibrator 30 met een tijdconstante van bijvoorbeeld 36,4^isec, die gedurende deze 36,4^ïsec de schakelaars 7 en 8 via de lijn 16 sluit. Als de teller 24 de bij de lijn volgend op de laatste lijn van het meetveld behorende stand heeft bereikt wordt via een poortschakeling 31 een terugzetsignaal toegevoerd aan de terugzet-15 ingang van de flipflop 26, zodat deze de EN-poort 27 niet langer activeert.
Dit terugzetsignaal wordt tevens toegevoerd aan de terugzet-ingang 32 van de teller 24 en aan de terugzetingang 33 van de flipflop 22, zodat de teller weer de nulstand aanneemt en de EN-poort 23 20 geen lijnsynchronisatiepulsen meer doorlaat, totdat een volgende rasterpuls is verschenen.
Teneinde de piekwitwaarde en de piekzwartwaarde van het monitor-beeld te kunnen vergelijken met de ingestelde waarden, omvatten de vergelijkschakelingen 9 en 10 piekwaarde-detectoren, die respectieve-25 lijk het in het toegevoerde videosignaal, voorzover vallend binnen het meetveld, optredende maximale niveau (X^) en het minimale niveau (X2) detecteren en op gebruikelijke wijze vastleggen door opzameling van lading in een condensator.
Na beëindiging van hét meetveld worden deze condensatoren 30 gedurende een bepaalde tijd via schakelaars verbonden met het vergelijkende deel van de vergelijkschakelingen 9.en 10, zodat deze de gemeten pieksignaalwaarden kunnen vergelijken met de ingestelde waarden en naar aanleiding van deze vergelijking een regelsignaal kunnen vormen.
35 Voor het bedienen van de genoemde doch niet afgeheelde schake laars zijn met de stuurlijn 16 voor de schakelaars 7 en 8 verbonden, 8204911 ψ · -8- naar de vergelijkschakelingen 9 en 10 leidende stuurlijnen 17, aangegeven in fig. 2.
Vergelijkschakelingen en piekwaarde-detectoren zijn op zichzelf reeds bekend en zijn hier derhalve niet nader beschreven of afgebeeld.
5 De tijdbesturingsinrichting 15 kan met voordeel tevens zodanig zijn ingericht, dat het aantal beelden waarmee de foto-opnamefilm belicht wordt kan worden ingesteld. Hiertoe kan bijvoorbeeld een raster-pulsteller worden toegevoegd, die na een gewenst aantal rasterpulsen, overeenkomend met het gewenste aantal beelden, het aan de eindverster-10 ker toegevoerde videosignaal onderdrukt. Hiertoe is in fig. 2 de uitgang B aanwezig, die correspondeert met de ingang B van de eindver-sterker 11, en is voorts een uitgang C aanwezig voor het besturen van de camera.
Voorts kan, om onderlinge beïnvloeding van de contrastregeling 15 en de helderheidsregeling te verminderen, de versterking van de voor-versterker 2 geregeld worden door niet uit te gaan van het verschil tussen de werkelijke waarde van X^ en de ingestelde waarde van X^, doch van het verschil tussen X^ en X^. De regeling van de versterking van de voorversterker 2 vindt dan plaats op basis van inge- 20 steld-X^ ingesteld).
De contrastregeling wordt dan niet meer door de helderheidsregeling beïnvloed. Wel beïnvloedt de contrastregeling nog de helderheidsregeling.
Opgemerkt wordt, dat diverse modificaties na het voorgaande 25 voor de deskundige voor de hand liggen. Zo vindt volgens het beschreven uitvoeringsvoorbeeld de dynamiekregeling plaats uitgaande van het uitgangssignaal van de voorversterker 2. Het is echter ook mogelijk om uit te gaan van het uitgangssignaal van de eindversterker 11.
Dit heeft het voordeel, dat variaties in de eindversterker, bijvoor-30 beeld als gevolg van temperatuursinvloeden of veroudering, eveneens kunnen worden gecompenseerd.
Teneinde zo goed mogelijk rekening te kunnen houden met derge-.lijke variaties in de eindversterker en tevens met soortgelijke variaties in de eigenschappen van de beeldbuis, wordt volgens de uitvinding 35 echter bij voorkeur gebruik gemaakt van een fotocelinrichting (fig. 2) die is verbonden met een meetinstrument 41 (fig. 2). Op gezette 8 20 4 9 1 1 .....................
-9- * .· tijden, bijvoorbeeld eens per week, wordt dan. het door een geschikt testbeeld verschafte licht gemeten en de meteraanwijzing wordt dan gebruikt om zonodig de instelling van X^ en X^ te wijzigen. Het testbeeld kan bestaan uit een geheel wit respectievelijk geheel zwart 5 beeld of meetveld. De fotocelinrichting is dus een hulpmiddel bij de calibratie.
Dergelijke en andere modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
* 8204911 ~
Claims (10)
1. Dynamiekregelinrichting voor een videomonitor, in het bijzonder voor een videomonitor, waaraan een analoog compleet videosignaal wordt toegevoerd, waarbij het videobeeld bestemd is om te worden waargenomen door een waarnemer en/of te worden gefotografeerd met 5 behulp van een daartoe met de videomonitor samenwerkende fotocamera, gekenmerkt door instelmiddelen voor het instellen van de gewenste piekwitwaarde en piekzwartwaarde van het videobeeld; detectiemiddelen voor het detecteren van de in het aan de monitor toegevoerde of in de monitor optredende elektrische videobeeldsignaal optredende 10 werkelijke piekwitwaarde en piekzwartwaarde; vergelijkingsmiddelen voor het automatisch vergelijken van de ingestelde waarden met de werkelijke waarden en het vormen van regelsignalen voor de helder-heidsregelorganen en de contrastregelorganen van de videomonitor.
2. Dynamiekregelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat het van de voorversterker van de videomonitor afkomstige signaal enerzijds wordt toegevoerd aan de synchronisatiescheider van de videomonitor en anderzijds aan een extra klemschakeling welke het uitgangs-videosignaal verschaft aan de eindversterker van de videomonitor, alsmede aan de vergelijkingsmiddelen, en dat de door de vergelijkings-20 middelen gevormde regelsignalen worden toegevoerd aan de klemschakeling respectievelijk de videovoorversterker voor het instellen van het klemniveau respectievelijk de versterking.
3. Dynamiekregelinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een tijdbesturingsinrichting, die via elektronische schakelaars be-25 werkstelligt, dat het van de klemschakeling afkomstige videosignaal slechts voorzover dit correspondeert met een centraal gedeelte van het monitorbeeld wordt toegevoerd aan de vergelijkingsmiddelen.
4. Dynamiekregelinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de klemschakeling een eerste klemschakeling voor de posi-30 tieve beeldmodus en een tweede klemschakeling, voorafgegaan door een inverter, voor de negatieve beeldmodus omvat, alsmede aan de uitgang een corresponderende keuzeschakelaar; en dat de uitgangssignalen van de vergelijkingsmiddelen middels keuzeschakelaars verwisselbaar zijn. 820 4 9 1 1 -π-
5. DynamiekregeLLnrichtlng volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het centrale gedeelte van het monitorbeeld, gedurende welk het uitgangssignaal van de klemschakeling wordt toegevoerd aan de vergelijkingsmiddelen ongeveer 70% van de breedte en 70% van de 5 hoogte van het totale monitorbeeld beslaat.
6. Dynamiekregelinrichting volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de tijdbesturingsinrichting ingangssignalen ontvangt van de synchronisatiescheider van de monitor en een binaire teller omvat, welke door een rasterpuls geactiveerd kan worden om lijnsynchronisatie- 10 pulsen te tellen, en die bij alle tussen een eerste en een tweede stand optredende standen een poortschakeling activeert, die in de geactiveerde toestand de lijnsynchronisatiepulsen doorlaat en toevoert aan een eerste monostabiele multivibrator, die daardoor in de astabiele toestand geraakt en die bij het weer bereiken van de stabiele toestand 15 een tweede monostabiele multivibrator activeert, waarvan het uitgangssignaal de elektronische schakelaars bestuurt voor het in- en uitschakelen van de vergelijkingsmiddelen.
7. Dynamiekregelinrichting volgens één der conclusies 3 t/m 6, met het kenmerk, dat de tijdbesturingsinrichting een tweede uitgangs- 20 signaal verschaft voor het besturen van een fotocamera en een derde uitgangssignaal voor het na een ingesteld aantal beelden onderdrukken van het aan de eindversterker toegevoerde videosignaal.
8. Dynamiekregelinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het aantal beelden wordt bepaald door een in de tijdbesturings- 25 inrichting aanwezige rasterpulsteller; die bij het bereiken van een vooraf ingestelde stand een uitgangssignaal afgeeft.
9. Dynamiekregelinrichting volgens één der voorgaande conclusies 2 t/m 8, met het kenmerk, dat voor het regelen van de versterking van de videovoorversterker door de vergelijkingsmiddelen een signaal wordt 30 gevormd dat een functie is van het verschil tussen de werkelijk optredende piekwaarden minus het verschil tussen de ingestelde, gewenste piekwaarden.
10. Dynamiekregelinrichting volgens één der voorgaande conclusies voorzien van calibratiehulpmiddelen, met het kenmerk, dat de calibra- 35 tiehulpmiddelen een fotocelinrichting 40 omvatten welke het door een geschikt testbeeld op de monitorbeeldbuis afgegeven licht kan meten en 820 4 9 1 1 -12- die is verbonden met een meetinstrument 41/ waarvan de aanwijzing kan worden gebruikt om zonodig de ingestelde waarden en te wijzigen. 8204911
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8204911A NL8204911A (nl) | 1982-12-20 | 1982-12-20 | Dynamiekregelinrichting. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8204911A NL8204911A (nl) | 1982-12-20 | 1982-12-20 | Dynamiekregelinrichting. |
NL8204911 | 1982-12-20 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8204911A true NL8204911A (nl) | 1984-07-16 |
Family
ID=19840773
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8204911A NL8204911A (nl) | 1982-12-20 | 1982-12-20 | Dynamiekregelinrichting. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8204911A (nl) |
-
1982
- 1982-12-20 NL NL8204911A patent/NL8204911A/nl not_active Application Discontinuation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP3444980B2 (ja) | 眼科撮影装置 | |
US3932733A (en) | Automatic focusing of an optical system | |
EP0864231B1 (en) | Automated minimum resolvable contrast (amrc) test | |
US4171529A (en) | Phase controlled shuttering system | |
JPH087841Y2 (ja) | X線診断装置 | |
NL8500298A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het fotograferen van videobeelden van elke polariteit zonder herinstelling van de helderheid of het contrast van de kathodestraalbuis. | |
US4530011A (en) | Apparatus for maintaining of a cathode ray tube image within the light acceptance range of a photographic film | |
NL8202351A (nl) | Optekenwerkwijze en optekeninrichting voor videobeelden. | |
US4272782A (en) | Method of and apparatus for adjusting an image intensifier chain | |
US4104524A (en) | Circuit arrangement for a detector for ionizing radiation | |
NL8204911A (nl) | Dynamiekregelinrichting. | |
JPS62189450A (ja) | 電子プリンタおよびその画像輝度調節方法 | |
JPH01107738A (ja) | X線診断装置 | |
US4707739A (en) | Automatic calibration circuit for monitoring device | |
EP0117598B1 (en) | Method and apparatus for determining the image transfer quality of an imaging system | |
US5101275A (en) | Video camera with automatic intensity control | |
IL49501A (en) | Device for converting tonal images to line drawings | |
US5544214A (en) | Video system with automatic gain control | |
US3869565A (en) | Picture generating unit of scanning type | |
US4566115A (en) | X-Ray diagnostic system for radiographs | |
JPS626320B2 (nl) | ||
JP2890446B2 (ja) | ビユーフアインダ装置 | |
JP2898986B2 (ja) | 露光制御装置 | |
JPS6143876A (ja) | 撮像装置の合焦検出方法 | |
JPH0259672B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |