NL8204760A - Lithografische inktsamenstelling, alsmede werkwijze voor het toepassen daarvan. - Google Patents

Description

- 1 - * ,; .

Lithografische inktsamenstelling, alsmede werkwijze voor het toepassen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op vlakdrukken zonder gebruikmaking van vochtwater.

Gebruikelijk vlakdrukken bij gebruik van een lithografische plaat omvat het afwisselend in contact 5 brengen van de van beeld voorziene plaat met een drukinkt, die met voorkeur hecht aan het oleofiele beeld op de plaat en met een zgn. vochtwater, waarvan het doel is de hydrofiele niet-beeldgebieden van de plaat in een vochtige toestand te houden, waarin zij de oleofiele 10 inkt niet accepteren. De regeling van de toevoeren van inkt en vochtwateroplossing aan de plaat vereist een zekere mate van vakmanschap en beoordeling van de kant van de drukker, indien kopieën van hoge kwaliteit moeten worden verkregen. Hoewel lithografische drukmachines 15 zo kunnen worden gemaakt, dat de inkt en de vochtwateroplossing automatisch worden afgegeven, vereist de relatieve instelling van de afgifte-inrichtingen veelvuldig verandering wegens problemen in de werkomstandigheden, en het is in de praktijk niet mogelijk gebleken, 20 een systeem te ontwerpen, dat geheel automatisch kopieën van hoge kwaliteit kan produceren.

Bijgevolg is er een ononderbroken zoeken geweest naar methoden voor vereenvoudigd vlakdrukken, in het bijzonder door de noodzaak weg te nemen om vocht-25 wateroplossing toe te voeren aan de vlakdrukplaat.

In wezen zijn er twee verschillende wijzen van benadering geweest. Bij de eerste wijze van benadering werd de offsetinkt gecombineerd met een hydrofiele fase voor het vormen van een tweefasensysteem, dat wordt aange-30 bracht aan de van beeld voorziene vlakdrukplaat, waarbij het idee is, dat de hydrofiele fase het vochtwater vervangt. Hoewel de plaat nog steeds voorbewerkt (primed) dient te worden alvorens deze voor de eerste maal gebruikt wordt, , worden de lithografische inktsoorten op deze wijze 35 geformuleerd verondersteld om de noodzaak van een vochtwater te elimineren. De tweede benaderingswijze omvat het samenstellen van de inkt en de plaat op een zodanige 8204760 - 2 - wijze, dat de inkt niet de neiging heeft om te hechten aan de niet van beeld voorziene gebieden van de plaat zélfs bij afwezigheid van enige hydrofiele fase. Systemen van deze soort zijn gewoonlijk afhankelijk van het gebruik 5 van een vlakdrukplaat met een oppervlak, dat een gefluoreerde verbinding en/of een silikoon bevat, en inkt, welke een silikonenolie bevat. Een speciaal ontworpen of gemodificeerde drukmachine is gewoonlijk vereist. Bij deze methode behoeft de vlakdrukplaat niet te worden voorbehandeld (primed) 10 en is er geen vochtwater nodig. Hoewel een uitgebreid onderzoek heeft plaatsgevonden ten aanzien van deze beide methodes, en sommige methodes op kleine schaal in de markt zijn gekomen, is er toch tot dusverre geen geheel bevredigend systeem gevonden. In het bijzonder dient bij de tweede 15 methode de drukmachine, die wordt gebruikt, een speciaal gemodificeerd inktrolsysteem te bezitten, en de plaat -zelf is uitzonderlijk gevoelig voor markering, bijv. met de vingers. De eerste methode is verder onbetrouwbaar gebleken, en het is niet mogelijk gebleken in de praktijk 20 om te waarborgen, dat onder gewone werkomstandigheden de inkt niet hecht, althans in een veel geringere mate, aan de niet van beeld voorziene gebieden van de drukplaat.

De onderhavige uitvinding verschaft nu een nieuwe lithografische inktsamenstelling en een nieuwe 25 methode voor vlakdrukken onder gebruikmaking daarvan, waarmee het mogelijk is om kopieën van hoge kwaliteit te verkrijgen zonder het gebruik van vochtwater en onder gebruikmaking van een lithografische drukmachine, waarin de enige modificatie de afwezigheid van een vochtwater-30 toevoersysteem is.

In de lithografische inktsamenstelling volgens de uitvinding is een hydrofiele fase geïncorporeerd in de lithografische inkt. Zoals reeds opgemerkt zijn er reeds vele eerdere voorstellen hiertoe geweest, maar 35 deze eerdere voorstellen zijn onbetrouwbaar gebleken in het verschaffen van een continue toevoer van de inkt- , afstotende (dat wil zeggen hydrofiele) fase aan het oppervlak van de vlakdrukplaat. Bijgevolg werden smerige kopieën, dat wil zeggen kopieën met aanzienlijke over-40 dracht van inkt aan de niet-beeldgebieden verkregen.

8204760 ' ... ," * - 3 -

Verder was bij de bekende systemen, wanneer men 's nachts de lithografische inktsamenstelling op de drukmachine gelaten had, de hydrofiele fase verdampt van het inktrol-oppervlak, hetgeen aanzienlijke moeilijkheden veroorzaakte, 5 wanneer het drukproces op de volgende dag opnieuw moest worden gestart. Onder deze omstandigheden werden steeds smerige kopieën verkregen.

Volgens de uitvinding is nu gevonden, dat door een zorgvuldig samenstellen van de lithografische 10 inkt en een zorgvuldige keuze van het oppervlak van de vlakdrukplaat het mogelijk is om de moeilijkheden inherent aan de eerdere systemen te vermijden.

Gevonden is, dat ëën van de oorzaken van de problemen met de eerdere systemen het continue verlies 15 van de hydrofiele fase uit de inktsamenstelling is door overdracht van de inktrol via de vlakdrukplaat op de gedrukte kopieën. Door een geschikte keuze van het vlakdrukplaatoppervlak is het mogelijk om de hoeveelheid hydrofiele fase, die opgenomen wordt door de plaat van 20 de inktrol aanzienlijk te beperken en het daardoor veel gemakkelijker te maken om te waarborgen, dat er steeds adequate toevoer van de hydrofiele fase op de inktrol is, zodat de inkt niet wordt opgenomen door de niet-beeld-gebieden van de drukplaat. Dit resultaat wordt verkregen 25 door gebruik te maken van een vlakdrukplaat met een hydrofiel, maar in hoge mate niet absorberend oppervlak, dat niet wordt aangetast (bijv. opgelost) door de hydrofiele fase.

Het gebruik van niet absorberende vlakdruk-30 platen is evenwel op zichzelf niet voldoende. De hydrofiele fase van de lithografische inktsamenstelling moet zelf de juiste samenstelling bezitten. In het bijzonder moet deze zodanig zijn samengesteld, dat zij nagenoeg niet verdampt onder normale gebruiksomstandigheden, 35 en zodanig, dat bij gebruik zij snel wordt uitgespreid over de hydrofiele niet-beeldoppervlakken van de plaat.

Dit resultaat wordt gedeeltelijk verkregen door als hydrofiele fase gebruik te maken van een vloeibare polyhydrische alcohol en bij voorkeur etheenglycol, 40 dietheenglycol of trietheenglycol, met een inert vervloei- 8204760 •' - 4 - end anorganisch materiaal daarin opgelost, bij voorkeur een chloride van lithium, magnesium, calcium of zink.

De aanwezigheid van het vervloeiende materiaal en het hoge kookpunt van de meerwaardige alcohol waarborgt, 5 dat nagenoeg geen verdamping van de hydrofiele fase plaatsvindt onder gewone gebruikscondities. Zo droogt bijvoorbeeld de hydrofiele fase niet 's nachts uit bij normale omstandigheden, zodat de opstartproblemen, zoals boven genoemd, nagenoeg niet optreden. Het is enkel 10 noodzakelijk om de plaat opnieuw voor te bereiden alvorens de plaat opnieuw wordt gebruikt. Teneinde de juiste balans te waarborgen tussen de lithografische drukinkt zelf en de hydrofiele fase, die tegelijk wordt toegevoerd aan de vlakdrukplaat, is het verder essentieel om in de 15 lithografische inkt een geschikte harsachtige drager te gebruiken voor het pigment, teneinde voor een juiste verdeling van de inkt op de beeldgebieden van de plaat en van de hydrofiele fase op de niet-beeldgebieden daarvan te zorgen.

20 De onderhavige uitvinding voorziet dienover eenkomstig in een nieuwe lithografische inktsamenstelling in de vorm van een dispersie in een continue fase van lithografische drukinkt van een oplossing in vloeibare polyhydrische alcohol van één of meer vervloeibare an-25 organische materialen in een voldoende hoeveelheid om verdamping van de oplossing substantieel te vertragen bij blootstelling van de genoemde oplossing aan omgevingslucht, terwijl de drukinkt zelf een gechloreerde of gecycliseerde rubberhars bevat of een met colifonium 30 gemodificeerde fenolhars, een oplosmiddel of drager voor de hars, en een pigment. De hars moet zodanig zijn, dat wordt gewaarborgd, dat de gedispergeerde hydrofiele fase nagenoeg geen neiging heeft om af te scheiden, zelfs indien (zoals de voorkeur heeft) geen emulsievormer wordt 35 gebruikt. De dispersie moet zodanig zijn, dat onder de schuifwerking van het inktrolsysteem gedurende het drukken de hydrofiele fase gemakkelijk wordt vrijgegeven teneinde de niet-beeldgebieden van de vlakdrukplaat in een hydrofiele toestand te houden, waarin zij de 40 lithografische inkt niet accepteren. De opgegeven rubber 8204760 . - 5 - en fenolharsen voldoen aan deze condities.

De hars wordt opgelost in een geschikt oplosmiddel, dat bij voorkeur een hoogkokend petroleum-fraktie (bijv. white spirit), of een drager, bij voorkeur 5 een laagvisceuze geblazen lijnzaadolie of een lithografische vernis op basis van lijnzaad-standolie. De hars kan worden opgelost door voorzichtig verhitten. Gebruikelijke pigmenten, in het bijzonder carbonzwart met of zonder blauwe toner, worden vervolgens in het 10 vernis op bekende wijze gemalen, bijv. op een gebruikelijke driewals.

De verhoudingen van de ingrediënten kunnen bijv. zijn: 15 tot 45 % hars, 35 tot 65 % oplosmiddel of drager, en 10 tot 40 % pigment, welke percentages 15 gewichtspercentages zijn, gebaseerd op het totale gewicht van de lithografische inkt.

De hydrofiele fase vormt normaal 25 tot 45 gew. % en bij voorkeur 35 tot 40 gew. % van de samenstelling. Zij bestaat bij voorkeur uit etheenglycol 20 met daarin opgelost lithiumchloride. De verhouding van het zout is zodanig, dat verdamping van een oplossing bij blootstèlling aan omgevingslucht aanzienlijk wordt vertraagd. Dit zal uiteraard onder andere afhangen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, maar 25 onder normale omstandigheden (bijv. 15 tot 25°C en 40-80 % relatieve vochtigheid) kan de verhouding zijn van 5 tot 20 gew. % van de hydrofiele fase.

Aangezien de hydrofiele fase geen water bevat, kan de lithografische plaat, die gebruikt wordt 30 bij de lithografische inktsamenstelling, zijn gebaseerd op gewoon papier in plaats van het nat-sterke papier, dat gébruikt wordt voor lithografische papierplaten, die in gebruik blootgesteld worden aan water (d.w.z. vochtwater).

35 Zoals reeds aangegeven moet de lithografische inkt in staat zijn om de hydrofiele fase in stabiele ge-dispergeerde toestand te houden zonder het gebruik van een emulsificator. De hydrofiele fase kan worden gedispergeerd in de lithografische inkt onder gebruik-40 making van een snelroerder of op enige andere bekende 8204760 - 6 - wijze. De nieuwe lithografische inktdispersie wordt gebruikt op dezelfde wijze als bekende lithografische inkten op een vlakdrukmachine zonder enige separate toevoer van vochtwater.

5 Zoals reeds uiteengezet, dient de plaat, die gebruikt wordt, een niet-absorberend oppervlak te hebben. Dit kan worden bereikt op een aantal verschillende wijzen. Sommige bekende soorten lithografische drukplaten voldoen aan deze conditie, in het bijzonder 10 die, welke een aluminiumoppervlak hebben. Een dergelijk oppervlak is zowel zeer hydrofiel alsook niet absorberend, en uitstekende resultaten kunnen worden verkregen door voorgesensibiliseerde aluminiumplaten, die op bekende wijze van beeld voorzien zijn en voorbehandeld op de 15 hieronder te beschrijven wijze, bij de nieuwe inkt- samenstellingen volgens de uitvinding. Aluminiumplaten zijn evenwel relatief kostbaar en niet geschikt voor toepassing in goedkope lithografische duplicatiesystemen.

De preferente goedkope lithografische 20 drukplaat voor toepassing bij de onderhavige uitvinding, bestaat uit een laag elektrofotografisch zinkoxyde, gedispergeerd in een harsbinder, en aangebracht op een geschikt dragervel, bijv. van papier. Dergelijke vellen kunnen langs elektrofotografische weg van beeld worden 25 voorzien, en vervolgens worden voorbehandeld met een waterige conversievloeistof, die een ferrocyanide bevat en andere bekende bestanddelen zoals fosfaat en organische zuren in waterige oplossing, teneinde het oppervlak in de niet van beeld voorziene gebieden hydrofiel te 30 maken. Het beeld blijft oleofiel en aldus wordt een van beeld voorziene lithografische plaat verkregen.

De harslaag, die het zinkoxyde bevat, is niet absorberend, en dergelijke van beeld voorziene platen zijn daarvoor in het bijzonder bruikbaar bij de onderhavige uitvinding. 35 Lithografische platen van de bovengenoemde soort zijn bekend en worden bijv. beschreven in het Britse octrooischrift 1.369.868. Tot nog toe werden zij evenwel gebruikt voor normaal lithografisch drukken met separate aanbrenging van drukinkt en vochtwater.

40 Geschikte voorbehandelingsoplossingen worden beschreven 8204760 .-7- in het Britse octrooischrift 1.337.164.

Andere bruikbare platen kunnen worden verkregen door een vel te nemen met een oppervlak van cellulose-acetaat of polyvinylacetaat en vervolgens het 5 oppervlak te hydrolyseren teneinde daarop een zeer dunne laag cellulose of polyvinylalcohol te vormen. In dit geval waarborgt de dunheid van de laag, dat er nagenoeg geen opname van de hydrofiele fase van de inktsamenstelling is. Dergelijke platen kunnen bijv. worden gemaakt door 10 een dunne film cellulose-acetaat of polyvinylacetaat te lamineren op een vel op basis van papier (bij voorkeur nat-sterk) op bekende wijze, en vervolgens het oppervlak van het aldus verkregen laminaat te behandelen met caustische soda-oplossing gedurende een korte periode 15 voor het uitsluitend hydrolyseren van het oppervlak van het laminaat. Dit proces kan platen van goede kwaliteit geven, maar is betrekkelijk kostbaar in zijn uitvoering.

Andere platen, die een dragervel hebben 20 met een niet absorberend hydrofiel oppervlak, bevochtigd door, maar onoplosbaar in, de hydrofiele fase van de inktsamenstelling, kunnen ook worden gebruikt.

Ongeacht welk type niet-absorberende plaat wordt gebruikt, is het nodig om de plaat na het beeld-25 vormen en voorafgaand aan het gebruik voor te behandelen, teneinde de niet-beeldgebieden van de plaat te bevochtigen. De voorbehandelingsvloeistof kan met de hand worden aangebracht door middel van een bevochtigingskast, maar wordt bij voorkeur aangebracht met een rolsysteem, dat 30 indoopt in de vloeistof en waar doorheen de voor te behandelen plaat wordt gevoerd. Inrichtingen, die dergelijke voorbehandelingsrollen incorporeren zijn bij voorkeur ingebouwd in lithografische drukmachines teneinde te zorgen voor automatisch voorbehandelen van van beeld 35 voorziene platen.

De planografische drukplaat, die op gebruike- i lijke wijze van beeld voorzien is, bij voorkeur in een elektrostatische kopieermachine, en voorbehandeld, bij voorkeur een zinkoxyde-offset-elektrostatische plaat, 40 die van beeld voorzien is in een elektrostatische 8204760 - 8 - kopieerinrichting en voorbehandeld, wordt vervolgens gelnkt op de drukmachine met de inktdispersie van de uitvinding. De niet-beeldgebieden van de plaat worden volledig gedesensibiliseerd (onontvankelijk voor inkt), 5 terwijl de beeldgebieden inkt opnemen van de inktdispersie. Het drukken kan dan plaatsvinden zonder toevoer van vocht-water aan de plaat gedurende het drukken. Een groot aantal (bij voorkeur 500 bij een plaat op basis van papier) kopieën van goede kwaliteit kunnen worden 10 verkregen. Indien het drukken om een of andere reden moet worden stopgezet voor meer dan een zeer korte tijdsperiode, moet de plaat opnieuw worden voorbehandeld alvorens hij opnieuw kan worden gebruikt.

De onderhavige uitvinding maakt aldus 15 een aanzienlijke vereenvoudiging mogelijk van vlakdrukken, terwijl toch resultaten van hoge kwaliteit worden bereikt.

De volgende voorbeelden zijn ter toelichting van de uitvinding.

VOORBEELD I

20 Een lithografische inktdispersie volgens de uitvinding kan als volgt worden vervaardigd.

De inktbasis wordt bereid door het oplossen van gechloreerd rubberkoolwaterstofhars 514 (Dryster Limited; 10 g) in een gemodificeerde lijnzaadolie met een 25 viscositeit van 7 poise bij 25°C (Plastybcol 7 van

Young-husband & Stephens Limited; 40 g). Carbon zwart (Mogul L van Cabot Carbon; 15 g) wordt vervolgens gemalen in de verkregen vernis. Een blauwe toner kan worden opgenomen indien dit gewenst is.

30 De hydrofiele fase bestaat uit etheenglycol (85 g), lithiumchloride (15 g), en naar keuze 25 % waterig fosforzuur (8 g).

De lithografische inktdispersie wordt bereid door 40 g van de bovengenoemde hydrofiele fase te dis-35 pergeren in 65' g van de inktbasis die tevoren is opgewarmd tot een temperatuur van 70-80°C. De hydrofiele fase wordt , langzaam onder roeren toegevoegd. Na afkoeling is de dispersie gereed voor gebruik.

VOORBEELD II

40 Een lithografische inkt werd bereid door 8204760 - 9 - > een geisomeriseerde rubberhars (Plastoprene Nr. 1W/50 van Plastanol Ltd.; 11,25 g), op te lossen in een lijnzaad-standolie (viscositeit 5 poise, 38,75 g). Carbon zwart (Mogul L van Cabot Carbon; 15 g) werd gemalen in de 5 verkregen vernis.

De hydrofiele fase was dezelfde als in voorbeeld I. Er werd 40 g van de hydrofiele fase gedispergeerd in de inktbasis, die was voorverhit tot een temperatuur van 70-80°C. Na afkoeling tot omgevingstemperatuur is 10 de inktdispersie gereed voor gebruik.

VOORBEELD III

Een lithografische inkt wordt bereid door een gechloreerde koolwaterstofhars 514 J (Dryster Limited; 11,25 g) op te lossen in een gemodificeerde lijnzaadolie 15 met een viscositeit van 7 poise bij 25°C (Plastybcol 7 van Younghusband & Stephens Limited; 38,75 g) . Carbon zwart (Mogul L van Cabot Carbon; 15 g) wordt gemalen in de verkregen hars.

De hydrofiele fase bestaat uit calciumchloride 20 (watervrij, 15 g), opgelost in etheenglycol (85 g).

Er wordt 40 g van de hydrofiele fase gedispergeerd in de inktbasis, nadat deze laatste is opgewarmd tot een temperatuur van 70-80°C. Na afkoeling is de dispersie gereed voor gebruik.

25 VOORBEELD IV

Een lithografische inkt werd bereid door oplossen van een laagvisceuze, met colifonlum gemodificeerde fenolhars (Mitchanol 30 van Warwick Chemical Company Ltd; 13,5 g) in een gemodificeerde lijnzaadolie 30 (Plastybcol 7 van Younghusband & Stephens Limited; 36,5 g). Carbon zwart (Mogul L van Cabot Carbon; 15 g) werd gemalen in de verkregen vernis.

De hydrofiele fase was dezelfde als in voorbeeld I. Er werd 40 g van deze hydrofiele fase gedis-35 pergeerd in de inkt, die was voorverhit tot een temperatuur van 70-80°C. Na afkoeling was de dispersie gereed voor gebruik.

In de voorgaande voorbeelden kan het lithium-chloride worden vervangen door een gelijke gewichtshoeveel-40 heid calcium, magnesium of zinkchloride of een mengsel 8204760 - 10 - daarvan. Het etheenglycol kan worden vervangen door dietheenglycol of trietheenglycol. Indien één van deze substituties worden gemaakt, is de kwaliteit van kopieën, verkregen onder gebruikmaking van deze inkt, iets minder, 5 terwijl de stabiliteit van de emulsie eveneens omlaag gaat.

De hierboven genoemde inkten kunnen bijv. worden gebruikt op de volgende wijze. Een zinkoxyde-offset-elektrostatische plaat van bekende soort, bijv. zoals beschreven in het Britse octrooischrift 1.369.868, 10 wordt van beeld voorzien in een elektrostatische kopieer-inrichting, waarbij er zorg voor gedragen wordt, dat de fixeringstemperatuur voldoende hoog is om er voor te zorgen, dat het tonerbeeld hecht-gebonden is aan het oppervlak van de plaat. De van beeld voorziene plaat 15 wordt vervolgens voorbehandeld met de volgende oplossing:

Kaliumferrocyanide 30 g

Kaliummetabisulfiet 5 g

Ammoniumdihydrofosfaat 50 g

Arabische gom 20 g 20 Citroenzuur 2 g

Water 1850 g

Deze voorbehandelingsoplossing wordt bij voorkeur aangebracht onder gebruikmaking van een automatische primer, waarin de van beeld voorziene plaat wordt toegevoerd 25 door een rolsysteem bij constante snelheid door een bad van de voorbehandelingsvloeistof. De voorbehandelde en van beeld voorziene plaat is dan gereed voor gebruik.

De plaat wordt geplaatst op een lithografische drukmachine, waarvan het vochtwatersysteem is weggenomen, 30 en waarin de inkt, die wordt toegevoerd éên van de samenstellingen zoals boven beschreven is. De beeldgebieden van de plaat worden snel door en door geïnkt door de inktfase van de samenstellingen, terwijl de niet-beeld en voorbehandelde gebieden inktvrij worden gehouden 35 door de hydrofiele fase. Gedrukte kopieën kunnen dan op de gebruikelijke wijze verkregen worden tot 500 kopieën van goede kwaliteit, die geproduceerd worden zonder moeilijkheid bij een hoge snelheid.

82 0 4 76 0 ‘conolusies'

Claims (9)

1. Lithografische inktsamenstelling met een hydrofiele fase en een oleofiele inktfase, m e t h e t kenmerk, dat de hydrofiele fase een oplossing in een vloeibare polyhydrische alcohol is van één of meer 5 inerte vervloeibare anorganische materialen in een hoeveelheid voldoende om verdamping van de oplossing bij blootstelling daarvan aan omgevingslucht aanzienlijk te vertragen, dat de inktfase bestaat uit een gechloreerde of gecycliseerde rubberhars of een met colifonium gemo-10 dificeerde fenolhars, een oplosmiddel of drager voor de hars, en een pigment, en dat de hydrofiele fase is gedispergeerd in een continue fase van de inkt.

2. Inktsamenstelling volgens conclusie 1, - · met het kenmerk, dat de continue inktfase 15 15 tot 45 % hars, 35 tot 65 % oplosmiddel of drager, en 10 tot 40 % pigment bevat, welke percentages gewichts-percentages zijn gebaseerd op het totale gewicht van de lithografische inktsamenstelling.

3. Inktsamenstelling volgens conclusie 1 of 2, 20 met het kenmer k,dat de hydrofiele oplossing 25 tot 45 gew. % van de totale samenstelling vormt.

4. Inktsamenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3, m e t h e t kenmerk, dat de hydrofiele oplossing éên of meer chloriden bevat van lithium, 25 calcium, magnesium of zink; opgelost in één of meer van etheenglycol, dietheenglycol of trietheenglycol.

5. Inktsamenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3, m e t het kenmerk, dat de hydrofiele oplossing lithiumchloride bevat en vrij is van enig 30 emulsievormend middel.

6. Inktsamenstelling volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hydrofiele oplossing 5 tot 20 gew. % lithiumchloride en 95 tot 80 gew. % 8204760 « - 12 - > • ·> r etheenglycol bevat.

7. Werkwijze voor het lithografisch drukken, omvattende het aanbrengen van een beeld op een lithografische plaat, het voorbehandelen van de van beeld voorziene 5 plaat met een hydrofiele vloeistof, welke het oppervlak van de plaat bevochtigd, en het vervolgens afdrukken van de genoemde plaat, met het kenmerk, dat de gebruikte lithografische plaat een nagenoeg niet absorberend oppervlak heeft, dat niet wordt opgelost 10 door de hydrofiele vloeistof, gebruikt voor het voorbehandelen van de plaat, noch deze vloeistof absorbeert, en dat een inktsamenstelling volgens één der conclusies 1 tot 6 wordt gebruikt gedurende het- drukken zonder toediening van vochtwater.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de plaat een oppervlak van aluminium, aan het oppervlak gehydrolyseerd cellulose-acetaat, of aan het oppervlak gehydrolyseerd polyvinylacetaat heeft.

9. Werkwijze volgens conclusie 7,met het 20 kenmerk, dat de plaat een elektrofotografisch vel is, dat een laag zinkoxyde, gedispergeerd in een harsbinder draagt, en dat deze plaat wordt voorbehandeld met een waterige conversievloeistof, die een ferrocyanide bevat. 8204760