NL8204092A

NL8204092A - Regelmechanisme voor de voorontsteking voor een motor voor twee soorten brandstof.

Info

Publication number: NL8204092A
Application number: NL8204092A
Authority: NL
Original assignee: Outboard Marine Corp
Priority date: 1981-10-23
Filing date: 1982-10-22
Publication date: 1983-05-16
Also published as: AU554578B2; IT8249326A0; US4399780A; AU8936382A; CA1176922A; JPS5877169A; DE3238869A1; NZ202261A; IT1148421B

Description

» * m «

Regelmechanisrae voor de voorontsteking voor een motor voor twee soorten hrandstof

Achtergrand van de uitvindlng

De uitvinding heeft in het algemeen be trekking cp bet near keuze doen werken van een inwendige verbrandingsmotor op twee soorten brandstof, waartari bij de ene soort voordeel kan worden behaald uit cntsteking op een vervroegd tijdstip. De uitvinding 5 heeft oak be trekking op het naar keuze doen werken van een inwendige verbrandingsmotor cp een gasvormige brandstof en op een vloeibare brands tof. De uitvinding heeft ode be trekking op mechanismen voor het vervroegen van hetttijdstip van bntsteking, wanneer de motor wsrkt cp een gasvormige brandstof, zoals aardgas.

10 Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding voorziet in een regelmechanisme voor de voarentsteking voor een motor, die naar keuze kan werken op een eerste brandstof en op een tweede brandstof, welk mechanisme cxnvat een luchttoevoerkanaal waarin een beweegbare smoorplaat is aangebracht 15 en dat is verbonden met de motor, een orgaan dat electrisch met de motor is verbonden voor het bepalen van het cnstekingstijdstip en dat beweegbaar is tussen een eerste stand waarin het zorgt voor vertraagde ontsteking en een tweede stand waarin let zorgt voor vervraegde cntsteking, middelen die het orgaan coder voorspanning 20 uit de tweede stand naar de eerste stand trachten te bewegen, een door vacuum bediende motor die werkzaam is on het orgaan uit de eerste stand naar de tweede stand te verplaatsen in reactie op het verbinden van de vacuummotor met een toenemend vacuum, een vacuumkamer, eerste leidingmidde len, die met het luchttoevoer-25 kanaal zijn verbonden stroomafwaarts van de smoorplaat, cm een vacuum tot stand te brengen in de vacuumkamer in reactie op het werken van de motor en voorzien van terugs lagklepmidde len, die een fluidumstrocm tot stand brengen van de vacuumkamer naar het verdeelstuk en die een fluidumstrocm van het verdeelstuk naar de 30 vacuunkamsr verhinderen, tweede leidingmiddelen die zijn verbonden 8204092 * * 2 tussen de vacuunkaraer en de vacuumntotor en die zijn voorzien van een eerste regelklep die beweegbaar is tussen een normaal gesloten stand en een geqpende stand, derde leidingraiddelen die zijn verbonden tussen het luchttoevoerkanaal en de vacuunnotor en die 5 zijn voorzien van een tweede regelklep die beweegbaar is tussen een normaal geopende stand en een gesloten stand, en door een bedienende persoan geregelde middelen die zijn verbonden met de eerste en de tweede regelklep voor het openen van de eerste regelklep en het sluiten van de tweede regelklep, wanneer de motor werkt op 10 gasvormige brandstof, en voor het doen sluiten van de eerste regelklep en het doen openen van de tweede regelklep, wanneer de motor werkt cp vloeibare brandstof.

Bij den uitvoeringsvorm volgens de uitvinding anvatten de eerste en de tweede regelklep een huis, dat een inwendige kamer 15 begrenst, die aan een einde met de tweede leiding is verbonden, die aan een tweede einde met de derde leiding is verbonden en die tussen de tweede en de derde leiding is verbonden met de vacuum-motor, een kleplichaam, dat in de kamer is opgesteld voor een beweging tussen een eerste en een tweede stand en dat is voorzien vam^ een 20 eerste kleplichaam dat de tweede leiding sluit wanneer het kleplichaam zich in de eerste stand bevindt en van'een tweede kleplichaam-einde dat de derde leiding sluit wanneer het kleplichaam zich in de tweede stand bevindt, middelen die het kleplichaam aider voorspanning naar de eerste stand trachten te duwen, en middelen tegengesteld aan 25 de voorspanmiddelen werkzaam voor het verplaatsen van het kleplichaam naar de tweede stand in reactie op in werking stellen van de door de bedienende persocn geregelde middelen.

Bij een uitvoeringsvoxming volgens de uitvinding best aan de middelen voor het verplaatsen van het kleplichaam naar de tweede 30 stand uit een draadspoel en bestaan de door de bedienende persoan geregelde middelen uit een keuzeschakelaar, die werkzaam is cm de draadspoel te verbinden met een bran van electrische energie.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvoeringsvormen volgens de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van 35 de volgende beschrijving, conclusies en bijgaande tekening.

8204092 V % ( 3

Fig. I is een sttena van §en uitvoeringsvoim van een inrichting voor het regelen van het cutstekingstijdstip in een motor, die naar keuze met een gasvormige brandstof en een vloelbare brands tof kan warken.

5 Voor het in detail toelichten van edn uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt er op gewszen, dat de uitvinding wat betreft zijn toepassing niet is beperkt tot de details van de oonstructie en de inrichting van cnderdelen, die in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgaande tekening 10 is beschreven. De uitvinding kan oak in andere uitvoeringsvormen zijn toegepast en. in de praktijk gebradit en cp verschillende manieren zijn uitgevoerd. Ook wordt er cp gewezen, dat de gebruikte woorden en uitdrukkingen alleen dienen voor de beschrijving en niet in beperkende zin moeten worden beschouwd.

15 Ih.de tekening is schematisch een cntstekingsinrichting 11 voor een irrwendige verbrandingsmotor 13 getekend, welke inrichting 11 is voorzien van een mechanisms voor het geschikt vertragen en vervroegen van het ants tekings ti j dstip. In de weergegeven uitvoeringsvorm is een verdeler 15 getekend die is voorzien van 20 een beweegbaar orgaan 17. Ofschocn de beschreven uitvoeringsvorm is bedoeld voor gebruik bij een acht-cxlinder inwendige verbrandings-motar, is de uitvinding niet daartoe beperkt en kan het beweegbare orgaan zijn toegepast bij elke geschxkte cntstekingsinrichting voor een motor net een willekeurig aantal cilinders.

25 Het orgaan 17 is beweegbaar tussen een vertraagde cntstekings- stand, waa.rin de cntsteking plaatsheeft (¾) een betrekkelijk klein interval vanaf het tijdstip dat de betreffende zuiger (niet getekend) zich in het bovenste dode punt bevindt, en een vervroegde stand, waarin de ontsteking plaatsheeft op een betrekkelijk groot interval 30 vanaf de tijd dat de betreffende zuiger zich in het bovenste dode punt bevindt. Bij de getekende uitvoeringsvorm wordt het bewsegbare orgaan 17 an zijn as 19 gedraaid tussen de vertraagde en de vervroegde stand.

De verdeler 15 anvat middelen voor het verend doen bewegen 35 of verplaatsen van het bewsegbare orgaan 17 naar de vertraagde stand.

8204092 β * ♦ 4

Of^ctioqn, yerschillende uitvoeringsvormen kunnen worden! toegepast, wordt bij de getekende cxristructie een veer 21 toegepast, cm het orgaan 27 cruder voorspanning ±n de richting van de vertraagde stand te duwen, 5 Ben door vacuum bediende motor ofo; motonniddelen 23 is aangebracht voor het geleidelijk yerplaatsen van het beweegbare orgaan 17 tegen de werking van de veer 21 in in de richting vanaf de vertraagde stand naar de vervroegde stand in reactie op het yerbinden van de vacuunmotor met een geleidelijk toenemend vacuum.

10 Dus bij afwazigheid van een met de motor 23 verbonden vacuum zal de veer 21 het beweegbare orgaan 17 in de vertraagde stand plaatsen.

Als een betrekkelijk laag vacuum met de motor 23 wordt verbonden, zal de motor 23 het beweegbare orgaan 17 uit de vertraagde stand lets in de richting van de vervroegde stand verplaatsen, en als 15 een betrekkelijk hoog vacuum met de motor 23 wordt verbonden, yerplaatst de motor 23 het beweegbare orgaan 17 naar de vervroegde stand.

Middalen zijn aangebracht voor het veranderen of verschuiven pf regelen yap de brandstoftoevoer aan de motor 13 van een eerste 20 brandstof, die een gasvormige of vloeibare brandstof kan zijn en die big de beschreyen uitvoeringsvorm een gasvormige brandstof is, zoals aardgas, naar een. tweede brandstof, die een gasvormige of vloeibare brandstof kan zijn en die bij de beschreven uitvoeringsvorm een vloeibare brandstof is, zoals benzine, en amgekeerd, en voor 25 het regelen van de stand van het beweegbare orgaan 17 overeenkamstig de brandstof die aan de. motor 13 wordt toegevoerd. Ofschoon yerschillende oonstructies kunnen worden toegepast, is bij de getekende uitvoeringsvorm een keuzeschakelaar 25 voor de brandstof aangebracht, die is voorzien van een keuzehefbocm 27 voor de brand-30 stof, die beweegbaar is tussen een eerste of aardgasstand, waarin langs electrische weg een normaal gesloten klep 29 wordt bekrachtigd in een toevoerleiding 31 tussen de motor 13 en een bran 33 van de eerste brandstof, aardgas bij de beschreven uitvoeringsvorm, waardoor aardgas naar de motor 13 strocmt, en een tweede of benzine-35 stand, waarin een normaal gesloten klep 33 wordt bekrachtigd in een 8204092 « % 5 toevoer leiding 37 tussen de motor 13 en een brcn van de tweede brandstof, benzine bij de beschreven uitvoeringsvormen, waardoor benzine naar de motor stroonrt.

Meer in bet bij zander anvat de motor 13 een carburateur 41, 5 voorzien van een luchttoevoerkanaal 43 waarin een venturi 45 is aangebracht, we Ik kanaal stroanafwaarts van de venturi 45 is verbanden met een inlaatverdeelstuk 47 dat met de motor 13 is verbonden, en welk kanaal tussen de venturie en het stroanafwaarts gelegen einde van het luchttoevoerkanaal, is voorzien van een 10 smoorklep of -plaat 48 die tussen een gecpende en gesloten stand beweegbaar is. In het luchttoevoerkanaal 43 is nabij de smoorklep 48 een smoorkleppoort 49 aangebracht. In het luchttoevoerkanaal 43 is stroanafwaarts van de smoorklep 48 of in het inlaatverdeelstuk 47 een andene of verdeelstukpoort 51 aangebracht.

15 Er zijn middelen aangebracht voor het verplaatsen van het beweegbare orgaan 17 naar de vervroegde stand in reactie op het verschuiven van de keuzehefbocm 27 voor de brandstof naar de aardgasstand en in reactie op de werking van de motor. Ofschocn verschillende andere constructies kunnen worden toegepast, is 20 bij de getekende uitvoeringsvorm een vacuumkamer 61 toegepast, die door een leiding 63 stroanafwaarts van de smoorklep 48 net de verdeelstukpoort 51 is verbonden. De leiding 63 is voorzien van een terugslagklep 65, die een stroon van de vacuumkamer 61 naar het verdeelstuk 47 toelaat en die een stroon van het verdeelstuk 47 25 naar de vacuumkamer 61 verhindert. Dienovereenkomstig wordt, wanneer de motor 13 werkt, een betrekkelijk hoog vacuum ontwikkeld en gehandhaafd in de vacuumkamer 61.

De middelen voor het verplaatsen van het beweegbare orgaan 17 naar de vervroegde stand, wanneer de keuzehefbocm 27 voor de 30 brandstof in de aardgasstand staat, cmvatten oak een leiding 67 die is verbonden tussen de vacuumkamer 61 en de vacuummotor 23 en waarin een klepinrichting 69 is aangebracht, die normaal onder voorspanning gesloten wordt gehouden en die naar de geopende stand wordt verplaatst in reactie op het verplaatsen van de keuzehefboam 35 27 voor de brandstof naar de aardgasstand. Wanneer de keuzehefboom 27 voor de brandstof in de aardgasstand staat en de klepinrichting 69 8204092 6 is geopend, wordt het betrekkelijk hoge vacuum in de vacuumkamer 61 verbonden met de vacuunmotor 23, die het beweegbare orgaan 17 naar de vervroegde stand verplaatst en die het beweegbare orgaan 17 in de vervroegde stand houdt.

5 Ofschoon verschillende andere ccnstructies kunnen worden toegepast, aitvat de klepinrichting 69 bij de beschreven uitvoerings-vorm een klephuis 71, dat in de leiding 67 tussen een vacuummotordeel 72 en een vacuuitkanierdeel 74 is geplaatst, en dat is voorzien van een inwendige kamer 76, die met de leidingdelen 72 en 74 is verbonden. 10 Bovendien cravat de beschreven constructie een beweegbaar kleplichaam 73, dat een deel van ferranateriaal cravat, dat is geplaatst in de irwendige kamer 76 en dat aan een einde is voorzien van een naaldpunt 75, die normaal door een veer 79 in het huis tegen een klepzitting 77 aan de overgang tussen het leidingdeel 74 en de 15 inwendige kamer wordt gedrukt. De klepkamer 76 is crageven door een draadspoel 81, die in reactie (¾) een beweging van de keuzehef-boam 27 voor de brandstof naar de aardgasstand electrisch wordt verbonden met een gelijkstrocmbrcn 82, cm daardoor het kleplichaam 73 tegen de werking van de veer 79 in van de klepzitting 77 af te 20 yerplaatsen, waardoor de vacuumkamer 61 en de vacuunmotor 23 met elkaar worden verbonden.

Er zi jn middelen aangebracht voor het verplaatsen van het beweegbare orgaan 17 tussen de vertraagde en de vervroegde stand, wanneer de toeuzeschakelaar 27 voor de brandstof naar de 25 tweede of benzinestand wordt bewogen. Bij een dergelijke beweging wordt de strocratoevoer naar de draadspoel 81 afgesloten, waardoor de verbinding tussen de vacuunmotor 23 en de vacuumkamer 61 wordt yerbroken. Qfschool verscheidene constructies kunnen worden toegepast, is bij de getekende uitvoeringsvorm de kamer 76 in het huis door 30 een leiding 83 verbonden met de poort 49 juist strocraqpwaarts van de smoorklep 48. Bij een altematieve uitvoeringsvorm kan de leiding 83 zijn verbonden met de verdeelstukpoort 51 of met de leiding 63 in het gebied tussen de terugslagklep 65 en de verdeelstukpoort 51.

De leiding 83 is voorzien van een klep 85, die een verbinding 35 tot stand kan brengen tussen de smoorpoort 49 en de vacuunmotor 23, wanneer de hefbocra van de keuzeschakelaar voor de brandstof in de 8204092 ♦ 7 benzinestand staat en cnt daze verbinding te sluiten, wanneer de keuzeschakelaar 27 voor de brandstof in de aardgasstand staat.

Ofschocn andeze oanstructies kunnen worden toegepast, cmvat bij de getekende uitvceringsvoran het kleplichaam 73 een 5 tegenoverliggend puntig einde 87, dat beweegbaar is ten opzichte van een klepzitting 89 aan de overgang van de leiding 83 op de klephuiskamer 86. De bovengenoemde veer 79 is werkzaam tussen de wand van de kamer 76 in het huis en een van een sleuf voorziene flens 91 op het kleplichaam 73, we Ike van een sleuf voorziene flens 10 91 de beweging van het kleplichaam 73 in de kamer 76 geleidt, terwijl de van een sleuf voorziene flens 91 een verbinding mogelijk maakt van het vacuum aan de poort 49 met de vacuunmotor 23, wanneer de klep 85 open is.

Wanneer bij bedrijf de keuzeschakelaar 25 voor de brandstof 15 in de benzinestand staat, drukt de veer 79 het kleplichaam 73 ander voorspanning in de stand, waarbij het deel 74 van de leiding 67 wordt afgesloten, waardoor de vacuumkamer 61 wordt geisoleexd van de vacuunmotor 23 en tegelijkerti jd de leiding 83 wordt gecpend, waardoor de vacuunmotor 23 wordt verbonden met het 20 vacuum aan de smoorpoort 49. Als gevolg daarvan voelt de vacuunmotor 23 het vacuum aan de smoorpoort 49, we Ik vacuum kan varieren tussen een betrekkelijk hoog vacuum, wanneer de sraoorplaat 48 open is, bijvooxbeeld wanneer de motor met een hoog toerental draait, en een betrekkelijk laag vacuum, wanneer de smoorplaat 47 is gesloten, 25 bijvooibeeld wanneer de motor staticnair draait. Dus wanneer de keuzeschakelaar 25 voor de brandstof in de benzinestand staat, wordt het beweegbaze orgaan 17 instelbaar geplaatst binnen het traject tussen de vertraagde en de vervroegde stand, afhankelijk van het vacuum van de smoorpoort 49.

30 Bij bedrijf van de motor wordt een betrekkelijk hoog vacuum geeneeerd en gehandhaafd in de vacuumkamer 61.

Wanneer de keuzeschakelaar voor de brandstof wordt verplaatst naar de aardgasstand, wordt de draadspoel 81 electrisch bekrachtigd, waardoor het kleplichaam 73 tegen de werking van de veer 79 in wordt 35 verplaatst en de verbinding tussen de smoorpoort 49 en de vacuunmotor 23 wordt gesloten en de verbinding tussen de vacuumkamer 61 en da 8204092 ' * v ft δ vacuummotor 23 wordt gecpend. Dus als een betrekkelijk hoog vacuum in de vacuurrkamer 61 wordt gehandhaafd, bewerkste lligt de vacuum-motor 23 een verplaatsing van het beweegbare orgaan 17 naar de vervroegde stand, wanneer de motor 13 op aardgas werkt.

8204092

Claims

1. Regelmechanisme voor de vervroegde cuts taking voor een motor, die naar keuze op een eerste brandstof en op een tweede brandstof kan werkien, gfekenmerkt door een luchttoevoerkanaal dat is voorzien van een beweegbane snoorplaat en dat met de motor 5 is verbcnden, door een orgaan dat electrisch met de motor is verbcnden voor het bepalen van het ontstekings ti j ds tip daarvan en dat beweegbaar is tussen een eerste stand waarin bet zorgt voor vertraagde ontsteking en een tweede stand waarin het zorgt voor vervroegde ontsteking, door middelen die het orgaan onder 10 voorspanning uit de genoemde tweede stand naar de genoemde eerste stand trachten te bewegen, door een door vacuum bediende motor die werkzaam is on het orgaan uit de eerste stand naar de tweede stand te verplaatsen in reactie op het verbinden van de vacuum-motor met een toenemend vacuum, door een vacuumkamer, door een 15 eerste leiding die met het luchttoevoerkanaal is verbonden stroamafwaarts van de smoorplaat cm een vacuum in de vacuumkamer tot stand te hrengen in reactie op de working van de motor en die is vocsrzien vai een terugslagklep die een fluidumstrocm van de vacuumkamar naar het verdeelstuk toelaat en die een fluidum-20 stream van het verdeelstuk naar de vacuumkamer verhindert, door een tweede leiding die is verbonden tussen de vacuumkamer en de vacuunmotor en die is voorzien van een eerste regelklep die beweegbaar is tussen een normaal gesloten stand en een open stand, door een derde leiding die is verbonden tussen het luchttoevoerkanaal en 25 de vacuunmotor en die is voorzien van een tweede regelklep die beweegbaar is tussen een normaal open stand en een gesloten stand, en door een bedienende persocn geregelde middelen die zijn verbonden met de eerste en de tweede regelklep voor het openen van de eerste regelklep en het sluiten van da tweede regelklep, wanneer de motor 30 op gasvormige brandstof werkt, en voor het sluiten van de eerste klep en het openen van de tweede klep, wanneer de motor op vloei-bare brandstof werkt.

2. Regelnechanisme voor de vervoeging van de ontsteking volgens ocnclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste en de tweede regelklep 35 zijn voorzien van een huis dat een inwendige kamer begrenst die aan 8204092 > ' * edn einde is verbcnden met de tweede leiding, die aan een tweede einde is verbanden met de derde leiding en die tussen de tweede en de derde leiding is verbanden met de vacaunmotor, dat een kleplichaam In de kamer is cpgesteld voor een beweging tussen een 5 eerste en een tweede stand en dat is voorzien van een eerste kleplichaameinde dat de tweede leiding sluit, wanneer bet kleplichaam in de eerste stand staat, en van een tweede kleplichaameinde dat de derde leiding sluit, wanneer het kleplichaam in de tweede stand staat, dat middelen zijn aangebracht die het kleplichaam coder 10 voorspanning naar de eerste stand trachten te duwsn en dat middelen werkzaam zijn tegengesteld aan de voorspanraiddelen voor het verplaatsen van het kleplichaam naar de tweede stand in reactie op het in werking stellen van de door de bedienende persocn geregelde middelen.

3. Regelmechanisme voor de ontstekingsvervroeging volgens conclusie 2, met het kenroerk, dat de middelen voor het verplaatsen van het kleplichaam naar de tweede stand bestaan uit een draadspoel en dat de door bedienende persocn geregelde middelen zijn voorzien van een keuzesdiakelaar, die werkzaam is am de draadspoel te 20 verbinden. met een bron. van electrische energie.

4. Hegelmechanisme voor de voorontsteking voor een motor voor twee brandstoffen, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tokening. 8204092