NL8203957A - Houder voor stroomrails. - Google Patents

Houder voor stroomrails. Download PDF

Info

Publication number
NL8203957A
NL8203957A NL8203957A NL8203957A NL8203957A NL 8203957 A NL8203957 A NL 8203957A NL 8203957 A NL8203957 A NL 8203957A NL 8203957 A NL8203957 A NL 8203957A NL 8203957 A NL8203957 A NL 8203957A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
recesses
strip
support
holder according
elements
Prior art date
Application number
NL8203957A
Other languages
English (en)
Other versions
NL185046B (nl
NL185046C (nl
Original Assignee
Loh Kg Rittal Werk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE3143518A external-priority patent/DE3143518C2/de
Priority claimed from DE19823206417 external-priority patent/DE3206417C2/de
Application filed by Loh Kg Rittal Werk filed Critical Loh Kg Rittal Werk
Publication of NL8203957A publication Critical patent/NL8203957A/nl
Priority to NL8900761A priority Critical patent/NL192016C/nl
Publication of NL185046B publication Critical patent/NL185046B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL185046C publication Critical patent/NL185046C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G5/00Installations of bus-bars
    • H02G5/02Open installations
    • H02G5/025Supporting structures
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60MPOWER SUPPLY LINES, AND DEVICES ALONG RAILS, FOR ELECTRICALLY- PROPELLED VEHICLES
    • B60M1/00Power supply lines for contact with collector on vehicle
    • B60M1/30Power rails
    • B60M1/307Supports

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)
  • Distribution Board (AREA)
  • Installation Of Bus-Bars (AREA)

Description

V iri * N.O. 31360 1
Houder voor stroomrails.
De ultvinding heeft betrekking op een houder voor stroomrails met een rechthoekig draagdeel, dat in zijn bovenzijde een aantal groefvor-mige uitsparingen bezit voor het opnemen van stroomrails en middelen voor het vastzetten van de in de uitsparingen ingebrachte stroomrails 5 bezit.
Een dergelijke houder is bekend uit het Duitse "Gebrauchsmuster" 75.21.773. De uitsparingen in het draagdeel uit kunststof zijn daarbij van verschillende diepte en aangepast aan de breedte van de stroomrails. In de zijvanden van de uitsparingen zijn groeven aangebracht, 10 waarin een schuif voor het vastzetten van de in de uitsparing gebrachte stroomrail kan worden geschoven. Deze schuiven als middel voor het vastzetten van de stroomrails zijn via elastische poten in een deel op het draagdeel gevormd. De uitsparingen van het draagdeel bezitten in de zijwanden een aantal paren tegenover elkaar liggende groeven, zodat in 15 een uitsparing verschillend dikke echter even brede stroomrails vastge-zet kunnen worden.
Zoals blijkt uit het Duitse "Gebrauchsmuster" 77.09.147 is het ook reeds bekend stroomrails afzonderlijk of als pakket in een uitsparing van een draagdeel te plaatsen. Opdat de stroomrails met hun bovenzijden 20 in een gemeenschappelijk vlak liggen worden afstandstukken gebruikt van verschillende dikte om de uitsparingen in diepterichting te vullen. De uitsparingen hebben immers alle een diepte om het maximale aantal tot een pakket gevormde stroomrails te kunnen opnemen.
Deze bekende houders voor stroomrails zijn geschikt voor het opne-25 men van even brede stroomrails, die echter een verschillende dikte bezitten, en zijn daardoor wat betreft de toepassing beperkt tot een be-paalde stroomrallgroep. Er zijn namelijk ook stroomrails, die behalve verschillende dikten, bijvoorbeeld 3 mm, 4 mm, 5 mm, 8 mm en 10 mm ook verschillende breedten bezitten, bijvoorbeeld 16 mm, 20 mm, 25 mm, en 30 30 mm.
Het doel van de ultvinding is een houder voor stroomrails van het hierboven aangegeven type te verschaffen waarbij stroomrails van verschillende dikte en verschillende breedte op dezelfde wijze eenduidig kunnen worden vastgezet.
35 Volgens de ultvinding wordt dit doel bereikt, doordat de breedte van de uitsparingen in het draagdeel groter en de diepte van de uitsparing gelljk of groter zijn dan de maximale bijbehorende afmetingen van de dwarsdoorsnede van de stroomrails, dat in de uitsparingen van het 8203957 r- > 2 draagdeel onverliesbaar steekelementen kunnen worden gestoken die aan de afmetingen van de uitsparingen zijn aangepast en in hun bovenzijde zijn voorzien van op de dwarsdoorsnede van de gebruikte stroomrails ge-plaatste opneemorganen, dat behalve de uitsparingen in de bovenzijde 5 van het draagdeel schroefdraadbussen zijn ingebracht, dat het draagdeel met een rechthoekig afdekdeel kan worden afgedekt en verbonden, dat via de schroefdraadbussen van het draagdeel met getrapte boringen voor het opnemen van van een kop voorziene verbindingsschroeven en via de uitsparingen van het draagdeel en daarmede via de opneemdelen van de 10 steekelementen van ingelaten schroefdraadbussen voor het opnemen van spanschroeven is voorzien.
Deze uitvoering van de uitsparingen in het draagdeel van het plaatsen van eenvoudige steekelementen die aan de uitsparingen zijn aangepast en een opneemorgaan voor een geheel bepaalde afmeting van de 15 stroomrails hebben, staat een universeel gebruik van de nieuwe in twee-dn gedeelde houder toe. Daardoor wordt door de ingelaten schroefdraadbussen niet alleen de verbinding van het draagdeel en het afdekdeel, maar ook het vastzetten van de stroomrails in de uitsparingen van de steekelementen vergemakkelijkt.
20 De onverliesbare steekverbinding tussen het draagdeel en de steek elementen wordt volgens een uitvoering verkregen doordat de steekelementen en de uitsparingen in het draagdeel op de loodrecht near het grondvlak en het bevestigingsvlak van het draagdeel gerlchte wanden van op elkaar afgestemde elementen van zwaluwstaartverbindingen zijn voor-25 zien. Daarbij kan bij voorkeur daarin zijn voorzien dat de elementen van de zwaluwstaartverbindingen op de wanden van de uitsparingen in het draagdeel als zwaluwstaartgroef en de elementen van de zwaluwstaartverbindingen op de wanden van de steekelementen als zwaluwstaartmessing zijn uitgevoerd.
30 Het vasthouden van de steekelementen in de uitsparingen van het draagdeel kan volgens een verdere uitvoering nog daardoor worden verbe-terd dat de bodemzijde van de uitsparing in het draagdeel van blinde boringen en de toegekeerde onderzijde van de steekelementen van daarop afgestemde steektappen zijn voorzien.
35 De bevestiging van de houder in een schakel- of verdeelkast kan volgens een uitvoering worden bereikt doordat het draagdeel aan beide einden als bevestigingsbok met een getrapte bevestigingsboring is uitgevoerd .
De schroeflijnbussen van het draagdeel zijn daarbij in blinde bo-40 ringen ervan gebracht en wel vanaf de bovenzijde en sluiten vlak met de 8203957 T W'· ♦ 3 bovenzijde van het draagdeel af.
De schroefdraadbussen van het afdekdeel zijn daarentegen in de doorgaande boringen ervan geplaatst, strekken zich vanaf de naar het draagdeel toegekeerde onderzijde slechts over een deel van de door-5 gangsboring uit en sluiten vlak met de onderzijde van het afdekdeel af.
Opdat met de verbindingsschroeven het afdekdeel op het draagdeel kan worden geklemd, voorziet een uitvoering daarin, dat de getrapte boringen in het afdekdeel voor de verbindingsschroeven naar de bovenzijde 10 van het afdekdeel gekeerd het in diameter grotere deel voor het opnemen van de kop van de verbindingsschroeven bezitten.
Een uniforme steek van de uitsparingen in het dragerdeel geeft dan aanleiding tot een gelijke steek van de stroomrails over de houder, als erin is voorzien dat de steekelementen tot een loodrecht op de langsaf-15 meting van het draagdeel verlopende middenhartlijn symmetrisch zijn geplaatst.
Moet de steek van de uitsparingen in het draagdeel van de steek van de stroomrails afwijken, dan kan men volgens een verdere uitvoering erin voorzien dat de opneemorganen naar de middenhartlijn van een 20 steekelement zijn verplaatst.
Moet de totale diepte van de uitsparing in het dragerdeel voor de stroomrails worden gebruikt dan is een uitvoering van voordeel die het kenmerk heeft, dat de steekelementen zijn gevormd uit twee gescheiden bij voorkeur identieke deelsteekelementen. De deelsteekelementen nemen 25 dan slechts nog de vereffening over in de breedte van de stroomrails.
Opdat de houder zonder veel montage-arbeid met verdere opneemorganen voor stroomrails kan worden uitgebreid, waarbij de montage-arbeid' zich beperkt tot de verdere stroomrails, is volgens de uitvinding erin voorzien dat een van de verdere uitsparingen voor het opnemen van 30 stroomrails en van bevestiglngsblokken voorziene verdere draaglijsten, alsmede een erbij aangebrachte verdere afdijklijst aanwezig zijn, dat het bevestigingsblok aan een einde van de verdere draaglijst over de hoogte van de bevestiglngsblokken van de gronddraaglijst ten opzichte van de de bevestigingsvlakken vormende onderzijde van de verdere draag-35 lijst teruggeplaatst is, en dat door middel van een doorgaande bevesti-gingsschroef de boven elkaar aangebrachte bevestigingsblokken door verdere draaglijsten en gronddraaglijsten met elkaar respectievelijk met een steun of dergelijke kunnen worden verbonden.
Op de uit gronddraaglijst en grondafdeklijst gevormde grondhouder 40 kan op elk einde een uit verdere draaglijst en verdere afdeklijst ge- 8203957 4 vormde verdere houder worden aangebracht, zonder de bevestiging van de stroomrails in de grondhouder te belnvloeden. De latere montage beperkt zich dus tot het aanbrengen van de verdere houder en het vastzetten van de verdere stroomrails in deze verdere houder. De doorgaande bevesti-5 gingsschroef op de plaats waar de grondhouder en de extra houder elkaar raken kan al naar de lengte alleen voor het verbinden van de bevesti-gingsblokken van de gronddraaglijsten en verdere draaglijsten worden gebruikt of ook voor het tegelijkertijd bevestigen van gronddrager en verdere houder met de ondergrond of dergelijke.
10 Het fixeren van de verdere draaglijst op de gronddraaglijst wordt volgens een verdere uitvoering vergemakkelijkt doordat de bevestigings-boringen van de gronddraaglijsten aan het bovenste einde wat de diameter betreft een vergrote uitsparing bezitten en dat het ten opzichte van het bevestigingsvlak teruggezette bevestigingsblok van de verdere 15 draaglijst in het gebied van zijn bevestigingsboring een hulsvormig uitsteeksel bezit, dat in de verwijde uitsparing van de bevestigingsboring in het bevestigingsblok van de gronddraaglijst kan worden ge-bracht. De verdere draaglijst neemt daarom automatisch de voor het in-voeren van de bevestigingsschroef juiste stand ten opzichte van de 20 gronddraaglijst in.
Moeten de gronddraaglijst en de verdere draaglijst in het gebied van hun aanrakingsplaats slechts met elkaar worden verbonden, dan is een uitvoering van voordeel die het kenmerk heeft dat de bevestigings-boringen van de bevestigingsblokken van de gronddraaglijsten ook aan de 25 onderste einden een wat de diameter betreft verwijde uitsparing bezitten. De wat de diameter betreft verwijde uitsparing van de bevesti-gingsboringen nemen passend een moer op, zodat bij de samengevoegde be-vestigingsvlakken van de gronddraaglijst en verdere draaglijst niets uitsteekt.
30 De de verdere draaglijst met de gronddraaglijst verbindende beves tigingsschroef kan volgens een verdere uitvoering daardoor ook voor het verbinden van de verdere afdeklijst met de verdere draaglijst worden benut, doordat de verdere afdeklijst een bevestigingsboring bezit, die met de bevestigingsboringen in de bevestigingsblokken van de verdere 35 draaglijst en de gronddraaglijst op l€n lijn ligt en doordat de verdere afdeklijst door middel van de doorgaande bevestigingsschroef samen met de verdere draaglijst en de gronddraaglijst kan worden verbonden.
Volgens een bijzonder doelmatige uitvoering is erin voorzien dat de gronddraaglijst drie uitsparingen voor het opnemen van stroomrails 40 in een horizontaal vlak bezit, en dat de verdere draaglijst twee uit- 8203957 5 sparingen voor het opnemen van stroomrails bezit, waarbij de naar het teruggeplaatste bevestigingsblok gekeerde uitsparing in het vlak van de uitsparingen in de grondraaglijst is aangebracht, terwijl de niet naar het teruggeplaatste bevestigingsblok gekeerde uitsparing op kleinere 5 afstand ten opzichte van het bevestigingsvlak van de verdere draaglijst is aangebracht.
Het voordeel van het plaatsen van inzetstukken van verschillende dikte en verschillend brede stroomrails zowel in de grondhouder als ook in de verdere houder wordt gehandhaafd doordat in de uitsparingen van 10 de gronddraaglijst en de verdere draaglijst onverliesbaar steekelemen-ten kunnen worden gestoken, die aan dezelfde afmetingen van de uitsparing zijn aangepast en in hun bovenzijde van op de dwarsdoorsnede van de stroomrails aangepaste opneemorgaan zijn voorzien.
Volgens een verdere uitvoering kan de uit verdere draaglijst en 15 verdere afdeklijst gevormde verdere houder ook gescheiden van de grondhouder worden bevestigd als erin voorzien is dat de verdere draaglijst door middel van zijn teruggeplaatste bevestigingsblok met een gescheiden bevestigingsdeel kan worden verbonden, dat een ingeplaatste schroefdraadbus voor de doorgaande bevestiglngsschroef bezit, en behal-20 ve de schroefdraadbus is voorzien van een buiten de verdere draaglijst liggende bevestigingsboring. Ook in dit geval wordt de verbinding van de verdere draaglijst met het gescheiden bevestigingsdeel vergemakke-lijkt doordat het bevestigingsdeel in het gebied van de schroefdraadbus, die zich vanaf de onderzijde ervan slechts over een deel van de 25 hoogte uitstrekt, een wat de diameter betreft verwijd boringdeel bezit voor het opnemen van het op de onderzijde van het teruggezette bevestigingsblok van de verdere draaglijst aangebrachte pulsvormige uitsteek-sel.
Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringvoorbeelden zijn 30 weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van het draagdeel van de houder.
Figuur 2 toont een aanzicht op de bovenzijde van het draagdeel volgens figuur 1.
Figuur 3 toont een kopaanzicht van het draagdeel volgens figuur 35 1.
Figuur 4 toont het zijaanzicht van het afdekdeel.
Figuur 5 toont een aanzicht op de bovenzijde van het afdekdeel volgens figuur 4.
Figuur 6 toont het kopaanzicht van het afdekdeel volgens figuur 40 4.
8203957 6
Figuur 7 toont een zijaanzicht van een eerste steekelement.
Figuur 8 toont een aanzicht op de bovenzijde van het steekelement volgens figuur 7.
Figuur 9 toont het zijaanzich van een tweede steekelement.
5 Figuur 10 toont een aanzicht op de bovenzijde van het steekelement volgens figuur 9.
Figuur 11 toont een zijaanzicht van een uit twee gedeeltelijke steekelementen gevormd steekelement.
Figuur 12 toont een aanzicht op de bovenzijde van de deelsteekele-10 menten volgens figuur 11.
Figuur 13 toont een doorsnede door de uit draagdeel, afdekdeel en steekelementen samengestelde houder.
Figuur 14 toont schematisch de reeks van een uit verdere draag-lijst en verdere afdeklijst gevormde verdere houder aan een einde van 15 de grondhouder volgens figuur 13.
Figuur 15 toont een doorsnede van de uit verdere draaglijst en verdere afdeklijst gevormde verdere houder die door middel van een ge-scheiden bevestigingsdeel tot een zelfstandig te bevestigen houder is uitgebreid.
20 De houder voor stroomrails volgens de uitvinding omvat het draag deel 10 volgens de figuren 1 tot 3, het afdekdeel volgens de figuren 4 tot 6 en verschillende steekelementen, zoals bijvoorbeeld in de figuren 7 tot 12 getoond zijn.
Het draagdeel 10 is bij voorkeur uit kunststof en rechthoekig uit-25 gevoerd. De beide einden van het draagdeel 10 zijn als bevestigingsbok-ken 17 met getrapte bevestigingsboringen 18 uitgevoerd. Omdat deze be-vestigingsboringen 8 zowel vanaf de onderzijde als ook vanaf de bovenzijde een wat de diameter betreft vergroot deel bezitten, kan het draagdeel 10 naar beneden en naar boven toe bevestigd worden.
30 De bovenzijde van het draagdeel 10 is van drie uitsparingen 11 voorzien, als voor een driedelig systeem drie stroomrails noodzakelijk zijn. Het aantal uitsparingen 11 en daarmede de lengte van het draagdeel 10 richt zich op het aantal te bevestigen stroomrails. De uitsparingen 11 zijn in de breedte groter dan de maximale breedte van de 35 stroomrails. De diepte van de uitsparingen 11 kan even groot of groter zijn dan de maximale dikte van de stroomrails. Naast de uitsparingen 11 blijven verhoogde delen 19 van het draagdeel 10 staan, waarin vanaf de bovenzijde af schroefdraadbussen 16 zijn ingelaten en wel in het midden zoals uit figuur 2 blijkt. Deze schroefdraadbussen 16 zijn zo in de 40 zijn zo in de blinde boringen geplaatst, dat zij met de bovenzijde van 8203957 t .τ' , 7 het draagdeel 10 vlak afsluiten. De schroefdraadbussen 16 kunnen echter ook bij de vervaardiging van het draagdeel als kunststof spuitgietdeel worden ingespoten. De zijwanden van de uitsparingen 11 zijn van de element en 12 en 13 van zwaluwstaartverbindingen voorzien, die in het uit-5 voeringsvoorbeeld als zwaluwstaartmessing zijn gevormd. Daarenboven zijn in de bodem van de uitsparing beide blinde boringen 14 en 15 aan-gebracht. Zoals blijkt uit het aanzicht volgens figuur 2 zijn de uit-sparingen 11 ten opzichte van de middenhartlijn synmetrisch, welke mid-denhartlijn dwars op de langshartlijn van het draagdeel 12 verloopt.
10 Ook het afdekdeel 20 volgens de figuren 4 tot 6 is rechthoekig en bezit naar de schroefdraadbussen 16 in het draagdeel 10 gerichte ge-trapte boringen 21 voor verbindingsschroeven. Het wat de diameter be-treft vergrote deel van de boring 21 voor de kop 28 van de verbindings-schroef 27 is naar de bovenzijde van het afdekdeel 20 toegekeerd, zoals 15 blijkt uit de doorsnede volgens figuur 13. Hiermede kan het afdekdeel 20 vast met het draagdeel 10 worden verbonden. De verbindingsschroeven 27 worden daarbij in de schroefdraadbussen in het draagdeel 10 ge-schroefd en zijn steeds aan beide zijden van de uitsparingen 11 ge-bracht. Op de middenhartlijn van de uitsparingen 11 in het draagdeel 10 20 gericht bezit het afdekdeel 20 doorgaande boringen 25, waarin van de naar het draagdeel 10 toegekeerde onderzijde af eveneens schroefdraadbussen 22 zijn geplaatst. Deze schroefdraadbussen 22 strekken zich slechts over een deel van de doorgaande boring 25 uit en sluiten vlak met de onderzijde van het afdekdeel 20 af. Zoals uit figuur 13 blijkt 25 nemen deze schroefdraadbussen 22 spanschroeven 26 op waarmede de in een uitsparing 37 van een steekelement 30 ingebrachte stroomrail 40 wordt vastgelegd. In de bovenzijde van het afdekdeel 20 zijn blinde boringen 23 en 24 aangebracht waarin de steektappen van aanwijsborden of een af-dekplaat insteekbaar zijn.
30 Het de afdekplaat kunnen de tussen tenminste twee houders axiaal niet verschuifbaar vastgezette stroomrails zo worden afgedekt, dat zij niet zonder meer toegankelijk zijn.
In de als eenheid uitgevoerde uitsparingen 11 van het draagdeel 10 worden steekelementen 30 geplaatst, die aan de zijwanden van de elemen-35 ten 34 en 36 van zwaluwstaartverbindingen zijn voorzien. In het uitvoe-ringsvoorbeeld zijn deze elementen 34 en 36 als zwaluwstaartmessingen uitgevoerd die zijn afgestemd op de als zwaluwstaartgroeven uitgevoerde elementen 12 en 13 van het deel 11.
Bovendien draagt de onderzijde van het steekelement 30 twee steek-40 tappen 31 en 32, zoals figuren 7 tot 10 tonen, die op de afmetingen en 8203957
V
8 de plaatsing van de blinde boringen 14 en 15 in de bodem van de delen 11 zijn afgestemd. In de bovenzijde van het steekelement 30 is een opneemorgaan 37 of 37' voor een geheel bepaalde afmeting van de stroom-rail aangebracht. Zo is het opneemorgaan 37 van het steekelement 30 5 volgens figuur 7 en 8 bijvoorbeeld aangepast op de breedte van 30 mm en een diepte van 5 mm, om een stroomrail met overeenkomstige afmetingen te kunnen opnemen. Bij het steekelement 30 volgens de figuren 9 en 10 is het opneemorgaan 37' echter smaller en dieper en bijvoorbeeld met 16 mm x 8 mm bedoeld voor een stroomrail met andere afmetingen. Daarbij 10 blijkt nog dat de middenhartlijn van het opneemorgaan 37' ten opzichte van de middenhartlijn van steekelement 30 verplaatst is. De afstand van de stroomrails kan daarom een steek hebben die afwijkt van de steek van de uitsparingen 11 in het draagdeel 10.
Het is duidelijk dat het aanpassen van de houder op een andere af-15 meting van de stroomrails slechts anders uitgevoerde steekelementen 30 vereist. Daarbij moet er slechts op worden gelet dat de uitsparingen 11 in het draagdeel 10 een breedte bezitten die groter is dan de maximale breedte van de stroomrails. Daarbij komen nog de de opneemorganen 37 respectievelijk 37’ begrenzende delen 33 en 35 van het steekelement 20 30. ·
De diepte van de uitsparing 11 in het draagdeel 10 kan gelijk zijn aan of groter zijn dan de maximale dikte van de stroomrails. Is de dik-te van de stroomrails gelijk aan de dikte van de uitsparing 11 in het draagdeel 10 dan worden twee identieke deelsteekelementen 30.1 en 30.2 25 volgens figuur 11 en 12 gebruikt, die alleen met de elementen 34 en 36 van de zwaluwstaartverbindingen in de uitsparing 11 worden gestoken. Deze deelsteekelementen 30.1 en 30.2 vereffenen dan slechts de breedte van de stroomrails, opdat de uitsparing 11 van het draagdeel 10 volle-dig is gevuld.
30 De grondhouder voor stroomrails volgens figuur 13 omvat de grond- draaglijst 10 en de grondafdeklijst 20 alsmede verschillende steekelementen 30, die in de uitsparing van de gronddraaglijst 10 worden gestoken. De beide einden van de gronddraaglijst 10 lopen uit in getrapte bevestigingsblokken 17 met bevestigingsboringen 18, waarvan de onder-35 zijden de bevestigingsvlakken definieren. De bevestigingsboringen 18 bezitten een middendeel 35 dat is aangepast aan de diameter van de be-vestigingsschroeven. De beide einden van de bevestigingsboringen 18 bezitten wat de diameter betreft verwijde delen 34 en 36.
De gronddraaglijst 10 heeft drie uitsparingen 11 die wat de breed-40 te betreft groter zijn dan de maximale breedte van de stroomrails 40.
8203957 » J- «· 9
De diepte van de uitsparingen 11 kan even groot zijn als of groter zijn dan de maximale dikte van de stroomrails 14. Behalve de uitsparingen 11 blijven verhoogde delen 19 van de gronddraaglijst 10 staan, waarin van-af de bovenzijde schroefdraadbussen 16 zijn ingebracht en wel in het 5 midden. Deze schroefdraadbussen 16 zijn zo in blinde boringen ge-plaatst, dat zij de bovenzijde van de gronddraaglijst 10 vlak afslui-ten.
De schroefdraadbussen 16 kunnen echter ook bij het vervaardigen van de gronddraaglijsten 10 als kunststof spuitgietdeel worden ingespo-10 ten. De zijwanden van de uitsparingen 11 zijn van de elementen 12 en 13 van zwaluwstaartverbindingen voorzien, die in het uitvoeringsvoorbeeld zijn uitgevoerd als zwaluwstaartgroeven. Bovendien zijn in de bodem van de uitsparingen 11 blinde boringen 14 en 15 aangebracht. In de als een-heid uitgevoerde uitsparingen 11 worden steekelementen 30 gestoken, die 15 aan hun kopwanden overeenkomstige zwaluwstaartvormige messingen dragen. Bovendien zijn de steekelementen 30 aan hun onderzijde voorzien van de beide steektappen 31 en 32, die in de blinde boringen 14 en 15 van een uitsparing 11 worden gestoken. In de bovenzijde van het steekelement 30 is een groefvormig opneemorgaan 37 aangebracht, dat in breedte en diep-20 te is afgestemd op de afmeting van de dwarsdoorsnede van de erin ge-plaatste stroomrail 40. De keuze van de steekelementen 30 richt zich naar de afmetingen van de stroomtails 40. De steekelementen 30 nemen de aanpassing over van de stroomrails op de steeds gelijke gronddraaglijst 10.
25 Ook de grondafdeklijst 20 is rechthoekig en bezit op de schroef draadbussen 16 in de gronddraaglijst 10 gerichte en getrapte boringen 21 voor verbindingsschroeven 27, waarvan de koppen 28 in de verwijde delen van de boringen 21 worden vastgehouden. De verbindingsschroeven 27 worden in de schroefdraadbussen 16 van de gronddraaglijst 10 ge-30 schroefd zodat de grondafdeklijst 20 vast met de grondlaaglijst 10 is verbonden. Op de middens van de uitsparingen 11 gericht bezit de grondafdeklijst 20 doorgaande boringen 25, waarin vanaf de naar de gronddraaglijst 10 toegekeerde onderzijde eveneens schroefdraadbussen 22 zijn. aangebracht. Deze schroefdraadbussen 22 strekken zich slechts over 35 een deel van de doorgangsboringen 25 uit en sluiten met de onderzijde de grondafdeklijst 20 vlak af. In deze schroefdraadbussen 22 worden spanschroeven 26 geschroefd die de In het opneemorgaan 37 van het steekelement 30 geplaatste stroomrail 40 onverschuifbaar vastlegt. In de bovenzijde van de grondafdeklijst 20 zijn verdere blinde boringen 23 40 en 24 aangebracht, waarin de steektappen van aanwijsborden, afdekplaten 8203957 10 of dergelijke kunnen worden gestoken.
Zoals figuur 14 toont kan aan elk elnde van de grondhouder volgens figuur 13 een verdere houder worden aangebracht. Deze verdere houder bestaat uit de verdere draaglijst 40 en de verdere afdeklijst 70. De 5 verdere draaglijst 50 loopt aan de einden uit in de bevestigingsblokken 59 en 61. Het bevestigingsblok 59 sluit met de onderzijde van de verdere draaglijst 50 goed af.· De bevestigingsboring 60 is aan beide einden verwijd en gelijkt op de bevestigingsboringen 18 van de bevestigingsblokken 17 van de gronddraaglijst 10. Het bevestigingsblok 61 met de 10 doorgaande bevestigingsboring 51 is echter ten opzichte van de onderzijde van de verdere draaglijst 50 teruggeplaatst en wel over de hoogte van het bevestigingsblok 17 van de gronddraaglijst 10. Bovendien is op de onderzijde van het teruggeplaatste bevestigingsblok 61 een hulsvor-mig uitsteeksel 52 gevormd dat in het verwijde deel 34 van de bevesti-15 gingsboring 18 van het bevestigingsblok 17 kan worden gebracht, tot de onderzijde van de verdere draadlijst 20 goed in de bevestigingsvlakken van de bevestigingsblokken 17 van de grondlaaglijst 10 ligt.
Zoals ook uit figuur 15 blijkt bezit de verdere draaglijst 50 twee uitsparingen 53 met zwaluwstaartelementen 56 en 57, alsmede blinde bo-20 ringen 54 en 55, die met de uitsparingen 11 van de gronddraaglijst 10 overeenkomen. De uitsparingen 53 kunnen daardoor dezelfde steekelemen-ten 30 opnemen als de uitsparingen 11.
De verdere afdeklijst 70 bezit getrapte boringen 71 voor de ver-bindingsschroeven 27 met koppen 28, die in de schroefdraadbussen 58 van 25 de verdere draaglijst 50 worden ingeschroefd. De spanschroeven 26 zijn in de schroefdraadbussen 77 verstelbaar, die in de doorgangsboringen 72 van de verdere afdeklijst 70 zijn geplaatst. De verbindingsschroef 33, die in de op δέη lijn liggende boringen 71 en 51 van de verdere afdeklijst 70 en van de verdere draaglijst 50 wordt ingevoerd, reikt ook in 30 de boring 18 van het bevestigingsblok. 17 van de gronddraaglijst 10. Daarbij kan het onderste verwijde deel 36 van de bevestigingsboring 18 een moer voor de verbindingsschroef 33 opnemen. De verbindingsschroef 33 kan echter ook uit de bevestigingsboring 18 van het bevestigingsblok 17 steken en op een steunlaag of dergelijke worden geschroefd. Op de 35 plaats van samenkomst van de grondhouder en de verdere houder kan de bevestigingsschroef 33 daarom naar keuze de verdere afdeklijst 70, de verdere draaglijst 50 en de gronddraaglijst 10 onderling of met een on-dergrond of dergelijke verbinden. Daartoe moet slechts de lengte van de verbindingsschroef 33 dienovereenkomstig worden gekozen.
40 Zoals uit figuur 15 blijkt kan het teruggeplaatste bevestigings- 8203957 11 blok 61 van de verdere draaglijst 50 ook met een gescheiden bevesti-gingsdeel 73 worden verbonden. Daartoe is in dit bevestigingsdeel 73 de schroefdraadbus 75 geplaatst, waarin de verbindingsschroef 33 wordt ge-schroefd. De schroefdraadbus 75 strekt zich slechts over een deel van 5 de hoogte van het bevestigingsdeel 73 uit. Boven de schroefdraadbus 75 bezit de boring een verwijd deel 76 dat het hulsvormige uitsteeksel 52 van het teruggeplaatste bevestigingsblok 61 van de verdere draaglijst 50 opneemt. Het bevestigingsdeel 73 steekt boven het einde van de verdere draaglijst 70 uit en is in dit deel voorzien van een bevestigings-10 boring 74, die met de bevestigingsboringen 18 in de bevestigingsblokken 17 van de gronddraaglijst 10 overeenkomt en ook aan beide einden ver-wijde delen bezit. Op deze wijze kan de uit de verdere draaglijst 50 en de verdere afdeklijst 70 gevormde verdere houder via het bevestigingsblok 59 van de verdere draaglijst 50 en het bevestigingsdeel 73 ook ge-15 scheiden van de uit de gronddraaglijst en de grondafdeklijst 20 gevormde grondhouder worden bevestigd.
8203957

Claims (22)

1. Houder voor stroomrails met een rechthoeklg draagdeel dat in zijn bovenzijde een aantal groefvormlge uitsparingen bezit voor het op-nemen van stroomrails en middelen voor het bevestigen van de in de uit- 5 sparingen gebrachte stroomrails, met het kenmerk, dat de breedte van de uitsparingen (11) in het draagdeel (10) groter is dan en de diepte van de uitsparingen (11) gelijk is aan of groter is dan de maximale bijbe-horende afmetingen van de dwarsdoorsnede van de stroomrails (40), dat in de uitsparingen (11) van het draagdeel (10) onverliesbaar 10 steekelementen (30, 30.1, 30.2) kunnen worden gestoken, die aan de afmetingen van de uitsparingen (11) zijn aangepast en in hun bovenzijde voorzien zijn van op de dwarsdoorsnede van de gebruikte stroomrails (40) aangepaste opneemorganen (37, 37'), dat behalve de uitsparingen (11) in de bovenzijde van het draag- 15 deel (10) schroefdraadbussen (16) zijn aangebracht, dat het draagdeel (10) met een rechthoekig afdekdeel (20) afdek-baar en verbindbaar is, welk afdekdeel via de schroefdraadbussen (16) van het draagdeel (10)met getrapte boringen (21) voor het opnemen van van een kop (28) voorziene verbindingsschroeven (27) en via de uitspa- 20 ringen (11) van het draagdeel (10) en daarmede via de opneemorganen (37, 37') van de steekelementen (30, 30.1, 30.2) van ingelaten schroefdraadbussen (22) voor het opnemen van spanschroeven (26) is voorzien.
2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steekelementen (30, 30') en de uitsparingen (11) in het draagdeel (10) aan de 25 loodrecht op het grond- en bevestigingsvlak van het draagdeel (10) ge-richte wanden van op elkaar afgestemde elementen (12, 13, 34, 36) van zwaluwstaartverbindingen zijn voorzien.
3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de onder-zijde van de uitsparingen (11) in het draagdeel (10) van blinde borin- 30 gen (14, 15) en de toegekeerde onderzijde van de steekelementen (30) van daarop afgestemde steektappen (31, 32) zijn voorzien.
4. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het draagdeel (10) aan beide einden als bevestigingsbok (17) is uitgevoerd met een getrapte bevestigingsboring (18).
5. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de schroefdraadbussen (16) van het draagdeel (10) in blinde boringen, die vanaf de bovenzijde in het draagdeel (10) zijn aangebracht, zo zijn geplaatst dat zij met de bovenzijde van het draagdeel (10) vlak samenvallen.
6. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, 8203957 dat de schroefdraadbussen (22) van het afdekdeel (20) In doorgangsbo-rlngen (25) daarvan zijn geplaatst, zich vanaf de naar het draagdeel (10) toegekeerde onderzijde slechts over een deel van de doorgangsbo-ring (25) uitstrekken en vlak met de onderzijde van het afdekdeel (20) 5 afsluiten.
7. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat getrapte boringen (21) in het afdekdeel (10) voor de verbindings-schroeven (27) naar de bovenzijde van het afdekdeel (10) toegekeerd het in diameter grotere deel voor het opnemen van de kop (28) van de ver- 10 bindingsschroef (27) bezitten.
8. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, / dat de steekelementen (30) ten opzichte van een loodrecht op de langs-afmeting van het draagdeel (10) verlopende middenhartlijn symmetrisch zijn uitgevoerd (figuren 7 en 8).
9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de opneemorga nen (37') ten opzichte van de middenhartlijn van het steekelement (30) verplaatst zijn (figuren 9 en 10).
10. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de steekelementen zijn gevormd uit twee gescheiden bij voorkeur 20 identieke deelsteekelementen (30.1, 30.2) (figuren 11 en 12).
11. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de elementen (12, 13) van de zwaluwstaartverbindingen op de wanden van de uitsparin-gen (11) in het draagdeel (10) als zwaluwstaartgroef en de elementen (34, 36) van de zwaluwstaartverbindingen op de wanden van de steekele- 25 menten (30, 30.1, 30.2) als zwaluwstaartmessing zijn uitgevoerd.
12. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat in de bovenzijde van het afdekdeel (20) verdere blinde boringen (23, 24) zijn aangebracht.
13. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 12, met het ken- 30 merk, dat de opneemorganen (37, 37’) van de steekelementen (30, 30.1, 30.2) als op de hoge kant staande respectievelljk vlak liggende stroom-rails (40) zijn uitgevoerd.
14. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat een steekelement (30) een aantal opneemorganen (37, 37') 35 naast elkaar bezit.
15. Houder volgens een van de conclusies 1 tot 14, met het kenmerk, dat in een verder van verdere uitsparingen (53) voor het opnemen van stroomrails en van bevestigingsblokken (59, 61) voorziene verdere draaglijst (50), alsmede in een erbij behorende verdere afdeklijst (70) 40 is voorzien, 8203957 0 A dat het bevestigingsblok (61) aan een einde van de verdere draag-lijst (50) over de hoogte van de bevestiglngsblokken (17) van de gronddraaglijst (10) ten opzichte van de de bevestigingsvlakken vormende on-derzijde van de verdere draaglijst (50) terug zijn geplaatst, 5 en dat door middel van een doorgaande bevestigingsschroef (33) de boven elkaar geplaatste bevestiglngsblokken (61 en 17) door verdere draaglijsten (50) en gronddraaglijsten (10) met elkaar respectievelijk met een ondersteuning of dergelijke kunnen worden verbonden.
16. Houder volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de bevestΙ-ΙΟ gingsboringen (18) van de gronddraaglijst (10) aan het bovenste einde een wat zijn diameter betreft verwijd deel (34) bezitten en dat het ten opzichte van het bevestigingsvlak teruggeplaatste bevestigingsblok (31) van de verdere draaglijst (50) in het gebied van zijn bevestigingsbo-ring (51) een hulsvormig uitsteeksel (52) bezit, dat in het verwijde 15 deel (34) van de bevestigingsboring (18) in het bevestigingsblok (17) van de gronddraaglijst (10) kan worden gebracht.
17. Houder volgens copnclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de bevestigingsboringen (18) van de bevestiglngsblokken (17) van de gronddraaglijst (10) ook aan de onderste einden een in diameter verwijd deel 20 (36) bezitten.
18. Houder volgens een van de conclusies 15 tot 17, met het kenmerk, dat de verdere afdeklijst (70) een bevestigingsboring (71) bezit die met de bevestigingsboringen (51 en 18) in de bevestiglngsblokken (61 en 17) van de verdere draaglijst (50) en gronddraaglijst (10) op 25 ۤn lijn llgt en dat de verdere afdeklijst (70) door middel van de doorgaande bevestigingsschroef (33) samen met de verdere draaglijst (50) en de gronddraaglijst (10) kan worden verbonden.
19. Houder volgens een van de conclusies 15 tot 18, met het ken-30 merk, dat de gronddraaglijst (10) drie uitsparingen (11) bezit voor het opnemen van stroomrails (40) in een horizontaal vlak, en dat de verdere draaglijst (50) twee uitsparingen (53) bezit voor het opnemen van de stroomrails, waarbij de naar het teruggeplaatste bevestigingsblok (61) toegekeerde uitsparing (53) in het vlak van de uit-35 snijding (11) in de gronddraaglijst (10) is geplaatst, terwijl de niet naar het teruggeplaatste bevestigingsblok (19) toegekeerde uitsparing (53) op kleinere afstand van het bevestigingsvlak van de verdere draag-lij-st (50) is aangebracht.
20. Houder volgens een van de conclusies 15 tot 19, met het ken-40 merk, dat in de uitsparing (11, 53) van de gronddraaglijst (10) en in 8203957 »·.··.· V*v de verdere draaglijst (50) onverliesbaar steekelementen (30) kunnen worden gestoken, die aan dezelfde afmetingen van de uitsparlngen (11, 53) zljn aangepast en in de bovenzijde waarvan aan de dwarsdoorsnede van de stroomrails aangepaste opneemorganen (37) zijn aangebracht.
21. Houder volgens een van de conclusies 15 tot 20, met het ken- merk, dat de verdere draaglijst (50) door middel van zijn terugge-plaatste bevestigingsblok (61) kan worden verbonden met een gescheiden bevestigingsdeel (73), dat een ingeplaatste schroefdraadbus (35) voor de doorgaande bevestigingsschroef (33) bezit en behalve de schroef-10 draadbus (75) is voorzien van een buiten de verdere draaglijst (50) liggende bevestigingsboring (74).
22. Houder volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel (73) in het gebied van de schroefdraadbus (65), die zich van-af de onderzijde ervan slechts over een deel van de hoogte uitstrekt, 15 een wat de diameter betreft verwijd boringsdeel (76) bezit voor het op-nemen van het aan de onderzijde van het teruggeplaatste bevestigingsblok (61) van de verdere draaglijst (50) aangebrachte hulsvormig uit-steeksel (52). *********** 8203957
NL8203957A 1981-11-03 1982-10-13 Houder voor stroomrails. NL185046C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900761A NL192016C (nl) 1981-11-03 1989-03-28 Met een andere aaneen te sluiten houder voor stroomrails.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3143518 1981-11-03
DE3143518A DE3143518C2 (de) 1981-11-03 1981-11-03 Halter für Stromsammelschienen
DE3206417 1982-02-23
DE19823206417 DE3206417C2 (de) 1982-02-23 1982-02-23 Aneinander anreihbare Stromschienenhalter aus Isolierstoff

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8203957A true NL8203957A (nl) 1983-06-01
NL185046B NL185046B (nl) 1989-08-01
NL185046C NL185046C (nl) 1990-01-02

Family

ID=25797045

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203957A NL185046C (nl) 1981-11-03 1982-10-13 Houder voor stroomrails.

Country Status (4)

Country Link
FR (1) FR2515856B1 (nl)
GB (1) GB2112586B (nl)
NL (1) NL185046C (nl)
SE (2) SE455746B (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2264399B (en) * 1992-02-07 1995-08-23 Square D Co Improvements in and relating to electrical distribution equipment
DE9206008U1 (de) * 1992-05-10 1993-10-21 Lindner Gmbh Sammelschienenträger
FR2719718B1 (fr) * 1994-05-06 1996-06-07 Schneider Electric Sa Dispositif de jeu de barres, notamment pour une armoire de distribution électrique.
GB9715851D0 (en) * 1997-07-29 1997-10-01 Rolla Ltd Bus bar support
IT1295264B1 (it) * 1997-10-01 1999-05-04 Cabel System S R L Sistema di distribuzione di energia elettrica per quadri a bassa tensione
FR2775542B1 (fr) * 1998-02-27 2000-05-19 Legrand Sa Support de barre(s) a logement(s) pouvant recevoir des barres de sections transversales differentes
DE102005018571B4 (de) 2005-04-21 2009-04-09 Wöhner GmbH & Co. KG Elektrotechnische Systeme Kunststoff-Sammelschienenträger
ITBG20060035A1 (it) * 2006-07-06 2008-01-07 Abb Service Srl Elemento di isolamento di barre conduttrici e dispositivo di isolamento e supporto di barre conduttrici comprendente tale elemento.
US8014131B2 (en) * 2008-02-05 2011-09-06 Siemens Industry, Inc. Riser bus bar positioning block
EP2279539A1 (en) 2008-05-15 2011-02-02 Johnson Controls Saft Advanced Power Solutions LLC Battery system
CN103296625B (zh) * 2013-06-08 2015-11-18 扬州森源电气有限公司 大电流开关翻排用支撑夹
EP3866287B1 (en) * 2020-02-14 2023-09-20 E Avenue Oy Supporting insulator for conductor rails of a switchboard
IT202100025949A1 (it) * 2021-10-11 2023-04-11 Lafer S R L Supporto isolante per sbarre elettriche conduttrici e sistema che utilizza detto supporto isolante

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1559497A (nl) * 1967-04-13 1969-03-07
DE3013845A1 (de) * 1980-04-10 1981-10-15 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Stromschienentraeger fuer zwei querschnitte bei gleicher kontaktebene

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1559497A (nl) * 1967-04-13 1969-03-07
DE3013845A1 (de) * 1980-04-10 1981-10-15 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Stromschienentraeger fuer zwei querschnitte bei gleicher kontaktebene

Also Published As

Publication number Publication date
FR2515856A1 (fr) 1983-05-06
GB2112586A (en) 1983-07-20
SE8702557L (sv) 1987-06-18
NL185046B (nl) 1989-08-01
SE462883B (sv) 1990-09-10
SE8206215D0 (sv) 1982-11-02
NL185046C (nl) 1990-01-02
SE8702557D0 (sv) 1987-06-18
GB2112586B (en) 1986-08-06
FR2515856B1 (fr) 1985-12-13
SE8206215L (sv) 1983-05-04
SE455746B (sv) 1988-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203957A (nl) Houder voor stroomrails.
US6038126A (en) Electrical power supply assembly
US7275947B2 (en) Frame comprising an electrifying device
EP0191034B1 (en) Storage cabinet
US6575657B1 (en) Device for fastening attachment elements on a frame leg of a switchgear cabinet rack
US2787773A (en) Terminal block
JPH04211701A (ja) 取付板
JP4169697B2 (ja) フレーム成形材
ATE67126T1 (de) Stromschienenhalter aus kunststoff.
US5513759A (en) Rack frame
RU97104651A (ru) Модульный соединитель с отделяемым устройством фиксации провода
JPH039638B2 (nl)
JP2004520000A (ja) 導通路を備えた断面部材
US4133598A (en) Terminal block
AU615529B2 (en) Busbar system with holders and power busbar sections
NL8102512A (nl) Elektrische verbindingsinrichting, in het bijzonder voor kantoormeubelen.
US5008484A (en) Assembly kit for a busbar system
GB2447429A (en) Cable tray bracket
FI69344B (fi) Klammeranordning foer hopskarvning av skivor
EP0125869B1 (en) Improvements in and relating to desking systems
RU2437192C2 (ru) Шинодержатель и распределительный блок с шинодержателем
NL9001317A (nl) Inrichting voor het houden van elektrotechnische, in het bijzonder berichten-technische bouwdelen.
US4832627A (en) Input adapter for a bus bar system
GB2134332A (en) A switchgear cabinet
BE1005235A3 (nl) Kastkonstruktie voor het bevestigen en beschermen van apparatuur en daarbij gebruikte kastdelen en draagelementen.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010501