NL8203906A - Pneumatische golfopwekker. - Google Patents

Description

' U -1 - ----:---

Pneumatische golfopwekker.

De uitvinding heeft betrekking op een pneumatische golfopwekker voor een golfslagbad, bestaande uit een in een aantal golf-opwekkamers verdeeld caisson, en uit een ventilatorruimte met een drukluchtbron die via een van be- en ontluchtingskleppen voorzien 5 leidingstelsel boven de wateroppervlakken in de golfopwekkamers afwisselend een beluchting en ontluchting teweeg kan brengen.

Een dergelijke golfopwekker is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 161.548. Het bijzonder van deze bekende golfopwekker is, dat de maximale golfhoogten in het midden van het zwembad liggen. Dit 10 wordt, even afgezien van het aantal golfopwekkamers van bepaalde breedte, bereikt doordat een zwankkanaal afwisselend lucht in twee naast elkaar gelegen golfopwekkamers drukt. De zwenkkanalen worden dus door een pneumatisch bestuurd stangenstelsel heen en weer bewogen. Omdat dit heen en weer bewegen snel moet gebeuren, en het hier 15 een relatief hoge massa betreft is een relatief hoog vermogen nodig. Bovendien is het niet eenvoudig mogelijk om twee naastelkaar gelegen golfopwekkamers gelijktijdig te beluchten indien i.men-- dat voor het opwekken van een bepaald golfpatroon mocht wensen.

De uitvinding beoogt de bekende golfopwekker eenvoudiger, 20 en dus goedkoper uit te voeren, terwijl toch meer mogelijkheden ter beschikking staan voor het wijzigen van het golfpatroon. Volgens de uitvinding is dit in principe bereikt, doordat de beluchtingsklep en ontluchtingsklep van de golfopwekkamers onderling zijn gekoppeld en van een gemsanschappelijke aandrijving zijn voorzien.

25 Dit principe laat zich op tenminste twee manieren in de praktijk brengen.

De eerste manier, wordt gekenmerkt, doordat de beluch-en de ontluchtingsklep tingsklep/beide een cirkelvormige opening hebben waarin zich een Vlinderkleplichaam bevindt, welke beide vlinderkleplichamen op een 30 gemeenschappelijke aandrijfas zitten. Rotatie van alleen maar de vlinderkleplichamen ver-eist al heel wat minder vermogen dan het zwenken van een zwenkkanaal.

De tweede manier wordt gekenmerkt, doordat de beluchtingsklep een cirkelvormige opening heeft en de ont- 8203906 . -2- ► luchtingsklep uit twee helften bestaat die aan weerszijden van de beluchtingsklep liggen, waarbij bij voorkeur het klepdek-sel van de beluchtingsklep door een op trek belastbaar verbindingselement met de aandrijving is verbonden, en verder de 5 klepdekselhelften van de ontluchtingsklep ook door op urek belast bare verbindingselementen met het klepdeksel van de beluchtingsklep zijn verbonden.

De op trek belastbare verbindingselementen zouden uit .kabels kunnen bestaan. De aandrijving kan uit servo-10 cilinders bestaan.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een gol'fopwekker volgens de uitvinding is weergegeven. In'de tekening toont: 15 figuur 1 een dwarsdoorsnede door een ventiia- torruimte en caisson van een golfslagbad,

figuur 2 een bovenaanzicht van figuur 1, figuur 3 een aanzicht volgens de pijl III - III

van figuur 1, 20 figuur k in perspectief een be- en ontluchtings- klep gezien vanuit een golfopwekkamer en in de stand voor beluchten van de kamer, en figuur 5 in perspectief een be- en ontluchtings-klep gezien vanuit de ventilatorruimte en in de stand voor het 25 ontluchten van de kamer.

De in de figuren 1 - 3 weergegeven golfopwek-ker bestaat uit een caisson 1 en een ventilatorruimte 2.

Het caisson 1 is door een aantal dwarswanden 3 in goifopwekkerkamers verdeeld. De ventilatorruimte 2 bezit een 30 door een motor k aangedreven ventilator 5 die samengeperste lucht kan leveren aan een kanaal 6 dat aftakkingen 7 heeft, waarvan het aantal gelijk is aan het aantal golfopwekkamers.

De samengeperste lucht kan via een beluchtingsklep 8, indien deze "open'! staat, in de golfopwekkamer komen, 35 want deze klep ligt voor een kanaal door de caissonwand en wei 3203906 * - 3 - i .

. t» op een zodanige hoogte "boven de waterspiegel W, dat gedurende het ontluchten via. de juist naast de beluchtingsklep gelegen ontluchtingsklep 9j het water niet via die klep in de ventila-torruimte kan overlopen. Drukt de ventilator tijdens het be-5 luchten de waterspiegel ¥ in figuur 1 naar beneden, dan mag deze spiegelniet zover dalen dat de lucht onder de caissonvoorwand 10 kan ontwijken.

De kleppen 8 en 9 zijn in de uitvoeringsvorm van de figuren 1 - 3 voorzien van vlinderkleplichamen 11 die in 10 onderling loodrechte stand op een as zitten. Worden zij door de gemeenschappelijke aandrijving 12'in rotatie gebracht, dan kan snel worden omgeschakeld van beluchten op ontluchten of omgekeerd.

Worden de kamers afwisselend met lucht gevoed, d«ui dale^ en stijgen de waterspiegels in de golfopwekkamers in 15 fase met de door de lucht uitgeoefende belasuing, de waterhoe- veelheden veranderen dienovereenkomstig, en buiten het caisson neemt het wateroppervlak in het onmiddellijk aansluitende gebied van het zwembad in dvarsrichting gezien een golfomtrek aan.

De figuren k en 5 tonen een variant van de 20 kleppen, waarbij de beluchtingsklep slechts bestaat uit een rechthoekig klepdeksel 13 dat door een luchtcilinder 1U kan worden dichtgetrokken tegen de druk van de luchtdruk in het lei-dingstelsel 6, 7 in. Op het klepdeksel 13 zit een streep 15 voor net vastmaken van kabels 16 die door de beide aan weers-25 zijden van de aftakking 7 gelegen ontluchtingsklephelften 17 lopen naar de vrije einden van bijbehorende klepdekselhelften 18. Zowel het klepdeksel 13 als de klepdekselhelften 18 zijn scharnierend om hun onderranden gemonteerd. Als de golfopwek-kamer wordt belucht (figuur k). trekken de kabels 16 de klepdek-30 selhelften 18 dicht. Wordt het klepdeksel 13 gesloten, doordat de luchtcilinder 1b hem dichttrekt (figuur 5) 5 dar wordt de golf-opwekkamer ontlucht doordat de klepdekselhelften 18 zich vanzelf openen.

3203906

Claims (7)

1. Pneumatische golfopwakker voor een golf-slagbad, bestaande uit een in een aantal golfopwekkamers verdeeld caisson, en uit een ventilatorruimte met een drukluch+.bron die 5 via een van be- en ontluchtingskleppen voorzien leidingstelsel boven de wateroppervlakken in de golfopwekkamers afwisselerLd een beluchting en ontluchting teweeg kan brengen, met het kenmerk, dat de beluchtingsklep (8, 13) en ontluchtingsklep (9, 18) van de golfopwekkamers onderling zijn gekoppeld en van een gemeen-10 schappelijke aandrijving (12, 14) zijn voorzien.

2. Golfopwekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beluchtingsklep en de ontluchtingsklep beide een cirkelvormige opening hebben waarin zich een vlinder-kleplichaam (11) bevindt, welke beide vlinderklepli''hamen op 15 een gemeenschappelijke aandrijfas zitten.

3. Goifopwekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beluchtingsklep een cirkelvormige opening (7) heeft en de ontluchtingsklep uit twee helften (17) bestaat die aan weerszijden van de beluchtingsklep liggen.

4. Beluchtingsklep volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het klepdeksel (13) van de beluchtingsklep door een op trek belastbaar verbindingselement met de aandrijving (14) is verbonden, en dat de klepdekselhelften (18) van de ontluchtingsklep door op trek belastbare verbindingselementen 25 (16) met het klepdeksel (13) van de beluchtingsklep zijn ver bonden.

5. Goifopwekker volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de op trek belastbare verbindingselementen uit kabels bestaan.

6. Goifopwekker volgens êén der conclusies 1 — 5s met het kenmerk, dat de aandrijving uit een servocilin-der bestaat.

7. Goifopwekker zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 8203906