NL8203846A

NL8203846A - SPARE WHEEL CLAMP.

Info

Publication number: NL8203846A
Application number: NL8203846A
Authority: NL
Original assignee: Nilsson Lars Olof
Priority date: 1981-10-12
Filing date: 1982-10-04
Publication date: 1983-05-02
Also published as: SE451988B; FR2514311A1; BE894605A; GB2108064B; IT1153222B; JPS58126264A; DE3235859A1; IT8223712A0; SE8106021L; AU8913382A; FR2514311B1; GB2108064A

Description

t .t.

Reservewielklamp ’Spare wheel clamp "

De uitvinding heeft betrekking op een klamp voor een reservewielr die gemakkelijk kan worden gebruikt, zelfs voor heel grote reservewielen, b.v. van het z.g.n. extra brede type.De reservewielklamp heeft twee grepen, waarvan de eerste 5 naar en van de andere kan worden bewogen, en de grepen zoda-nig ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, dat de rand van de centrale opening van een wiel van een voertuig in kontakt met de tweede greep kan worden gebracht om dat wiel om deze greep te draaien, beneden de reservewielklamp, zodat een te- _ 10 genovergelegen gedeelte van de rand van de centrale opening in kontakt komt met de eerste greep,The invention relates to a spare wheel clamp that is easy to use, even for very large spare wheels, e.g. of the so-called extra wide type.The spare wheel clamp has two handles, the first 5 of which can be moved to and from the other, and the handles are arranged such that the edge of the central opening of a wheel of a vehicle is in the second grip may be contacted to rotate that wheel about this grip, below the spare wheel clamp, so that a opposite portion of the edge of the central opening contacts the first grip,

Reservewielklampen van dit basistype zijn reeds bekend b.v. uit Brits octrooischrift 891.171 en Zweeds octrooischrift 7710071-7.Deze twee octrooischriften beschrijven re-15 servewielklampen met een vrijwel horizontale plaat, waarbij de uitstekende greep, die in de zijkant daarvan is aange-bracht, zo gedraaid is, dat die afgekeerd staat van de centrale opening van het wiel, als het wiel eenmaal is inge-draaid tot beneden de plaat , en gelegen is bij een tegenover-20 gelegen randgedeelte van de plaat aan de onderkant daarvan,Spare wheel cleats of this basic type are already known e.g. from British Pat. No. 891,171 and Swedish Pat. No. 7710071-7. These two patents describe re-servo wheel clamps with a substantially horizontal plate, with the protruding grip arranged in the side thereof turned so that it faces away from the central opening of the wheel, once the wheel has been turned down below the plate, and is located at an opposite edge portion of the plate at the bottom thereof,

Volgens het Britse octrooischrift worden afzonderlijke veran-keringsorganen gebruikt om het reservewiel vast te houden, wanneer het eenmaal op deze wijze op ;deutwee grepen is komen te hangen; deze verankeringsorganen bestaan uit bouten, waar-25 mee het reservewiel op de plaat wordt vergrendeldv.Bij deze handeling worden de wielboutgaten op het reservewiel benut om de verankeringsbouten op te nemen.According to the British patent, separate anchoring members are used to hold the spare wheel once it has become suspended in this way on the two handles; these anchoring members consist of bolts, which lock the spare wheel on the plate. In this operation, the wheel bolt holes on the spare wheel are utilized to receive the anchoring bolts.

De reservewielklamp volgens het Zweedse octrooischrift heeft deze afzondeilijke verankeringsorganen met de bouten 30 niet en in plaats daarvan kan de uitstekende greep omhoog en riaar beneden worden gebracht onder invloed van een ingewik-keld verbindingssysteem.The spare wheel clamp according to the Swedish patent does not have these separate anchoring members with the bolts 30 and instead the protruding grip can be raised and lowered under the influence of a complicated connection system.

Zelfs als de bovenbeschreven reservewielklampen be- langrijke voordelen bieden, hebben ze toch-altijd ernstdfge 35 nadelen.Ten eerste het gebruik van bouten, die door de wielboutgaten van!het reservewiel steken, waardoor voor ieder type reservewiel een speciaal ontworpen reservewielklamp nodig is.Ten tweede zijn de moeren voor de bouten, die ge- 8203846Even if the spare wheel covers described above offer significant advantages, they always have serious drawbacks. Firstly, the use of bolts that protrude through the wheel bolt holes of the spare wheel, requiring a specially designed spare wheel cover for each type of spare wheel. second are the nuts for the bolts, which are 8203846

* V* V

. .-2- bruikt worden voor het vasthouden van het reservewiel, moei-lijk te bereiken en hebben bovendien een bijzonder onaangena-me neiging om ter plekke te gaan roesten, zelfs al na zeer korte tijd, omdat ze onbelemmerd staan blootgesteld aan vocht, 5 uitlaatgassen, strooizout en dergelijke.. .-2- used to hold the spare wheel, difficult to reach and moreover have a particularly unpleasant tendency to rust on the spot, even after a very short time, as they are exposed to moisture unobstructed, 5 exhaust gases, road salt and the like.

Wat betreft de reservewielklamp yolgens het Zeedse octrooischrift worden weliswaar de bovenvermelde problemen vermeden, raaar desondanks is gebleken ,: dat i dez^.ireservewiel-klamp wegens zijn ingewikkelde konstruktie in de praktijk 10 slechts betrekkelijk moeilijk funktioneert.As regards the spare wheel clamp according to the Swedish patent, although the above-mentioned problems are avoided, it has nevertheless been found that this spare wheel clamp functions in practice only relatively difficult due to its complicated construction.

De uitvinding heeft derhalve ten doel een reservewielklamp te verschaffen, die geschikt, ook yoor zeer grote reser-Vewielen, kan worden gebruikt, en dierde nadelen die inherent zijn aan de bekende reservewielklampen vermijdt.The object of the invention is therefore to provide a spare wheel clamp which can be suitably used, also for very large spare wheels, and avoids the drawbacks inherent in the known spare wheel clamps.

15 Volgens de uitvinding worden deze doeleinden bereikt met een reservewielklamp, die voorzien is yan een eerste greep die uitsteekt van een steunorgaan, waarbij de greep zo-danig is geplaatst dat deze aangrijpt op een randgedeelte van de centrale opening van een wiel van een voertuig om het wiel 20 in een positie te draaien onder het steunorgaan, en een twee-de greep, die is aangebracht om aan te grijpen op een tegen-over gelegen randgedeelte van de centrale opening van het wiel als het wiel in de positie onder het steunorgaan zit, waarbij de eerste greep met het steunorgaan verbonden is 25 door middel van een verbinding en draaibaar is am het wiel op te tillen naar het steunorgaan van deze reservewielklamp toe, waarbij de eerste greep voorzien is van een bedienings-orgaan dat langs de verbinding loopt en verbonden is met een drukarm die verplaatsbaar is tussen een eerste positie om 30 de eerste greep en het bedieningsorgaan te laten draaien, en een tweede positie voor het blokkeren van het bedieningsor-gaan in een positie, waarin de eerste greep gedraaid wordt voor het optillen van het wiel.According to the invention, these objects are achieved with a spare wheel clamp provided with a first grip protruding from a support member, the grip being positioned to engage an edge portion of the central aperture of a wheel of a vehicle to rotating the wheel 20 into a position below the support member, and a second handle arranged to engage an opposite edge portion of the central opening of the wheel when the wheel is in the position below the support member the first handle being connected to the support member by means of a connection and rotatable to lift the wheel towards the support member of this spare wheel clamp, the first handle being provided with an actuator running along the connection and connected to a pressure arm movable between a first position to rotate the first handle and the actuator and a second position to lock the the actuator in a position where the first handle is turned to lift the wheel.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de reservewielklamp 35 voorziet in een drukarm die met zijn onderste uiteinde draaibaar verbonden is met het bedieningsorgaan en met zijn boven-ste uiteinde draaibaar verbonden is met een hefboom, die uitsteekt van een draaias, waarbij drukarm en hefboom een hoek met elkaar maken in de eerste positie van de drukarm, en 40 in de tweede positie van de drukarm deze vrijwel verloopt in 8203846 * * * , ' - 3 - een richting als het verlengde van de hefboom.A preferred embodiment of the spare wheel clamp 35 provides a pressure arm rotatably connected to the actuator at its lower end and rotatably connected at its upper end to a lever projecting from a pivot axis, the pressure arm and lever being angled with one another in the first position of the pressure arm, and 40 in the second position of the pressure arm, it proceeds almost in 8203846 * * *, - - - a direction as the extension of the lever.

Om er voor te zorgen dat de tweede greep, die naar en van de eerste greep kan worden bewogen, niet onwillekeurig naar de eerste greep toe wordt bewogen, zodat het reservewiel 5 eraf valt, voorzlet de uitvinding verder in blokkeerorganen die in verbinding staan Met de tweede greep, waarbij de blokkeerorganen in de tweede positiei van de drukarm fungeren om de tweede greep in zijn verst verwijderde positie ten opzich-te van de eerste greep te houden.In order to ensure that the second grip, which can be moved to and from the first grip, is not involuntarily moved towards the first grip, so that the spare wheel 5 falls off, the invention further provides locking means which are connected to the second handle, the locking members in the second position of the pressure arm acting to hold the second handle in its furthest position from the first handle.

10 Andere gunstige eigenschappen, die volgens de uitvin-i.Other favorable properties which according to the invention.

ding worden verkregen zijn vastgelegd in de bijgaande conclu- —< sies 4 en 5.are set out in the accompanying claims 4 and 5.

De bijgaande tekeningen dienen ter nadere toelichting van de uitvinding.Daarin is: 15 Fig.l een zijaanzicht van een reservewielklamp in ge- blokkeerde toestand, d.w.z. in een positie waarin het reservewiel op betrouwbare wijze wordt vastgehouden?The accompanying drawings are intended to further illustrate the invention, in which: Fig. 1 is a side view of a spare wheel clamp in a locked condition, i.e., in a position where the spare wheel is held securely?

Fig.2 een overeenkomstig aanzicht van de reservewielklamp als deze in open positie is en het reservewiel derhalve 20 verwijderd is;Fig. 2 shows a corresponding view of the spare wheel clamp when it is in an open position and the spare wheel is therefore removed;

Fig.3 een dwrasdoorsnede door de reservewielklamp volgens Fig.l en Fig.2, in Fig.3 in de positie volgens Fig.l;Fig. 3 shows a cross section through the spare wheel clamp according to Fig. 1 and Fig. 2, in Fig. 3 in the position according to Fig. 1;

Fit.4 een overeenkomstige doorsnede door de reservewielklamp, maar nu in dezelfde positie als in Fig.2; 25 Fig.5 een doorsnede door een gewijzigde uitvoerings- vorm volgens de uitvinding, als deze in een positie is die overeenkomt met die als weergegeven in Fig.l; enFit.4 a corresponding section through the spare wheel clamp, but now in the same position as in Fig.2; Fig. 5 is a section through a modified embodiment of the invention when it is in a position corresponding to that shown in Fig. 1; and

Fig.6 een doorsnede is door de gewijzigde reservewielklamp, als deze in een positie is die overeeenkomt met die in 30 Fig.4.Fig. 6 is a section through the modified spare wheel clamp, if it is in a position corresponding to that in Fig. 4.

De reservewielklamp als weergegeven in zijaanzicht in Fig.l heeft een vertikale verankering 1, van waar een horizon-taal verlopende kokerbalk of steunorgaan 2 verloopt.Zoals uit de tekeningen blijkt, dient steunorgaan 2 om de bewegende 35 delen van de reservewielklamp te dragen, maar tevens als een steuupunt voor een reservewiel dat in de reservewielklamp is vastgezet.The spare wheel cleat, as shown in side view in Fig. 1, has a vertical anchor 1, from which extends a horizontally extending box beam or support member 2. As shown in the drawings, support member 2 serves to support the moving parts of the spare wheel cleat, but also as a support for a spare wheel that is secured in the spare wheel clamp.

Het steunorgaan 2 heeft aan zijn uiterste, vrije uit-einde, dat als de reservewielklamp in gebruik is,gedraaid is 40 zodat het afgekeerd is van de aslijn van een voertuig, een 8203846The support member 2 has at its extreme free-off end, which, when the spare wheel clamp is in use, is rotated 40 so that it faces away from the axle line of a vehicle, an 8203846

* V* V

- 4 - greep 3, die vanaf het steunorgaan vrijwel horizontaal naar buiten loopt.Deze greep is op zodanige wijze aangebracht, dat een reservewiel, dat in een positie tegenover de greep is ge-rold, gemakkelijk, b.v. door middel van een hefboom, naar de 5 greep kan worden opgetild, zodat het reservewiel dan hangend op de greep rust, die hier een randgedeelte van het centrale deel van de wielvelg ondersteunt bij de centrale opening.Als h het op deze wijze hangt, kan het reservewiel (niet weergegeven in de tekeningen) eenvoudig worden gedraaid in de richting 10 van pijl A, zodat het tegenover gelegen randgedeelte van de centrale opening van het wiel in aanraking komt met een twee-de greep 4, die draaibaar aangebracht is op het binnenste deel van steunorgaan 2.Als de reservewielklamp in geopende positie is (de positie als weergegeven in Fig.2), kan de twee-15 de greep 4 onbelemmerd wegdraain in een richting naar de eerste greep, zodat de tweede greep daardoor ingrijpt onder een randgedeelte van de velg bij de centrale opening daarvan, zodat aldus het gehele reservewiel rust op twee afzonderlijke dianetraal tegenover elkaar gelegen punten van de velg bij de 20 centrale opening daarvan.4 - handle 3, which extends almost horizontally from the support member. This handle is arranged in such a way that a spare wheel, which is rolled in a position opposite the handle, is easily, e.g. can be lifted up to the handle by means of a lever, so that the spare wheel then rests hanging on the handle, which here supports an edge part of the central part of the wheel rim at the central opening.If it hangs in this way, the spare wheel (not shown in the drawings) can simply be turned in the direction of arrow A so that the opposite edge portion of the central opening of the wheel comes into contact with a second handle 4, which is rotatably mounted on the inner part of support member 2.When the spare wheel clamp is in the open position (the position as shown in Fig. 2), the 2-15 can turn the grip 4 unobstructed in a direction toward the first grip, thereby engaging the second grip below an edge portion of the rim at its central opening, so that the entire spare wheel rests on two separate diametrically opposed points of the rim at its central opening.

Bovendien heeft Ide, reservewielklamp twee horizontale armen 5 die van het centrale deel van het steunorgaan uitste-ken, waarbij deze armen aan hun vrije uiteinden voorzien zijn van rubberkussens 6 aan de onderkant.Deze rubberkussens zijn 25 op zodanige wijze aangebracht, dat ze boven het vlakke gedeel-te van de velg zitten, dat bestemd is om aan te liggen tegen de remtrommel, direkt aangrenzend aan de centrale opening door de velg.Als de velg dan opgetild wordt, doordat de eerste greep 3, d.w.z. de greep die aan het vrije uiteinde van steun-30 orgaan 2 is aangebracht, gedraaid wordt van de positie als aangegeven in Fig.2 naar de positie als aangegeven in Fig.l, wordt het reservewiel, en daardoor ook de velg, opgetild, waarbij de velg tegen de onderkant van· de twee rubberkussens komt aan te liggen, waardoor deze worden ingedrukt, zodat het 35 reservewiel betrouwbaar op zijn plaats wordt gehouden, rus- tend op de twee grepen 3 en 4, waarbij de rubberkussens 6 zorgen voor een betrouwbare blokkeerkracht voor die positie.In addition, Ide spare wheel clamp has two horizontal arms 5 protruding from the central part of the support member, these arms being provided at their free ends with rubber pads 6 at the bottom. These rubber pads are arranged in such a way that they are above the flat part of the rim, which is intended to rest against the brake drum, directly adjacent to the central opening through the rim.If the rim is then lifted, the first grip 3, i.e. the grip attached to the free end of support 30 member 2 is rotated from the position shown in Fig. 2 to the position shown in Fig. 1, the spare wheel, and thereby the rim, is lifted, the rim touching the bottom of the The two rubber pads come to rest, pushing them in so that the spare wheel is held securely in place, resting on the two handles 3 and 4, with the rubber pads 6 providing reliable re blocking force for that position.

Om een dergelijk betrouwbaar blokkeren van het reservewiel mogelijk te maken, komt de afstand tussen het vertikale op-40 pervlak 7 van de eerste greep en het vertikale oppervlak van 8203846 « r -5-.To enable such a reliable locking of the spare wheel, the distance between the vertical surface 7 of the first grip and the vertical surface of 8203846 -5-.

de achterste greep 4 nagenoeg overeen met de xnwendige diameter van de centrale opening van de velg.Bovendien is een op-staande pen 9 op de buitenste greep 3 geplaatst om in de bout-gaten van de velg te grijpen.In de geblokkeerde positie zal de 5 velg derhalve rusten op de bovenoppervlakken van de twee gre-pen 3 en 4 en stevig tegen de twee saraengedrukte rubberkussens 6 worden gedrukt, waarbij pen 9 door de boutgaten in de velg steekt.the rear handle 4 almost corresponds to the internal diameter of the central hole of the rim. In addition, an upright pin 9 is placed on the outer handle 3 to engage in the bolt holes of the rim. In the locked position, the The rim 5 therefore rests on the top surfaces of the two grips 3 and 4 and is pressed firmly against the two sara-printed rubber pads 6, with pin 9 protruding through the bolt holes in the rim.

In een praktische uitvoeringsvorm van de in Fig.l en 10 Fig.2 weergegeven reservewielklamp bestaat het steunorgaan 2 uit een kokerbalk met vrijwel rechthoekige dwarsdoorsnede.Bo-vendien heeft de voorste greep 3 '.n dubbele uitvoering en U heeft een been aan iedere kant van het steunorgaan.Op dezelfde manier heeft de achterste greep 4 een dubbele uitvoering en 15 heeft l§a deei aan iedere kant van het steunorgaan, terwijl deze twee delen aan de onderkant van de greep onderling ver-bonden zijn door een dwarsstuk 10.Dezelfde situatie geldt voor de voorste greep 3, die aan zijn uiterste einde een dwarsverbindingsgedeelte 11 heeft (zie daarvoor Fig,3).In a practical embodiment of the spare wheel clamp shown in Figs. 1 and 10, Fig. 2, the support member 2 consists of a box girder with an almost rectangular cross section. Moreover, the front grip has 3 '. A double version and you have a leg on each side. Similarly, the rear handle 4 has a double configuration and 15 has 1a on each side of the support member, while these two parts at the bottom of the handle are interconnected by a crosspiece 10. The same the situation applies to the front handle 3, which has a cross connection portion 11 at its extreme end (see Fig. 3 for this).

20 In dit verband is voor de vakman de vormgeving van verankering 1 en het uiterste einde van steunorgaan 2 van bijzonder belang.In de reservewielklampen, die bestemd zijn voor heel grote reservewielen van het z.g.n.extra brede type, wordt de bevestigingsflens, die voorzien is van een centrale 25 opening en met bouten op de remtrommel is vastgezet, in het midden van de velg geplaatst, hetgeen met zich meebrengt, dat de velg een aanmerkelijke afstand boven het peil van de beide grepen 3 en 4 uitsteekt, als het reservewiel op zijn plaats wordt bevestigd.Dit brengt met zich mee, dat de verankering 1 30 op zodanige wijze geplaatst moet worden ten opzichte van greep 4, dat de verankering 1 niet in aanraking komt met het radiale inwendige oppervlak van de velg zelf.Dienovereenkomstig moet het uiterste einde van steunorgaan 2 zodanig zijn ontworpen, dat het niet in de ruimte komt die bestemd is voor de bewe-35 ging die nodig is als de velg opgetild wordt op de voorste greep 3 en om deze greep wordt gedraaid.Daarom heeft steunorgaan 2 aan het vrije uiteinde een terugspringend gedeelte 12, dat ruimte verschaft voor het bovengenoemde gedeelte van de velg.In plaats daarvan kunnen het boven en ondervlak van 40 steunorgaan 2 schuin afhellen vanaf het centrale gedeelte van 8203846 - 6 - het steunorgaan naar het gebied waar het steunorgaan met greep 3 verbonden is,20 In this regard, the design of anchorage 1 and the extreme end of support member 2 is of particular interest to those skilled in the art. In the spare wheel cleats, which are intended for very large spare wheels of the very wide type, the mounting flange, which is provided with a central hole and bolted to the brake drum, placed in the center of the rim, which means that the rim protrudes a significant distance above the level of both grips 3 and 4 when the spare wheel is in place This implies that the anchor 1 30 must be positioned in relation to the handle 4 in such a way that the anchor 1 does not come into contact with the radial internal surface of the rim itself. support member 2 is designed so that it does not enter the space intended for the movement required when the rim is lifted on the front grip 3 and around this grip Therefore, support member 2 at the free end has a recessed portion 12, which provides space for the aforementioned portion of the rim. Instead, the top and bottom surfaces of 40 support member 2 can be inclined from the center portion of 8203846-6. the support member to the area where the support member is connected to handle 3,

Zoals hierboven al is aangegeven, zijn zowel de voor-ste greep 3 als de achterste greep 4 in de uitvoeringsvorm 5 als weergegeven in de Figs.1-4 in dubbele konstruktie uitge-voerd met ddn been aan iedere kant van steunorgaan 2.De achterste greep 4 heeft derhalve twee naar boven verlopende armen 13/ die aan weerskanten van steunorgaan 2 bevestigd zijn door middel van een doorlopende as 14, zodat de grepen 4 daardoor 10 draaibaar zijn in een richting naar en van de voorste greep 3. Aan de bovenkanten zijn de naar boven verlopende armen 13 voorzien van uitstekende verdikkingen 15, waarvan het doel hieronder nader zal worden beschreven.Tenslotte is, zoals ook al boven aangegeven, de achterste greep 4 verenigd onder vor-15 ming van een enkele eenheid door middel van het kruisstuk 10.As indicated above, both the front handle 3 and the rear handle 4 in the embodiment 5 as shown in Figs. 1-4 are in double construction with one leg on each side of support member 2. handle 4 therefore has two upwardly extending arms 13, which are fixed on either side of support member 2 by means of a continuous shaft 14, so that the handles 4 can thereby be rotated in a direction towards and from the front handle 3. At the top sides the upwardly extending arms 13 are provided with protruding thickenings 15, the purpose of which will be described in more detail below. Finally, as already indicated above, the rear handle 4 is united to form a single unit by means of the cross piece 10 .

Zoals eveneens boven aangegeven heeft de voorste greep ψ 3 een dubbele konstruktie en heeft ddn gedeelte aan iedere k::u . kant van steunorgaan 2,Deze twee gedeelten zijn onderling verbonden door een verbindingsorgaan 11.Van de voorste greep 20 3 loopt aan weerszijden van steunorgaan 2 een naar achteren verlopende aandrijfarm 16, die samen met de voorste greep 3 een star geheel vormt, die door middel van een as 17 draaibaar is aangebracht in het vrije uiteinde van steunorgaan 2.As also indicated above, the front handle ψ 3 has a double construction and has a part on each k :: u. side of support member 2, These two parts are mutually connected by a connecting member 11. Of the front handle 20 3 runs on either side of support member 2 a rearwardly extending drive arm 16, which together with the front handle 3 forms a rigid whole, which means of a shaft 17 is rotatably mounted in the free end of support member 2.

Als gevolg daarvan is het vrije uiteinde van de voorste 25 greep 3 in vertikale richting draaibaar.Tenslotte dient te worden opgemerkt, dat de opstaande pen 9 geschikt in dubbele uitvoering kan zijn, waarbij ddn zo'n pen op ieder zijbeen is aangebracht, waarbij het alleen maar nodig is om ervoor te zorgen dat de centrale afstand tussen deze twee pennen over-30 eenkomt met de centrale afstand van twee naburige wielboutga-ten in de velg.As a result, the free end of the front handle 3 is rotatable in the vertical direction. Finally, it should be noted that the upright pin 9 can be suitably in double design, with such a pin being arranged on each side leg, the is only necessary to ensure that the center distance between these two pins matches the center distance of two adjacent wheel bolt holes in the rim.

Fig.3 en Fig.4 geven :de werkende inrichting weer, die nodig is voor het overbrengen van de twee grepen 3 en 4 van de geblokkeerde naar de open positie en omgekeerd van de 35 reservewielklamp.De tekeningen laten zien dat er den hendel 18 aan iedere kant van steunorgaan 2-.is aangebracht.Deze hen-dels worden verenigd en vormen een starre eenheid, en zijn draaibaar verankerd in steunorgaan 2 door middel van een as 19, die op deze wijze draaibaar door steunorgaan 2 verloopt.Fig. 3 and Fig. 4 show the working device required to transfer the two grips 3 and 4 from the locked to the open position and vice versa from the spare wheel clamp. The drawings show that the lever 18 is mounted on each side of support member 2-. These levers are joined together to form a rigid unit, and are rotatably anchored in support member 2 by means of a shaft 19, which rotates in this way through support member 2.

40 In het centrale gedeelte ervan is op deze as star bevestigd 8203846 • J.40 In the central part of it is rigidly mounted on this shaft.

V ' ' r7 - een hefboora 20, die door middel van een verbindingssttik 21, in verbonden is met een drukarm 22, die door een gleufvormige opening 23 in de onderste begrenzende wand van steunorgaan 2 steekt.Aan de onderkant bevat drukarm 22 een langwerpige gleuf 5 24, waarin een as 25 is opgenomen, die star verankerd is in de beide achterste gedeelten van de aandrijfarmen 16.Als hendel 18 wordt opgetild vanuit de positie als wergegeven in Fig.3 na naar de positie als weergegeven in Fig.4, zal hefboom 20 over ongeveer 90° tegen de richting van de klok in draaien, waar-10 door drukarm 22 wordt opgetild zodat daardoor een mogelijk- heid wordt geschapen voor het in de richting van de klok draai — en van de voorste greep 3 en de daarmee vast verbonden aan-drijfarm 16.Dit met de klok mee draaien van greep 3 komt in de praktijk gewoonlijk tot stand door het aangrijpen van het 15 reservewiel op het buitenste einde van de greep.Als hendel 18 daarna nog een stuk verder in een richting tegen de klok in wordt gedraaid, vanuit de positie als weergegeven in Fig.4, zal de hendel met zijn gebogen gedeelte 26 in aanslag komen met de twee uitstekende verdikkingen 15 op de achterste greep 20 4.Als gevolg daarvan wordt de achterste greep 4 in werking gesteld om tegen de klok in te draaien, zodat het ondereinde van deze greep wordt verplaatst in een richting naar de voor- ·. ste greep 3 toe.De achterste greep 4 kan geschikt onder veer-spanning staan om deze kloksgewijze draaiing tegen te gaan.V '' r7 - a lifting drill 20, which is connected by means of a connecting tap 21, to a pressure arm 22, which protrudes through a slot-shaped opening 23 in the lower bounding wall of support member 2. At the bottom, pressure arm 22 contains an elongated slot 5 24, which includes a shaft 25, which is rigidly anchored in both rear portions of the drive arms 16. If handle 18 is lifted from the position shown in Fig. 3 after to the position shown in Fig. 4, Rotate lever 20 counterclockwise by approximately 90 °, lifting 10 by push arm 22 to create a counterclockwise rotation capability of the front handle 3 and its associated fixedly connected to drive arm 16. This clockwise rotation of handle 3 is usually achieved in practice by gripping the spare wheel on the outer end of the handle. If lever 18 then goes a lot further in one direction against the clock in, from the position shown in Fig. 4, the handle with its curved portion 26 will engage the two projecting bosses 15 on the rear handle 20 4. As a result, the rear handle 4 is actuated to turn counterclockwise so that the bottom end of this grip moves in a direction forward. 1st handle 3. The rear handle 4 may be suitably under spring tension to counteract this clockwise rotation.

25 Als de buitenste greep 3 belast is met een reservewiel abt de reservewielklamp in de in Fig.4 weergegeven positie,zul-len de buitenste greep 3 en de aandrijfarm 16 gedraaid worden naar*de in Fig.2 aangegeven positie.Als het reservewiel ver-volgens wordt ingezwaaid onder de reservewielklamp, komt het 30 randgedeelte van de velg aan te liggen tegen het draagvlak 27 op achterste greep 4, zodat deze gedraaid wordt in een richting naar de voorste greep en daardoor ingedraaid wordt onder het randgedeelte van de velg bij zijn centrale opening.Bij een daaropvolgend kloksgewijs draaien van hendel 18 zal hef-35 boom 20 ook in dezelfde richting worden gedraaid, met als ge-volg, dat drukarm 20 naar beneden beweegt en de aandrijfarmen 16 in een neerwaartse richting drukt, zodat de voorste greep 3 omhoog gaat.De mate van draaien van hendel 18 en hefboom 20 wordt in de eindpositie (de positie als weergegeven in Fig.3) 40 zodanig gekozen, dat scharnierpunt 21 tijdens de eindfase van 8203846 - 8 - de draaibeweging een korte afstand voorbij de rechte verbin-dingslijn tussen verbindingspunt 19 en de as 25 gaat.Als gevolg daarvan wordt een ellebooggewricht blokkering verkregen waardoor zeer grote kompressiekrachten in de langsrichting van 5 drukarm 22 kunne owrden weerstaan zonder dat enig aanmerkelijk koppel wordt aangelegd op hendel 18.Bovendien is dit koppel in een richting die tegengesteld is aan wat nodg is voor het openen van de reservewielklamp.Qm te voorkomen dat hendel 18 he verLHloksgewijs wordt gedraaid onder invloed van een derge-10 lijke belasting, zijn geschikte aanslagpunten aangebracht.25 If the outer handle 3 is loaded with a spare wheel abt the spare wheel clamp in the position shown in Fig. 4, the outer handle 3 and the drive arm 16 will be turned to * the position shown in Fig. 2. -swing in under the spare wheel clamp, the rim portion of the rim rests against the bearing surface 27 on rear grip 4 so that it is rotated in a direction toward the front grip and thereby rotated under the rim portion of its rim center opening. Upon subsequent clockwise rotation of handle 18, lever 35 will also be rotated in the same direction, with the result that push arm 20 moves down and pushes drive arms 16 in a downward direction so that the front grip 3 upwards. The degree of rotation of lever 18 and lever 20 in the end position (the position as shown in Fig. 3) 40 is selected such that pivot point 21 during the end phase of 8203846 - 8 - d The rotational movement passes a short distance past the straight connection line between junction 19 and shaft 25. As a result, an elbow joint lock is obtained, allowing very high longitudinal compression forces to withstand pressure arm 22 without applying any significant torque to lever 18. In addition, this torque is in a direction opposite to what is necessary to open the spare wheel clamp. To prevent lever 18 from turning clockwise under the influence of such a load, suitable stop points are provided.

Om te voorkomen dat de achterste greep 4 ongewild gedraaid wordt om het reservewiel, als dat op de greep rust vrij te geven, heeft de uitvinding ook betrekking op een veilig-heidsmechanisme ter voorkoming van een dergelijk ongewenst 15 draaien.Daartoe is op drukarm 22 een blokkeerpen 28 aangebracht, die naar achtren ui.tsteekt naar de achterste greep, waarbij deze pen in gesloten toestand van de reservewielklamp dichtbij of in aanraking met kruisstuk 10 op de achterste greep ligt.Daar drukarm 22 belemmerd wordt te draaien in een 20 richting naar de voorste greep 3, wordt ook de achterste greep 4 daardoor verhinderd in die richting te zwaaien.Als de reservewielklamp geopend wordt naar de positie als weergege-ven in Fig.4 gaai drukarm 22 omhoog en draait kloksgewijs, waardoor de blokkeerpen 28 zowel omhoog gaat als draait naar .¾ 25 een positie'waarin zijn vrije uiteinde niet meer in kontakt kan komen met kmisstuk 10 op de achterste greep 4,In order to prevent the rear grip 4 from being unintentionally rotated to release the spare wheel when it rests on the grip, the invention also relates to a safety mechanism for preventing such undesired turning. locking pin 28, which protrudes rearwardly towards the rear grip, said pin lying in the closed position of the spare wheel clamp close to or in contact with crosspiece 10 on the rear grip. There, pressure arm 22 is prevented from turning in a direction towards the front handle 3, this also prevents the rear handle 4 from swinging in that direction. When the spare wheel clamp is opened to the position shown in Fig. 4, push arm 22 raises and turns clockwise, causing locking pin 28 to rise as well as rotates to .25 a position in which its free end can no longer come into contact with target 10 on the rear handle 4,

Fig.5 en Fig.6 laten een dwarsdoorsnede zien van een enigszins gewijzigde uitvoeringsvorm van de reservewielklamp volgens de uitvinding.In deze uitvoeringsvorm is de achterste 30 greep 4 in het inwendige van draagorgaan 2 geplaatst en zijn opwaarts gerichte arm 13 is daariend op een as 14 bevestigd.Fig. 5 and Fig. 6 show a cross-section of a slightly modified embodiment of the spare wheel clamp according to the invention. In this embodiment, the rear grip 4 is placed in the interior of carrying member 2 and its upwardly directed arm 13 is thereon on an axle 14 confirmed.

De opwaarts gerichte arm 13 loopt voorbij as 14 naar. een gef? ί bied nabij de bovenste grenswand van steunorgaan 2.Als een alternatief op deze uitvoeringsvorm kan de achterste greep 35 natuurlijk ook dezelfde vorm hebben als beschreven in verband met Figs.1-4, waarbij de opwaarts gerichte armen 13 echter star verbonden zijn met as 14,en een opwaarts lopende hefboom star is aangebracht op een centraal gedeelte van deze as, zo-dat de hefboom overeenkomt met gedeelten van de opwaarts lo 40 pende arm 13 als weergegeven in Fig.5 en Fic^.6, die uitsteken 8203846 - 9 - boven de as 14.De vormgeving van de voorste greep 3, de aan-drijfarmen 16 en de drukarm 22, samen met bun verbindingsstuk-ken onderling en met het steunorgaan, komtuovereen..met hetgeen hierboven beschreven is.Anderzijds is hefboom 20, die samen 5 met hendel 18 draaibaar is, op een lets andere wijze uitge-voerd.Zo heeft de hefboom twee uitstekende haken 29 en 30,die samen een tussengelegen gekromde gleuf vormen, die ongeveer in de vorm van een cirkelftoog met as 19 als middelpunt gevormd is.Een asstomp 32 is verplaatsbaar in de gekromde gleuf 31 10 aangebracht, waarbij de as bevestigd is in een, bij voorkeur . twee verbindingsarmen 33, die aan hun tegenovergelegen uitein-de door middel van een scharnierpunt 34 verbonden zijn met een bovenste gedeelte van de opwaarts verlopende arm 13 van de achterste greep 4.The upwardly directed arm 13 extends beyond axis 14 to. a ge? Provide near the upper boundary wall of support member 2. As an alternative to this embodiment, the rear grip 35 may of course also have the same shape as described in connection with Figs. 1-4, however the upwardly directed arms 13 are rigidly connected to shaft 14 and an upwardly extending lever is rigidly mounted on a central portion of this shaft so that the lever corresponds to portions of the upwardly extending arm 13 as shown in Fig. 5 and Fig. 6 protruding 8203846-9 - above the shaft 14. The design of the front handle 3, the drive arms 16 and the pressure arm 22, together with the connecting pieces mutually and with the support member, correspond to what has been described above. On the other hand, lever 20, rotatable in conjunction with handle 18 in a slightly different manner, for example, the lever has two projecting hooks 29 and 30, which together form an intermediate curved slot approximately in the form of a circular arc with center 19 as center formed An axle stub 32 is movably mounted in the curved slot 31, the axle being secured in one, preferably. two connecting arms 33, which at their opposite ends are connected by means of a pivot point 34 to an upper part of the upwardly extending arm 13 of the rear handle 4.

15 Fig. 5 laat de reservewielklamp in gesloten of geblok?* keerde toestand zien.In deze positie loopt hefboom 20 naar bene den en duwt drukarm 22 in dezelfde richting, volkomen dm overeenstemming met hetgeen hierboven is beschreven.Bovendien is de achterste haak 29 in aanraking met asstomp 32 gebracht, 20 waardoor een naar achteren schuiven, d.w.z. naar links in de tekening, van verbindingsarm 33 en het boveneinde van de achterste greep 4 onmogelijk wordt gemaakt.Als gevolg daarvan wordt doelmatig verhinderd dat achterste greep 4 ongewild door wegdraaien het kontakt verbreekt met een reservewiel 25 dat op de reservewielklamp is vastgezet.Dit blokkeren van de achterste greep is bijzonder doelmatig, daar drukarm 22 en hefboom 20 samen fungeren als een ellebooggewricht blokkering, die bij verhoogde belasting de neiging vertoont het mechanis-me te bewegen in de blokkeerrichting.Als hendel 18 tegen de 30 klok in wordt gedraaid am de reservewielklamp te openen, zullen hefboom 20, drukarm 22 en aandrijfarm 16, alsmede de voorste greep 3 volledig op de hierboven beschreven wijze bewegen.Bovendien glijdt asstomp 32 dan in de gekromde gleuf 31 tot de asstomp 32 tegen de voorste haak 30 komt, zoals 35 weergegeven in Fig.6.In deze positie kan de voorste greep 3 volledig vrij worden geacht om in neerwaartse richting te draaien.Bij verder tegen de klok in draaien van hendel 18 zal het kontakt tussen asstomp 32 en haak 30 een draaien tegen de klok in veroorzaken van achterste greep 4, waardoor deze zijn 40 kontakt met de velg van het reservewiel verbreekt en het re- 8203846 . . -10-FIG. 5 shows the spare wheel clamp when closed or blocked? * Inverted. In this position, lever 20 extends downward and pushes pressure arm 22 in the same direction, completely in accordance with what has been described above. In addition, rear hook 29 is in contact with axle stub 32, 20 which makes sliding backward, that is to the left in the drawing, of connecting arm 33 and the upper end of the rear handle 4 impossible. As a result, the rear handle 4 is effectively prevented from accidentally breaking the contact with a spare wheel 25 secured to the spare wheel clamp This blocking of the rear grip is particularly effective since presser arm 22 and lever 20 act together as an elbow joint lock which tends to move in the blocking direction when loaded. lever 18 is turned counterclockwise 30 to open the spare wheel clamp, lever 20, pressure arm 22 and drive the drive arm 16, as well as the front handle 3, move fully in the manner described above. In addition, shaft stub 32 then slides into the curved slot 31 until shaft stub 32 touches the front hook 30, as shown in Fig. 6. front handle 3 is considered to be completely free to rotate in downward direction.When turning handle 18 further counterclockwise, contact between stub 32 and hook 30 will cause counter handle 4 to rotate counterclockwise, making it contact 40 with the spare wheel rim and re-8203846. . -10-

PP

servewiel naar beneden draait tot een positie waarin het aan de voorste greep 3 hangt.turn the service wheel down to a position where it hangs from the front handle 3.

Om ongewilde vrijgave "toan de achterste greep 4 te voorkomen kan men ook op de aandrijfarmen 16 een naar achteren 5 uitstekend verlengstuk aanbrengen, dat in gesloten toestand van de reservewielklamp is kontakt staat met het kruisstuk 10 op de achterste greep 4.Bovendien is in deze uitvoeringsvorm gleuf 24 in drukarm 22 aan de onderkant dicht en aanzienlijk korter dan in de tekeningen aangegeven,Daardoor zal de aan-10 drijfarm 16 positief worden opgetild als hendel 18 tegen de ‘klok in wordt gedraaid/ waardoor het van de aandrijfarm uit-stekende verlengstuk wordt opgetild naar een verhoogde stand, waarin het niet linger in kontakt is met kruisstuk 10 van achterste greep 4.Het uitstekende verlengstuk ligt dan derhalve 15 boven het kruisstuk, hetgeen met zich meebrengt dat de achterste greep vrij is om draaiende bewegingen uit te voeren.To prevent accidental release "to the rear grip 4, it is also possible to fit an extension 5 protruding to the rear on the drive arms 16, which in contact with the spare wheel clamp is in contact with the crosspiece 10 on the rear grip 4 in addition. Embodiment slot 24 in pressure arm 22 closed at the bottom and considerably shorter than shown in the drawings. As a result, the drive arm 16 will be positively lifted when handle 18 is turned counterclockwise / causing the extension projecting from the drive arm is raised to an elevated position in which it does not linger in contact with crosspiece 10 of rear grip 4. The protruding extension piece is therefore above the crosspiece, which means that the rear grip is free to perform rotary movements.

t 8203846t 8203846

Claims

5 * '., ‘-F'. ', *. "- 12 -

1. Spare wheel clamp with a first grip protruding from a support member, said grip engaging on an edge portion of the central opening of a wheel of a vehicle, to rotate the wheel to a position below said support member, and a second grip arranged to engage an opposite edge portion of the central opening of the wheel, if it is below the support member, and the first handle is connected to the support member by a connecting piece and rotatable about the wheel going to the support member liftable, characterized in that the first --1 handle has an active portion which extends beyond the connector, said portion being connected to a pressure arm which is switchable between a first position for turning the first grip and the active part and a second position for locking the active part i. <> in a position in which the first handle is turned to lift the wheel.

2. Spare wheel clamp according to claim 1, characterized in that the pressure arm with its lower end is in rotatable connection with the active part and with its upper end in rotatable connection with a lever protruding from a rotary axis, wherein the pressure axle and lever in the first position of the pressure arm make an angle with each other and in the second position of the pressure arm, the pressure arm proceeds almost as an extension of the lever, 3 ,. Spare wheel clamp according to claim 1 or 2, characterized in that the second grip can be moved to and from the first grip and further comprises locking members in connection with the second grip, the locking members acting in the second position of the pressure arm keep the second grip in its position furthest from the first grip.

4. Spare wheel clamp according to claim 3, characterized in that a blocking member is formed by a protrusion which is rigidly attached to the pressure part or the active part 35 and extends towards the second grip.

5. Spare wheel clamp according to claim 3, characterized in that the second grip is provided with a shaft which is received in the support member by means of a hinge 8203846, V,. -12-- kidney point, where the shaft extends beyond the pivot point, and this extension of the shaft is connected by means of a connector to a blocking protrusion provided to prevent rotation of the second handle. • 8203846