NL8203753A

NL8203753A - METHOD AND APPARATUS FOR STACKING

Info

Publication number: NL8203753A
Application number: NL8203753A
Authority: NL
Original assignee: Mayer Oskar Foods
Priority date: 1981-09-28
Filing date: 1982-09-28
Publication date: 1983-04-18
Also published as: JPS5869626A; ES515941A0; DE3235873C2; BE894514A; DE3235873A1; JPH0371335B2; CA1196882A; FR2513610A1; ES8401899A1; FR2513610B1

Description

ψ, . . -. :-------- ------ - c* & t N.O. 31383 1ψ,. . -. : -------- ------ - c * & t N.O. 31383 1

Werkwijze en inrichting voor het vormen van een stapel.Method and device for forming a stack.

De uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vormen van een stapel van platte arti-kelen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze en inrichting voor het vormen van een in hoofdzaak uitgelijn-5 de en uniforme stapel van platte artikelen.The invention generally relates to a method and an apparatus for forming a stack of flat articles. More particularly, the invention relates to a method and apparatus for forming a substantially aligned and uniform stack of flat articles.

Alhoewel de uitvinding geschikt is voor toepassing bij diverse platte artikelen, is ze bijzonder geschikt voor toepassing bij het vormen van een in hoofdzaak uitgelijnde en uniforme stapel van in plakken gesneden voedselprodukten, zoals plakken worstprodukten (bologna, sala-10 mi, zomerworst, enzovoort). Deze platte artikelen kunnen een verschil-lende vorm hebben, zoals rond, vierkant en rechthoekig.Although the invention is suitable for use with various flat articles, it is particularly suitable for use in forming a substantially aligned and uniform stack of sliced food products, such as slab sausage products (bologna, sala-10 ml, summer sausage, etc.) . These flat articles can have different shapes, such as round, square and rectangular.

Terwille van de illustratie van een bijzondere uitvoeringsvorm zal de uitvinding worden beschreven refererend aan toepassing bij in plakken gesneden worstprodukten.For the purpose of illustration of a particular embodiment, the invention will be described with reference to use in sliced sausage products.

15 Een kenmerkende procedure tijdens de vervaardiging van in plakken gesneden worstprodukten is het snijden van de plakken vanaf een lange worst of rol door een met hoge snelheid roterend snijmes, waardoor de plakken worden geleverd in niet uniforme stapels van de gewenste hoe-veelheid en gewicht. Voordat de stapels kunnen worden ingebracht in de 20 nauwsluitend passende holten van voorgevormde vertakkingen moeten de plakken worden gerangschikt in een in hoofdzaak uitgelijnde configura-tie; overlappende of overhangende plakken zouden anders het insteken van de stapels in de verpakkingen belemmeren. Bovendien is een uniforme, vertikaal uitgelijnde stapel, die duidelijk zichtbaar is door een 25 heldere verpakking, meer aantrekkelijk en vormt voor de gebruiker een indicatie dat er grote aandacht besteed is aan de produktkwaliteit.A typical procedure during the manufacture of sliced sausage products is to slice the slices from a long sausage or roll through a high speed rotary cutter, whereby the slices are delivered in non-uniform stacks of the desired amount and weight. Before the stacks can be inserted into the snugly fitting cavities of preformed branches, the slices must be arranged in a substantially aligned configuration; otherwise overlapping or overhanging slabs would impede insertion of the stacks into the packages. Moreover, a uniform, vertically aligned stack, which is clearly visible through a clear package, is more attractive and indicates to the user that great attention has been paid to product quality.

Tot nu toe wordt het rangschikken van de plakken in een in hoofdzaak vertikale uitgelijnde configuratie met de hand uitgevoerd. Alhoewel dit in een bevredigend gereed produkt heeft geresulteert wenst de 30 Industrie dergelijke handelingen te automatiseren teneinde de kosten te verminderen, de produktiesnelheid op te voeren en de uniformiteit van het produkt alsmede de kwaliteitskonstrole te verbeteren.Heretofore, the arrangement of the slices in a substantially vertically aligned configuration has been performed manually. Although this has resulted in a satisfactory finished product, the Industry wishes to automate such operations in order to reduce costs, increase production speed and improve product uniformity and quality control.

Het is derhalve een doelstelling van de uitvinding een werkwijze en een inrichting te verschaffen voor het vormen van een in hoofdzaak 35 uitgelijnde en uniforme stapel van platte artikelen uitgaande van een niet uniforme stapel.It is therefore an object of the invention to provide a method and an apparatus for forming a substantially aligned and uniform stack of flat articles from a non-uniform stack.

Een andere doelstelling van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke werkwijze en inrichting voor toepassing bij in plakken 8203753 t · s 2 gesneden worstprodukten, zoals luchworst, salami, bologna en dergelij-ke.Another object of the invention is to provide such a method and apparatus for use with sliced sausage products 8203753 t 2 s, such as air sausage, salami, bologna and the like.

Deze en andere doelstellingen zullen duidelijk worden aan de hand van de navolgende gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.These and other objects will become apparent from the following detailed description of the invention.

5 In overeenstemming met de onderhavige uitvinding kan de werkwijze voor het vormen en uitlijnen van de stapel worden uitgevoerd door het positioneren van de niet uniforme stapel tussen tenminste een paar sta-pelaangrijpingselementen, die beweegbaar zijn in dezelfde richting maar met verschillende snelheden teneinde de tegenover liggende zijden van 10 de stapel in te sluiten of in de richting van deze zijden te converge-ren waardoor de plakken in een vertikaal uitgelijnde configuratie worden bewogen tijdens het transport van de stapel stroomafwaarts van de snij-inrichting. Bij voorkeur worden de stapelaangrijpingselementen in-termitterend bewogen waarbij het herhaald stoppen en starten bijdraagt 15 aan een beweging van de plakken tot een een vertikaal uitgelijnde configuratie. Alhoewel de stapel kan worden getransporteerd door de stapen aangrijpingselementen wordt de stapel bij voorkeur gedragen door een onder liggende transporteur, die continu beweegt in dezelfde richting als de stapelaangrijpingselementen, met een grotere snelheid teneinde 20 de stapel voortdurend tegen de voorste van de stapel aangrijpingselementen te duwen. Bovendien kunnen convergerende zijrails aangebracht zijn langs de bewegingsweg van de stapel teneinde eventuele aan de zij-kant overhangende artikelen in uitlijning te brengen.In accordance with the present invention, the method of forming and aligning the stack can be performed by positioning the non-uniform stack between at least a pair of stack engaging elements which are movable in the same direction but at different speeds to accommodate the opposite sides of the stack or converge toward these sides thereby moving the slabs into a vertically aligned configuration during transport of the stack downstream of the cutter. Preferably, the stacking engaging elements are moved in-termitatively, with repeated stopping and starting contributing to movement of the wafers to a vertically aligned configuration. Although the stack can be conveyed by the steps of engagement elements, the stack is preferably carried by an underlying conveyor, which continuously moves in the same direction as the stack engagement elements, at a greater speed to continuously push the stack against the front of the stack of engagement elements . In addition, converging side rails may be arranged along the path of movement of the stack to align any side-overhanging articles.

Volgens een vender kenmerk van de uitvinding zijn de zijrails, op 25 het punt waar de stapelaangrijpingselementen geconvergeerd zijn tot de gewenste stapelbreedte, geplaatst op een tussenafstand die enigszins kleiner is dan de stapelbreedte teneinde een laterale kracht uit te oefenen in de richting van de stapel. Deze laterale kracht, tesamen met een simultane neerwaarts gerichte vasthoudkracht die op de stapel wordt 30 uitgeoefend door een andere inrichting, draagt er verder toe bij dat de artikelen in de vertikaal uitgelijnde configuratie komen.According to a further feature of the invention, the side rails, at the point where the stacking engaging elements have converged to the desired stacking width, are spaced slightly smaller than the stacking width to exert a lateral force toward the stack. This lateral force, along with a simultaneous downwardly retaining force applied to the stack by another device, further contributes to the articles entering the vertically aligned configuration.

Deze en verdere aspecten van de onderhavige uitvinding worden ver-duidelijkt in de navolgende gedetailleerde beschrijving van een voor-keursuitvoeringsvorm, die tevens getoond is in de bijgaande tekenin-35 gen.These and further aspects of the present invention are illustrated in the following detailed description of a preferred embodiment, which is also shown in the accompanying drawings.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een inrichting waarin de uitvinding wordt toegepast voor het vormen van in hoofdzaak vertikale en uniforme stapels van gesneden vleesprodukten.Figure 1 shows a top view of an apparatus in which the invention is used to form substantially vertical and uniform stacks of cut meat products.

Figuur 2 toont een zijaanzicht volgens de lijn 2-2 in figuur 1.Figure 2 shows a side view along the line 2-2 in Figure 1.

40 Figuur 3 toont een horizontale doorsnede volgens de lijn 3-3 in 8203753 r- ' 7 .40 Figure 3 shows a horizontal section on line 3-3 in 8203753 r-7.

+- + - 3 figuur 2.+ - + - 3 figure 2.

Figuur 4 toont op andere schaal een gedeeltelijk bovenaanzicht volgens de lijn 4-4 in figuur 2 uit welke figuur duidelijk blijkt op welke plaats de in hoofdzaak vertikale en uniforme stapel is gevormd.Figure 4 shows on another scale a partial top view along the line 4-4 in Figure 2, from which figure it is clearly apparent at which location the substantially vertical and uniform stack is formed.

5 Figuur 5 toont een vertikale doorsnede volgens de lijn 5-5 uit fi guur 4.5 Figure 5 shows a vertical section along the line 5-5 of figure 4.

Figuur 5a toont een vergroot aanzicht voor een deel van figuur 5 ter nadere illustratie van een van de onderliggende stapeltransporteurs en van de sleuf in de stilstaande plaat waarin de transporteur be-10 weegt.Figure 5a shows an enlarged view in part of Figure 5 to further illustrate one of the underlying stacking conveyors and the slot in the stationary plate in which the conveyor moves.

Figuur 6 toont een schematisch aanzicht van de beweging van de stapelaangrijpingspennen terwijl deze bewegen van rechts naar links op de transporteurinrichting van figuur 1.Figure 6 shows a schematic view of the movement of the stacking engagement pins as they move from right to left on the conveyor device of Figure 1.

De uitvinding wordt, in het kort gezegd, in zijn algemeenheid be-15 lichaamd in een transporteurinrichting 10 met een langgerekt draagframe 12, dat een aantal eindloze transporteurbanden of gordels 14 draagt die worden aangedreven door een motoreenheid 16 voor het transporteren van stapels 18 Van in plakken gesneden worst, lunchworst en dergelijke. De stapels 18 worden ontvangen op de transporteurbanden 14 aan de rechter 20 zijde van de inrichting zoals deze getoond is in de figuren 1 en 2 in een niet uniforme toestand, hetgeen het resultaat is van een stroomop-waartse snijbewerking en/of weegbewerking (in de figuren niet getoond). .Briefly stated, the invention is generally embodied in a conveyor device 10 having an elongated support frame 12, which carries a plurality of endless conveyor belts or belts 14 driven by a motor unit 16 for transporting stacks 18 from in sliced sausage, luncheon meat and the like. The stacks 18 are received on the conveyor belts 14 on the right 20 side of the device as shown in Figures 1 and 2 in a non-uniform condition, which is the result of an upstream cutting operation and / or weighing operation (in the figures not shown). .

In overeenstemming met de uitvinding worden de plakken van de sta-25 pels 18 geleidelijk aan bewogen naar een in hoofdzaak vertikaal uitge-lijnde configuratie terwijl de stapels worden getransporteerd over de transporteurinrichting 10 door eerste en tweede, voorafgaande en vol-gende stapelaangrijpingselementen in de vorm van opstaande pennen 20 en 22. Deze pennen zijn beweegbaar vanaf een stroomopwaartse positie (in 30 zijn algemeenheid aangeduid met A in figuur 1) waarin ze op een vol-doende onderlinge afstand staan om een niet uniforme stapel te ontvangen, naar een stroomafwaartse positie (in zijn algemeenheid aangeduid met B in figuur 1) waarin ze geleidelijk aan zijn geconvergeerd vanwege de grotere aandrijfsnelheid van de pennen 22. De grotere aandrijfsnel-35 heid maakt het mogelijk om de pennen 20 en 22 te laten aangrijpen op de voor- en achterranden van de plakken en de plakken te bewegen tot een in hoofdzaak vertikaal uitgelijnde configuratie zodat een uniforme stapel wordt verkregen. De pennen 20 en 22 worden bij voorkeur intermitte-rend aangedreven, waarbij elke groep van pennen stopt in de nabijheid 40 van de positie A voor het ontvangen van een niet-uniforme stapel van 8203753 4 * 4 plakken.In accordance with the invention, the wafers of the stacks 18 are gradually moved to a substantially vertically aligned configuration while the stacks are conveyed across the conveyor device 10 by first and second, previous and subsequent stack engaging members in the mold of upright pins 20 and 22. These pins are movable from an upstream position (generally indicated by A in Figure 1) in which they are sufficiently spaced to receive a non-uniform stack, to a downstream position ( generally indicated by B in Figure 1) in which they have gradually converged due to the greater drive speed of the pins 22. The greater drive speed allows the pins 20 and 22 to engage on the front and rear edges of move the slabs and the slabs into a substantially vertically aligned configuration to obtain a uniform stack got. Pins 20 and 22 are preferably driven intermittently, with each group of pins stopping in the vicinity 40 of position A to receive a non-uniform stack of 8203753 4 * 4 slices.

Bij relatief hoge produktiesnelheden draagt de vibratie, die ont-staat door het snelle stoppen en starten van de pennen, bij tot de vor-ming van een uniforme vertikaal uitgelijnde stapel van plakken. Een 5 verdere bijdrage bij het in de vertikale uitlijning brengen van de plakken is afkomstig van een paar convergerende zijrails 24 die gemon-teerd zijn aan tegenover liggende zijden van de transporteurbanden 14, en bestemd zijn om in aanraking te komen met de zijranden van de plakken en deze geleidelijk aan naar een vertikaal uitgelijnde configuratie 10 te dwingen.At relatively high production rates, the vibration generated by the rapid stopping and starting of the pins contributes to the formation of a uniform vertically aligned stack of slabs. A further contribution to the vertical alignment of the slabs comes from a pair of converging side rails 24 mounted on opposite sides of the conveyor belts 14 and intended to contact the side edges of the slabs and gradually forcing it to a vertically aligned configuration.

In positie P, waarin de pennen 20 en 22 naar elkaar toegekomen zijn of geconvergeerd zijn tot de gewenste tussenafstand voor een uniforme stapel hebben de rails 24 bij voorkeur een tussenafstand die enigszins kleiner is dan de uiteindelijke voorkeursbreedte van de uni-15 forme stapel. Deze tussenafstand veroorzaakt een compressie van de stapel (die het best gelllustreerd is in de figuren 4 en 5), hetgeen samen met een neerwaartse vasthoudkracht uitgeoefend door een roller 26 die gemonteerd is boven de stapel, verder bijdraagt aan de vorming van een in hoofdzaak vertikaal uitgelijnde stapel.In position P, in which the pins 20 and 22 have converged or converged to the desired spacing for a uniform stack, the rails 24 preferably have a spacing slightly smaller than the final preferred width of the uniform stack. This spacing causes compression of the stack (which is best illustrated in Figures 4 and 5), which together with a downward holding force exerted by a roller 26 mounted above the stack further contributes to the formation of a substantially vertical aligned stack.

20 In het volgende zal nu een meer gedetailleerde beschrijving worden gegeven van de transporteurinrichting 10 die als geheel waarschijnlijk het best te zien is in de figuren 1 en 2. Het steunframe 12 van de transporteurinrichting kan iedere willekeurige gewenste lengte hebben voldoende voor het transporteren van de stapels vanaf een stroomop-25 waartse snij- en/of weeginrichting (in de figuren niet getoond) naar een stroomafwaartse inrichting of naar werkstations voor verdere ver-pakkingsbewerkingen. Bovenop het steunframe van de transporteur is een stilstaande plaat 30 gemonteerd die, vanwege de in verband met de voed-selbewerking te stellen hygienische eisen, bij voorkeur vervaardigd is 30 uit polyetheen met een hoge dichtheid of een soortgelijk materiaal dat eenvoudig te reinigen is en tevens een relatief lage wri jvingsco'effici-ent heeft.In the following, a more detailed description will now be given of the conveyor device 10, which as a whole is probably best seen in Figures 1 and 2. The support frame 12 of the conveyor device may be any desired length sufficient to transport the stacks from an upstream cutting and / or weighing device (not shown in the figures) to a downstream device or to work stations for further packaging operations. A stationary plate 30 is mounted on top of the support frame of the conveyor, which, because of the hygiene requirements to be imposed in connection with the food processing, is preferably manufactured from high-density polyethylene or a similar material which is easy to clean and also has a relatively low coefficient of friction.

De stapels van plakken worden getransporteerd van de rechter zijde van de transporteurinrichting 10 naar de linker zijde door de eindloze 35 transporteurbanden 14 die (zie ook figuur 2) verlopen tussen eindrollen 32 en over de vrijlopende rollen 34 en 38 alsmede de aangedreven rol 36. In deze beschrijving wordt met de term "niet-uniform" bedoeld een stapel waarin de plakken zich niet in een voldoend vertikaal uitgelijnde configuratie bevinden om vervolgens te kunnen worden ingestoken in 40 de nauwsluitende passende holten van voorgevormde verpakkingen. Voor de 8203753 ψ........... :............ . ; . ' '...........The stacks of slabs are conveyed from the right side of the conveyor device 10 to the left by the endless conveyor belts 14 which (see also figure 2) run between end rollers 32 and over the free running rollers 34 and 38 as well as the driven roller 36. By this description, the term "non-uniform" is intended to mean a stack in which the wafers are not in a sufficiently vertically aligned configuration to be subsequently inserted into the snugly fitting cavities of preformed packages. For the 8203753 ψ ...........: ............. ; . '' ...........

5 * %.5 *%.

uitvinding echter moeten de plakken van een niet-uniforme stapel ten-minste een gedeeltelijk overlappende relatie hebben ten opzichte van elkaar.However, the invention, the slices of a non-uniform stack must have at least a partially overlapping relationship to each other.

Zoals het beste te zien is in de figuren 5 en 5a hebben de trans-5 porteurbanden 14, die de stapels 18 dragen, bij voorkeur een in zijn algemeenheid cirkelvormige doorsnede en bewegen deze banden in longitu-dinale sleuven in het bovenoppervlak van de stilstaande plaat 30. De transporteurbanden 14 kunnen echter ook een platte configuratie hebben. Alhoewel een veelheid aan materialen kan worden gebruikt worden de 10 transporteurbanden 14 bij voorkeur vervaardigd uit polyurethaan.As best seen in Figures 5 and 5a, the conveyor belts 14 carrying the stacks 18 preferably have a generally circular cross section and move these belts in longitudinal slots in the top surface of the stationary plate 30. However, the conveyor belts 14 can also have a flat configuration. Although a variety of materials can be used, the conveyor belts 14 are preferably made of polyurethane.

Zoals blijkt uit figuur 2 worden de transporteurbanden 14 aange-dreven met een continu.vooraf gekozen snelheid (die groter is dan die van de pennen 20 of 22) door middel van een motoreenheid 16 via de transmissie-eenheid 42 en de aandrijfketting 44. Aan het stroomopwaart-15 se uiteinde van de transportteurinrichting is een verder paar van bui-tenste transporteurbanden 14’ aangebracht voor het vergroten van de breedte van het transporteuroppervlak in het gebied, waarin de banden 14 de artikelen ontvangen van de snij- en/of weeginrichting. Deze ver-dere banden kunnen al dan niet noodzakleijk zijn afhankelijk van de ma-20 te van overlap van de plakken wanneer ze vanaf de stroomopwaartse be-werkingseenheid worden ontvangen.As shown in Figure 2, the conveyor belts 14 are driven at a continuously preselected speed (greater than that of the pins 20 or 22) by means of a motor unit 16 through the transmission unit 42 and the drive chain 44. On at the upstream end of the conveyor device, a further pair of outer conveyor belts 14 'is provided to increase the width of the conveyor surface in the area in which the belts 14 receive the articles from the cutting and / or weighing device. These further bands may or may not be necessary depending on the degree of slab overlap when received from the upstream processing unit.

De plakken van de niet uniforme stapels 18 worden bewogen naar de in hoofdzaak vertikaal uitgelijnde configuratie door pennen 20 en 22 die bewegen in dezelfde richting als de transporteurbanden maar met 25 verschillende respectievelijke snelheden teneinde geleidelijk aan dich-ter naar elkaar toe te bewegen of te convergeren terwijl ze voortgaan langs de transporteurinrichting.The slabs of the non-uniform stacks 18 are moved to the substantially vertically aligned configuration by pins 20 and 22 moving in the same direction as the conveyor belts but at 25 different speeds to gradually move or converge closer together. as they pass along the conveyor device.

Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de inrichting wordt nu verwezen naar de figuren 3, 5 en 6 waaruit blijkt dat de voorste 30 pennen 20 met onderling gelijke afstanden zijn geplaatst op een cen-traal gepositioneerde doorlopende ketting 46, die is gespannen tussen de eindkettingwielen 48 en 50 en gepositioneerd is onder de stilstaande plaat 30. De pennen 20 steken naar boven uit door een centrale sleuf 52 in de stilstaande plaat zodat ze de stapel 18 kunnen aanraken en bevin-35 den zich op een voldoende onderlinge tussenafstand om een niet uniforme stapel te kunnen ontvangen tussen aangrenzende pennen.For a more detailed description of the device, reference is now made to Figures 3, 5 and 6 which show that the front 30 pins 20 are spaced equally spaced on a centrally positioned continuous chain 46 tensioned between the end sprockets 48 and 50 and is positioned under the stationary plate 30. The pins 20 project upwardly through a central slot 52 in the stationary plate so that they can touch the stack 18 and are spaced sufficiently apart to form a non-uniform stack receive between adjacent pins.

De centrale ketting 46, die de rechtop staande pennen 20 draagt, wordt geflankeerd door een paar kettingen 54 die de uitgelijnde volg-pennen 22 draagt die eveneens onderling dezelfde tussenafstand bezit-40 ten. De kettingen 54 zijn gespannen tussen een stroomopwaarts ketting- 8203753 4 * 6 wiel 56, gemonteerd op dezelfde as 57 als het stroomopwaartse ketting-wiel 58 van de centrale ketting 46, en stroomafwaartse kettingwielen 58 die geplaatst zijn voorbij het kettingwiel 50 van de centrale ketting. Evenals de centrale ketting verlopen de zijkettingen 54 onder de stil-5 staande plaat 30 en steken pennen 22 omhoog door sleuven 60 in deze stilstaande plaat.The central chain 46, which carries the upright pins 20, is flanked by a pair of chains 54 which carries the aligned follower pins 22, which are also the same spacing apart. The chains 54 are tensioned between an upstream chain wheel 8203753 4 * 6, mounted on the same shaft 57 as the upstream chain wheel 58 of the central chain 46, and downstream sprockets 58 placed beyond the central chain sprocket 50 . Like the center chain, the side chains 54 extend below the stationary plate 30 and pins 22 protrude through slots 60 in this stationary plate.

Zoals het beste te zien is in de figuren 2, 3 en 6 zijn de pennen 22 van de kettingen 54 zij aan zij uitgelijnd en hebben de pennen 22 van elke ketting 54 een onderlinge vooraf gekozen tussenafstand die 10 groter is dan de tussenafstand tussen de pennen 20 op de centrale ketting 46. Deze relatieve onderlinge tussenafstand, in zijn algemeenheid aangeduid als de "steek" van de pen, zorgt er samen met de hogere aan-drijfsnelheid van de pennen 22 voor dat er een graduele convergerende beweging ontstaat tussen de pennen 20 en 22 vanaf de ontvangstpositie 15 A, waarin de tussenafstand onderling groot is naar de geconvergeerde positie B waarin de stapel is gevormd.As best seen in Figures 2, 3 and 6, the pins 22 of the chains 54 are aligned side by side, and the pins 22 of each chain 54 have a pre-selected spacing between them that is greater than the spacing between the pins 20 on the center chain 46. This relative spacing, generally referred to as the "pitch" of the pin, together with the higher drive speed of the pins 22, causes gradual converging movement between the pins 20 and 22 from the receiving position 15 A, in which the spacing is mutually large to the converged position B in which the stack is formed.

De kettingen 46 en 54 worden aangedreven door de motoreenheid 16, die via de aandrijfband 62 en de koppeling 64 verbonden is met de aan-drijfketting 66 (zie figuur 2). De aandrijfketting 66 drijft direct het 20 stroomafwaartse kettingwiel 58 van de langere kettingen 54 aan en drijft verder via een tussenliggende ketting 68 indirect het stroomafwaartse kettingwiel 50 van de centrale ketting 46 aan. Alle drie de kettingen worden derhalve (ofwel direct ofwel indirect) aangedreven door de motor 16 via de koppeling 64.The chains 46 and 54 are driven by the motor unit 16, which is connected to the drive chain 66 via the drive belt 62 and the clutch 64 (see Figure 2). The drive chain 66 directly drives the downstream sprocket 58 of the longer chains 54 and further indirectly drives the downstream sprocket 50 of the central chain 46 via an intermediate chain 68. All three chains are therefore driven (either directly or indirectly) by the motor 16 via the clutch 64.

25 Zoals in het bovenstaande aan de hand van de figuren 1 en 3 reeds kort werd opgemerkt zijn de pennen 22 op de buitenste ketting 54 paars-gewijze zij aan zij gepositioneerd en elk paar heeft een tussenafstand ten opzichte van aangrenzende paren op de kettingen 54 die groter is dan de tussenafstand tussen de aangrenzende pennen 20 op de centrale 30 ketting 46. Met andere woorden, de steek van de volgpennen 22 op de buitenste kettingen is groter dan de steek van de voorste pennen 20 op de centrale ketting. De buitenste kettingen 54, die de pennen 22 dra-gen, worden aangedreven met een grotere snelheid dan de centrale ketting, zodat elk zij aan zij paar van pennen 22 beweegt in de richting 35 van of convergeert naar de volgende stroomafwaartse centrale pen 20 teneinde de niet uniforme stapels om te vormen tot in hoofdzaak uniforme stapels waarvan de plakken in hoofdzaak zijn uitgelijnd. De ver-schillende snelheden worden verkregen door aandrijfkettingwielen van verschillende afmetingen voor de transporteurkettingen te gebruiken.As already briefly noted above with reference to Figures 1 and 3, the pins 22 on the outer chain 54 are positioned pairwise side by side and each pair is spaced apart from adjacent pairs on the chains 54 is greater than the spacing between the adjacent pins 20 on the center chain 30. In other words, the pitch of the tracking pins 22 on the outer chains is greater than the pitch of the front pins 20 on the center chain. The outer chains 54, bearing the pins 22, are driven at a greater speed than the center chain, so that each side-by-side pair of pins 22 moves in the direction of 35 or converges to the next downstream center pin 20 in order to converting non-uniform stacks into substantially uniform stacks whose wafers are substantially aligned. The different speeds are achieved by using different sized drive sprockets for the conveyor chains.

40 In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de kettingwielen 56 en 58 voor 8203753 I.............. 'fi.......!ίΐιρΐ|!!!·;!ΐ|πιιΐ!!ΐΐ!' .·........40 In the preferred embodiment, the sprockets 56 and 58 for 8203753 are I .............. 'fi .......! Ίΐιρΐ | !!! ·;! Ϊ́ | πιιΐ !! ΐΐ! " . ........

7 ·’ % de buitenste kettingen 54 groter dan de kettingwielen 48 en 50 voor de centrale ketting 46. De kettingwielen voor beide kettingen roteren met hetzelfde toerental en derhalve zullen de buitenste kettingen sneller bewegen. Het relatieve snelheidsverschil van de kettingen is zodanig 5 dat de aan de buitenzijde gelegen volgpennen 22 kunnen convergeren in de richting van een voorafgaande centrale pen 20, waardoor een positie wordt bereikt waarin de afstand tussen de buiten gelegen pennen en de centrale pen gelijk is aan de gewenste breedte of diameter van de uit-gelijnde stapel op het tijdstip dat de pennen de positie B bereiken.7 ·% the outer chains 54 larger than the sprockets 48 and 50 for the central chain 46. The sprockets for both chains rotate at the same speed and therefore the outer chains will move faster. The relative speed difference of the chains is such that the outer follower pins 22 can converge in the direction of a preceding central pin 20, thereby achieving a position where the distance between the outer pins and the central pin is equal to the desired width or diameter of the aligned stack at the time the pins reach position B.

10 De lengten van de kettingen 46 en 54 zijn met betrekking tot de onder-linge tussenafstand tussen de pennen zodanig gekozen dat een paar pennen 22 zich bevindt bij de stroomopwaartse kettingwielen 48 en 56 op hetzelfde tijdstip dat een van de centrale pennen 20 daar arriveert (zie figuren 1 en 6). Als de pennen daarna langs de bovenzijde van de 15 transporteurinrichting bewegen van positie A naar positie B dan zullen de aan de buitenzijde gelegen pennen 22 geleidelijk aan bewegen in de richting van de eerstvolgende stroomafwaartse centrale pen 20. Deze relatieve beweging is schematisch gelllustreerd in figuur 6 voor een paar van volgpennen 22 ten opzichte van de voorste pennen 20.The lengths of the chains 46 and 54 are selected with respect to the mutual spacing between the pins so that a pair of pins 22 are located at the upstream sprockets 48 and 56 at the same time that one of the center pins 20 arrives there ( see figures 1 and 6). When the pins then move along the top of the conveyor from position A to position B, the outer pins 22 will gradually move toward the next downstream center pin 20. This relative movement is illustrated schematically in Figure 6 for a pair of tracking pins 22 relative to the front pins 20.

20 De koppeling 64 die de beweging van de kettingen 46 en 54 bepaalt is verbonden met een elektrisch oog of een andere detectie-eenheid voor het detecteren van de aanwezigheid van een stapel 18 op de positie ge-toond in figuur 2. Bij het detecteren van de aanwezigheid van een stapel wordt de koppeling door het elektrische oog bekrachtigd teneinde de 25 kettingen aan te drijven over een korte afstand totdat de volgende groep van pennen 20 en 22 zich bevindt boven de stroomopwaartse kettingwielen 48 en 56. Terwijl de pennen 20 en 22 intermitterend worden bewogen worden de transporteurbanden 14’ continu bewogen zodat de sta-pels tegen de centrale pennen 20 worden geduwd. Omdat de transporteur-30 banden een cirkelvormige doorsnede bezitten en slechts een klein kon-taktoppervlak hebben met de stapels zullen ze vrij onder de stapels doorglijden wanneer een verdere voortgaande beweging van de stapel wordt verhinderd doordat de stapel tegen de pen 20 aankomt. Het her-haald starten en stoppen van de intermitterende beweging wanneer de in-35 richting op produktiesnelheid is doet de plakken van de stapels vibre-ren, hetgeen bijdraagt tot het vormen van vertikaal uitgelijnde stapels van plakken door de pennen 20 en 22. De plakken 18 zijn bij voorkeur gesneden van een bevroren worst of rol, zodat ze gemakkelijker langs elkaar kunnen glijden dan ontdooide plakken.The coupling 64 which determines the movement of the chains 46 and 54 is connected to an electric eye or other detection unit for detecting the presence of a stack 18 at the position shown in Figure 2. When detecting the presence of a stack, the clutch is actuated by the electric eye to drive the chains a short distance until the next group of pins 20 and 22 are above the upstream sprockets 48 and 56. While the pins 20 and 22 are intermittent the conveyor belts 14 'are moved continuously so that the stacks are pushed against the central pins 20. Because the conveyor belts have a circular cross-section and have only a small contact area with the stacks, they will slide freely under the stacks when further progress of the stack is prevented by the stack striking the pin 20. Repeated starting and stopping the intermittent movement when the device is at production speed causes the slabs of the stacks to vibrate, thereby contributing to the formation of vertically aligned stacks of slabs by the pins 20 and 22. The slabs 18 are preferably cut from a frozen sausage or roll so that they can slide past each other more easily than thawed slices.

40 Als een verder hulpaiddel bij het vormen van de stapels 18 zijn 8203753 8 zijrails 24 gemonteerd aan tegenover liggende zijden van het draagframe 12 van de transporteur teneinde eventuele plakken, die zich lateraal buiten de stapel bevinden, tot in de vertikaal uitgelijnde configuratie te dwingen. Deze zijrails zijn evenals de stilstaande plaat 30 bij 5 voorkeur vervaardigd uit polyetheen met een hoge dichtheid, zowel van-wege hygienische redenen als vanwege de lage wri jvingscoef fici'dnt. De zijrails strekken zich bij voorkeur uit langs de gehele lengte van de transporteureenheid en convergeren geleidelijk aan in de richting van de positie B, waarin de pennen 20 en 22 de vooraf gekozen gewenste tus-10 senafstand hebben overeenstemmend met de vertikaal uitgelijnde stapels plakken. In deze positie hebben de binnenwanden van de zijrails een on-derlinge tussenafstand die enigszins kleiner is dan de normale breedte van een vertikaal uitgelijnde stapel. Het resultaat daarvan is een laterale compressie van de stapel met een resulterende buiging van de 15 plakken zoals gelllustreerd is in figuur 5. Het is gebleken dat een dergelijke procedure bijdraagt om de plakken in een stapel in de vertikaal uniforme configuratie te brengen. Deze compressie en het plotse-linge reduceren van de compressie als de stapel beweegt langs de eind-randen van de zijrails resulteert, naar aangenomen wordt, in een schud-20 dende en enigszins optillende werking in de stapel waardoor eventuele wrijvingsweerstanden tussen aangrenzende plakken worden overwonnen zo-dat een bijdrage wordt geleverd aan het uitlijnen van de op elkaar ge-legen plakken. De positie P, waarin de pennen 20 en 22 een onderlinge tusenafstand hebben die gelijk is aan de geselecteerde breedte van de 25 stapel, en waarin de zijrails een tussenafstand hebben die enigszins kleiner is dan de uiteindelijke stapelbreedte, bevindt zich direct stroomopwaarts van het punt waarin de voorste pennen 20 beginnen te be-wegen rond het eindkettingwiel 50.As a further aid in forming the stacks 18, 8203753 8 side rails 24 are mounted on opposite sides of the conveyor support frame 12 to force any slabs located laterally outside the stack into the vertically aligned configuration. These side rails, like the stationary plate 30, are preferably made of high-density polyethylene, both for hygienic reasons and because of the low friction coefficient. The side rails preferably extend along the entire length of the conveyor unit and gradually converge toward the position B, in which the pins 20 and 22 have the preselected desired spacing corresponding to the vertically aligned stacks. In this position, the inner walls of the side rails are spaced slightly smaller than the normal width of a vertically aligned stack. The result of this is lateral compression of the stack with a resulting bending of the slabs as illustrated in Figure 5. It has been found that such a procedure contributes to bringing the slabs in a stack into the vertically uniform configuration. This compression and the sudden reduction in compression as the stack moves along the end edges of the side rails are believed to result in a shaking and slightly lifting action in the stack, overcoming any frictional resistance between adjacent slabs. such that a contribution is made to the alignment of the overlaid slabs. The position P, in which the pins 20 and 22 are spaced equal to the selected width of the stack, and in which the side rails are spaced slightly smaller than the final stack width, is immediately upstream of the point at which the front pins 20 begin to move around the end sprocket 50.

In combinatie met de laterale door de zijrails 24 uitgeoefende 30 compressiekracht wordt een neerwaarts werkende vasthoudkracht uitge-oefend op de stapel in de positie B door de rol 26 (zie figuur 2), die beweegt over de bovenzijde van de stapel 18 terwijl de stapel tegelij-kertijd lateraal wordt samengedrukt door de zijrails. Alhoewel het ge-wicht van de rol voldoende is om een bijdrage te leveren aan het vormen 35 van een uniforme stapel kan de rol tevens onder veerspanning staan of op andere wijze een neerwaartse kracht op de stapel uitoefenen.In combination with the lateral compression force exerted by the side rails 24, a downwardly acting retaining force is applied to the stack in position B by the roller 26 (see Figure 2), which moves over the top of the stack 18 while stacking the stack. - is laterally compressed laterally by the side rails. Although the weight of the roll is sufficient to contribute to the formation of a uniform stack, the roll may also be under spring tension or otherwise apply a downward force to the stack.

Het functioneren van deze stapel vormende werkwijze en inrichting wordt waarschijnlijk het best begrepen aan de hand van de figuren 1 en 6. De plakken, waaruit iedere stapel 18 bestaat, zijn bij voorkeur be-40 vroren en zijn gesneden door een snij-inrichting van een bevroren worst 8203753 : 9 of rol. De bevroren toestand maakt het niet alleen mogelljk om uniform te snijden maar maakt het, in verband met de onderhavige uitvinding, mogelijk dat de plakken ten opzichte van elkaar gemakkelijk glijden waardoor het uitlijnen van de plakken eenvoudiger wordt.The functioning of this stack-forming method and apparatus is probably best understood with reference to Figures 1 and 6. The slabs that make up each stack 18 have preferably been frozen and have been cut by a cutting device of a frozen sausage 8203753: 9 or roll. The frozen state not only allows for uniform cutting but, for the purposes of the present invention, allows the wafers to slide easily relative to each other, thereby simplifying wafer alignment.

5 Wanneer de inrichting 10 in bedrijf is dan wordt een stapel 18 (gelllustreerd met stippellijnen in figuur 1) gepositioneerd tussen el-ke groep van aangrenzende stapelaangrijppennen 20 en 22, die zich be-vinden langs het transporteuroppervlak. Voordat een nieuwe stapel arri-veert bevinden de pennen 20 en 22 zich in een statische toestand. Aan 10 het stroomopwaartse uiteinde A staan de pennen 20 en 22 in het algemeen zij aan zij uitgelijnd te wachten op de aflevering van een nieuwe stapel 18 vanaf de snij- of weegbewerkingseenheid. Langs de transporteur worden stapels, die eerder zijn gearriveerd, op afstand gehouden tussen de aangrenzende groepen van voorste en volgpennen 20 en 22. Hoe verder 15 de stapel langs de transporteur is bewogen, hoe dichter elk uitgelijnd paar van volgpennen 22 zich bevindt bij de respectievelijke stroomaf-waartse voorste pen 20, omdat de pennen 22 geleidelijk aan convergeren naar positie B, waarin ze een tussenafstand hebben gelijk aan de ge-wenste breedte van de uiteindelijke vertikale stapel.When the device 10 is in operation, a stack 18 (illustrated by dotted lines in Figure 1) is positioned between each group of adjacent stacking engagement pins 20 and 22 located along the conveyor surface. Before a new stack arrives, pins 20 and 22 are in a static state. At the upstream end A, pins 20 and 22 are generally aligned side by side for the delivery of a new stack 18 from the cutting or weighing unit. Along the conveyor, stacks that have arrived earlier are kept spaced between the adjacent groups of front and tracking pins 20 and 22. The further the stack has moved past the conveyor, the closer each aligned pair of tracking pins 22 are to the respective downstream front pin 20, because the pins 22 gradually converge to position B, in which they are spaced equal to the desired width of the final vertical stack.

20 Als een nieuwe stapel wordt bewogen door de transportbanden 14 naar en tegen de meest stroomopwaartse pen 20, die zich direct bevindt boven het kettingwiel 48, dan zal de stapel het elektrische oog of het andere detectiemiddel 70 activeren waardoor de koppeling 64 wordt be-krachtigd zodat de motoreenheid 16 de kettingen 46 en 54 over een in-25 crement in voorwaartse richting zal bewegen totdat een nieuwe groep van pennen 20 en 22 rond de stroomopwaartse kettingwielen is opgekomen. Daama ontkoppelt de koppeling en komen de transporteurkettingen tot stilstand totdat een andere stapel in positie is bewogen vanaf de snij-of weeginrichting door de transportbanden 14. Alhoewel de transportban-30 den 14 continu worden aangedreven kunnen de stapels niet bewegen voor-bij de centrale voorste pennen 20, en de transportbanden 14 glijden on-der de stapels langs. De cirkelvormige dwarsdoorsnede van de polyure-thaan banden 14 en de resulterende lage wrijvingskontakten tussen de banden en de stapels minimaliseren een eventuele beschadiging aan het 35 vlees. Als de stapels bewegen van rechts naar links dan zullen eventu-eel zijdelings niet uitgelijnde plakken in de stapel aankomen tegen de zijrails 24 die deze plakken dwingen naar de vertikaal uitgelijnde positie in de stapel.When a new stack is moved by the conveyor belts 14 toward and against the most upstream pin 20 located directly above the sprocket 48, the stack will activate the electrical eye or other detecting means 70 energizing the clutch 64 so that the motor unit 16 will move the chains 46 and 54 forward over an increment until a new group of pins 20 and 22 have emerged around the upstream sprockets. Thereafter, the clutch disengages and the conveyor chains come to a stop until another stack is moved into position from the cutting or weighing device by the conveyor belts 14. Although the conveyor belts 14 are continuously driven, the stacks cannot move beyond the central front pins 20, and the conveyor belts 14 slide underneath the stacks. The circular cross section of the polyurethane belts 14 and the resulting low frictional contacts between the belts and stacks minimize any damage to the meat. As the stacks move from right to left, any laterally unaligned slabs in the stack will abut the side rails 24 forcing these slabs to the vertically aligned position in the stack.

Voor de stapel 18, die zich bevindt in de positie B zal, wanneer 40 de transporteurkettingen over een verder increment in voorwaartse rich- 8203753 10 ting bewegen, de voorste pen 20 die zich bevindt voor de stapel direct bewegen rond zijn eindkettingwiel 50 zodat de stapel vrij komt voor een voorwaartse beweging via de onderliggende transportbanden 14, welke voortdurend bewegen met een snelheid die groter is dan die van de pen-5 nen 20 of 22. Als de voorste pen 20 heeft vrijgegeven, dan dragen de transportbanden 14 de gevormde vertikale stapel weg van de achterste pennen 22, zodat wanneer deze pennen bewegen rond hun respectievelijke eindkettingwielen 58, ze de achterste randen van de stapel niet aanra-ken of beschadigen. Alhoewel de stapel tijdens deze procedure kan aan-10 komen tegen het eerstvolgende stroomafwaartse paar van volgpennen 22, leidt dat niet tot een verstoring of ontregeling van de uitlijning in de stapel.For the stack 18, which is in position B, as 40 moves the conveyor chains a further increment in forward direction, the front pin 20 located in front of the stack will move directly around its end sprocket 50 so that the stack released for forward movement through the underlying conveyor belts 14, which continuously move at a speed greater than that of the pins 20 or 22. When the front pin 20 has released, the conveyor belts 14 carry the formed vertical stack away from the rear pins 22 so that when these pins move around their respective end sprockets 58 they do not touch or damage the rear edges of the stack. Although the stack may abut against the next downstream pair of tracking pins 22 during this procedure, it does not disturb or disrupt alignment in the stack.

Bij het vormen van uniforme stapels van bologna met een plakdiame-ter van 10,795 cm hebben de pennen 20 een tussenafstand van 22,86 cm en 15 hebben de pennen 22 een tussenafstand van 20,32 cm. De aangedreven ket-tingwielen 56 en 58 voor de kettingen 54, die de pennen 22 dragen hebben 18 tanden in vergelijking met 16 tanden voor de aangedreven ket-tingwielen 48 en 50 voor de centrale ketting 46. De pennen 22 bewegen derhalve 9/8 ofwel 1,125 x sneller dan de pennen 20. De lengte van de 20 kettingen 46 en 54 is zodanig dat de pennen 20 en 22 kunnen convergeren tot op een afstand van 10.795 cm in de positie P terwijl ze verder ge-durende de terugkeerweg onder de transporteur opnieuw in fase en uitge-lijnd aan het bovenstroomse uiteinde van de kettingen kunnen komen. Als verdere bijdrage aan de vorming van een uitgelijnde stapel convergeren 25 de rails 24 naar een tussenafstand van 10.4775 cm in positie B teneinde een lichte compressie op de stapel 18 uit te oefenen terwijl een neer-waartse vasthoudkracht wordt uitgeoefend door het gewicht van de poly-etheenrol 26.When forming uniform stacks of bologna with an adhesive diameter of 10.795 cm, the pins 20 are spaced 22.86 cm and the pins 22 are spaced 20.32 cm. The driven chain wheels 56 and 58 for the chains 54 carrying the pins 22 have 18 teeth compared to 16 teeth for the driven chain wheels 48 and 50 for the central chain 46. The pins 22 therefore move 9/8 or 1.125 times faster than the pins 20. The length of the 20 chains 46 and 54 is such that the pins 20 and 22 can converge up to a distance of 10,795 cm in the position P while continuing again during the return path under the conveyor in phase and aligned to the upstream end of the chains. As a further contribution to the formation of an aligned stack, rails 24 converge at 10.4775 cm spacing in position B to apply light compression to stack 18 while exerting a downward holding force by the weight of the poly- ethylene roller 26.

Alhoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van een voor-30 keursuitvoeringsvorm kan ze in diverse andere vormen worden uitgevoerd en moet derhalve worden uitgelegd en begrensd binnen het kader van de bijgaande conclusies.Although the invention has been described with reference to a preferred embodiment, it can be practiced in various other forms and therefore is to be explained and limited within the scope of the appended claims.

82037538203753

Claims

1. Apparatus for forming substantially linear and uniform stack of flat articles terminally partially overlapping, starting from a non-uniform stack, characterized by an elongated support structure, first and second longitudinally movable stack engaging means carried by the support structure, means for moving the first and second stack engaging means in the same direction along the support structure between a receiving position, wherein the first and second stack engaging means have an intermediate position sufficient to receive a non-uniform stack and a position in which the stack is formed which position is spaced from the receiving position, the moving means adapted to move the first and second stack engaging means at sufficiently different speeds such that the stack engaging means converge to engage the articles and transform it into one substantially vertically aligned stack as the stack gripping means moves forward to the position in which the stack is formed.

2. Device according to claim 1, characterized in that the transporting means are provided with a generally horizontally upper article-carrying surface on which the non-uniform stacks can be received, that the transporting means are carried by the support structure and longitudinally can move in the same direction as the first and second stack of engagement means, and that the transport means are movable at a speed greater than the speed of both the first and second stack engagement means.

3. Device according to claim 1, characterized in that further side jaw engaging means are provided which are carried by the support structure and which are positioned to contact the opposite sides of the stack to assist in forming the uniform stack while the stack and stack engaging means move in the direction of the position in which the stack is formed.

Device as claimed in claim 3, characterized in that the side-35 gripping means consist of at least a pair of side rails which converge in the direction of movement of the stack and have an intermediate distance smaller than the width of the preselected position. the uniform pile.

Device as claimed in claim 4, characterized in that further 40 means are present for exerting a downward holding force on the top of the stack In the preselected position in which position the side impact gripping rails are less than the width of the uniform stack.

Apparatus according to claim 1, characterized by a number of first stacking means of equal spacing and a number of second stacking means of equal spacing positioned alternately along the support structure for receiving the raw stacks between adjacent copies of the first and second stacking means wherein the distance between adjacent copies of the second stack engaging means is greater than the distance between adjacent copies of the first stack engaging means and the moving means causing the second stack engaging means to move faster than the first stack engaging means

7. Device according to claim 6, characterized in that the moving means cause the first and second stack engaging means to move in an intermittent movement, to stop the first and second stack engaging means adjacent to the receiving position for receiving a stack of articles between each adjacent pair of the first and second stack engaging means.

Device according to claim 1, characterized in that the flat articles consist of sliced food products.

9. Device for forming a substantially aligned and uniform stack of sausage slabs, at least partially overlapping each other, characterized by elongated support means, a series of first stack engagement means equidistant and supported by the support means, a series of second stack engagement means equally spaced and carried by the support means and adjacent to a parallel to the series of first stack engaging means, the spacing between the succeeding second stack engaging means being greater than the spacing between the succeeding first stack engaging means, and the first and second stack engaging means generally positioned alternately along the support means, means for driving the first and second stack engaging means in the same direction between a receiving position, wherein the neighboring first and second stack engaging means are sufficiently spaced to non-uniform stack and a position in which the stack is formed, which position is spaced from said receiving position, drive means intended to drive the first and second stack of engagement means at a sufficiently different speed such that each of the adjacent first and second stack of drive means converges to engage the slabs and bring them into a substantially vertically aligned configuration while the stack of gripping means move toward the position of the stack formed.

Device as claimed in claim 9, characterized by transport means carried by the supporting means and running parallel to the series of first and second stack of engaging means, which transport means are in the receiving position under the stacks to be received there, while further means are present for driving the transport means in the same direction and faster than the first and second stack engaging means.

11. A device according to claim 9, characterized in that further means are provided which contact downwardly with the top of the stack while the stack moves to the position in which the stack is formed.

12. Device according to claim 9, characterized in that the driving means drive the first and second stack of engaging elements in an intermittent movement and have the first and second stack of engaging elements stop in the receiving position for receiving a stack.

13. Device for forming a substantially aligned and uniform stack of sausage slabs which at least partially overlap each other, characterized by conveying means carried by the support means and movable at a continuous preselected speed for conveying stacks of sausage slabs between a receiving position, wherein the stacks are placed on the transporting means, and a position in which the stack is formed, which position is remote from the receiving position, a plurality of first and second stacking engaging elements arranged alternately spaced along the transporting means and in parallel the transport means, each pair of adjacent first and second stacking engagement elements defining a stacking engagement set, the first stacking engagement element of each set being positioned such that this member engages the front of a stack moving along the transporting means and the second tape engagement element of each set is positioned to engage the back of the same stack; and further means for moving the first and second stack engaging elements in the same direction as the conveying means between the receiving position and the position in which the stack is formed, the first stack engaging elements along the conveying means being equal to one another. distance and the second stack engaging elements along the transport means are equally spaced greater than the mutual distance of the first stack engaging means, and the moving means is configured such that the second stack of engaging means is moved at a speed greater than that of the first stack engaging means such that the first and second members of each set are sufficiently spaced to receive a non-uniform stack in the receiving position and then converge to engage the slices and a substantially vertical aligned uniform pile while the stack moves in the direction of the position in which the stack is formed.

14. A method of forming a substantially aligned and uniform stack of flat articles at least overlapping each other, characterized by positioning a non-uniform stack of flat articles between at least a pair of spaced stacking engaging members being longitudinally movable in the same direction between a receiving position for receiving a non-uniform stack and a position in which the stack is formed, and moving the stack engaging elements in the same longitudinal direction between the receiving position and the position in which the stack is formed with sufficient velocity difference such that the stack engaging elements converge to engage and form the articles into a substantially vertically aligned configuration as the stack moves toward the position in which the stack is formed.

Method according to claim 14, characterized in that the flat articles consist of cut food products.

16. A method according to claim 14, characterized by a step in which the stack is laterally compressed as a contribution to forming a substantially aligned and uniform stack.

The method of claim 16, further characterized by a step in which a downward holding force is applied to the stack substantially during the same period in which the stack is laterally compressed.

A method according to claim 16, characterized by a step in which the compression is performed by moving the stack between a pair of fixed side-engaging elements spaced slightly less than the normal width of a uniform stack.

19. Method according to claim 14, characterized in that the step 8203753 pyr ~ '~ - - -' * · - · ·. *: · F * peel engaging elements are moved intermittently in the longitudinal direction.

A method according to claim 14, characterized in that the stack is positioned on an underlying conveyor which wants to continuously move the stack 5 in the same direction while the stack engaging elements move, which conveyor functions at a speed greater than the speed of the stack engaging elements .

21. A method according to claim 17, characterized in that the downward holding force is exerted by a roller positioned 10. such that it engages the top of the stack as it moves to the position in which the stack is formed.

22. A method according to claim 14, characterized in that the stack engaging elements are moved in an intermittent movement process between the receiving position and the position in which the stack is formed. ********* 8203753