NL8203734A

NL8203734A - DEVICE FOR DRIVING A BURNER.

Info

Publication number: NL8203734A
Application number: NL8203734A
Authority: NL
Original assignee: Veg Gasinstituut Nv
Priority date: 1982-09-27
Filing date: 1982-09-27
Publication date: 1984-04-16
Also published as: DE3372011D1; EP0109696B1; ATE27732T1; EP0109696A1

Abstract

The invention relates to a circuit for fail safe control of a system comprising a command switch, closing of which activates a control relay so that through the switched over contacts of said control relay a holding path for said control relay is closed. The circuit furthermore comprises an auxiliary relay and a capacitor, which capacitor after closing of the command switch only through at least a normally closed contact of the control relay can be charged to a predetermined voltage before the control relay is energized. Said control relay is energized through an energizing path containing at least one contact of the auxiliary relay offering the possibility to check a switching device, and is maintained in the energized state through a contact of the control relay. The capacitor is after energizing of the control relay connected to the auxiliary relay through at least one of the now switched over contacts of said control relay and forms during a predetermined period the only voltage source for said auxiliary relay, energizing said auxiliary relay.

Description

'' ' «, :· "*' : : * »'*' .5 Ν.0. 30611 1'' '«,: ·" *':: * »'*' .5 Ν.0. 30611 1

Inrichting voor het besturen van een brander.Device for controlling a burner.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het besturen van een brander voorzien van een thermostaatschakelaar, bij het sluiten waarvan een arbeidsrelais wordt bekrachtigd of een nokkenwals wordt geactiveerd, waardoor via de omgeschakelde kontakten van dit arbeidsre-5 lais respectievelijk de nokkenwals een bekrachtigingsweg voor een brandstofklep kan worden verkregen, alsmede een vlambewakingsrelais dat door een vlamwaarnemer in de geactiveerde toestand wordt gehouden bij aanwezigheid van een vlam in de brander, en middelen voor het bepalen van een ontstekingsperiode, en het binnen deze ontstekingsperiode al 10 dan niet vrijgeven van de brandstofklep.The invention relates to a device for controlling a burner provided with a thermostat switch, at the closing of which a working relay is energized or a cam roller is activated, so that via the switched contacts of this working relay or the cam roller an actuation path for a fuel valve can be obtained, as well as a flame monitoring relay held by a flame detector in the activated state in the presence of a flame in the burner, and means for determining an ignition period, and releasing or not releasing the fuel valve within this ignition period.

Dergelijke inrichtingen zijn uit de stand der techniek bekend. Een nadeel van deze bekende inrichtingen is het ontbreken van een fail-safe controle op de goede werking van het arbeidsrelais en/of van de nokkenwals.Such devices are known from the prior art. A drawback of these known devices is the lack of a fail-safe check on the proper functioning of the working relay and / or the cam roller.

15 Het vastbranden van een scbakelkóntakt van een van de aanwezige onderdelen zal veelal een gecompliceerde storing of in het ongunstigste geval zelfs een explosie kunnen opleveren. Bij eenvoudige inrichtingen, die niet voorzien zijn van een nokkenwals, is het bijvoorbeeld mogelijk dat tijdens de spoelperiode de brandstofklep geopend wordt gehouden als 20 om de een of andere reden een schakelkontakt van het arbeidsrelais is vastgebrand, waardoor een explosie onvermijdelijk wordt. Bij inrichtingen voorzien van een nokkenwals kan een van de schakelkontakten vastbranden, waardoor of een gecompliseerde storing of een explosie kan optreden.Burning a scbakelkontakt of one of the parts present will often cause a complicated failure or, in the worst case, even an explosion. For example, in simple devices that do not include a cam roller, it is possible that during the flushing period the fuel valve is kept open if for some reason a switch contact of the work relay has burned, making an explosion inevitable. In devices equipped with a cam roller, one of the switch contacts may burn, causing either a complicated failure or an explosion.

25 De uitvinding heeft nu ten doel de bovengenoemde nadelen van deze bekende inrichtingen op te heffen.The invention now has for its object to obviate the above-mentioned drawbacks of these known devices.

Aan deze doelstelling wordt bij een inrichting van in de aanhef genoemde soort voldaan, doordat de bekrachtigingsweg voor het arbeidsrelais en/of de nokkenwals alleen door de thermostaatschakelaar kan 30 worden gesloten wanneer tenminste zowel het vlambewakingsrelais als de middelen voor het bepalen van de ontstekingsperiode niet geactiveerd zijn en de bijbehorende kontakten in de rusttoestand staan. Mocht er om de een of andere reden een van de kontakten van het vlambewakingsrelais of van de middelen voor het bepalen van de ontstekingsperiode niet in 35 de rusttoestand staan, dan zal ook na het sluiten van de thermostaatschakelaar de brander in rust blijven.This object is met in a device of the type mentioned in the preamble, in that the energizing path for the operating relay and / or the cam roller can only be closed by the thermostat switch if at least both the flame monitoring relay and the means for determining the ignition period are not activated and the associated contacts are in idle status. Should for some reason one of the contacts of the flame monitoring relay or the means for determining the ignition period not be in the rest state, the burner will remain at rest even after the thermostat switch has been closed.

Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding bestaan de middelen voor het bepalen van de ontstekingsperiode uit een veiligheids- 8203734According to a further development of the invention, the means for determining the ignition period consist of a safety 8203734

i 'Ii 'I

2 tijdrelais dat via een kontakt van het arbeidsrelais en/of van de nok-kenwals aangesloten kan worden op een condensator, die voor dit veiligheidstijdrelais de enige spanningsbron vormt. Gedurende de tijd dat de condensator zich over het veiligheidstijdrelais kan ontladen en daar-5 door dit relais doet aantrekken is het mogelijk om de brander te ontsteken. Na afloop van deze periode valt het veiligheidstijdrelais af.2 time relays that can be connected via a contact of the working relay and / or of the cam roller to a capacitor, which is the only voltage source for this safety time relay. During the time that the capacitor can discharge over the safety time relay and cause it to attract through this relay, it is possible to ignite the burner. After this period has elapsed, the safety time relay drops out.

Bij voorkeur is de inrichting zodanig uitgevoerd dat naast de thermostaatschakelaar in de bekrachtigingsweg van het arbeidsrelais en/of de nokkenwals opgenomen zijn kontakten van het veiligheidstijdre-10 lais en van het vlambewakingsrelais, welke kontakten in de niet· bekrachtigde toestand van deze relais zijn gesloten. In dat geval kan bij het sluiten van de thermostaatschakelaar alleen dan het arbeidsrelais worden bekrachtigd en/of de nokkenwals worden geactiveerd indien in de "voorwaardenketen", waartoe één of meerdere kontakten van het veilig-15 heidstijdrelais en een kontakt van het vlambewakingsrelais behoort, alle kontakten in de rusttoestand staan.The device is preferably designed in such a way that contacts of the safety time relay and of the flame monitoring relays, which contacts are closed in the non-energized state of these relays, are arranged next to the thermostat switch in the energizing path of the working relay and / or the cam roller. In this case, when the thermostat switch is closed, the operating relay can only be energized and / or the cam roller activated if, in the "condition chain", which includes one or more contacts of the safety time relay and a contact of the flame monitoring relay, all contacts are in the idle state.

Een verdere beveiliging wordt gerealiseerd indien in de bekrachtigingsweg van de brandstofklep naast het arbeidsrelaiskontakt of een kontakt van de nokkenwals tevens een veiligheidstijdrelaiskontakt is 20 opgenomen.A further safety is realized if a safety time relay contact is included in the energizing path of the fuel valve in addition to the working relay contact or a contact of the cam roller.

Indien de inrichting voorzien is van elektrisch activeerbare middelen voor het ontsteken van een vlam, dan worden volgens de uitvinding in de bekrachtigingsweg van deze vlamontstekingsmiddelen kontakten opgenomen zowel van het vlambewakingsrelais als van het veiligheidstijd-25 relais.According to the invention, if the device is provided with electrically activatable means for igniting a flame, contacts of both the flame monitoring relay and the safety time relay are included in the excitation path of these flame igniting means.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de als spanningsbron dienst doende condensator aangesloten op een weer-standsdeler opgenomen in de bekrachtigingsweg van het arbeidsrelais, waarbij de waarden van de weerstanden van de condensator zodanig zijn 30 gekozen dat de condensator zich, voordat het arbeidsrelais kan aantrekken, kan opladen tot een voldoend niveau om als spanningsbron voor het veiligheidstijdrelais te kunnen functioneren. Indien de variatiemogelijkheid, geboden door de keuze van de waarden van de weerstanden en van de condensator te beperkt is, dan kan een voorkeursuitvoeringsvorm 35 van de inrichting ook zodanig uitgevoerd zijn dat de als spanningsbron dienst doende condensator via een weerstand aangesloten is op een bekrachtigingsweg waarin tenminste een kontakt van het arbeidsrelais is opgenomen, terwijl in de bekrachtigingsweg van het arbeidsrelais een tweede weerstand is opgenomen en een tweede condensator parallel ge-40 schakeld is aan het arbeidsrelais, waarbij deze tweede RCcombinatie be- 8203734 ίΓ:"·: ' pp ‘ r Λ 3 paalt wanneer het arbeidsrelais aantrekt en wanneer het laden van de eerste condensator wordt beëindigd.According to a further preferred embodiment of the invention, the capacitor serving as a voltage source is connected to a resistor divider included in the energizing path of the working relay, the values of the resistors of the capacitor being chosen such that the capacitor can before the working relay can charge to a sufficient level to function as a voltage source for the safety time relay. If the variation possibility offered by the choice of the values of the resistors and of the capacitor is too limited, then a preferred embodiment of the device can also be designed such that the capacitor serving as voltage source is connected via a resistor to an excitation path in which at least one contact of the working relay is included, while in the energizing path of the working relay a second resistor is included and a second capacitor is connected in parallel to the working relay, this second RC combination being 8203734 ίΓ: "·:" pp " r Λ 3 posts when the working relay trips and when the first capacitor is charged.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn een of meerdere, in ruststand geopende kontakten van 5 het arbeidsrelais opgenomen in een houdweg voor het arbeidsrelais parallel aan de combinatie van in ruststand gesloten kontakten van het veiligheidstijdrelais en het vlambewakïngsrelais in de bekrachtigings-weg van het arbeidsrelais. Bij voorkeur wordt, indien meerdere in rusttoestand geopende kontakten van het arbeidsrelais in de houdweg van het 10 arbeidsrelais worden toegepast, een diode in doorlaatrichting aangesloten enerzijds op de verbindingslijn tussen deze kontakten en anderzijds op de spoel van het arbeidsrelais. Daarmee wordt bereikt dat, indien een van de kontakten van het arbeidsrelais om de een of andere reden is blijven hangen, bij het inschakelen van de thermostaatschakelaar een 15 directe bekrachtigingsweg voor het relais via deze diode wordt geboden zodanig dat het arbeidsrelais direct aantrekt en de als spanningsbron voor het veiligheidstijdrelais functionerende condensator niet kan worden opgeladen.In a further preferred embodiment of the device according to the invention, one or more contacts of the working relay, which are open in the rest position, are included in a holding path for the working relay in parallel with the combination of contacts of the safety time relay and the flame monitoring relay in the actuation path, which are closed in the rest position. of the working relay. Preferably, if several contacts of the working relay open in the rest state are used in the holding path of the working relay, a diode in the forward direction is connected on the one hand to the connecting line between these contacts and on the other hand to the coil of the working relay. This ensures that, if one of the contacts of the operating relay has got stuck for some reason, when the thermostat switch is switched on, a direct energizing path for the relay is provided via this diode, such that the operating relay immediately attracts and the voltage source for the capacitor safety timer relay cannot be charged.

De uitvinding zal nu in het volgende nader worden besproken aan de 20 hand van de bijgaande figuren, waarin voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn geïllustreerd.The invention will now be discussed in more detail below with reference to the accompanying figures, in which preferred embodiments of the invention are illustrated.

De voedingsspanning van de in figuur 1 geïllustreerde schakeling, veelal de netwisselspanning, wordt toegevoerd via de klemmen 1 en 2 aan een op zichzelf bekende vlambewakingseenheid. Opgemerkt wordt dat in 25 plaats van een wisselspanning ook een geschikte gelijkspanning kan worden toegepast.The supply voltage of the circuit illustrated in Figure 1, usually the mains AC voltage, is supplied via terminals 1 and 2 to a flame monitoring unit known per se. It is noted that instead of an alternating voltage, a suitable direct voltage can also be applied.

De vlambewakingseenheid is voorzien van een stuurtrap ST, die gevoed wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld via de aansluitklemmen 1 en 2, een op deze stuurtrap ST aangesloten vlamrelais VR en een, tevens via 30 de klemmen 8 en 9 op deze stuurtrap ST aangesloten vlamwaarnemer VW.The flame monitoring unit is provided with a control stage ST, which is fed in this exemplary embodiment via connection terminals 1 and 2, a flame relay VR connected to this control stage ST and a flame detector VW, also connected via terminals 8 and 9 to this control stage ST.

Als er een vlam in de brander aanwezig is dan zal dit door VW waargenomen worden met als gevolg dat de stuurtrap ST het vlamrelais VR activeert. Is er geen vlam aanwezig dan zal VW geen signaal afgeven en zal het vlamrelais VR niet door de stuurtrap ST geactiveerd worden.If a flame is present in the burner, this will be detected by VW, with the result that the control stage ST activates the flame relay VR. If no flame is present, VW will not emit a signal and the flame relay VR will not be activated by the driver ST.

35 De voedingswisselspanning wordt door de diode Dl enkelzijdig ge lijk gericht. De hierdoor verkregen gelijkspanning dient voor het voeden van het arbeidsrelais AR en het opladen van de condensator C. De diode D2 dient om de stroomloze tweede halve periode te overbruggen en tevens, evenals de diode D3 dié over het relais VTR is geplaatst, om de 40 zelfinductiepiek bij het uitschakelen van het relais AR respectievelijk 8203734 4 * 4 VTR op te vangen.The AC supply voltage is directed by the diode D1 on one side. The DC voltage thus obtained serves to supply the working relay AR and to charge the capacitor C. The diode D2 serves to bridge the currentless second half period and also, like the diode D3 which is placed over the relay VTR, every 40 self-inductance peak when switching off the relay AR or 8203734 4 * 4 VTR.

Tussen de aansluitklemmen 3 en 4 is de thermostaatschakelaar RT aangesloten. Tussen de aansluitklemmen 4 en 5 bevindt zich een serie-schakeling van een kontakt VTRl van het veiligheidstijdrelais VTR, een 5 kontakt VR1 van het vlambewakingsrelais VR, de reeds genoemde gelijk-richtdiode Dl, een stel stroom begrenzende weerstanden R1 en R2, en het arbeidsrelais AR met parallel daaraan de reeds genoemde diode D2.The RT thermostat switch is connected between terminals 3 and 4. Between the terminals 4 and 5 there is a series circuit of a contact VTR1 of the safety time relay VTR, a 5 contact VR1 of the flame monitoring relay VR, the aforementioned rectifying diode D1, a set of current limiting resistors R1 and R2, and the working relay AR with the aforementioned diode D2.

Parallel aan de serieschakeling van de kontakten VTRl en VR1 staat het kontakt AR1 van het arbeidsrelais AR.Parallel to the series connection of the contacts VTR1 and VR1 is the contact AR1 of the working relay AR.

10 Vanaf het knooppunt tussen het kontakt VRl en de diode Dl loopt een verbinding naar een zijde van het kontakt VTR2 en het wisselkontakt VR2. De andere zijde van VTR2 is via de klem 6 verbonden met de brand-stofklep MK waarvan de andere aansluiting verbonden is met de klem 5. Het wisselkontakt VR2 is in de rusttoestand opgenomen in de bekrachti-15 gingsweg voor de ontstekingseenheid OT, waarin tevens het kontakt VTR3 is opgenomen. In de geactiveerde toestand zorgt het wisselkontakt VR2 ervoor dat de brandstofklep MK bekrachtigd kan blijven ook na het af-vallen van het veiligheidstijdrelais VTR.From the node between the contact VR1 and the diode D1 a connection runs to one side of the contact VTR2 and the switch contact VR2. The other side of VTR2 is connected via the terminal 6 to the fuel valve MK, the other connection of which is connected to the terminal 5. The changeover contact VR2 is included in the quiescent state in the excitation path for the ignition unit OT, in which also the contact VTR3 is included. In the activated state, the changeover contact VR2 ensures that the fuel valve MK can remain energized even after the safety time relay VTR has failed.

Dit veiligheidstijdrelais is met een aansluiting verbonden met de 20 klem 5 en kan met de andere aansluiting via een wisselkontakt AR2 verbonden worden met een condensator C waarvan de andere aansluiting met klem 5 verbonden is. In de rusttoestand van het arbeidsrelais AR wordt er door het kontakt AR2 een verbindingsweg gevormd vanaf het knooppunt tussen de weerstanden Rl en R2 via de condensator C naar de aansluit-25 klem 5.This safety time relay is connected to terminal 5 with one terminal and can be connected to the other terminal via a switch AR2 with a capacitor C, the other terminal of which is connected to terminal 5. In the rest state of the working relay AR, a contact path is formed by the contact AR2 from the junction between the resistors R1 and R2 via the capacitor C to the terminal 5.

Zoals uit de figuur blijkt kan de bekrachtigingsweg voor het relais AR tussen de klemmen 4 en 5 alleen gesloten worden als zowel het kontakt VTRl als ook het kontakt VRl gesloten is, dat wil zeggen als beide relais VR en VTR niet geactiveerd zijn en de bijbehorende kontak-30 ten zich in de rustpositie bevinden.As can be seen from the figure, the excitation path for the relay AR between terminals 4 and 5 can only be closed if both the contact VTR1 and the contact VR1 are closed, i.e. if both relays VR and VTR are not activated and the associated contact -30 are in the rest position.

Is aan deze voorwaarden voldaan, dan zal bij het sluiten van het thermostaatkontakt RT allereerst de condensator C worden opgeladen via Dl en Rl. Aanvankelijk zal de ongeladen condensator ervoor zorgen dat de spanning over R2 en AR te laag is om AR te doen aantrekken. Is de 35 condensator echter opgeladen tot een voldoend hoge spanning, dan wordt AR bekrachtigd en zullen de kontakten ARl en AR2 omschakelen naar de bedrijfstoestand. Het kontakt ARl vormt de boudweg voor het bekrachtigd houden van het relais AR zolang de thermostaatschakelaar RT gesloten is en ongeacht de verdere positie van de kontakten VTRl of VRl. Het kon-40 takt AR2 zorgt er bij het omschakelen voor dat de inmiddels geladen 8203734If these conditions are met, the capacitor C will first be charged via D1 and R1 when the thermostat contact RT is closed. Initially, the uncharged capacitor will cause the voltage across R2 and AR to be too low to attract AR. However, when the capacitor is charged to a sufficiently high voltage, AR is energized and contacts AR1 and AR2 will switch to the operating state. The contact AR1 forms the path for keeping the relay AR energized as long as the thermostat switch RT is closed and regardless of the further position of the contacts VTR1 or VR1. The kon-40 stroke AR2 ensures that the now loaded 8203734 when switching

* 'V* 'V

5 condensator C aangesloten wordt over de klemmen van het veiligheids-tijdrelais VTR. Opgemerkt wordt nog dat de waarden van Rl, R2 en C zodanig moeten worden gekozen dat enerzijds de condensator C opgeladen wordt voordat in het bijzonder het kontakt AR2 omgeschakeld wordt ter-5 wijl anderzijds de condensator C een dusdanige hoeveelheid lading moet kunnen opslaan dat het veiligheidstijdrelais VTR gedurende een vooraf bepaalde tijd aangetrokken kan blijven tijdens het ontladen van deze condensator C.5 capacitor C is connected across the terminals of the safety time relay VTR. It should also be noted that the values of R1, R2 and C must be chosen such that, on the one hand, the capacitor C is charged before, in particular, the contact AR2 is switched, while on the other hand, the capacitor C must be able to store such an amount of charge that the safety time relay VTR can remain attracted for a predetermined time while discharging this capacitor C.

Zoals reeds werd opgemerkt zal bij het omschakelen van het kontakt 10 AR2 de condensator C als spanningsbron geschakeld worden over het vei-ligheidsrelais VTR, waardoor dit relais zal aantrekken. Daardoor zullen de kontakten VTR2 en VTR3 worden gesloten waardoor zowel de brandstof-klep MK als de ontstekingseenheid OT worden bekrachtigd. Gedurende de tijd dat de condensator C zich ontlaadt over het relais VTR, dat wil 15 zeggen gedurende de tijd dat het relais VTR is aangetrokken krijgt de ontsteking OT de kans om de vlam in de brander te ontsteken. Zodra de vlam brandt zal dit door de vlamwaarnemer VW worden waargenomen waardoor het relais VR wordt geactiveerd. Daardoor schakelt het kontakt VR2 om waardoor enerzijds de ontsteking OT wordt uitgeschakeld en ander-20 zijds een boudweg wordt verschaft voor de brandstofklep MK. Wanneer de vlam binnen de veiligheidstijd niet ontstoken wordt dan zal door het afvallen van het veiligheidstijdrelais VTR zowel de ontsteking OT als de brandstofklep MK buiten werking komen. In dat geval vindt een elektrische vergrendeling plaats omdat het arbeidsrelais AR geactiveerd 25 blijft en de kontakten derhalve in de omgeschakelde positie blijven staan en de condensator C niet opnieuw kan worden opgeladen.As already noted, when switching the contact 10 AR2, the capacitor C will be switched as voltage source across the safety relay VTR, whereby this relay will attract. As a result, contacts VTR2 and VTR3 will be closed, thereby energizing both the fuel valve MK and the ignition unit OT. During the time that the capacitor C discharges over the relay VTR, that is to say during the time that the relay VTR is energized, the ignition OT is given the opportunity to ignite the flame in the burner. As soon as the flame burns, it will be detected by the flame detector VW, whereby the relay VR is activated. As a result, the contact VR2 switches, whereby on the one hand the ignition OT is switched off and on the other hand a boudweg is provided for the fuel valve MK. If the flame is not ignited within the safety time, the ignition time VTR will cause the ignition OT and the fuel valve MK to go out of operation. In that case, an electric lock occurs because the working relay AR remains activated and the contacts therefore remain in the switched position and the capacitor C cannot be recharged.

Om de schakeling absoluut "fail safe” te maken moeten in dit uit-voeringsvoorbeeld van de inrichting relais van het zogenaamde "dwangge-leide” type worden gebruikt, dat wil zeggen dat alle kontakten van de 30 relais zich tegelijkertijd in de ene, of in de andere stand van het relais moeten bevinden. Zou bijvoorbeeld om de een of andere reden een der kontakten in de gemaakte stand vastbranden, dan blijven bij deze relais ook alle andere kontakten in de bijbehorende stand staan, ook al wordt de bekrachtigingsstroom door de relaisspoel uitgeschakeld.In order to make the circuit absolutely "fail safe", in this embodiment of the device, relays of the so-called "forced-run" type must be used, that is, all contacts of the 30 relays are simultaneously in one or in the other position of the relay. Should, for example, for one reason or another of the contacts burn in the made position, then with these relays all other contacts also remain in the corresponding position, even though the energizing current is switched off by the relay coil.

35 Door de aanwezigheid van de kontakten VTR1 en VRl in de bekrachti- gingsweg van het arbeidsrelais M wordt als het ware voorafgaand aan elke bekrachtiging van het arbeidsrelais M een controle uitgeoefend op het correct functioneren van het veiligheidstijdrelais VTR en het vlam-bewakingsrelais VR. De in het startvoorwaardencircuit opgenomen scha-40 kelkontakten VTR1 en VRl zullen in die situatie, waarin de betreffende 8203734 6 relais zijn blijven hangen in de gemaakte stand, verhinderen dat het arbeidsrelais AR wordt bekrachtigd. De vrijgave van de bekrachtigings-weg voor de brandstofklep wordt dan enerzijds verhinderd, omdat het startvoorwaardencircuit via VTR1 en VR1 niet is gesloten en anderzijds, 5 omdat het schakelkontakt AR1 niet wordt gesloten.Due to the presence of the contacts VTR1 and VR1 in the energizing path of the working relay M, a check is, as it were, prior to each energization of the working relay M for the correct functioning of the safety time relay VTR and the flame monitoring relay VR. The switch contacts VTR1 and VR1 included in the starting conditions circuit will prevent the operating relay AR from being energized in the situation in which the respective 8203734 6 relays have remained stuck in the made position. The release of the actuating path for the fuel valve is then prevented on the one hand because the starting conditions circuit via VTR1 and VR1 is not closed and on the other hand because the switching contact AR1 is not closed.

Bij het onjuist functioneren van het arbeidsrelais AR, bijvoorbeeld het vastbranden van het kontakt AR1, zal door het andere schakelkontakt AR2, dat eveneens in de gemaakt stand is blijven staan, de bekrachtiging van het veiligheidstijdrelais VTR worden voorkomen. De 10 vrijgave van het circuit naar de brandstofklep wordt in deze situatie voorkomen, omdat het schakelkontakt VTR2 in dat geval niet omschakelt.In the event of the malfunction of the operating relay AR, for example burning of the contact AR1, the other switching contact AR2, which has also remained in the made position, will prevent the activation of the safety timing relay VTR. The release of the circuit to the fuel valve is prevented in this situation, because the switch contact VTR2 does not switch in that case.

Indien het toepassen van relais van het "dwanggeleide" type bijvoorbeeld uit kostenoverwegingen op bezwaren stuit, dan kan een andere uitvoeringsvorm worden toegepast die geïllustreerd is in figuur 2. In 15 deze figuur zijn de componenten die corresponderen met de componenten in figuur 1 aangeduid met dezelfde referentietekens. Ook in deze figuren treffen we derhalve aan een stuurschakeling ST, een vlambewerkings-relais VR, een vlamwaarnemer VW, een arbeidsrelais AR, een veiligheidstijdrelais VTR, een thermostaatschakelaar RT, een brandstofklep MK en 20 een ontstekingseenheid OT, alsmede éen aantal weerstanden R en dioden D. Opgemerkt wordt dat het aantal kontakten per relais in de verschillende figuren uiteen kan lopen.For example, if the use of the "forced conduction" type relay encounters objections for cost reasons, then another embodiment can be used which is illustrated in figure 2. In this figure, the components corresponding to the components in figure 1 are indicated by the same reference marks. Also in these figures we therefore find a control circuit ST, a flame processing relay VR, a flame detector VW, a work relay AR, a safety time relay VTR, a thermostat switch RT, a fuel valve MK and an ignition unit OT, as well as a number of resistors R and diodes D. It should be noted that the number of contacts per relay may vary in the different figures.

In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 worden de stuurtrap ST, het vlambewakingsrelais VR en de vlamwaarnemer VW op dezelfde wijze ge-25 voed als in figuur 1 en functioneren ook op dezelfde wijze.In the exemplary embodiment of Figure 2, the control stage ST, the flame monitoring relay VR and the flame detector VW are fed in the same manner as in Figure 1 and also function in the same manner.

In de bekrachtigingsweg voor het arbeidsrelais AR zijn naast het thermostaatkontakt RT weer kontakten van het vlambewakingsrelais VR en het veiligheidstijdrelais VTR opgenomen, in dit geval de kontakten VTR1, VTR2 en VR. De diode Dl zorgt voor gelijkrichting van de wissel-30 stroom en de weerstand R2 dient samen met de condensator C2 voor het bepalen van de vertragingsperiode voordat het relais AR aantrekt. De diode D2 heeft evenals de diode D3 dezelfde functie als de overeenkomstige diode D2, D3 in figuur 1. De condensator Cl wordt bij het inschakelen van de thermostaatschakelaar RT opgeladen via de kontakten AR2 en 35 AR3, de gelijkrichtdiode D4, de weerstand Rl en het kontakt AR1. Tegelijkertijd wordt de tweede condensator C2, die parallel geschakeld is aan de relaisspoel AR, opgeladen via RT, VTRl, VTR2, VR, Dl en R2. Zodra de spanning over de condensator C2 voldoende hoog is om het relais AR te doen aantrekken schakelen de kontakten ARl, AR2 en AR3 om en zal 40 het laden van Cl worden beëindigd. De lading op Cl hangt dus af van de 8203734 W~'.ri " '/τ; ' ' ΐ '-Ï·: W: - w ' '' . 7 waarden van Rl, Cl, R2 en C2.In addition to the thermostat contact RT, contacts of the flame monitoring relay VR and the safety time relay VTR, in this case contacts VTR1, VTR2 and VR, are included in the energizing path for the working relay AR. The diode D1 rectifies the alternating current and the resistor R2, together with the capacitor C2, determines the delay period before the relay AR picks up. The diode D2, like the diode D3, has the same function as the corresponding diode D2, D3 in figure 1. The capacitor C1 is charged when the thermostat switch RT is switched on via the contacts AR2 and AR3, the rectifying diode D4, the resistor R1 and the contact AR1. At the same time, the second capacitor C2, which is connected in parallel to the relay coil AR, is charged via RT, VTR1, VTR2, VR, D1 and R2. As soon as the voltage across the capacitor C2 is high enough to make the relay AR attract, the contacts AR1, AR2 and AR3 switch and the charging of C1 will be terminated. So the charge on Cl depends on the 8203734 W ~ '.ri "' / τ; '' ΐ '-I ·: W: - w' ''. 7 values of R1, Cl, R2 and C2.

De houdweg voor het relais AR loopt via AR2, Dl en R2 en zolang het thermostaatkontakt RT ingeschakeld is blijft AR dus aangetrokken.The holding path for the relay AR runs via AR2, D1 and R2 and so as long as the thermostat contact RT is switched on, AR remains attracted.

Via het omgeschakelde kontakt AR1 wordt Cl als spanningsbron ge-5 schakeld over het veiligheidstijdrelais VTR, dat daardoor geactiveerd wordt, zodat de kontakten VTR1 en VTR2 omschakelen. Daardoor wordt de brandstofklep MK via de kontakten VTRl en AR3, en de ontstekingseenheid OT via de kontakten AR2, VR en VTR2 geactiveerd. Wordt de vlam ontstoken binnen de veiligheidsperiode dan reageert het vlambewakingsrelais 10 zodat VR omschakelt waardoor de ontstekingseenheid tot rust komt. De brandstofklep blijft dan via AR2 en VR bekrachtigd, ook na het afvallen van het veiligheidstijdrelais VTR.Via the switched contact AR1, C1 is switched as a voltage source over the safety time relay VTR, which is thereby activated, so that the contacts VTR1 and VTR2 switch. As a result, the fuel valve MK is activated via the contacts VTR1 and AR3, and the ignition unit OT via the contacts AR2, VR and VTR2. If the flame is ignited within the safety period, the flame monitoring relay 10 reacts so that VR switches over, causing the ignition unit to settle. The fuel valve then remains energized via AR2 and VR, even after the safety time relay VTR has failed.

Wordt de vlam niet tijdens de veiligheidsperiode ontstoken dan valt VTR af, zodat de kontakten VTRl, VTR2 weer in de getekende positie 15 komen. Omdat AR nog steeds aangetrokken is ontstaat er weer een vergrendelde situatie: de condensator Cl kan vanwege het omgeschakelde kontakt AR1 niet meer opgeladen worden en de brandstofklep MK en de ontstekingseenheid OT kunnen, vanwege de omgeschakelde kontakten AR2 en AR3 niet meet geactiveerd worden.If the flame is not ignited during the safety period, VTR falls off, so that the contacts VTR1, VTR2 return to the drawn position. Since AR is still attracted, a locked situation arises again: the capacitor C1 can no longer be charged due to the switched contact AR1 and the fuel valve MK and the ignition unit OT cannot be activated due to the switched contacts AR2 and AR3.

20 Omdat in deze uitvoeringsvorm alle kontakten van het veiligheids- relais VTR en van het vlambewakingsrelais VR opgenomen zijn in het "startvoorwaarden" circuit kan het relais AR alleen bekrachtigd worden na inschakelen van het thermostaatkontakt RT als geen der kontakten VTRl, VTR2 óf VR is blijven hangen. In deze uitvoeringsvorm kunnen 25 daarom normale relais toegepast worden.Because in this embodiment all contacts of the safety relay VTR and of the flame monitoring relay VR are included in the "start conditions" circuit, the relay AR can only be energized after switching on the thermostat contact RT if none of the contacts VTR1, VTR2 or VR has remained to hang. Normal relays can therefore be used in this embodiment.

Opgemerkt wordt dat de functie van de condensator C2 eventueel overgenomen kan worden door middelen die de spoelperiode bepalen.It is noted that the function of the capacitor C2 can possibly be taken over by means which determine the flushing period.

Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. Ook deze uitvoeringsvorm bevat soortgelijke componenten 30 als de reeds besproken uitvoeringsvormen en deze componenten zijn ook hier met overeenkomstige referentietekens aangeduid.Figure 3 shows a third embodiment of the device according to the invention. This embodiment also contains similar components 30 as the embodiments already discussed and these components are also indicated here with corresponding reference characters.

Het startvoorwaardencircuit wordt gevormd door de serieschakeling van de kontakten VTRl, VR en VTR2 en AR3. Ook in dit geval zijn alle kontakten van het veiligheidstijdrelais VTR en van het vlambewakings-35 relais VR derhalve in het startvoorwaardencircuit opgenomen. Staan al de genoemde kontakten in de ruststand bij het inschakelen van het thermostaatkontakt RT dan wordt er een bekrachtigingsweg voor het arbeids-relais AR gevormd via deze kontakten, de gelijkrichtdiode Dl en de weerstanden Rl en R2. Op overeenkomstige wijze als besproken is bij fi-40 guur 1 wordt, voordat het arbeidsrelais AR opkomt, de condensator Cl 8203734 8 geladen. De condensator C2 heeft een relatif kleine waarde en dient voor het overbruggen van de korte periode waarin het kontakt AR3 om-schakelt. Na het omschakelen van de kontakten van het arbeidsrelais AR wordt een houdweg voor AR gesloten via AR1 en D5. Via AR4 wordt de op-5 geladen condensator C als spanningsbron geschakeld over het veilig-heidstijdrelais VTR, dat daardoor aantrekt waardoor zijn kontakten omschakelen. Via AR1, AR3 en VTR2 wordt de brandstofklep MK geactiveerd en via AR1, AR2, VR en VTR 1 wordt de ontstekingseenheid OT geactiveerd. Wordt de brander ontstoken kan reageert de vlamwaarnemer VW door 10 het omschakelen van het vlambewakingsrelais VR zodat een houdweg voor de brandstofklep ontstaat via AR1, AR2 en VR. Door het omschakelen van VR zal bovendien de ontstekingeenheid OT tot rust komen. Wordt de vlam niet ontstoken dan valt na de veiligheidsperiode het relais VTR af zodat zowel de brandstofklep MK als de ontstekingeenheid OT tot rust ko-15 men. Het arbeidsrelais AR blijft aangetrokken zodat een vergrendelde situatie ontstaat.The starting conditions circuit is formed by the series connection of the contacts VTR1, VR and VTR2 and AR3. In this case too, all contacts of the safety time relay VTR and of the flame monitoring relay VR are therefore included in the start-up condition circuit. If all the said contacts are in the rest position when the thermostat contact RT is switched on, an energizing path for the work relay AR is formed via these contacts, the rectifying diode D1 and the resistors R1 and R2. The capacitor C1 8203734 8 is charged in a similar manner as discussed at figure 1 before the working relay AR arises. The capacitor C2 has a relatively small value and serves to bridge the short period in which the contact AR3 switches. After switching the contacts of the working relay AR, a holding path for AR is closed via AR1 and D5. Via AR4, the charged capacitor C is switched as a voltage source over the safety time relay VTR, which thereby attracts, causing its contacts to switch. The fuel valve MK is activated via AR1, AR3 and VTR2 and the ignition unit OT is activated via AR1, AR2, VR and VTR 1. When the burner is ignited, the flame detector VW reacts by switching the flame monitoring relay VR so that a holding path for the fuel valve is created via AR1, AR2 and VR. Moreover, by switching VR, the ignition unit OT will come to rest. If the flame is not ignited, the relay VTR will drop out after the safety period, so that both the fuel valve MK and the ignition unit OT come to rest. The AR operating relay remains energized to create a locked situation.

In de schakeling van figuur 3 is de diode D5 tevens verbonden met de beweegbare kontakten AR2 en AR3. Wanneer in deze schakeling een van de kontakten AR1, AR2 of AR3 onverhoopt zou blijven hangen dan zorgt 20 deze diode D5 ervoor dat, na het inschakelen van het thermostaatkontakt RT, er in feite een directe houdweg wordt gevormd voor het arbeidsrelais AR. Blijft AR1 hangen dan loopt deze houdweg via AR1 en D5. Is AR2 blijven hangen dan loopt deze houdweg via VTR1, VR, AR2 en D5. Is AR3 blijven hangen dan loopt deze houdweg via VTRl, VR, VTR2, AR3 en D5.In the circuit of Figure 3, the diode D5 is also connected to the movable contacts AR2 and AR3. If in this circuit one of the contacts AR1, AR2 or AR3 should unexpectedly hang, this diode D5 ensures that, after the thermostat contact RT has been switched on, a direct holding path is in fact formed for the operating relay AR. If AR1 remains suspended, this holding path will run via AR1 and D5. If AR2 is stuck, this holding path runs via VTR1, VR, AR2 and D5. If AR3 is stuck, this holding path runs via VTR1, VR, VTR2, AR3 and D5.

25 Het voordeel daarvan is dat in deze situaties het relais AR direct wordt aangetrokken zodat de condensator C geen kans krijgt om zich op te laden en het veiligheidstijdrelais VR niet kan worden bekrachtigd.The advantage of this is that in these situations the relay AR is directly attracted so that the capacitor C has no chance of charging and the safety time relay VR cannot be energized.

De schakeling komt derhalve direct in een vergrendelde toestand terecht zonder dat de brandstofklep of de ontstekingseenheid worden geacti-30 veerd. Opgemerkt wordt dat het eventueel blijven hangen van AR4 op zichzelf al een beveiliging vormt. In dat geval kon de condensator C zeker niet worden opgeladen.The circuit therefore immediately enters a locked state without activating the fuel valve or the ignition unit. It should be noted that the possible persistence of AR4 is in itself a security. In that case, the capacitor C certainly could not be charged.

Alhoewel de uitvinding in het bovenstaande aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden is besproken zal het duidelijk zijn dat 35 diverse wijzigingen en modificaties voor de deskundige duidelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.Although the invention has been discussed above with reference to a number of exemplary embodiments, it will be clear that various changes and modifications will be clear to the skilled person without departing from the scope of the invention.

82037348203734

Claims

1. Device for controlling a burner, provided with a thermostat switch, at the closing of which a working relay is energized or a cam roller is activated, so that an actuating path for a fuel valve can be activated via the switched contacts of this working relay or the cam roller and a flame monitoring relay held in the activated state by a flame detector in the presence of a flame in the burner, and means for determining an ignition period and releasing or not releasing the fuel valve within this ignition period, characterized, that the energizing path for the operating relay and / or the cam roller can only be closed by the thermostat switch if at least both the flame monitoring relay and the means for determining the ignition period are not activated and the associated contacts are in the rest state.

Device according to claim 1, characterized in that the means for determining the ignition period consist of a safety time relay which can be connected via a contact of the working relay and / or the cam roller to a capacitor which is suitable for this safety 20 time delay relay is the only voltage source.

3. Device according to claim 2, characterized in that, in addition to the thermostat switch, contacts of the safety time relay and the flame monitoring relay which contact in the non-energized state of these are included in the energizing path of the working relay and / or the cam roller. relays are closed.

Device according to either of Claims 2 and 3, characterized in that, in addition to the work relay contact and / or the cam roller contact, a safety time relay contact is included in the actuation path of the fuel valve.

Device according to any one of the preceding claims, provided with electrically activatable means for igniting a flame, characterized in that contacts of both the flame monitoring relays and the safety timing relays are included in the energizing path of these flame igniting means.

Device according to any one of claims 2 to 5, characterized in that the capacitor serving as the voltage source is connected to a resistance divider included in the excitation path of the working relay and / or the cam roller, the values of the resistors and the the capacitor is chosen such that the capacitor can charge to a sufficient level before the work relay can attract and / or the cam roller 8203734 to function as a voltage source for the safety time relay.

7. Device as claimed in any of the claims 2-5, characterized in that the capacitor serving as voltage source is connected via a resistor to an energizing path in which at least one contact of the working relay is included, while in the energizing path of the working relay a second resistor is included and a second capacitor is connected in parallel to the working relay, this second RC combination determining when the working relay attracts and the charging of the first capacitor is terminated.

8. Device as claimed in any of the claims 3-7, characterized in that one or more contacts of the working relay opened in the rest position are included in a holding path for the working relay parallel to the combination of the contacts of ten closed in the rest position. least the safety time relay and the flame monitoring relay in the energizing path of the working relay.

9. Device according to claim 8, characterized in that when several contacts of the working relay open in the rest state are used in the holding path of the working relay, a diode in the forward direction is connected on the one hand to the connecting line between these contacts and on the other hand to the coil of the working relay.

10. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that all contacts of both the flame monitoring relay and of the means for determining and / or releasing or not of the ignition period are included in the energizing path of the operating relay, that all these contacts must be in the rest position before the operating relay can activate.

11. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the contacts of the working relay are included in the device such that, if one of these contacts hangs, the means for determining and / or releasing or not of the ignition period cannot be activated. ********** 8203734