NL8202797A - Kleurbeeldbuis. - Google Patents

Description

* - . 1 / _______________________ VO 3U71

Betreft: Kleurbeeldbuis♦

De uitvinding heeft betrekking op een kleurbeeldbuis met een verbeterd "in-line" elektronen-kanon en rneer in het bijzonder op een verbetering van een dergelijk kanon van bet geexpandeerde focuslenstype om door de geexpandeerde focuslens veroorzaakt astigmatisme te corri-5 geren.

Een "in-line" elektronen-kanon is een elektronen-kanon, dat bestemd is om bij voorkeur drie elektronen-bundels in een gemeen-schappelijk vlak op te wekken of in te leiden en deze bundels langs convergerende banen in dat vlak naar een punt of een klein gebied van TO convergentie bij het scherm van de buis te richting. Bij een type "in-line" elektronen-kanon, veergegeven in het Amerikaanse octrooi-schrift 3·8Τ3.8Τ95 vorden de elektrostatische hoofdfocusseringslenzen , voor het focusseren van de elektronenbundels gevormd tussen twee elektroden, die zijn betiteld als de eerste en tweede versnellings- en 15 focusseringselektroden. Deze elektroden omvatten “twee komvormige onder-delen met onderzijden, die naar elkaar zijn gekeerd. In elke onderzijde van een kom zijn drie openingen aanwezig om een drietal elektronen-' bundels te kunnen doorlaten eh drie afzonderlijke hoofdfocusserings lenzen vormen, een voor elke elektronenbundel. Bi^ een voorkeursuit-20 voeringsvorm is de totale diameter van het elektronenkanon zodanig, dat het eleketronenkanon past in een buishals van 29 -mm.. In verband met deze afmetingseis, liggen de drie focusseringslenzen op een zeer kleine afstand van elkaar, vaardoor strenge beperkingen worden opgelegd aan het foeusseringslensontwerp. Het is bekend, dat hoe groter de focus-25 seringslensdiameter is, des te kleiner de sferische aberratie zal zijn, die de focusseringskwaliteit beperkt.

Naast de focusseringslensdianieter is de afstand "tussen de focusseringslenselektrodevlakken van belang omdat een grotere afstand voorziet in een meer geleidelijke spanningsgradient in de lens, vaar-30 door de sferische aberratie eveneens wordt gereduceerd.

Ongelukkigerwijs is een grotere afstand tussen de elektroden voorbij een bepaalde grenswaarde (meer in het bijzonder 1*27 mm) in - het algemeen niet toelaatbaar omdat de buis buigt ten gevolge van 8202797 * Η f - 2 - elektrostatische ladingen op het glas Tan de hals, we Ike in de ruimte tussen de elektroden binnendringen, waardoor een onguiste elektronen-bundelconvergentie optreedt.

In de Amerikaanse octrooiaanvrage serial no. 201.692 is een 5 elektronenkanon beschreven, waarbij de hoofdfocusseringslens uit twee op een afstand van elkaar opgestelde elektroden-bestaat. Elke elektrode is voorzien van een aantal openingen, geligk aan.het aantal elektronenbundels, en voorzien van een omtreksrand, waarbig de omtreksranden van de twee elektroden naar elkaar zijn gekeerd. Het geperforeerde gedeelte 10 van elke elektrode bevindt zich in een holte, die ten opzichte van de rand naar achteren is verschoven. Deze hoofdfocusseringslens dient voor het verschaffen van de geleideligke spanningsgradient, welke men beoogt voor het reduceren van de sferische aberratie. De hoofdfocusseringslens veroorzaakt evenwel een gleufeffektastigmatisme, dat in .15 het elektronenkanon wordt gecorrigeerd door het toevoegen van een horizontale gleufopening aan de uittreedzigde van de tweede focusse-rings- en versnellingselektrode. Deze gleuf wordt gevormd door twee evenwijdige stroken, die op de drie elektronenbundels soortgelijke invloed hebben.

20 De uitvinding voorziet nu in een verschillende invloed op de elektronenbundels, in hoofdzaak om de focusseringskwaliteit van de zij-elektronenbundels verder te verbeteren.

Daartoe is een kleurbeeldbuis volgens de uitvinding voorzien van een "in-lin"-elektronenkanon om drie elektronenbundels, een cen-.

.25 trale bundel entwee zigbundels, op te wekken en langs coplanaire banen naar een scherm van de buis te richten. Het elektronenkanon omvat een hoofdfocusseringslens om de elektronenbundels te focusseren. De hoofdfocusseringslens omvat twee op een afstand van elkaar opgestelde' elektroden, elk met drie gescheiden "in-line"-openingen.

30 Elke elektrode omvat ook een omtreksrand. De omtreksranden van de twee elektroden zijn naar elkaar gekeerd. Het geperforeerde gedeelte van elke elektrode bevindt zich in een holte, die ten opzichte van de rand naar achteren is verschoven. De het dichtst big het scherm gelegen hoofdfocusseringslenselektrode beziteen gleuf aan de zigde, die naar -35 het scherm is gekeerd. De gleuf strekt zich in de richting van de drie 8202 797 1 · - 3 - ✓ t elektroneribundelhanen uit en is voorzien van organen τοογ het verschaf-fen van een zvakkere stigmatorinvloed op de "twee zijhundels dan op de centralehundel. .

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder 5 verwijzing naar de tekening. Daarhij toont:

Tig. 1 een hovenaanzicht, gedeeltelijk in axiale doorsnede, van een schaduwmasker-kleurheeldbuis volgens de uitvinding; _ fig. 2 een gedeeltelijke axiale doorsnede van een uitvoerings-vorm van het in fig. 1 met een stippellijn aangegeven elektronenkanon; 10 fig. 3 een axiale doorsnede van de G3- en Gl*-elektroden van het elektronenkanon volgens fig. 2; fig. 4 een vooraanzicht van het elektronenkanon volgens fig.· 2 over de lijn IV - IV van fig. 3; fig. 5 een hovenaanzicht van de G^-elektrode van het elektronen- 15 kanon volgens fig. 2, heschouwd over de .lijn V - V van fig. 2, waarbij een stigmatpr'uitvoeringsvorm'is aangegeven; figuren 6 en 7 hovenaanzichten van de G^t—elektrode van het elektronenkanon volgens fig. 2, waarbij twee andere stigmator-uitvoe-ringsvormen zijn aangegeven; 20 fig. 8 een gedeeltelijke axiale doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van het in fig. 1 met een stippellijn aangegeven elek-tronehkanon; fig. 9 een axiale doorsnede van de G3- en G^-elektroden van het elektronenkanon volgens fig. 8; en 25 fig. 10 een hovenaanzicht van de G^-elektrode van het elektronen kanon volgens fig. 8, heschouwd over de lijn X — X van fig. 8, waarhij -: weer een andere stigmatorui'tvoeringsvorm is veergegeven.

Fig. 1 is een hovenaanzicht van een rechthoekige kleurheeldhuis 11 met een glazen omhulsel 12, voorzien van een-rechthoekig frontplaat- 30 .paneel 13 en een huisvormige hals 11, welke met het paneel is verhonden door rechthoekige trechter 16, Het paneel omvat'een waarneemfrontplaat 18 en een omtreksrand of zijvand'20,' die afdichtend met de"treehter 16 is verhonden. Op het' hinnenoppervlak van de frontplaat 18 hevindt zich een driekleuren fosformozaiekscherm-22. Het scherm is hij voorkeur een .

35 lijnseherm, waarbij de fosforlijnen zich in hoofdzaak loodrecht op de 8202797 f - 4 - hoogfrequente rasterlijnaf tasting van de huis (d.v-z. loodreeht op het vlak van fig. 1) uitstrekken. Een van een aantal openingen voorziene kleurkieselektrode of schaduwmasker 24 is verwigderbaar door gebruike-lijke middelen op.een voorafbepaalde afstand.van .het scherm 22 aan het 5 scherm 22 hevestigd. .Een verbeterd "in-line"-elektronenkanon' 26, dat in fig. 1 schematisch met een stippellijn is-aangegeven, is centraal in de hals 14 opgesteld om .drie elektroneribundels 28 op te vekken en deze langs coplanaire convergente banen via het masker 2k'op het scherm 22 te richten.

10 De buis volgens fig.' 1 is hestemd om te vorden toegepast met een uitvendigmagnetische afbuigjuk, zoals het juk 30, dat zoals schematisch aangegeven, de hals Ik en de trechter 16 in de buurt van de verbindingslijn daarvan omgeeft. ¥anneer het juk 30 wordt geactiveerd onderwerpt dit de drie hundels 28 aan magnetische velden, welke ver-15 oorzaken,:*.dat de hundels op het sche.rm 22 in horizontale en vertikale richting een rechthoekige raster aftasten. Het initiele afbuigvlak (bij een. afbuiging nul) is in fig/..1: aangegeven -door de lijjn P - P · bij ongeveer het midden van het juk 30 . In verband met de randvelden strekt het afbuiggehied van de huis zich-· in axiale richting vanuit het 20 juk 30 in het gehied van het elektronenkanon 26 uit. Terwille van de eenvoud is de verkelijke kromming van de afgehogen hundelbanen in het afbuiggehied in fig. 1 niet.aangegeven.

De details van een uitvoeringsvorm 26' van het elektronenkanon 26 zijn veergegeven in de figuren .2 tot en met 5- Het elektronenkanon ; 25 omvat twee glazen steunstaven 32 vaarop .de verschillende elektroden -! zijn gemonteerd. Deze elektroden omvatten drie op gelijke afstanden van elkaar opgestelde coplanaire kathoden'34 (een voor elke hundel), · een stuurroosterelektrode 36 (G1), een schermroosterelektrode'38 (,G2), een eerste versnellings-'en «focusserihg'selektrbde'-kO (G3) ^en een jtweede 30 . versnellings- en foeusseringselektrode 42 (G4), die in degenoemde volgorde op .een afstand van elkaar langs de glazen staven 32 zi3n aan-gehracht. Elk van de G1- tot en met G4-elektroden hezit -drie opi-een lijn gelegen' openingen voor het doorlaten van. drie coplanaire elekronen-hundels. De elektrostatische hoofdfocusseringslens in het elektronen-35 kanon 26’ vordt gevormd t us sen de G3-elektrode 40 en de G4-elektrode 4-2.

8202797 w' * - 5 - t

De G3-elektrode 40 is voorzien van vier komvormige elementen U, 46, 48 en 50. De open uiteinden van -twee van deze elementen 44 en 46, zijn aan elkaar bevestigd, en de open uiteinden van: de andere twee elementen 48 en 50, zijn eveneens aan elkaar bevestigd. Het gesloten uiteinde 5 van het derde element 48 is aan het gesloten uiteinde_ van- het tweede element 46 bevestigd. Ofschoon de G3-elektrode 40 is weergegeven als een uit vier onderdelen bestaand stelsel, kan.de elektrode uit elk villekeurig aantal elementen vaaronder een enkele element met dezelfde lengte worden opgebouwd. De G4-elektrode 42 is eveneens komvormig doch 10 het open uiteinde daarvan is afgesloten door, een geperforeerde plaat i 52·

De naar elkaar gekeerde gesloten einden'van de G3-elektrode 4o en de G4-elektrode 42 bezitten respectieve grote holten 54 en 56»

De holten 54 en 56 versehuiven het gedeelte van het gesloten uiteinde 15 van de G3-elektrode 40, dat drie ©peningen 58, 60 en :62 bezit, naar achteren ten opziehte van het gedeelte van het gesloten eind van de G4-elektrode 42, dat drie openingen 64, 66, en 68 bezit. De resterende gedeelten van de -gesloten einden van de G3-elektrode 40 en de G4-elek-trode 42 vormen respectieve randen 70 en 72, die .zich in omtreksrich-20 ting cm de holten 54 en 56 uitstrekken. De randen 70 en 72 zijn de het dichtst bij elkaar gelegen gedeelten van.de twee elektroden 40 en 42.

Het elektronenkanon 26’ volgens fig.· 2'voorziet in een hoofdfocusseringslens met een sferische aberratie, welke aanmerkelijk is gereduceerd vergeleken met die van de bovenbesproken bekende. elektronen-25 kanonnen. De reductie in sferische aberratie wordt.· veroorzaakt door een toename van de afmeting van de hoofdfocusseringslens. Deze toename van de lensafmeting is een gevolg van de holtevorming bij de elektrode- _ . openingen. Bij de meeste bekende "in-line”-elektronenkanonnen zijn de sterkste equipotentiale lijnen van het elektrostatisehe -veld bij elk 30 . tegenover elkaar gelegen paar openingen geconcentreerd. Bij het elektronenkanon 26* volgens fig. 2 echter, .strekken de sterkste equipoten-tiaalllinen zich continu vanuit het. gebied tns sen de randen 70 en 72 * .

nit, zodat het voornaamste gedeelte van de hoofdfocusseringslens een enkele. grotellens te zijn, die zich over de drie elektronenbundelbanen 35 uitstrekt. Het resterende gedeelte van de hoofdfocusseringslens wordt 8202797 * - 6 - gevormd door een zwakere equipotentiaal lijnen, die zicb bij de ope-ningen in de elektroden bevinden. De werking en voordelen van een elektronenkanon, dat overeenkomt met bet elektronenkanon 26 ’, zijn besproken in .de bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage serial 5 no. 201.692.

Bij voorkeur bedragen, als·aangegeven in fig. 3-en k de diepten ”F" van de bolten 5¾ en 56 ongeveer een kwart van de afstanden "C".; tussen de twee rechte zijden van de bolten. De diameter van elke opening in de G3-elektrode 1*0 is zodanig, dat juist een equipotentiaal 10 lijn in vier proeent van de elektrodespanning-wordt geraakt, welke aanwezig zou zijn indien bet geperforeerde gedeelte van de elektrode niet aanwezig was. .Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm is deze vier proeent lijn bij benadering een halve cirkel. De afstand tussen de twee elektroden en h2 dient zo gering te zi'jn, dat een laden van de hals 15 ten gevolge van een buigen van de elektronenbundels wordt belet.

'Door de boofdfocusseringslens treedt een astigmatisme, d-w-s. . een asymmetrisch .effekt op ten gevolge van bet feit, dat bet focusse-rxngsveld via de open gebieden van de bolten biamendringt. ..Dit effekt wordt veroorzaakt door de grotere compressie'van equipotentiaalllijnen . .20' bij de zijden van de focusseringslens dan bij de twee gebieden, die . - bij bet midden van de focusseringslens zign .gelegen. De veldpenetratie veroorzaakt, dat -de^.focusseringslens een grotere vertikale lenssterkte dan-borizontale lenssterkte-heeft^ Dit astigmatisme-wordt. in bet elektronenkanon 26’ volgens fig. 2 gecorrigeerd door aan de uittreedzijde 25 van de Gk-elektrode h2 een borizontale gleufopening 95 aan te brengen.

De gleuf 95 beeft een optimale breedte gelijk aan .de ‘belft· van de lens i ! - * : ! diameter en bij voorkeur· een afstand tot bet‘tegenover gelegen oppervlak . van de G^J—elektrode van 86# van de lensdiameter. Deze gleuf 95 wordt gevormd door twee stroken $6 en 98« weergegeven in fig. 2 en 5, die 30 . aan de geperforeerde plaat 52 van de G^-elektrode h2 -zodanig zijn.,gelast9 dat zij zicb in de "in-line^-ricbting van'de drie elektronenbundelbanen uitstrekken.

Teneinde een eventueel focusseringsspanningsverscbil tussen bet midden en de zi3den van bet elektronenkanon tot. een.minimum .terug 35 te brengen en de focusseringskwaliteit van de zijbundels te verbeteren, 8202797 7 irn » ‘ - 7 - omvat de gleuf 95 middelen voor het vers chaf fen man een .zwakker stig-matoreffekt bi j de twee zijbundels dan bij de centrale bundel. "Voor de stroken 96 en 98 omvatten deze middelen 'het afschuinen van de uit-einden van de stroken boven de buitenste bimdelopeni-ngen. In verband 5 met deze afschuining hebben de stroken een trapeziumvorm, waarbij de kortste 'ran de parallelle zijden van de stroken naar elkaar zijn ge-keerd.

Bij een iets gewijzigde uitvoeringsvorm, velke is "weergegeven in fig. 6, hebben twee evenwijdige stigmatorstroken 100 en 102 elk een 10 trapeziumvorm doch de niet-evenwijdige zijden van de stroken zijn iets gebogen. Bij weer een andere uitvoeringsvorm, weergegeven in fig. 7» hebben twee evenwijdige stigmatorstroken 104-en 106 een kortste lengte die bij benadering gelijk is aan de af stand tussen de twee zijbundels.

0m de twee bnitenste bundels statisch met de centrale bundel 15 te convergeren, is de breedte f,E” man de holte 56 in de G4-elektrode 42 iets groter dan de breedte '"D" van de holte 54'in-de G3-elefctrode 4o (fig. 3). Het effekt van de grotere holtebreedte' In -de G4-elektrode k2 is hetzelfde als het’effekt, dat is besproken ten opzichte van de .. verschoven openingen in het Amerikaanse octrooischrift 6.772.554.

' 20 Een aantal typerende-afmetingen voor ..het elektronenkanon - 26’ volgens fig. 2 vindt men in de onderstaande tabel: | j TABEL 1 ., Buitendiameter van de buishals . 29,00 mm

Binnendiameter van de buishals 24,00 mm . 25 Af stand tussen'de G3- en G4-^lektroden 40 en 42 1,27 mm .

j De centerafstand tussen naast elkaar . gelegen .openingen van de G3-elek±rode 40 (A in fig. 3) - 5,0 mm

Binnendiameter van de openingen 58, 6o‘ en €2 .in de G3- 'l5l:tvi * = 1 elektrode 4θ (B in fig. 3) ' 4’° 211111 30 Af stand tussen twee rechte zijden-'van.de holten in de elektroden 40 en 42 ( C in fig. 4) 7,0 mm

De breedte van de holte in de G3-elektrode 40 (D in fig. 3) 20,2 mm

De breedte van de holte in de G4-elektrode 42 35 .(E in fig. 3) . 20,8 mm

De diepte van de holten in de elektroden .4o en 4.2 ' ._ (F in fig. 3) 1,65 mm 8202797 y - 8 -

Bij verschillende andere "in-line "-elekt r onenkanonui tvoerings -vormen kan de diepte van de holte in de elektroden 40 en k2 varieren van 1,30 mm tot .2,80 mm en kunnen de dieptenvan de holten in de twee elektroden en k2 'ten opzichte van elkaar worden .gevarieerd.

5 De details van een andere uitvoeringsvorm 26" van het elektronen kanon 26 volgens fig. 1 zijn'weergegeven infiguren 8 tot en met 10. . Het elektronenkanon 26" komt overeen met het in de figuren 2 tot en met 5 afgeheelde elektronenkanon 26? hehalve wat hetreft de correctie van het astigmatisme d.w.z. het asymmetrische effect, ..gevormd door de 10 hoofdfocus s eringslans ten gevolge van het hinnendringen van het focus- seringsveld in de open gehieden van de holten. Deze correctie van het astigmatisme geschiedt hij het elektronenkanon 26" volgens fig. 8 door aan de uitreedzijde van de- GU-elektrode h2 een horizontale gleuf-opening 100 aan te hrengen, die als een elektronenbundelstigmator werkt. 15 De gleuf 100 hevindt zichin een arm 102, welke is hevestigd aan de plaat '52, die op zijn heurt aan .de -schermzijde van. de GU.-elektrode k2 • i ' I . .

; is hevestigd.

Teneinde een eventueel focus s erings spann ingsverschil 'tussen het midden en de zijden van het elektronenkanon tot een minimum terug ; t ; 20 te hrengen en de focusseringskwaliteit van de zijhundels -te verheteren, i heeft de gleuf 100 de vorm van een hot,.waarhij. de -gleuf gemeten in een richting loodrecht op de "in-line"-riehting van ;de drie elektronen-hundelhanen hij de zijhundelbanen hreder · is dan hij de centrale hundel-' haan. Deze -gleufvoim voorziet in een zwakker stigmatoreffect hij de = 25 twee zijhundels dan hij de centrale hundel.

, - ; Enige typerende afmetingen voor -het' elektronenkanon . 26" volgens * t * .

fig. 8 vindt men.in de onderstaande tabel:

‘TABEL· II

. Buitendiameter; van de huishals : . - 29,00 mm 30 Binnendiametervan de huishals 2U,00 mm

Afstand tussen ’ G3- en cA-elektroden 40 en k2 - 11,27-mm

Cent eraf stand tus sen naast elkaar gelegen openingen van de G3-elektrode ^0 (A'in fig. 3) 5,0 mm

Binnendiameter van‘de openingen 58, 60 en 62 in de 35 G3-elektrode ^0 · (B in fig. 3) 0 mm 820 2 797 ~~~ - 9 - *

De af stand t us sen tvee rechte zijden van de holten in de elektroden ltf) en k2 (C in fig. h) 8,0 mm

De treedte van de holteinde G3-elektrode Uo (D in fig. 3) 18.,2 mm 5 De breedte :van de holte in de G^-elektrode k2 (E in fig,' 3) . 18,6 mm

De diepte van de holten in de elektroden Ho en k2 (E in fig. 3)' - 2,03 mm

De lengte van de stigmatorarm (G in fig. 5) H5V37 mm 10 De "breedte van de stigmatorarm (H in fig. 5) 7,88 mm

De hoogte -van de stigmatorarm· (I in fig. 3) ' 3,10 mm

De lengte van de gleuf (J in fig. 5) 13,½ mm

De minimale "breedte van de gleuf (K in fig. 5) 1,52 mm

De maximale "breedte van de gleuf (L in fig. 5) 2,29 mm -·'.· M ' --- ' , ‘ » · .

I ; I . ; , j i ’ ♦ ·

Si * · : ; \ > - f · .· . * { j · - j i ’ i t { I · . * I ! ; '· . · : : .

| ; . - : I *

I V

: i. - 8202797 . ·

Claims (4)

1. Kleurbeeldbuis met een "in-line "-elektronenkanon voor het opwekken van drie elektronenbundels, een centrale bundel en twee zijbundels, en het richten van deze bundels langs eoplanaire banen naar een seherm van de buis, waarbij het elektronenkanon is voorzien 5 van een hoofdfocusseringslens om *de elektronenbundels te focusseren, velke hoofdfocusseringslens wordt gevormd door twee op een afstand van elkaar opgestelde elektroden, elk met daarin drie gescheiden "inline "-openingen, waarbij elke elektrode tevens is voorzien van een omtreksrand, waarbij de omtreksranden van de twee elektroden .naar 10 elkaar zijn gekeerd, en het geperforeerde gedeelte van elke elektrode is gelegen binnen een holte, die ten opzichte van de rand naar achteren i is verschoven met het kenmerk, datde hoofdfocusseringslenselektrode . (k2) die het diehtst bij het seherm (22) is gelegen, aan-de naar het seherm gekeerde zi3de‘is voorzien van een gleuf-(95, 100)',uit de gleuf 15; zieh in de "in-line"-riehting‘van de drie.elektronenbundelbanen uit- strekt en voorzien is van middelen 'voor het . versehaffen van een stigma-toreffeet, dat :voor de twee zijbundels (28) zwakker is dan voor de I centrale bundel (28). i 2.· KlSurbeeldbuis; volgens conelusie:1 ,met'het kenmerk, dat de .20 . gleuf (95) wordt .gevormd door twee-evenSdjdige stroken/(96, 9δ; 100, 102) _ en de middelen voor het verschaffen van een zwakker stigmatoreffect nit : e'en afschuining van.de-uiteinden·van de-stroken bestaan. · ·' i 1 . · · ·: . -.. . j 3. Kleurbeeldbuis volgens conelusie . 1'met' het. kenmerk,. dat de gleuf (95) wordt gevormd door-twee evenwijdige stroken /(96, 9δ; :25. 100,' 102), die een trapeziumvorm.hebben, waarbij/de kortste '.van de- evenwijdige zijden van de stroken naar: elkaar ..zrjn gekeerd. ! k'. Klenrbeeldbnis.'volgens'conelusie.3 met .het.kenmerk, dat de niet-evenwijdigezijden van-de trapeziumvormige.stroken (100, 102) iets zijn gebogen. :30 :. 5· Klenrbeeldbnis-volgens conelusie -1-.met. het kenmerk, dat de gleuf wordt gevormd door twee evenwijdige-stroken (104, 106)., waarvan de lengten bij benadering gelijkzijn aan de afstand tussen de. twee zijbnndels (28). 820 2 79 7 Γ” ί 5 - 11 -

6. EZLeurbeeldbuis volgens conclusie 1 met· bet .kenzaerk, dat de gleuf (100) in een rielating loodrecht op bet vlak -van .de drie elek-tronenbundelbanen bij de zijbundelbanen·breder is dan bij.de centrale bundelbaan.

5 T. ELeurbeeldbuis volgens conclusie 6 met :bet kenmerk., dat de boofdfocusseringslenselektrode (^2), die bet dichtst bij bet -scherm (22) is gelegen, is voorzien van een arm (102), dieaan de scbermzijde daarvan is bevestigd, welke arm de gleuf omvat.

8. KLeurbeeldbuis volgens conclusie 6 met bet kenmerk,.dat de l * 10 gleuf (100) de vorm van een bot beeft. \ 111 &&&&&&^"^" ' j ! . " / /../ 1 j · ; ‘ I i ··· i i . ' ’ : t · - f . * 1 ! . . - / .--( ; - - ' . -. ; . j- I ' ; : ' ! ! . - · I :. .f -. . ‘ l . . ··„. ’ · j i ·. :h - . . . ·'·· -. v >- . J 1 . . . Sr - » f * * ’· I * i j · i • ) |!· v t ' * i ; - . ’ l 1 , ! 8202797 1 ! * /