NL8202652A - Gelamineerd gecrept doekje en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

s r ,..-4 %

Gelamineerd gecrept doekje en verkvijze voor het ‘vervaardigen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een gelamineerd gecrept doekje en verkvijze voor het vervaardigen daarvan.

Bij bet zoeken naar steeds zachtere en meer absorberende vegwerpbare doekprodukten zijn verschillende techno-5 logien toegepast als verbeteringen ten opzichte van doekprodukten van de stand der techniek. Van oudsher vorden doekprodukten hetzij gevormd in twee lagen die in hoofdzaak vorden gecombineerd (met of zonder indrukking) of als een enkele laag met een zeer hoog basisgevicht. Het indrukken van dubbellaagse produkten 10 laat in hoofdzaak de bulk toenemen en daardoor de vaarneming van de gebruiker van zachtheid, en was gedurende vele jaren het bij voorkeur verdienende produkt met hoog basisgevicht.

Dubbellaags produkten zijn hetzij vervaardigd met een laminerend hechtmiddel voor het samenhouden van de 15 lagen, of zijn de lagen gezamenlijk ingedrukt zodat de indrukkingen het lamineren tot gevolg hebben. Terwijl de ingedrukte produkten van oudsher een betere vaardering van zachtheid door de gebruiker hebben ondervonden ten opzichte van een vergelijkbaar enkellaags produkt, deed de toch laag degradatie ten gevolge van het 20 indrukken de welsterkte aanzienlijk afnemen. Dubbellaagse door hechtmiddel gelamineerde produkten zijn gewoonlijk absorberender (ten gevolge van de grote lege ruimten tussen de lagen) en sterker dan enkellaagse produkten, doch zij hebben steeds nog niet getoond wat wordt aangenomen de maximale kwaliteiten van het 25 produkt te zijn, in het bijzonder op het gebied van zachtheid.

Een alternatief voor dubbellaagse doekprodukten zijn de nieuwe generatie enkellaagsprodukten die gedurende enige tijd met succes op de markt zijn. Terwijl enkellaags produkten aanzienlijk minder absorberend kunnen zijn dan 30 dubbellaags produkten, en zonder indrukken of creppen nogal stijf kunnen zijn, worden zij een economisch alternatief beschouwd voor dubbellaagse produkten, omdat zij aanzienlijk 8202652 - 2 - % « h minder omzetinstallaties vereisen. Bij een poging om de sterkte en zachtheid van enkellaags produkten te laten toenemen, zijn produktverbeteringen opgetreden in een reeks Amerikaanse octrooi-schriften, te weten no's 3.903.31+2, 1+.208,1+59 en 1+.158.59^.

5 In deze octrooischriften wordt voorgesteld om een hechtend materiaal aan te brengen op een vlies in een fijn patroon, waarbij het hechtende materiaal dient voor het hechten van vezels binnen het vlies teneinde daaraan sterkte toe te voegen, alsmede te werken als een creppend hechtmiddel dat een 10 gepatroneerde differentiele crepe teweeg brengt, De enkel- voudige laag wordt gekenmerkt door hoge sterkte (ten gevolge van de toevoeging van hechtende materialen in een hoeveelheid gelijk aan tenminste 1,1+/5 niet vluchtige bestanddelen gebaseerd op het droge gewicht van het vlies), hoge bulk ten gevolge van 15 het crepe-proces en zachtheid die het gevolg is van de gepatroneerde crepe die vele van de stijve papiermakingshechtingen onderbreekt.

De Amerikaanse octrooischriften die zich bezig houden met enkelvoudige laagprodukten onderkenden een tot nu 20 toe onopgelost probleem bij dubbellaagse doekprodukten: het voltooide produkt diende gecrept te zijn teneinde zachtheid en bulk toe te voegen. Indien de lagen van een dubbellaags produkt waren gelamineerd door indrukken, zou een drukuitoefening op een crepecylinder het vlies losmaken en de voordelen van het 25 indrukken teniet doen. Indien het dubbellaagse produkt met plakmiddel was gelamineerd, zou een poging om het produkt te creppen slechts crepe aan een zijde opleveren, aangezien de crepe niet "steekt door" de niet gecrepte laag. Daarom zijn dubbellaagse produkten tot nu toe niet gecrept nadat het 30 lamineren was uitgevoerd. Terwijl de enkellaags produkten die zijn verkregen door de werkwijze die in de Amerikaanse octrooischriften is beschreven, vrij goed werken als doekprodukten, zijn vele bestaande papiermaakmachines niet ingericht op het maken van een enkelvoudig doekprodukt (zoals 30 tot 50pounds per 35 2880 square feet), en zijn daardoor beperkt tot het maken van 8202652 *» "i * - 3 - dubbellaagse produkten. Dergelijke machines kunnen zijn beperkt tot het vormen van vellen met lagere basisgevichten ten gevolge van de beperkingen in hun vormende secties. Bijvoorbeeld injek-teren vele "twin-wire” machines de vezelvoorraad pap tussen twee 5 snel convergerende papiermakende draden, en basis gewicht onregelmatigheden worden verergerd terwijl het basisgewicht toeneemt. Bovendien kunnen enkele machines niet efficient worden gebruikt bij de lagere snelheden die nodig zijn door het hogere basisgewicht, welke lagere snelheden vereist zijn 10 ten gevolge van de droog beperkingen die optreden bij het drogen van vliezen met een hoog basisgewicht.

Daarom zal een werkwijze die het aan een papier-maker mogelijk maakt om een dubbellaags doekprodukt te ver-vaardigen dat de toegenomen zachtheid en bulk heeft van een 15 nieuwe generatie van enkelvoudige doekprodukten, onmiddellijke toepassing vinden op bestaande papiermaakmachines.

In de uitvinding zijn er twee rollen van doekjes of doekprodukten die gelijktijdig worden afgerold en worden gevormd tot een dubbellaags produkt. Een laminerend 20 hechtmiddel wordt toegevoerd aan een eerste laag terwijl hij wordt gericht rond een van een patroon voorziene drukrol, en de tweede laag wordt in aanraking gebracht met de eerste laag in een kneep tussen de drukrol en een crepecylinder, waardoor laminering teweeg wordt gebracht van de twee lagen in het 25 patroon van de drukrol. Het creppende hechtmiddel wordt op het oppervlak van de crepecylinder (of op het vlies) gespoten en het dubbellaagse vlies wordt gehecht aan het crepe-oppervlak in een patroon dat correspcmdeert met het lamineringspatroon.

Het vlies wordt vervolgens van het crepe-oppervlak gecrept, 30 hetgeen leidt tot een produkt met esn lamineringspatroon en een crepepatroon die met elkaar corresponderen,

Het patroon van de drukrol kan het gevolg zijn van een rol met een gegraveerd oppervlak met landgebieden die laminering teweeg brengen en hechten aan het crepe-oppervlak, 35 of bij wijze van alternatief kan een eindloze stof worden gericht 8202652 k rond een gladde drukrol, zodat de knikken van de stof het lamineren en het hechten teweeg brengen.

De lagen van het vlies volgens de uitvinding kunnen bestaan uit cellulosehoudende vezels, kunststofvezels 5 of combinaties daarvan. De vliezen kunnen op bekende wijze worden gevormd en gedroogd, geheel gedroogd of vorden gevormd door een "luchtvormingsproces". Het laminerende hechtmiddel kan vorden gekozen afhankelijk van de gevenste produkteigen-schappen en is bij voorkeur een nonwater- receptive hechtmiddel 10 dat in staat is tot het laten toenemen van de natte en droge sterkte van het vlies in die gebieden vaar het is aangebracht.

Het basisgewicht van elk van de lagen kan liggen tussen 10 en 301bs, vaardoor een voltooid dubbellaags produkt wordt geleverd met een basisgewicht van 20 tot 60 15 per 2880 square feet·

De uitvinding zal hieronder nader worden toege-licht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voor-beeld een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het vervaardigen van een doekje is weergegeven. In de tekening toont: 20 Fig, 1 een schema van de werkwijze van de uitvinding, fig. 2 een schema gelijkend op die van fig, 1 waarin een tweede uitvoeringsvorm is weergegeven; fig. 3 in perpektief een dubbellaags produkt van de uitvinding; fig. 4 een perspectief van een tweede uitvoeringsvorm van de dubbellaagse produkt van de uitvinding 25 en fig. 5 een doorsnede volgens de lijn 5-5 van fig. 3.

Zoals in fig. 1 is weergegeven omvat de uitvinding een paar van ‘'zachte rollen" 10 en 20 die tevoren zijn vervaardigd volgens een willekeurige bekende werkwijze voor het vervaardigen van gecrepte watten of doekjes. Bijvoorbeeld 30 kunnen de rollen 10, 20 zijn vervaardigd door een conventioneel vorm-, droog en crepe-proces door een bekend nat vormingsproces dat wordt gevolgd door "totaaldrogen", of door het "luchtleggen" van droge vezels met uitsluitend hechten. Na het vervaardigen worden de zachte rollen hetzij opgeborgen voor aansluitende 35 omzetting tot een dubbellaags produkt, of kan een laag worden 8202652 % - 5 - omgezet in lijn met de tweede rol die uit de voorraad wordt geleverd.

De rollen 10 en 20 worden met dezelfde snelheid (zoals 2500 feet per min.) afgewikkeld, waarbij het vlie s 22 5 van rol 10is gericht rond een van een patroon voorziene druk/be drukrol 24, Vlies 26 van rol 20 wordt gericht rond een of meer draairollen 28 voorafgaande aan het combineren met vlies 22 in de kneep die is gevormd tussen rol 24 en crepecylinder 30. De vliezen 22 en 26 kunnen van een villekeurig gewenst basisgewicht 10 zijn, doch voor een doekprodukt ligt het basisgebied bij voorkeur tussen 10 en 30 pounds per 2880 square feet.

Hechtmiddel wordt aan het vlies 22 toegevoerd, zoals door rotogravure of een andere aanbrengrol 32, hetgeen laminering teweeg brengt tussen vliezen 22 en 26 corresponderende met het 15 patroon van rol 2k. Een relatief kleine hoeveelheid van druk wordt uitgeoefend door rol 32 op vlies 22 en rol 24, zodat het hechtmiddel 34 alleen naar vlies 22 wordt overgebracht op de verhoogde veldgebieden van rol 2k.

Het creppende hechtmiddel wordt aan de crepe-20 cylinder 30 toegevoerd, zoals bij 36, stroomopwaarts van de van een patroon voorziene druk/bedrukrol 24, zodat het samengestelde vlies 38 wordt gehecht aan de crepecylinder 30 in een patroon dat correspondeert met het patroon van laag-laminering. De druk in de kneep tussen de rollen 24 ai 30 25 kan ongeveer 200 pli zijn, die kan worden gekozen afhankelijk van het toegepaste crepemiddel, basisgewicht daarvan, tempera-tuur van de crepe-cylinder 30 enz. Het samengestelde vlies 38 wordt van de crepe-cylinder 30 gecrept door een afstrijkblad 40 en het voltooide dubbellaagse gelamineerde doekprodukt wordt 30 gewikkeld op een rol van voltooid produkt 42 die geschikt is voor omzetting tot produkten voor de gebruiker.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van de uit-vinding is weergegeven in fig. 2 en deze is in vele opzichten gelijk aan fig. 1, behalve dat een eindloze stof of band 50 35 is gericht rond van een patroon voorziene druk/bedrukrol 24 8202652 - 6 - en een reeks van draaiende of spanningsrollen 52. De stof 50 kan een villekeurige bekende geweven stof zijn met daarop "plooien die een gevolg zijn van het oversteken van geweven filamenten, waarbij de plooien analoog zijn aan de verhoogde 5 veldgebieden van rol 2k in fig. 1 en het lamineren teweeg brengen tussen vliezen 22 en 26, en tot gevolg hebben dat het samengestelde vlies 38 vordt gehecht aan crepecylinder 30 in het patroon dat correspondeert met het lamineringspatroon.

Opgemerkt wordt, dat een villekeurig gewenst 10 patroon kan zijn aangebracht op de van een patroon voorziene druk/bedrukrol 2k die de meest gewenste combinatie van laag-lamineringskwaliteiten zal leveren alsmede crepe-eigenschappen die een gevolg zijn van het patroon. Bijvoorbeeld kan het patroon de vorm hebben van continue kruis-arceerpunten, 15 vierkanten, sinusgolven en dergelijke.

Ook zal worden begrepen dat de vliezen 22 en 26 kunnen bestaan uit villekeurige bekende papiermaakvezels, zoals cellulose, of synthetische vezels kunnen bevatten, zoals polypropyleen, rayon of nylon. De uitvinding kan in het 20 bijzonder geschikt zijn voor toepassing met luchtgevormde vellen met hoger basisgevicht die een mengsel bevatten van cellulose en kunststofvezels. Verder kan het laminerende hecht-middel 3¾ worden gekozen afhankelijk van de uiteindelijke gewenste produktkwaliteiten. Bijvoorbeeld kan, indien het 25 gewenst is om natte sterkte toe te voegen aan het voltooide produkt, het laminerende hechtmiddel worden gekozen uit een groep van geen water bevattende heehtmiddelen (zoals ethyleenvinyl-acetaatlatexen), die de integriteit van de lagen zullen hand-haven zelfs indien het doekje wordt bevochtigd.

30 Zoals zichtbaar is in fig. 3 bestaat een uit twee lagen gelamineerd gecrept vel, in hoofdzaak aangeduid met 51, uit een eerste drogerzijdelaag 26 en een tweede laag 22 die zijn gelamineerd in het kruisarceerpatroon 52, en gecrept in hetzelfde kruisarceerpatroon 5^· Omdat de lagen 22 en 26..op 35 de crepe-cylinder 30 worden aangebracht in het patroon dat 8202652 - 7 - correspondeert met het lamineringspatroon, onder druk, dringt voldoende hechtmiddel (hetzij creppend hechtmiddel 36 of laminerend hechtmiddel 3¾) hinnen over de gehele dikte van het samengestelde vlies 38 om de aansluitende crepe-behandeling 5 toe te staan "geheel door het vlies te slaan", waarbij beide zijden worden gecrept en de papiermakende hechtingen in het patroon dat correspondeert met het patroon van de rol 2k of stof 50, wordt onderbroken. De gebieden 56 tussen de gecrepte gelamineerde gedeelten van het vlies 22 en 26 worden niet 10 samengedrukt tussen de van een patroon voorziene drukrol 2k en crepe-cylinder 30 en behouden daardoor een aanzienlijk grotere bulk dan de gecrepte/gelamineerde gebieden.

Zoals blijkt uit de dwarsdoorsnede van fig. 5» zijn de vliezen 22 en 26 die het produkt 51 vormen, stevig 15 aan elkaar bevestigd aan de plaatsenvan laminering 52, die corresponderen met de plaatsen van crepping 5^. De lagen 22 en 26 zijn niet aan elkaar gehecht over een aanzienlijk gedeelte van de oppervlakken, waardoor lege gebieden 60 tussen de lagen ontstaan. De verdichte gebieden 52 en 5^ voegen aanzien-20 lijke sterkte toe aan het voltooide produkt, terwijl de lege gebieden 6o de absorptie van water toestaan.

Fig. U toont een gelamineerd en gecrept patroon dat het gevolg is van het gebruik van typische van plooien voorziene stof zoals weergegeven in fig. 2. Het patroon van 25 verdichte gebieden van fig. 4 kan worden gekozen door het leveren van optimale dwarsdoorsnedestrek, minimale oppervlakte gebied-samendrukking, of een willekeurige andere gewenste kwaliteit.

8202652

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vormen van een gelamineerd meerlaags absorberend vlies, met het kenmerk, dat hij bestaat uit: a) het toevoeren van een laminerend hechtmiddel 5 aan een binnenoppervlak van een eerste laag terwijl de eerste laag vordt gericht rond een van een patroon voorziene drukrol, b) het brengen van een binnenoppervlak van een tweede laag in aanraking met het binnenoppervlak van de eerste laag terwijl de eerste en tweede lagen vorden gericht tussen de 10 van een patroon voorziene drukrol en een crepe-cylinder, c) het uitoefenen van druk op de eerste en tweede lagenlagen in een kneep die is gevormd tussen de van een patroon voorziene drukrol en de crepe-cylinder zodat de eerste en tweede lagen aan elkaar worden gelamineerd teneinde een samen- 15 gesteld vlies te vormen dat een lamineringspatroon heeft dat correspondeert met het patroon van de van een patroon voorziene drukrol, d) het toevoeren van creppend hechtmiddel aan de crepe-cylinder zodat het samengestelde vlies wordt bevestigd 20 aan de crepe-cylinder in het patroon van het lamineren, en e) het differentieel creppen van het samengestelde vlies van de crepe-cylinder.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat de van een patroon voorziene drukrol is voorzien van een 25 ingegraveerd patroon.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de van een patroon voorziene drukrol een rol met glad oppervlak is dat is voorzien van een eindloze stof die eromheen is gericht, zodatesn plooipatroon van filamenten binnen de 30 stof een patroon levert van laminering en hechting op de crepe-cylinder. U. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat de druk tussen de van een patroon voorziene drukrol en de crepe-cylinder ligt tussen ongeveer 50 pli en ongeveer 300 pli. 35 5· Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk. 8202652 - 9 - dat de eerste en tveede lagen worden aangebracht als cellulose-houdende vliezen met een basisgevicht van ongeveer 10 pound tot ongeveer 30 pound per 2880 square feet.

6. Werkvijze volgens conclusie 1, met het kenmerk. 5 dat het laminerende hechtmiddel wordt aangebracht op de eerste laag in een hoeveelheid die gelijk is aan ongeveer ^ % gebaseerd op het gewicht van het droge vlies.

7. Absorberend meerlaags gecrept wegverpdoekje, bestaande uit: 10 a) een eerste laag b) een tveede laag die met hechtmiddel is gelamineerd aan de eerste laag in een patroon dat correspondeert met het patroon van een van een patroon voorziene drukrol, en c) een crepe-patroon op het doekje dat correspon-15 deert met het patroon van de van een patroon voorzien drukrol en het patroon van laminering van de eerste en tveede lagen.

8. Doekje volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat de eerste en tveede lagen op overheersende vijze cellulose- 20 houdende vezels bevatten.

9. Doekje volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat een of beide van de lagen een mengsel bevatten van cellulose-houdende en synthetische vezels.

10. Doekje volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat de eerste en tveede lagen een basisgevicht hebben van 25 ongeveer 10 pounds tot ongeveer pounds per 2880 square feet.

11. Doekje volgens conclusie 8, met het kenmerk. dat het hechtmiddel een vaterafstotend hechtmiddel is dat de sterkte van het doekje kan verhogen.

12. Werkvijze en produkt zoals veergegeven 30 in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 8202652