NL8601090A

NL8601090A - Werkwijze voor het verpakken van elektroden en daarbij toe te passen verpakkingsmateriaal.

Info

Publication number: NL8601090A
Application number: NL8601090A
Authority: NL
Original assignee: Smitweld Bv
Priority date: 1986-04-29
Filing date: 1986-04-29
Publication date: 1987-11-16
Also published as: NO871649D0; US4840831A; NO169761B; EP0244023A1; NO169761C; NO871649L; ATE55962T1; EP0244023B1; DE3764530D1; ES2018815B3

Description

# ♦ » -1- 25501/Vk/mvl

Korte aanduiding: Werkwijze voor het verpakken van elektroden en daarbij toe te passen verpakkingsmateriaal.

5 De uitvinding heeft betrekking op een verpakkings materiaal voor elektroden bestaande uit verschillende op elkaar aangebrachte materialen zoals een folie van kunststof en aluminium en een cellulose houdende laag. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het verpakken van elektroden door de elektroden aan te 10 brengen in het verpakkingsmateriaal en dit materiaal rondom de elektroden af te sluiten. Ook kan men met behulp van dit verpakkingsmateriaal voorwerpen en materiaal verpakken nauw verwant aan elektroden zoals laspoeder, lasdraden en lasonderlegstrips. Daarom moet in deze samenhang.de aanduiding "elektroden" in de verdere tekst worden begrepen als ook op die 15 materialen of voorwerpen betrekking hebbende.

Laag waterstof beklede elektroden worden gebruikt bij laswerkzaamheden waarbij hoge eisen worden gesteld aan het lasmetaal in lasverbindingen in constructiestaalsoorten als Fe E355 of Fe E450, zoals toegepast in bijvoorbeeld offshore olie- en gas-produktieplatforms. Een 20 van de daarbij te stellen eisen is dat de toe te passen elektrode een laag vochtgehalte heeft, met name een zodanig laag vochtgehalte dat de hoeveelheid waterstof in het lasmetaal minder is dan 5 ml per 100 g lasmetaal. Gebruikelijke voorschriften in relatie tot dikwandige respectievelijk starre constructies vereisen het herdrogen van beklede elektroden 25 bij een temperatuur van 300-400 °C, wanneer deze geleverd worden in niet volledig vochtdichte verpakking. Bovendien dienen beklede elektroden na de herdroogbehandeling te worden opgeslagen in een droge atmosfeer hetgeen onder andere kan worden bereikt in warmhoudkasten of -kokers bij een temperatuur van ongeveer 75-150 °C. De zekerheid dat deze voorschriften 30 volledig en accuraat worden uitgevoerd is niet gegeven. Deze handelingen veroorzaken ook belangrijke extra verwerkingskosten. Vochtopname van beklede elektroden voorafgaand aan het verlassen van de elektroden kan leiden tot een ongewenst hoog niveau aan diffundeerbare waterstof waardoor in de genoemde zware en starre staalconstructies het gevaar van 35 waterstof geïnitieerde scheuren aanwezig is.

Er zijn verpakkingen bekend bestaande uit kartonnen houders of bestaande uit aluminiumfolie, welke bekende verpakkingen echter 8601030 -2- 25501/Vk/ravl « ? - -» niet vochtwerend zijn of snel worden beschadigd.

Daarom is gestreefd naar een verpakking die de elektroden zodanig afsluit, dat de elektroden de oorspronkelijke lage concentratie aan vocht behouden, die de elektroden hebben na het fabrikage-5 procédé. Tijdens langdurig bewaren in de verpakking moet dan het vochtgehalte niet toenemen in de verpakte elektroden. Daarmee kan het drogen en warm houden voor gebruik van de elektroden worden voorkomen indien de elektroden worden gebruikt binnen enkele uren nadat de verpakking is geopend. Een dergelijke verpakking en werkwijze voor het verpakken van 10 elektroden is thans volgens de uitvinding gevonden en wordt hierdoor gekenmerkt, dat de binnenste laag bestaat uit polyetheen aangebracht op een aluminiumfolie, bevestigd op crêpepapier. Bij het verpakkingsmateriaal volgens de uitvinding is het dus van belang dat de verpakking tijdens bewaren en transport, geen vocht doorlaat. Daarom is in het verpakkings-15 materiaal een folie van aluminium aangebracht, doch dit zou te snel worden beschadigd en daarom is voorkomen dat volgens de uitvinding de elektroden in direkt contact komen met het aluminiumfolie en is de aluminiumfolie aangebracht op een laag van polyetheen die zodanig elastisch is, dat de stalen, scherpe, zware elektroden de aluminiumfolie niet 20 beschadigen. Om het verpakkingsmateriaal echter elastisch te maken is in het verpakkingsmateriaal crêpepapier verwerkt dat bij voorkeur ook weer is voorzien aan de buitenkant van aluminiumfolie en een beschermende laag van polyetheen.

Uitgaande van een verpakkingsmateriaal met een kern 25 van crêpepapier kan worden gesteld dat dit crêpepapier aan beide zijden is voorzien van een hechtende laag van polyetheen waarop aan beide zijden een aluminiumfolie is aangebracht. Aan de binnenzijde is het aluminiumfolie bekleed met polyetheen zodat de elektroden geen beschadiging kunnen veroorzaken van de aluminiumfolie en voorzien van een polyetheenlaag 30 waarmee het verpakkingsmateriaal kan worden gesealed of afgesloten. Aan de buitenzijde van het verpakkingsmateriaal is het aluminiumfolie voorzien van een beschermlaag zodat het geheel van verpakkingsmateriaal bestand is tegen ongewenste mechanische invloeden van buiten. Zodoende is een verpakking van elektroden verkregen zoals weergegeven in de bijge-35 voegde tekening, waarbij: fig. 1 schematisch een verpakking volgens de uitvinding weergeeft, waarin een elektrode is weergegeven in de verpakking.

.·» .* w ·\ . Λ

·. . _ v· ~J

« * * -3- 25501/Vk/mvl

In de figuur is met 1 de verpakking weergegeven en met 2 de elektrode, waarbij de elektrode een tangeinde 3 en startkop 4 heeft. De verpakking is verder voorzien van een sealnaad 5 en een in-scheuropening 6.

5 Vólgens een bij voorkeur toe te passen verpakkings materiaal is het van binnen naar buiten opgebouwd uitt 2 80-100 g/m sealfilm van polyetheen, 2 90-110 g/m cacheerlaag van polyetheen, 2 85-95 g/m aluminiumfolie, 2 10 40-50 g/m hechtlaag of cacheerlaag van polyetheen, p Λ 80-90 g/m crêpepapier met 40% rek, 2 30-50 g/m hechtlaag of cacheerlaag van polyetheen, 2 20-25 g/m aluminiumfolie en 25-35 g/m^ beschermlaag of cacheerlaag van polyetheen.

15 Volgens een voorbeeld volgens de uitvinding is een verpakkingsmateriaal volgens de uitvinding opgebouwd uit: een sealfilm van polyetheen met een dikte van ongeveer 2 110 ym in een hoeveelheid van 90 g/m ; hiertoe kan polyetheen met een lage dichtheid worden gebruikt met 5 gew.% vinylacetaat (smeltindex volgens 3 20 ASTM D 1238:5,5 g/10 minuten en dichtheid volgens ASTM D 1505: 0,922 g/cm ) , een cacheerlaag van polyetheen met een dikte van onge- 2 veer 115 ym in.een hoeveelheid van 100 g/m j als cacheerlaag kan polyetheen met een lage dichtheid worden gebruikt zoals polyetheen met een smeltindex volgens ASTM D 1238 van 8 g/10 minuten en een dichtheid volgens ASTM D 1505 3 25 van 0,915 g/cm , een aluminiumfolie ter dikte van 25 ym in een hoeveel- 2 heid van 88 g/m , een cacheerlaag van polyetheen met een dikte van 50 ym 2 en in een hoeveelheid van 45 g/m , 30 een laag van crêpepapier in een hoeveelheid van 2 85 g/m met 40% totale rek, een cacheerlaag op basis van polyetheen met een dikte 2 van 5Q ym in een hoeveelheid van 40 g/m , een aluminiumfolie ter dikte van 8-9 ym in een hoeveel- 2 35 heid van 22 g/m en een beschermlaag of cacheerlaag van polyetheen ter 2 dikte van 35 ym in een hoeveelheid van 30 g/m .

860 1 09 0 φ -4- 25501/Vk/mvl

De binnenste lagen van polyetheen in een totale dikte van ongeveer 225 ym hebben tot doel de aluminiumfolie af te schermen van het naar verhouding ruwe oppervlak van de elektroden zodat de aluminiumfolie niet wordt geperforeerd.

5 De werkwijze volgens de uitvinding voor het verpakken van elektroden in een verpakkingsmateriaal zoals boven beschreven wordt hierdoor gekenmerkt, dat het materiaal in een boven- en onderlaag wordt toegevoerd aan een verpakkingseenheid, de elektroden worden aangebracht op de onderlaag, de bovenlaag wordt aangebracht, de beide lagen op een 10 beperkt aantal plaatsen aan elkaar worden gehecht om de vorm te behouden, vacuüm wordt getrokken en onder vacuüm de verpakking wordt gesealed en de sealnaad wordt afgekoeld en tot slot de verpakking op pakketlengte wordt afgesneden. Meer in het bijzonder wordt de boven- en onderlaag . onder spanning gebracht en in een voorverwarmde matrijs voorgevormd zodat 15 elektroden er passend in kunnen worden aangebracht. De elektroden met een lengte van 35-45 cm waarbij de diameter van de kerndraad 2,5-6 mm is, waaromheen een keramische massa is aangebracht met een diameter van 4-13 mm, worden alvorens te worden verpakt, op een'temperatuur gehouden van ongeveer 40 °C. Van deze elektroden moet vooral de startkop worden 20 beschermd tegen stoten. Voor het verpakken wordt het verpakkingsmateriaal vanaf rollen toegevoerd, te weten één rol voor het toevoeren van de bovenlaag en één rol voor het toevoeren van de onderlaag. Tijdens het afwikkelen wordt het verpakkingsmateriaal, dus zowel de onderlaag als de bovenlaag op spanning gehouden, welke spanning ook wordt gehandhaafd wanneer het 25 laagvormige verpakkingsmateriaal stilstaat. De boven- en onderlaag worden tijdens stilstand in een verwarmde matrijs voorgevormd. De voorgevormde bovenen onderlaag kunnen samen tot een koker worden gevormd met een hoogte die ! varieert van 7 tot 25 mm, afhankelijk van het aantal lagen en de dikte van de elektroden aangebracht in een verpakking. Met behulp van dwangrollen worden 30 de boven- en onderlaag naar elkaar toegebracht nadat de elektroden op de onderlaag zijn aangebracht. Zodra de boven- en onderlaag elkaar raken worden ze op diverse punten gepuntsealed zodat de vorm van de koker behouden blijft.

De uiteinden van de zo gevormde koker worden vlak gedrukt en de koker wordt toegevoerd aan een vacuümkast waarin een vacuüm wordt gezogen van 60-90% van één 35 atmosfeer,zodat in de vacuümkast een druk heerst van 0,1-0,4 atmosfeer. In de vacuümkast wordt de koker volledig gesealed en de sealnaad wordt afgekoeld. Daarna wordt de koker uit de vacuümkast gevoerd en op pakket- P * o " Λ « ö

·& V V j J w V

ΐ iV ^ *.

-5- 25501/Vk/mvl lengte afgesneden waarmee de verpakte elektroden volgens de uitvinding zijn verkregen. De sealnaad is een continu doorlopende naad zonder overlappingen, zodat een zo goed mogelijke aansluiting van de bovenlaag op de onderlaag is verkregen. Het sealen of afsluiten heeft plaats door de 5 lagen van het verpakkingsmateriaal aan de buitenkant van de verpakking te verwarmen waarbij binnen een tijd van ongeveer 4 seconden een temperatuur wordt bereikt van ongeveer 180 °C, afhankelijk van de samenstelling van de polyetheen houdende hechtlaag. Tijdens het sealen worden de onderlaag en de bovenlaag aan de buitenrand op elkaar gedrukt.

1(3 In een dergelijke koker kunnen bij voorkeur 1-5 lagen elektroden boven elkaar worden aangebracht, zodat een dergelijke pakket meestal een gewicht heeft van ongeveer 1-4 kg. Het is uiteraard ook mogelijk om op deze manier een enkele elektrode op deze wijze te verpakken waarbij een dergelijke verpakte elektrode onder de beschermingsomvang van ^5 de onderhavige uitvinding zal vallen zolang een verpakkingsmateriaal wordt toegepast zoals vermeld in de bijgevoegde conclusies, of dat een werkwijze wordt toegepast zoals vernield in de bijgevoegde conclusies.

t 860 1 08 0

Claims

1. Verpakkingsmateriaal voor elektroden bestaande uit verschillende op elkaar aangebrachte materialen zoals een folie van kunst- 5 stof en aluminium en een cellulose houdende laag, met het kenmerk, dat de binnenste laag, gezien vanaf de elektrode, bestaat uit polyetheen, aangebracht op aluminiumfolie, bevestigd op crêpepapier.

2. Verpakkingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het crêpepapier aan beide zijden is voorzien van een hecht- 10 laag of cacheerlaag op basis van polyetheen.

3. Verpakkingsmateriaal volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat op de beide cacheerlagen een aluminiumfolie is aangebracht.

4. Verpakkingsmateriaal volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het materiaal aan de buitenzijde een beschermingslaag 15 heeft op basis van polyetheen.

5. Verpakkingsmateriaal volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het materiaal aan de binnenzijde zodanig is opgebouwd, dat op de aluminiumlaag een cacheerlaag van polyetheen is aangebracht en daarop een sealfilm van polyetheen.

6. Verpakkingsmateriaal volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat van binnen naar buiten het materiaal is opgebouwd uit: 2 80-100 g/m sealfilm van polyetheen, 2 90-110 g/m cacheerlaag van polyetheen, 2 85-95 g/m aluminiumfolie, 2 25 40-50 g/m hecht- of cacheerlaag van polyetheen, 2 Λ 80-90 g/m crêpepapier, 2 30-50 g/m hecht- of cacheerlaag van polyetheen, 2 20-25 g/m aluminiumfolie en 2 25-35 g/m bescherm- of cacheerlaag van polyetheen.

7. Werkwijze voor het verpakken van elektroden door de elektroden aan te brengen in verpakkingsmateriaal en dit materiaal rondom de elektroden af te sluiten, met het kenmerk, dat het materiaal in een boven-; en onderlaag wordt toegevoerd aan een verpakkingseenheid, de elektroden worden aangebracht op de onderlaag, de bovenlaag wordt aange- 35 bracht, de beide lagen op een beperkt aantal plaatsen aan elkaar worden gehecht om de vorm te behouden, vacuüm wordt getrokken en onder vacuüm de verpakking wordt gesealed en de sealnaad wordt afgekoeld en tot slot de verpakking op pakketlengte wordt afgesneden. S'* Cl OS 0 ♦ ♦ 25501/vk/mvl

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de boven- en onderlaag onder spanning worden gebracht en in een verwarmde matrijs voorgevormd, zodat elektroden er passend in kunnen worden aangebracht. 5 Eindhoven, april 1986 860 1 03 0