NL8202581A - Inrichting voor het toevoeren van tabak aan sigarettenmachines. - Google Patents

Description

> V";** <1 - · *

Inrichting voor het toevoeren van tabak aan sigarettenmachines

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het toevoeren van tabak aan sigarettenmachines, waarbij de gesneden tabak aan een verzamelplaats wordt toegevoerd en van deze verzamelplaats door zuigbuizen pneumatisch naar de afzonderlijke sigarettenmachines 5 wordt getransporteerd.

Het is bekend, voor het toevoeren van tabak aan sigarettenmachines de voorbereide gesneden tabak door middel van transportban-den of dergelijke aan een verzamelplaats toe te voeren en de tabak door pneumatische leidingen, die naar de afzonderlijke. sigaretten-10 machines voeren, van deze verzamelplaats weg te zuigen. Verder blijkt, dat de vezels van de gesneden tabak bij de bekende toevoerinrichting veelvuldig kapot worden getrokken, waardoor de ongewenste korte tabak ontstaat. Bovendien kan bij vibrerende verzamelplaatsen gemakke-lijk ontmenging van de tabak optreden.

15 De uitvinding heeft ten doel, een toevoerinrichting van de bovenbeschreven soort beschikbaar te stellen, waarmee gelijkmatig toevoeren van de tabak naar de pneumatische leidingen zonder ver-nieling en ontmenging is gewaarborgd.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich, door-20 dat de verzamelplaats- in langsdoorsnede gezien, als trogvormige houder met een door een transportband gevormde bodem is uitgevoerd, en doordat de zuigbuizen van de pneumatische transportinstallatie met hun zuigstompen in de trogvormige ruimte uitsteken.

Dankzij een dergelijke uitvoeringsvorm van de toevoerinrich-25 ting wordt bereikt, dat het materiaal voor de afzuiginrichting in zijn opeerihoping in een voortdurende wervelende beweging wordt gehou-den, zodat ontmenging niet kan optreden. Tegelijk wordt het materiaal in voldoende opeenhoping gehouden, zodat een gelijkmatig afzuigen door de afzonderlijke zuigleidingen is gewaarborgd. De inrichting 30 behandelt het materiaal voorzichtig. De vezels ondergaan geen bescha-diging of vernieling'j omdat het materiaal in een voortdurende omloop-beweging naar de pneumatische zuigbuizen wordt getransporteerd en dus ook betrekkelijk dicht bij de zuigleidingen wordt gebracht.

8202581 i ·% - 2 - x

De transportband is bij voorkeur een over omkeerrollen geleide en van meenemers respectievelijk meeneemlijsten voorziene band of: dergelijke en loopt van de omkeerrol aan de inloopzijde tot aan de omkeerrol aan de uitloopzijde vrijhangend, waarbij de trogvorm en de 5 trogruimte zijn begrensd door zijwanden, die zich langs de randen van de transportband bevinden.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding zijn de zuigbuis-stompen van de tot een of meer bundels samengevoegde zuigbuizen- in · looprichting van de band gezien- ongeveer van het midden tot het uit-10 loopeinde van de trogruimte gericht, waarbij de toevoer van de tabak in de trog voor of achter de bundel respectievelijk bundels zuigbuizen kan plaats hebben. Hierbij is gewaarborgd, dat de intreestompen in wezen naar het zich min of meer voor de zuigbuizen opeenhopende materiaal toelopen, waardoor een gelijkmatige toevoer van het materiaal 15 aan de zuigbuizen wordt bereikt. Daarbij blijft in de trog voldoende ruimte over voor het toevoeren van nieuw materiaal in de trogruimte, dat op de trogband valt.

Aan de zijwanden langs de trogband kunnen geleide-middelen, bijvoorbeeld borstels, zijn aangebracht, die de randen van de band 20 vrijhouden van materiaal. Tegelijk moeten deze dienen als geleiding voor het vrijhangende deel van de band, waardoor aan de trogvormig verlopende transportband een beweging met een overeenkomstige krommings-straal kan worden gegeven. De toevoerinrichting bevindt zich op doel-matige wijze in een aan de bovenzijde open huis, waarbij de omkeer-25 rollen in de wanden van het huis kunnen worden gelagerd.:

Aan het uitloopeinde van de trogband kunnen geleide-inrich-tingen, bijvoorbeeld geleide-platen, afstrijkrollen of dergelijke voor het tegenhouden van niet weggezogen tabak zijn aangebracht. Hierdoor wordt bereikt, dat de tabak, die niet werd weggezogen, weer in de 30 algemene tabaksstroom wordt teruggevoerd. Achter de uitloop van de transportband kunnen verder borstelschrapers of dergelijke voor het reinigen daarvan zijn aangebracht.

De uitvinding zal hiema aan de hand van de tekening met een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

35 Fig. 1 toont een uitzvoeringsvorm van de toevoerinrichting vol- 8202581

V

tl·- % - 3 - ♦ gens de uitvinding schematisch in doorsnede.

Fig. 2 is een schematisch aanzicht volgens de pijl II in ' fig. 1, waarbij de bundelzuigbuizen is weggelaten.

Fig. 3 toont schematisch een dwarsdoorsnede van de bundel-5 zuigbuizen.

Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding in schematische langsdoorsnede.

De inrichting voor het toevoeren van tabak aan sigaretten-machines is voorzien van een huis 1, waarin een verzamelplaats 2 voor 10 de gesneden tabak is ondergebracht, waarvan zuigbuizen 3 of dergelijke uitsteken, waardoor de tabak van de verzamelplaats langs pneumatische weg naar de afzonderlijke sigarettenmachines wordt getransporteerd.

De toevoer van de gesneden tabak geschiedt bijvoorbeeld door middel van bekende transportinrichtingen 4, van waaruit de tabak in de ver-15 zamelplaats 2 wordt afgeworpen.

De verzamelplaats 2 is als trogvormige houderruimte 6 uitge-voerd, diens bodem wordt gevormd door een omlopende transportband 7, waarbij de hoogte van de inloopplaats 8 lager is dan de hoogte van de uitloopplaats 9, zodat een trogvormige ruimte 6 wordt gevormd, 20 die in de richting van de uitloop een hogere begrenzing heeft dan bij de inloop. De transportband 7 loopt over omkeerrollen 10 en kan zijn uitgerust met meenemers 11 of meenemerlijsten. Tussen de omkeerrollen 10 aan de inloopplaats 8 en aan de uitloopplaats 9 wordt het betreffen-de part 12 van de transportband door de zijdelingse begrenzingswanden 25 13 geleidt.

De einden van de zuigbuizen 3, die tot een of meer bundels kunnen zijn samengevoegd, steken injlooprichting van de band volgens de pijlrichting 15 in de trogruimte 6 uit en eindigen in een vlak 16, waarvan de hellingshoek in hoofdzaak kan worden aangepast aan die van 30 het steile deel 12a van het bandpart 12. Bij de opstelling volgens fig. 1 ontstaat voor de zuigbuizen 3 een vrije ruimte, waardoor het materiaal in voldoende grote hoeveelheid in de trogruimte 6 kan worden aangevoerd.

Aan de zijwanden 13 kunnen langs het verloop van het transport-35 bandpart 12 zijdelingse geleidingsdelen 18 en 19 zijn aangebracht, 8202581 4 - 4 - ♦ die de randen van de band vrijhouden van materiaal. Tegelijk kunnen de geleidingsdelen 18 en 19 zodanig zijn uitgevoerd, dat zij als ge-leiding voor het vrijhangende bandpart 12 dienen. Op deze wijze kan worden bereikt, dat het deel 12a van het bandpart 12 onder de bovenste 5 omkeerrol 10 min of meer binnenwaarts verloopt. Daardoor wordt de verzamelruimte voor het opnemen van het materiaal groter, waardoor het omkeren in deze ruimte wordt begunstigd. De geleidingsdelen 18 en 19 kunnen vaste geleidemiddelen zijn. Men kan deze ook als borstels uit-voeren.

10 Aan het uitloopeinde 9 van de trogband bevinden zich bij voorkeur inrichtingen voor het tegenhouden van niet weggezogen tabak. Deze kunnen worden gevormd door geschikte leiplaten en/of door af-strijkrollen 20 of dergelijke. Deze inrichtingen dienen gelijktijdig voor het reinigen van de transportband, zodat de transportband wordt 15 vrijgemaakt van zich nog daaraan hechtend materiaal.

Bij de andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, die in fig. 4 is getekend, is de trogruimte 6a aan het begin vlakker verlopend uitgevoerd, waarbij de bundel zuigbuizen 3 in een meer vlakke ligging in de trogruimte uitsteekt. Hierbij kan de 20 toevoer 4a van het materiaal achter de bundel zuigbuizen 3 in de trogruimte 6a geschieden, waarbij een geschikte afschermplaat 22 of dergelijke kan zijn aangebracht.

Het materiaal, bijvoorbeeld gesneden tabak of dergelijke, wordt in voldoende grote hoeveelheden aan de trogruimte 6 of 6a 25 toegevoerd. Hierbij wordt het materiaal voor het schuine vlak 16 van de bundel of bundels buizen 3 langs het betrekkelijk steil verlopende part 12a van de transportband 7 min of meer in de hoogte meegenomen, waarbij het materiaal voor de uitloopplaats 9 van de transportband weer terugvalt, zodat het in de ruimte voor het schuine vlak 16 van 30 de zuigbuizen 3 in voortdurende beweging en werveling wordt gehouden. Daardoor kan geen ontmenging van het materiaal plaatshebben, maar wordt het materiaal in een continu gemengde toestand rechtstreeks aan de zuigbuizen toegevoerd. Daardoor kan ook een meer gelijkmatige toevoer van het materiaal aan alle zuigbuizen van een bundel worden be-35 reikt. Door de opeenhoping van het voortdurend in omloop gehouden mate- 8202581 4 - 5 - * riaal voor de zuigbuiseinden wordt het kapot trekken van de vezels van de gesneden tabak vermeden. Er wordt een voorzichtige behandeling van de tabak bij het overbrengen in de zuigbuizen naar de afzonderlijke sigarettenmachines bereikt.

8202581

Claims (7)

1. Inrichting voor het toevoeren van tabak aan sigarettenmachines waarbij de gesneden tabak aan een verzamelplaats wordt toegevoerd en van deze door zuigbuizen pneumatisch naar de afzonderlijke sigaretten-machines wordt getransporteerd, met het kenmerk, dat de verzamelplaats- 5 in langsdoorsnede gezien- als trogvormige houderruimte (6, 6a) met een door een transportband (7) gevormde bodem (12) is uitgevoerd, en dat de zuigbuizen (3) met hun zuigeinden in de trogruimte (6, 6a) uitsteken.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de einden van de tot een of meer bundels samengevoegde zuigbuizen (3)- in loop- 10 richting van de band gezien- ongeveer in het midden tot het uitloopeinde (9) van de trogruimte (6, 6a)r zijn gericht, en dat de toevoer (4, 4a) van de tabak in de trogruimte (6, 6a) voor of achter de zuigbuizen (3) plaats heeft.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 15 transportband (7) een over omkeerrollen (10) geleide en van meenemers (11) respectievelijk meeneemlijsten voorziene band of dergelijke is en van de omkeerrol aan de inloopzijde (8) tot de omkeerrol aan de uitloop-zijde (9) loopt, en dat de trogruimte (6, 6a) door zijwanden (13) is begrenst.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de zijwanden (13) langs de trogband (7) geleidings-delen (18, 19), bijvoorbeeld borstels of dergelijke, zijn aangebracht, die de randen van de band vrijhouden van materiaal en tegelijk dienen als geleiding voor het part (12, 12a) van de transportband (7).

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het uitloopeinde (9) van de trogband (7) lei-inrichtin-gen, bijvoorbeeld leiplaten, afstrijkrollen (20) of dergelijke voor het tegenhouden van niet weggezogen tabak zijn aangebracht.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de trogvormige, door de transportband (7) gevormde houder (6, 6a) in een aan de bovenzijde open huis (1) is ondergebracht, diens zijwanden (13) de trogruimte begrenzen.

7. Inrichting voor het toevoeren van tabak aan sigarettenmachines, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de 35 tekening. ...............- ’ 8202581