NL8202313A - Sproei-inrichting voor gewassen. - Google Patents

Description

f Sr L. t v w 5733-3 Ned. dB/IJVR Sproei-inrichting voor gewassen.

De uitvinding heeft betrekking op een sproei-inrichting voor het verdelen van vloeistoffen en in het bijzonder op het verdelen van kleine hoeveelheden chemische hulpstoffen over groeiende gewassen.

5 De inrichting volgens de uitvinding is ook geschikt voor het sproeien van kleine hoeveelheden chemicalien voor veel andere doeleinden, bijvoorbeeld voor de bestrijding van ; • tsetse-vliegen, muggen, vliegen en sprinkhanen, en voor andere vorroen van sproeien ten dienste van de volksgezondheid. 10 In de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage i '8004843 is een sproei-inrichting beschreven met een roteer-bare verstuiver en een daarmee gekoppelde axiale waaier, die tezamen een roteerbare eenheid vormen, waarbij de waaier is gelegen binneri een kap die aerodynamisch is gevormd -voor 15 het besturen van een luchtstroom, opgewekt door de axiale waaier wanneer de eenheid wordt geroteerd, zodanig dat bij het gebruik de luchtstroom beweegt langs de verstuiver voor het dispergeren van de daardoor afgegeven druppels.

De onderhavige uitvinding verschaft wijzigingen en verbe-20 teringen van de bekende inrichting en in het bijzonder een constructie voor het verbeteren van de verdeling van de druppels uit de verstuiver.

De uitvinding verschaft een sproei-inrichting met een .

r.oteerbare verstuiver en een daarmee gekoppelde axiale 25 waaier, die tezamen een roteerbare eenheid vormen, waarbij de . verstuiver een buisvormige spil heeft voor het opnemen van een te versproeien vloeistof, en een holle van openingen voorziene verstuivingscilinder roteerbaar is om de spil, terwijl organen. zijn aangebracht waardoor vloeistof uit de buisvormige spil 30 en door de van openingen voorziene verstuivingscilinder naar buiten kan stromen, en e§n of meer schoepen zijn gemonteerd binnen de van openingen voorziene cilinder, radiaal buiten de . buisvormige spil en roteerbaar met de cilinder zodanig dat deze de vloeistofstroom opvangen en een aanvankelijke ver-35 breking daarvan veroorzaken wanneer deze naar buiten stroomt van de spil naar de van openingen voorziene cilinder.

De aanvankelijke verbreking van de vloeistofstroom, voordat deze het binnenvlak van de van openingen voorziene cilinder 8202313 -2- •ί* 1* bereikt, verbetert de verdeling van de druppels door de inrichting zodanig dat een zeer klein vloeistofvolume over een greet oppervlak kan worden verspreid.

Er kunnen een aantal langwerpige schoepen op onderlinge 5 afstand rond de rotatieas van de van openingen voorziene cilinder en evenwijdig daaraan zijn aangebracht. Elk van deze schoepen kan liggen in een vlak dat in hoofdzaak radiaal staat ten opzichte van de cilinder. Bijvoorbeeld kunnen er drie schoepen op gelijke afstanden rond de 10 rotatiehartlijn van de cilinder zijn aangebracht.

De roteerbare verstuiver kan ook een geperforeerde diffusorbuis hebben, die coaxiaal tussen de buisvormige spil en de van openingen voorziene cilinder is aangebracht.

Bij voorkeur zijn de schoepen gelegen nabij het binnenvlak 15 van de diffusorbuis.

Bij het gebruik kan de inrichting worden gemonteerd op een plaats waar de axiale waaier wordt geroteerd· door een : luchtstroom, zodat de verstuiver wordt geroteerd, vaarbij de'druppels van de verstuiver worden verdeeld door de 20 luchtstroom. Bijvoorbeeld kan de inrichting worden gemonteerd in de volgstroom van een vliegtuig voor gewasbesproeiing.·

Ook kunnen organen zijn aangebracht voor het aandrijven van de roteerbare eenheid, in welk geval de axiale waaier zelf de luchtstroom verschaft voor het verdelen van de druppels.

25 In dat geval kan de axiale waaier zijn gelegen binnen een kap die aerodynamisch is gevormd voor het besturen van de ; luchtstroom, zoals is beschreven in de bovengenoemde Neder-]andse octrooiaanvrage. !'

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan J ?· • i 30 de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld j , van de sproei-inrichting volgens de uitvinding is weergege- \ ' ven.

Fig. 1 is een axiale doorsnede door een eenheid met roterende verstuiver en axiale waaier. i 35 Fig. 2 is een doorsnede door een hydraulisch aangedreven sproeieenheid, die de verstuiver van fig.l bevat.

Fig. 3 is een vooraanzicht van de eenheid van fig.2.

Fig. 4 is een detaildoorsnede volgens A-A van fig.3. i ! ......: De in fig.l weergegeven sproei-inrichting heeft een 820 2 3 1 3 ~~

jiiO^LC

t; V.' ~ ’ - 3 - Γ roteerbare verstuiver 10 en een axiale waaier 11, die aan 5 elkaar zijn gekoppeld tot een enkele roteerbare eenheid.

De verstuiver heeft een vaste buisvormige spil 12 die wordt gesteund door een raontagestang 13 en aan §€n einde is voorzien van een pijpkoppeling 14, waarmee een buigzame lei-^ ding is verbonden voor de toevoer van de te versproeien vloei-stof aan het inwendige van de spil 12. Eet andere.einde van : de spil 12 is afgesloten met een eindplug 15 en er zijn radiale openingen 16 gevormd in de wanden van de spil 12 nabij de eindplug zodat de vloeistof onder druk radiaal naar ί *0 buiten uit de spil kan stromen.

*

De naaf 17 van de axiale waaier 11 is roteerbaar gemon-teerd op de spil 12 door middel van legers 18. De naaf is gevormd uit twee delen 19 en 20 die met bouten 21 bij elkaar worden gehouden. De cilindrische voeteinden van drie waaier- ; 15 schoepen 22 zijn vastgeklemd in cirkelvormige bussen, gevormd door samenwerkende geprofileerde deleri van de naafdelen 19 en 20, waarbij de inrichting zodanig is aat de spoedhoek van de schoepen kan worden versteld door het losnemen van de bouten 21 en het uit elkaar bewegen van de naafdelen 19 20 en 20. De schoepen 22 kunnen dan worden verdraaid voor het verstellen van de spoed, waarna de bouten 21 weer worden aangedraaid voor het vastklemmeh van de schoepen in hun t nieuwe standen. De waaierschoepen kunnen zijn gevormd van • kunststof materiaal zoals Delrin. , 25 Hoewel drie waaierschoepen zijn weergegeven kan elk ander . geschikt aantal schoepen worden toegepast. Bijvoorbeeld kunnen vijf schoepen worden gebruikt. j

Een diffusorbuis 23 steekt uit van e§n vlak van het naafdeel 20 en omgeeft het einde van de buisvormige spil 12.-20 De diffusorbuis 23 kan zijn ge-'vormd van roestvrij staal en heeft een geperforeerd oppervlak, waarbij de perforaties bij voorkeur 80% van het oppervlak van de buis uitmaken, waardoor de vloeistof van de spil 12 door de diffusorbuis kan bewegen. Op gelijke afstanden rond het binnenvlak van de ; 25 diffusorbuis 23 zijn drie in langsrichting verlopende ! schoepen 24 aangebracht, waarbij elke schoep in een in hoofd-; zaak radiaal vlak ligt..pe schoepen zijn aan §en einde beves-_____tigd aan een ringvormige schijf 24.a die de spil 12 omgeeft | 8202313 - 4 - ' en aan het andere einde aan een schijf 24b die met bouten is verbonden met een eindkap 27. De schoepen. 24 dienen voor het cpvangen en aanvankelijk verbreken van de vloeistof wan-neer deze naar buiten stroomt van de spil 12 en voordat de 5 vloeistof de diffusorbuis 23 passeert. Hoewel drie schoepen zijn weergegeven kan een willekeurig ander geschikt aantal worden toegepast en kunnen de schoepen ook andere vormen hebben. Bijvoorbeeld kunnen de schoepen schroeflijnvormig in de langsrichting van de diffusorbuis lopen.

10 Rondom de diffusorbuis 23 en op radiale afstand daarbuiteri is een van openingen voorziene verstuivingscilinder 25 aangebracht, die kan zijn gevormd van iretaalgaas. Een einde • van de cilinder 25 is bevestigd aan een radiaal uitstekende flens 26 van het naafdeel 20 en het andere einde is bevestigd 15 aan de genoemde eindkap 27.

Zoals is weergegeven in fig.2 en 3 roteert de axiale ! waaier 11 binnen het stroomafwaartse einde van eenvaste kap .

28. De roteerbare verstuiver 10 steekt vrij van het .- stroomafwaartse einde van de kap 28 uit. De kap kan zijn ge- · 20 vormd van metaal of kunststof, bijvoorbeeld met glasvezel versterkte kunststof.

Bij het gebruik wordt de eenheid bestaande uit de waaier 11 en de verstuiver 10 geroteerd en wordt de te versproeien vloeistof onder druk toegevoerd aan het inwendige van de 25 spil 12. De vloeistof onder druk stroomt radiaal naar buiten ; door de openingen 16 in de spil en wordt opgevangen en verbroken tot druppels door de schoepen 24 voordat de ; vloeistof de diffusorbuis 23 passeert. De druppels blijven : radiaal naar buiten bewegen en gaan door de verstuivings-• ·’ * . - r .

, 30 cilinder 25 van metaalgaas waarbij zij verder worden ver- j broken tot zeer fijne druppels. Wanneer de druppels door de \ _ .

gaascilinder 25 naar buiten bewegen worden zij meegenomen door de luchtstroom van de axiale waaier 11, welke stroom wordt bestuurd en gericht door de kap 28, en de druppels , 35 worden als een fijne nevel verdeeld over het oppervlak waarop de eenheid wordt gericht. De combinatie van de speciale plaatsing van de verstuiver en van de bestuurde luchtstroom doet zeer kleine volumina vloeistof verdelen over een zeer i 9r°ot oppervlak en wel op bestuurde wijze, waarbij de verde- j 8202313 J1402ZLC ... .

- 5 - ling wordt bestuurd door de druk van de vloeistof en de spoedhoek van de axiale waaier 11.

Zoals het beste blijkt uit fig.2 is een riemschijf 42 gekoppeld met de naaf 17 van de axiale waaier en wordt ge-5 dreven door een aandrijfriem 31 van een riemschijf 43 af.

De riemschijf 43 kan worden gedreven door de uitgaande as van een verbrandingsmotor of, zoals weergegeven'in fig.2 en 3, kan deze riemschijf zijn gekoppeld met de uitgaande as van een hydromotor 44. De hydromotor 44 wordt op bekende' 10 wijze gedreven door hydraulische vloeistof onder druk die stroomt door buigzame leidingen. De hydraulische vloeistof kan onder druk worden gebracht met een draagbare, door een krachtbron gedreven vloeistofpomp.

Bij een andere uitvoeringsvorra, die niet is weergegeven, 15 wordt de verstuiver gedreven door een pneumatische motor . waaraan druklucht wordt toegevoerd met een willekeurige bekende draagbare luchtpomp. -

De genoemde steunstang 13, die de verstuivereenheid en de'kap 28 draagt, is verbonden met een ondersteuning door 20 steunstangen 45. De einden van de montagestang 13 zijn verbonden met de steunstangen 45 door middel van instelbare klemschroeven 46 zodat de montagestang 13 en dus ook de kap en de verstuivereenheid kunnen worden gezwenkt ten opzichte van de steunstangen 45 door het losnemen van de klemschroeven 25 46, het verstellen van de stand van de verstuiver en de kap , en het daarna weer aandraaien van de klemschroeven. Deze constructie is mogelijk met een hydraulische of pneumatische ; ; motor daar deze motor kan zwenken tezamen met de verstuiver- \ eenheid door de buigzaaraheid van de leidingen die de hydrau- i : ; 30 lische vloeistof of de druklucht toevoeren aan de motor.

: Deze zwenkconstruetie maakt het mogelijk de hoek van de kap ’ en de verstuivereenheid in te stellen ten opzichte van de ondersteuning op een wijze die gewenst wordt. !

De aan de hand van fig.l beschreven verstuivereenheid 35 kan op veel manieren worden toegepast en ook worden gebruikt ; in een op een voertuig gemonteerde sproeirinrichting of in andere grote transporteerbare sproei-installaties of op een vliegtuig.

'_______ In het geval waarin een aantal verstuivers zijn gemonteerd' 820 2 3 13 · c C* - 6 - op een voertuig, bijvoorbeeld op een sproeibalk van een trek-ker, wordt hydraulische vloeistof of druklucht toegevoerd t aan de hydromotcren of pneumatische motoren van de verstui-vers van een enkele op het voertuig gemonteerde pomp.

5 De roteerbare eenheid bestaande uit de axiale waaier 11 en de verstuiver 10 kan ook worden gebruikt in situaties waar een luchtstroom afzonderlijk wordt verschaft, waarbij de kap wordt weggelaten en de axiale waaier in dat geval alleen dient als turbine die wordt aangedreven door de luchtstroom 10 voor het roteren': van de verstuiver.

Doordat schoepen met verstelbare speed zijn aangebracht kunnen deze worden ingesteld op de optimale spoedhoek voor ! dit gebruik. Bijvoorbeeld kan de roteerbare eenheid zijn gemonteerd aan de gebruikelijke sproeibalk van een vliegtuig 15 voor gewasbesproeiing, zodanig dat de axiale waaier roteert : in de volgstroom van het vliegtuig en deze volgstroom ook de nevel van druppels verdeelt, die worden afgegeven door de roterende verstuiver. De roteerbare eenheid kan ook worden gebruikt voor het aanpassen van een gebruikelijke, met lucht-20 stroom werkende boomgaardbesproeier, aan het sproeien van kleine hoeveelheden door het monteren van de eenheid in de i . luchtstroom van de sproeier zodat ook hier weer de axiale waaier dient als turbine voor het aandrijven van de verstuiver en de luchtstroom tevens dient voor het verdelen .25 van de druppels van de roterende verstuiver.

Bij de boven beschreven uitvoeringsvormen heeft het roterende verdeelelement van de verstuiver de vorm van een • cilindrisch draadgaas. Het is echter duidelijk dat ook andere vormen van roterende elementen kunnen worden toegepast.

30 De draadgaascilinder kan dan worden vervangen door een willekeurig andere vorm van-een ciUnder met openingen.

Bijvoorbeeld kan de cilinder zijn gevormd van schuimmetaal dat een labyrinthbaan verschaft voor de vloeistof wanneer deze naar buiten stroomt onder invloed van de centrifugaal-35 kracht uit de centrale spil. Roterende verstuivers van deze constructie zijn beschreven in het Britse octrooischrift 1.486.427. Het is ook raogelijk dat de verstuiver een aantal op axiale afstand liggende roteerbare schijven heeft, ! waarbij de vloeistof naar buiten stroomt over de oppervlakkenj . ^ _______________________ * 82 0 2 3 1 3 vt**0t2l.C ; - 7 - van deze gchijven en als fijne druppels wordt verdeeld aan de buitenoiatrek van deze schijven.

! i t i l j . j ί i r ; ί i ’ - t

‘ I I

. i ! • i r i i t ! } - -i j i i — 1 “......8 2 0Γ2 3T3 “ 7¾ ;.:;s ... ..

' . y-..-.-. i·’ * - _ . -.TVfti5»··»* *>.*.-*» ·»-“- ^ t'i?··

Claims (8)

1. Sproei-inrichting met een roteerbare verstuiver en een daarmee gekappelde axiale waaier, die tezamen een roteerbare eenheid vcrmen, waarbij de verstuiver bestaat uit een buisvormige spil voor het opnemen van een te ver- 5 stuiven vloeistof, en een holle van openingen voorziene verstuivingscilinder roteerbaar is aangebracht rond de spil, ; waarbij organen zijn aangebracht om de vloeistof naar buiten te laten stromen van de buisvormige spil door de . verstuivingscilinder, met het kenmerk, dat een of meer 10 schoepen (24) zijn gemonteerd binneh de van openingen voorziene cilinder (25) radiaal buiten de buisvormige spil (12) en roteerbaar zijn tezamen met de cilinder zodanig dat zij de vloeistofstroom opvangen en aanvankelijk verbreken wan-neer deze naar buiten stroomt van de spil naar de van *5 openingen voorziene cilinder. : '

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aantal langwerpige schoepen (24) op onderlinge afstanden . zijn aangebracht rond de rotatiehartlijn van de van openingen i voorziene cilinder (25) en evenwijdig daarmee verlopen. 20'

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elke schoep (24) in een in hoofdzaak radiaal vlak ten opzichte van de van openingen voorziene cilinder (25) ligt.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat drie schoepen (24) op gelijke afstanden zijn aange- > 25| bracht rond de rotatiehartlijn van de cilinder (25). j

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, ; , met het kenmerk, dat de roteerbare verstuiver een geperforeer- de diffusorbuis (23) heeft, die coaxiaal is aangebracht ϊ ’ . ’ \ . tussen de buisvormige spil (12) en de van openingen voorziene 30. cilinder (25). j .v

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat ; ί de schoepen (24) zijn gelegen nabij het binnenvlak van de ' diffusorbuis (23).

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat organen (44) zijn aangebracht voor het drijven van de roteerbare eenheid (10, 11). i

— 8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, da/t_j 8202313 0M022LC ... de axiale waaier (11) is gelegen binnen een kap (2S) die § aerodynamisch is gevcrmd voor het besturen van de door de I waaier veroorzaakte luchtstroom. r ______ L : ! .1 j c : .... : -: _ . * .- : i I ' } - i : *-t i . t ί Λ . t ’ r — I..·.'· ; 8 2 0 2 3 1 3 ........... : . ; at^jriLC ’ . * v . -