NL8202226A - Tomatenhaspel. - Google Patents

Description

Μ 4 -1- 4*

Ibmatenhaspel.

De uitvinding heeft betrekking op een tomatenhaspel, bestaand uit een van flenzen voorziene haspel voor het op-wikkelen van tcmatentouw of soortgelijk materiaal waar een tomatenplant tegenop kan groeien, welke haspel draaibaar 5 is gemonteerd qp een haspelhouder die zodanig is gevormd dat de tcmatenhaspel verschuifbaar kan worden aangebracht op een staaldraad of soortgelijk onderdeel dat qp een bepaalds hoogte boven de tomatenplant is gespannen.

Ban dergelijke tcmatenhaspel is bekend uit het Europese 10 octrooischrift 0001703. Bij deze bekende tcmatenhaspel kan de haspel draaien cm een hartlijn die samenvalt met de hartlijn van de haspelhouder. De haspel is bovendien verschuifbaar over de haspelhouder: in de naar onderen geschoven stand kan de haspel niet roteren en vindt gelijk zowel een vergrendeling 15 van het tcmatentouw als cp de staaldraad plaats, in de naar · boven geschoven stand kan touw uit de haspel worden getrokken.

Dit houdt in dat sprake is van een vrij omslachtig ontgrendelen en grendelen; men heeft er inters beide handen voor nodig, hetgeen betekent, dat men de beschikking zal moeten hébben 20 over een ladder, omdat de staaldraden zich gewoonlijk op een hoogte van ongeveer drie meter uitstrekken.

De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering teweeg te brengen. Volgens de uitvinding is dat bereikt, doordat de rotatieas van de haspel in hoofdzaak loodrecht staat 25 cp een lijf gedeelte van een T-vormige haspelhouder, en doordat het horizontale, gedeelte van de T-vormige haspelhouder aan de van de haspel af gekeerde zijde is voorzien van neerwaarts gerichte vingers.

Mat dat wezen van de. uitvinding is het mogeli jk om 30 het ontgrendelen en vergrendelen slechts met éen hand uit te voeren, namelijk door de tcmatenhaspel cm de staaldraad te laten roteren, hetgeen zelfs met een stek. zou kunnen worden gedaan, zodat geen ladder voor het uitvoeren van deze handeling 8202226 -2- i nodig is. Dat is zeer belangrijk, want in een kas met een 2 oppervlakte van 10.000 m kunnen wel ongeveer 25.000 tomatenplanten staan en die beschikken alle over een eigen tamaten-haspel.

5 Om één en ander goed in de praktijk te kunnen laten werken moeten het Jrmatentouw qp een speciale manier rond de haspelhouder worden geslagen en volgens de uitvinding is dat mogelijk, met het kenmerk dat uit het lijf gedeelte een evenwijdig aan de haspelhouder lopende haak steekt die van een 10 geleidingsnck. is voorzien.

Her verdere verbetering van het zojuist genoemde rond de haspelhouder slaan van het touw kan nog zijn bepaald, dat uit het lijf gedeelte een loodrecht op de haspelhouder staande nek steekt die grenst aan de haak en van de haspel af is 15 gericht.

Om het van de staaldraad Iepen van de tomatenhaspel zoveel mogelijk te vermijden, wordt volgens de uitvinding nog voorgeschreven, dat de neerwaarts gerichte vingers van de haspelhouder een door een nek begrensde uitsparing hebben.

20 De samenwerking tussen de haspel en de haspelhouder geschiedt bij voorkeur volgens de maatregel dat het lijf gedeelte vanv de haspelhouder is aangesloten qp een ronde schijf die een omgezette rand heeft die rond een van de haspelflenzen past en voorzien is van een aantal opsluitlippen voor het draai-25 baar opsluiten van de haspel.

Om de haspel ten opzichte van de haspelhouder te centreren wordt voorgeschreven, dat uit de schijf een bus? steekt die past in de boring van de haspel. De bus kan zich voortzetten in drie van verhogingen voorziene remlippen om de 30 rotatie wat af te remmen.

Om de samenwerking tussen de haspel en de haspelhouder ook weer te, kunnen qpheffen kan gebruik worden gemaakt yan de maatregel, dat in da schijf een excentrisch gat is aangebracht om de haspel buiten samenwerking met de opsluitlippen te kunnen 35 brengen.

8202226 ,ΐ -t -3-

Indien de haspel voorzien is van een touwknevel, bestaat deze volgens de uitvinding bij voorkeur uit een op één der flenzen aangebrachte knevelbus met wigvontdge inkeping.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht 5 aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een tomatenhaspel volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening tooit:

Elg. 1 in perspectief een op een staaldraad hangende tonatenhaspel, 10 fig. 2 hetzelfde als in fig. 1 doch dan in de gekantelde toestand waarin touw gevierd kan worden, en fig. 3 in perspectief naast elkaar de haspelhouder en da haspel teneinde de samenwerking daarvan te kunnen toelichten.

De in te tekening weergegeven tomatenhaspel bestaat in 15 hoofdzaak uit een van flenzen len2 voazene haspel 3, waarop ongeveer tien meter vijfdradds tcmatentouw 4 kan worden gewikkeld, en een T-vormige haspelhouder 5 die kan schuiven over een staaldraad 6 die boven de tomatenplant is gespannen.

Tomatenplanten worden doorgaans cp 60 cm onderlinge 20 afstand geboot. Boven de planten is cp * drie. meterJioogteude staaldraad· gespannen. Aan deze draad wordt boven iedere plant te tomatenhaspel gehangan. Van iedere!'haspel wordt een gedeelte ad. ± drie meter van het touw afgewikkeld en het uiteinde wordt rond he§ hog kleine plantje geknoopt. Iedere week wordt 25 te gloeiende plant "gediefd" en "ingewikkéld". ïhwikkelen wil in dit verband zeggen dat het touw een aantal malen rond te hoofdlood wordt gedraaid. Na verloop van tijd is te plant op ongeveer drie meter omhoog gegroeid tot vlakbij te. haspel.

Na de eerste oogst van te tomaten (onderaan te plant!., wordt 30 het touw een slag van te haspel af gewikkeld en wordt te- toraatenha^eL een stuk over te staaldraad opgeschoven. De plant zakt daardoor iets naar beneden en te hoger gelegen tomatentrossen kunnen de eerste te beste keer weer op ongeveer gelijke hoogte worden geplukt.

35 Het zojuist genoemde afwikkelen vindt op een zeer bij zondere. wijze plaats, namelijk door te tomatenhaspel met te 8202226 * * -4- hand 7 (fig. 2) of qp andere wijze, bijvoorbeeld met een stek, rond de staaldraad te kantelen. Indien het tamatentouw op de in fig. 1 weergegeven wijze rond een lijf gedeelte 8 van de T-vormige haspelhouder 5 is geslagen, is het touw vergrendeld.

5 Die vergrendeling is niet meer aanwezig in de in fig. 2 getekende stand en dus kan het tamatentouw over de gewenste afstand worden gevierd door er eenvoudig aan te trekken.

Om dit goed te laten werken is bij voorkeur zijdelings van het lijf gedeelte 8 een haak 9 net een geleidingsnok 10 aan-10 gebracht. In die haak 9 beknijpt het touw zichzelf waardoor qp het touw een grote neerwaarts gerichte kracht kan worden uitgeoefend zonder dat daarbij de haspel 3 wordt afgewikkeld.

Aan de van de haspel af gekeerde zijde van het lijf gedeelte kan nabij de haak ook nog een (niet weergegevenl nek zijn 15 aangebracht voor het waarborgen van een betere geleiding van het tamatentouw tijdens het afwikkelen.

Het lijf gedeelte 8 van de haspelhouder 5 is aan de bovenzijde aangesloten op een horizontaal gedeelte 11 dat aan zijn uiteinden zodanig van vingers 12 is voorzien dat 20 het mogelijk is cm de haspelhouder aan de horizontale staaldraad 6 te hangen.

De vingers 12 van het horizontale gedeelte 11 van de haspelhouder zijn voorzien van een nek 13 (fig. 31, waarmee voorkomen kan worden dat door plotseling bewegen 25 van de staaldraad de tanatenhaspel van genoemde staaldraad afschiet. De dimensienering van de uitsparing 14 (fig, 31 is zodanig af gestemd op de dikte van de staaldraad 6, dat zijdelings wegschuiven wordt bemoeilijkt.

De haspel 3 en de haspelhouder 5 werken qp de in fig.

30 3 weergegeven wijze met elkaar samen. Het lijf gedeelte 8 van de haspelhouder 5 is aan zijn onderzijde aangesloten qp een rende schijf 15 waarop een rond de haspelflens 2 passende rand 16 is aangebracht. Deze rand 16 heeft een drietal qpsluitlippen 17 die bij het plaatsen van de haspel over de flens 2 klikken.

35 Om de. haspel 3 bijvoorbeeld voor het cpwikkelen van touw aan het begin van het kweekseizoen gemakkelijk van de haspelhouder 5 8202226 „ - · -5- te kunnen, scheiden, is in de schijf 15 een gat 18 aangebracht dat voldoende groot is om een menselijke vinger door te laten.

De haspel 3 heeft een boring 19 die past over een zich op de schijf 15 bevindende bus 20. Die bus zet zich 5 voort in drie van verhogingen 21 voorziene remlippen 22 die in de samengebouwde toestand tegen de boring 19 van de haspel wrijven en deze daardoor enigszins af remmen. Indien dat bij uitvoering in kunststof nodig is, kan de bus 20 nog net een aantal verstevigingsribben 23 zijn uitgerust. Andere 10 details die een gevolg zijn van een eventuele uitvoering in kunststof zijn de omgezette randen van het lijf gedeelte 8, waarin nog een gat 24 kar! .zijn uitgespaard.

De haspel 3 heeft bij voorkeur een touwknayel die bestaat uit een cp flens 1 aangebrachte knevelbus 25 met een zodanige 15 lengte dat erxin een wigvormige inkeping aanwezig kan zijn voor het opnemen van touw, precies achter een daarin gemaakte knoop 26.

Hst vrije einde van het touw kan voorafgaande aai gebruik in een in de buitenomtrek van de flens 1 aangebrachte 20 knevel 27 worden vastgezet.

Mat de hierboven beschreven tomatenhaspel kan als volgt worden gekerkt.

De tcmatenhaspel wordt over de cp ongeveer drie meter hoog te hangen staaldraad 6 gehangen. Hat touweinde wordt 25 uit knevel 27 gencrnen en over nek 10 in de haak 9 geleid.

Het is nu mogelijk het touweinde vrij af te wikkelen en naar het tomatenplant je op de grond te brengen. Rond de hoofdloot dicht bij de grend wordt het touw geknoopt.

Vervolgens wordt het touw rond het lijf gedeelte 8 30 geslagen en weer over nek 10 in de haak 9 geleid. In haak 9 beknijpt het touw zichzelf waardoor het mogelijk is een grote naar beneden gerichte trekkracht via het touw uit te oefenen (gewicht van de tomaten], zonder dat daarbij de haspel wordt af gewikkeld.

35 Door nu met de hand de tcmatenhaspel ongeveer 90Q ten 8202226 -6- opzichte van de vertikaal onhoog te duwen, aan de achterzijde van schijf 15, wordt de touwbeknijping opgeheven en· , door het gewicht van de tcsnatenplant zal de haspel af gewikkeld worden. Het cplichten van schijf 15 vergt wéinig kracht in verband 5 met de hefboorwerking, waarbij men met de hand tegen ongeveer het midden van de schijf 15 drukt om het touw in de haak 9 cm de staaldraad 6 te laten roteren. De beknijping kamt weer tot stand door schijf 15 te laten zakken.

Indien op de beschreven wijze het gehele touw is afge-10 wikkeld, zorgt de touwknevel 25 aan de haspel er voor dat het touwbegin onder alle omstandigheden aan de haspel 3 gefixeerd blijft. Is het groeiproces van de tomaten beëindigd, dan kan de plant met touw eenvoudig van de haspel 3 worden losgenomen door de knoop 26 uit de touwknevel 25 te trekken.

15 Binnen het kader van de conclusies vallen ock andere uitvoeringsvormen dan in de tekening is weergegeven.

\ 8202226

Claims (10)

1. Tanatenhaspel bestaande uit een van flenzen voorziene haspel voor het cpwikkelen van tcmatentouw of soortgelijk materiaal waar een tomatenplant of andere langs een touw cmhooggroaiende plant tegenop kan groeien, 5 welke haspel draaibaar is gemonteerd cp een haspelhouder die zodanig is gevormd dat de tomatenhaspel verschuifbaar kan worden aangebracht cp een staaldraad of soortgelijk onderdeel dat cp een bepaalde hoogte boven de tomatenplant is gespannen, met het kenmerk, dat da rotatieas van de haspel (3) in hoofdzaak 10 loodrecht staat qp een lijf gedeelte (8) van een T-vormige haspelhouder (5), en dat het horizontale gedeelte (11) van de T-vonnige haspelhouder aan de van de haspel afgekeerde zijde is voorzien van neerwaarts gerichte vingers (12).

2. Tanatenhaspel volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat uit het lijf gedeelte (8) een evenwijdig aan de haspelhouder lopende haak (9) steekt die van een geleidingsnok (10) is voorzien.

3. Haspelhouder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat uit het lijf gedeelte een loodrecht cp de haspelhouder staan- 20 de nek steekt die grenst aan de haak en van de haspel af is gericht.

4. Haspelhouder volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de neerwaarts gerichte vingers (12) van de haspelhouder «foor een nok (13) begrensde uitsparing (14) 25 hebben.

5. Tanatenhaspel volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het lijfgedeelte van de haspelhouder is aangesloten qp een ronde schijf (15) die een omgezette rand (16) heeft die rond één van de haspelflenzen (2). past en voorzien is van een 30 aantal cpsluitlippen (17) voor het draaibaar opsluiten van de haspel.

6. Tanatenhaspel volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat uit de schijf (.15) een bus (20) steekt die past in de boring (19) van de haspel (3). 8202226 ' V -8-

7. Tomatenhaspel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bus zich voortzet in drie van verhogingen (21) voorziene remlippen (22).

8. Tomatenhaspel volgens één der conclusies 5-7, met het 5 kenmerk, dat in de schijf (15) een excentrisch gat (18) is aangebracht on de haspel buiten samenwerking met de cpsluitlip-pen (17) te kunnen brengen.

9. Tomatenhaspel volgens een der conclusies 1-8, waarbij de haspel voorzien is van een touwknevel, met het kenmerk, 10 dat de touwknevel bestaat uit een op één. der flenzen aangebrachte knevelbus (25) met wigvormige inkeping.

10. Tomatenhaspel zoals weergegeven in de tekening en/of bespreken aan da hand daarvan. 8202226