NL1010158C2 - Inrichting voor het langs een draad leiden van een gewas. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET LANGS EEN DRAAD LEIDEN VAN EEN GEWAS

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het langs een draad leiden van een gewas, welke inrich-5 ting een draaglichaam voor de draad omvat.

Een dergelijke inrichting is bekend onder de naam hoge draadhaak, hoge draadhaspel of tomatenhaspel en wordt toegepast bij de teelt van gewassen, zoals courgettes, paprika's, pompoenen, komkommers, augurken, tomaten en 10 dergelijke. Voorbeelden van dergelijke bekende inrichtingen zijn te vinden in het vakblad "Groenten en Fruit" van 14 augustus, 1998, pag. 4-6.

Uit het als meest nabij gelegen stand van de techniek genomen NL-C-1001718 is een in de aanhef genoemde inrichting 15 bekend, welke bekende inrichting is voorzien van een haspel met een geremde spoel als draaglichaam voor de vanaf de inrichting afhangende draad, waarbij aan het gewas de gelegenheid wordt geboden om daarlangs te groeien. De bekende inrichting is voorzien van een met de haspel draaibaar gekoppeld, in 20 het draaglichaam van de inrichting gelagerd, loopwiel, waarbij de inrichting voorts is voorzien van een vergrendelingsmiddel in de vorm van een trommelrem-mechanisme voor het ten opzichte van het draaglichaam vergrendelen van het loopwiel, dat in staat is om in vrijgegeven toestand van het vergrendelingsmid-25 del over een veelal horizontaal gespannen leidraad te lopen.

Nadeel van de bekende inrichting is dat deze tamelijk volumineus is en derhalve naar verhouding veel licht wegneemt voor de op de grond groeiende gewassen. Voorts vindt het vrijgeven van het trommelrem-mechanisme, met name op den duur 30 plaats met schokken, welke de groei remmen en als gevolg waarvan de vruchten op de grond vallen. Bovendien is de bekende inrichting naar verhouding kostbaar.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel om een verbeterde inrichting te verschaffen welke tegen een lagere 35 kostprijs te vervaardigen is, weinig schaduw werpt op de gewassen, en toch eenvoudig langs een leidraad te verplaatsen is.

Daartoe bezit de inrichting overeenkomstig de uitvinding het kenmerkt dat deze een in hoofdzaak U-vormig, om het draag- 10 10158 2 lichaam klemmend, draadgeleidend element omvat.

Het voordeel van de inrichting overeenkomstig de uitvinding is dat deze eenvoudig is, weinig weegt, daar deze niet is voorzien van lagers of een trommelrem-mechanisme, weinig 5 onderdelen bevat, en derhalve weinig licht wegneemt, en eenvoudig te produceren en te assembleren is. Bovendien is een eenvoudige en schokvrije bediening mogelijk voor het opheffen van de klemkracht, waarmee het U-vormige draadgeleidende element om het draaglichaam grijpt. Verplaatsing van de inrich-10 ting overeenkomstig de uitvinding over een horizontale leidraad is eenvoudig, doordat een van de poten van het U-vormige element weg wordt gedrukt, als gevolg waarvan de klemkracht geleidelijk aan afneemt en een soepele verplaatsing langs de leidraad het gevolg is.

15 Een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat het U-vormige element twee poten heeft, waarom de draad is geslagen.

Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat de draad die om de poten is geslagen afgezien van het U-vormige element 20 zelf, een additionele klemkracht uitoefent, als gevolg waarvan het ongewenst langs de leidraad bewegen van de inrichting wordt voorkomen.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat de poten van tenmin-2 5 ste een knik zijn voorzien, waar de draad langs loopt. Deze knikken fixeren de positie langs de poten, waar trekkracht in de draad wordt omgezet in een kracht die de poten naar elkaar toe trekt.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkom-30 stig de uitvinding heeft het kenmerk, dat de plaats van de tenminste ene knik in de poot/poten, zodanig is dat de trekkracht in de daarlangs lopende draad de poten met een gewenste kracht naar elkaar toe trekt.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting over-35 eenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat tenminste een van de beide poten van een haakvormig uiteinde is voorzien, waar de draad langs loopt, hetgeen tot gevolg heeft dat een 1010158 3 ongewenst draaien van het U-vormige element om het draagli-chaam, als door een gewas aan een draad wordt getrokken, wordt tegengegaan.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting over-5 eenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat het draagli-chaam van een omtreksgroef is voorzien, waarin het U-vormige element aanligt. Van voordeel is dat de omtreksgroef de stevigheid, de afmeting en vorm heeft die kan worden toegesneden op de klemkracht die via de draad waarlangs het gewas groeit, 10 het U-vormige element op het draaglichaam klemt.

In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de inrichting overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat deze een draad-groef heeft voor het vormen van een voorraad van de draad. Hierbij fungeert de draadgroef als haspel voor het daarop 15 wikkelen van de draad. Nog een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerkt dat het draaglichaam een loopwielgroef heeft voor het aan een nagenoeg horizontale leidraad hangen van de inrichting. De loopwielgroef maakt na het handmatig opheffen van de klem-20 kracht die het U-vormige element uitoefent op het draaglichaam, eenvoudig verplaatsen van de inrichting langs de leidraad mogelijk.

Thans zal de onderhavige uitvinding, tezamen met de 25 verdere voordelen en aan de hand van de bijgaande tekening, waarin overeenkomstige in de verschillende Figuren aangeduide onderdelen van de dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien, nader worden toegelicht.

Daarbij toont: 30 Figuur 1 een vooraanzicht van een voorkeursuitvoerings vorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding; en

Figuur 2 een zijaanzicht van de inrichting van Figuur 1.

De Figuren 1 en 2 tonen respectievelijk een voor- en rechter-35 zijaanzicht van een inrichting 1, welke is voorzien van een draaglichaam 2, waaromheen een U-vormig draadgeleidend element 3 klemt. In de weergegeven uitvoeringsvorm is het draaglichaam 1 n 1 n 1 ς a 4 2 voorzien van een omtreksgroef 4, waarin het U-vormige element 3 klemmend aanligt. Weergegeven is dat het draaglichaam 2 tevens is voorzien van een draadgroef 5, waarop draad 6 is gewikkeld. Tevens is weergegeven dat het draaglichaam 2 van de 5 inrichting 1 is voorzien van een loopwielgroef 7, waarmee de inrichting 1 over een veelal horizontaal in een kas gespannen leidraad 8 verplaatsbaar is. Het U-vormige draadgeleidende element 3 heeft twee poten 9 en 10, waarin hier elk een vervorming in de vorm van een weergegeven knik 11 is 10 aangebracht. De voorraad draad in de draadgroef 5 wordt uit de draadgroef geleid en om, de in dit geval twee knikken 11 geleid, waarna de draad nagenoeg verticaal naar de grond toe afhangt, terwijl deze door een haakvormig uiteinde 12 is gehaald. In deze toestand krijgen de gewassen op de grond de 15 gelegenheid om langs de draad 6 omhoog te groeien. Als het moment gekomen is waarop de top van de plant een gewenste hoogte langs de draad heeft bereikt, wordt op schematisch in Figuur 1 aangegeven wijze in de richting van de pijl naar links handmatig een kracht op poot 9 uitgeoefend, als gevolg 20 waarvan de klemkracht, waarmee het U-vormige element 3 om het draaglichaam 2 klemt zodanig wordt opgeheven dat de inrichting 1 in Figuur 1 naar links over de leidraad 8 zal gaan rollen. Op het moment dat geen drukkracht meer op poot 9 wordt uitgeoefend stopt deze beweging, waarbij gedurende de beweging 25 draad zal zijn afgewikkeld uit de voorraad draad in de draadgroef 5. Op deze wijze is de top van het gewas op geringere hoogte gekomen en krijgt opnieuw de gelegenheid om aan te groeien, terwijl het onderste gedeelte van het gewas op de grond ligt.

30 In de in de tekening weergegeven zeer eenvoudige uitvoe ringsvorm van de inrichting 1 omvat de inrichting slechts twee onderdelen, te weten het draaglichaam 2 en het klemmend daar om aangebrachte U-vormige element 3. In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm zijn de draadgroef 5, de loopwielgroef 4 35 en de omtreksgroef 7 gecombineerd tot een rotatiesymmetrisch draaglichaam 2, dat bij voorkeur integraal is vervaardigd uit een kunststof zoals polypropyleen, polystyreen of bijvoorbeeld 101015 8 5 polyetheen. Het U-vormige element 3 is bij voorkeur uit verend staal, in het bijzonder bij voorkeur gegalvaniseerd verenstaal vervaardigd, opdat met de gekozen kunststof van het draaglichaam 2 een doelmatige wrijvingskracht in de omtreks-5 groef 4 teweeg brengt. Door de aanwezigheid of de positie van de knikken 11 in een of meer van de poten 9 en 10 te variëren kan de door de spankracht in de draad 6 teweeg gebrachte kracht, waarmee de poten 9 en 10 naar elkaar toe worden gebracht worden gedoseerd. De in Figuur 2 aangegegeven hoek a in 10 de omtreksgroef 7 is zodanig gekozen, dat het draaglichaam 2 goed aanligt op de leidraad 8 en daar niet ongewenst over kan glijden.

1010158

Claims (10)

1. Inrichting voor het langs een draad leiden van een 5 gewas, welke inrichting een draaglichaam voor de draad omvat, met het kenmerk dat de inrichting een in hoofdzaak U-vormig, om het draaglichaam klemmend, draadgeleidend element omvat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat 10 het U-vormige element twee poten heeft, waarom de draad is geslagen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de poten van tenminste een of meer knikken zijn voorzien, 15 waarlangs de draad loopt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de plaats(en) van de tenminste ene knik in de poot/poten zodanig is, dat trekkracht in de daarlangs lopende draad de poten naar 20 elkaar toe trekt.

5. Inrichting volgens een van de conclusies 2-4, met het kenmerk dat tenminste een van de beide poten van het U-vormige element van een haaks uiteinde zijn voorzien. - 25

6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat het draaglichaam een omtreksgroef heeft, waarin het U-vormige element aanligt.

7. Inrichting volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk dat het draaglichaam een draadgroef heeft voor het vormen van een voorraad van de draad.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 1-7, met het 35 kenmerk dat het draaglichaam een loopwielgroef heeft voor het aan een nagenoeg horizontale leidraad hangen van de inrichting. 10 10158

9. Inrichting volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk dat het draaglichaam, bij voorkeur integraal, uit een kunststof, zoals polypropyleen, polystyreen, polyetheen is vervaardigd. 5

10. Inrichting volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat het U-vormige element uit verend staal, bij voorkeur gegalvaniseerd verenstaal, is vervaardigd. 1010158