NL8202161A - Proces voor het besturen van een met geringe snelheid voortbewegend projectiel; wapensysteem; en projectiel dat door het proces kan worden beinvloed. - Google Patents
Proces voor het besturen van een met geringe snelheid voortbewegend projectiel; wapensysteem; en projectiel dat door het proces kan worden beinvloed. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8202161A NL8202161A NL8202161A NL8202161A NL8202161A NL 8202161 A NL8202161 A NL 8202161A NL 8202161 A NL8202161 A NL 8202161A NL 8202161 A NL8202161 A NL 8202161A NL 8202161 A NL8202161 A NL 8202161A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- projectile
- weapon system
- propulsion
- charge
- tube
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F42—AMMUNITION; BLASTING
- F42B—EXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
- F42B10/00—Means for influencing, e.g. improving, the aerodynamic properties of projectiles or missiles; Arrangements on projectiles or missiles for stabilising, steering, range-reducing, range-increasing or fall-retarding
- F42B10/60—Steering arrangements
- F42B10/66—Steering by varying intensity or direction of thrust
- F42B10/665—Steering by varying intensity or direction of thrust characterised by using a nozzle provided with at least a deflector mounted within the nozzle
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F02—COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
- F02K—JET-PROPULSION PLANTS
- F02K9/00—Rocket-engine plants, i.e. plants carrying both fuel and oxidant therefor; Control thereof
- F02K9/80—Rocket-engine plants, i.e. plants carrying both fuel and oxidant therefor; Control thereof characterised by thrust or thrust vector control
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
Description
. .... _. VO
Betr.: Proces voor het besturen van een met geringe snelheid voortbewegend projectiel; wapensysteem; en projectiel dat door het proces kan worden beïnvloed. __ _ _________ ___ _ _
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een proces voor het besturen van een met geringe snelheid voortbewegend pro j ectiel/een wapensysteem en een projectiel dat door het proces kan worden beïnvloed. De uitvinding is meer in het bijzonder toepasbaar op infanterie-wapensystemen 5 van de als "bepakkings systemen" aangeduide soort, d.w.z. een systeem dat draagbaar is en dat door één man in werking kan worden gesteld. De hierbij behorende projectielen zijn bedoeld voor het uitschakelen van al dan niet beweegbare gronddoelen, zoals meer in het bijzonder voertuigen. De door zulke projectielen mee te voeren ladingen zijn in beginsel militaire la-10 dingen. Dergelijke ladingen die werkzaam zijn tegen nieuwe bepantseringen, bezitten een aanzienlijke massa en een groot caliber. De desbetreffende wapensystemen moeten om te beginnen inzetbaar zijn voor beschieting vanuit'beslot en ruimten (bunkers, schuilkelders, huizen, en dergelijke) met een zeer geringe minimale schootsafstand van enkele tientallen me-15 ters, terwijl in afhankelijkheid van diverse verschillende uitvoeringsvormen de maximale schootsafstanden kunnen worden gekozen vanaf circa 600 tot 700 meter totaan ongeveer 2000 meter.
Het gebruik van anti-voertuiginfanteriewapens voor afstanden van meer dan 300 meter houdt in, dat,nog afgezien van factoren, waardoor af-20 wijkingen worden geïntroduceerd bij het vertrek van het projectiel en waardoor afwijkingen worden geïntroduceerd als gevolg van windeffecten, correcties op de baan van het projectiel moeten worden aangebracht teneinde in het bijzonder rekening te houden met zwaartekrachteffecten en de verplaatsing van het desbetreffende doel. Wegens redenen van ergono-25 mische aard en rekening houdende met massakrachten is het uitgesloten om aan de monding van het desbetreffende wapen snelheden te bereiken van een dusdanige grootte, dat het gewenste traject binnen een tijd met een grootte-orde van seconden wordt afgelegd.
Twee correctiemodi zijn mogelijk: 30 - een open-lusbesturingscorrectie, welke erop neerkomt, dat voorafgaande aan het afvuren enerzijds een correctie voor het gewicht wordt ingevoerd en anderzijds de beweging wordt gemeten waarmede het doel zich voortbeweegt, en waarbij een correctie-programma wordt ontwikkeld, dat voorafgaande aan het afvuren 35 moet worden uitgewerkt eiy'^et wapen moet worden ingevoerd. Een 82 o 21 - 2 - dergelijk proces betekent, dat tijdens de afvuurvoorbereiding de kenmerken van de voortbeweging van het doel moeten worden gemeten, en dat tijdens de duur van de vlucht van het projectiel deze kenmerken niet noemenswaardig kunnen worden gevarieerd; 5. - een gesloten-luscorrectie, waarbij het systeem erop is gericht om afwijkingen, die het projectiel ondergaat ten opzichte van de denkbeeldige as tussen de afvoerpositie en het doel te elimineren totaan het einde van de vlucht.
De door een open-lusbesturing gegeven correctie is slechts over 10 een zeer korte duur van de vlucht werkzaam aangezien daarna de beweging van het doel wordt geëxtrapoleerd, hetgeen ondermeer betekent, dat het projectiel een aanzienlijke aanvangssnelheid heeft teneinde windeffecten zo goed mogelijk te elimineren.
De door een gesloten-lusbesturing gegeven correctie is slechts 15 compatibel met een projectiel dat zich met een geringe beginsnelheid voortbeweegt.
Gewoonlijk wordt gebruik gemaakt van een aanzienlijke beginsnelheid teneinde een voldoende aërodynamische manoeuvreerbaarheid van het projectiel aan de uitgang van de buis te verkrijgen. Ongeacht van welk 20 lanceersysteem (gasgenerator, versneller, enz.) gebruik wordt gemaakt, betekent deze oplossing, dat een aanzienlijke lading aan kruit is vereist, hetgeen een beperking betekent van het nuttige gewicht, alsook bezwaren meebrengt, zoals fluiteffecten, ontvlamming, lawaai, ontsnappend gas, welke bezwaren onverenigbaar zijn met het afvuren vanuit een geslo-25 ten ruimte en met het vereiste, dat het af vuren ongemerkt moet kunnen plaats vinden.
De eigenschap, dat vanuit een beperkte ruimte moet kunnen worden gevuurd, brengt mee het vereiste, dat in eerste aanleg van een geringe kruitlading gebruik moet worden gemaakt. De bijbehorende inrichtingen 30 kunnen van op zichzelf bekende typen zijn, zoals versnellers met ontsteking, uit werp systemen van het type, zoals wordt toegepast in een kanon of een kanon zonder terugslag met een zeer geringe uitwerpsnelheid, enz.
Het bedieningscomfort voor de schutter wordt verbeterd -wanneer 35 het lawaai doeltreffend wordt verzwakt, het afvuren zo onopgemerkt mogelijk plaats vindt en de reactie die het wapen op de schutter uitoefent tot vrijwel nul is teruggebracht; daartegenover staat, dat het projectiel 82 ° 2 11
______________J
- 3 - het wapen met een geringe snelheid verlaat. Zulks betekent., dat de klassieke aërodynamische besturing, waarbij door de wrijving die het projectiel ondervindt, koppels worden veroorzaakt, niet werkzaam.is, aangezien de veroorzaakte aërodynamische krachten te zwak zijn. Slechts wanneer ge-5 bruik wordt gemaakt van een besturing met bekrachtiging, d.w.z. een besturing, waarbij manoeuvreerkrachten die door het zwaartepunt verlopen, werkzaam zijn, is het mogelijk om vanaf het begin van een schot een goede manoeuvreerbaarheid en een snelle reactie van het projectiel te verzekeren, waardoor het dan weer mogelijk is om effecten ten aanzien van ge-10 wicht en van de wied tegen te gaan en doelen die zich op korte afstand voordoen, aan te vallen. Met een dergelijke bekrachtigde besturing is van een werkzame aërodynamische wrijving niet of vrijwel niet sprake maar veeleer speelt hierbij een direkte rol een verplaatsing van het zwaartepunt.
15 In de situatie, waarin een projectiel zich met een geringe snel heid voortbeweegt, kunnen dergelijke manoeuvreerkrachten uitsluitend worden veroorzaakt door voortstuwingsmiddelen. Aangezien voor het in stand houden van een besturing met bekrachtiging noodzakelijk is, dat ervoor wordt gezorgd, dat de manoeuvreerkrachten door het zwaartepunt 20 van het projectiel blijven verlopen, betekent zulks dat het verbruik van de voortstuwingsstof, waardoor deze krachten teweeg worden gebracht,, van belang is, aangezien zulks verband houdt met de massa van het wapen* Bovendien zijn middelen voor het regelen van de centrering moeilijk te realiseren, aangezien de manoeuvreerkracht met een grote mate van nauw-25 keurigheid en gedurende de gehele vlucht door het zraartepunt van het samenstelsel moet verlopen.
Met de onderhavige uitvinding is beoogd aan dit bezwaar tegemoet te komen. Meer in het bijzonder is beoogd een licht wapensysteem beschikbaar te stellen, waarbij projectielen, die zich met een geringe 30 snelheid voortbewegen, op een doeltreffende wijze kunnen worden bestuurd zonder dat het nodig is gebruik te maken van moeilijk te realiseren re-gelmiddelen.
Daartoe is het besturingsproces van een projectiel, dat met een geringe beginsnelheid vanuit een buis wordt gelanceerd, en dat is voor-35 zien van een aandrijfsysteem van de soort, waarbij voor de voortstuwing gebruik wordt gemaakt van een lading brandstof, volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat genoemd voortstuwingssysteem zodanig is ingericht, » ï dat daardoor zovel de axiale stuwdruk, alsvel de manoeuvre er kracht en voor de besturing met bekrachtiging vorden geleverd, waarbij de plaats van het zwaartepunt van het projectiel op de as daarvan, als een functie van de verbranding van de lading voortstuwingsmiddel zodanig verandert, 5 dat bij. het verlaten van de lanceer buis het zwaartepunt zichnbevindt op de lijn waarlangs genoemde manoeuvreerkrachten werkzaam zijn en dat tijdens de vlucht als gevolg van deze verandering aërodynamische reactie- -koppels kunnen ontstaan die manoeuvreerkraehten teweeg brengen die zich voegen bij de krachten, die inherent zijn aan de besturing met bekrach-10 tiging.
Aldus bestaat de onderhavige uitvinding uit een combinatie van een besturing met bekrachtiging van het projectiel vanaf het moment, waarop dit de lanceerbuis verlaat., en een bijzondere uitvoering van de voortstuwingsmiddelen in dit projectiel, waardoor wordt bereikt, dat bij 15' het vertrek van het projectiel, waarbij dit met een geringe beginsnel-heid vertrekt, een zuivere besturing met bekrachtiging werkzaam is, waarna als gevolg van een verplaatsing van het zwaartepunt een gemengde besturing werkzaam is (combinatie van een besturing met bekrachtiging en een aërodynamische besturing) wanneer de vluchtsnelheid in voldoende ma-20 te is toegenomen.
Zoals uit het onderstaande zal blijken biedt het voordeel om een en ander zodanig in te richten, dat gedurende de vlucht het zwaartepunt van het projectiel langs de as daarvan in teruggaande richting verschuift. Een wapensysteem dat is ingericht om het proces volgens de uitvinding ten 25 uitvoer te brengen, omvat bij voorkeur een lanceerbuis en een projectiel, welk projectiel is voorzien van een voortstuwingssysteem en daarvoor dienende besturingsmiddelen, welk wapensysteem daardoor is gekenmerkt, dat het genoemde voortstuwingssysteem omvat enerzijds tenminste één geïntegreerde versneller, waarvan het verbrandingsproces is beëindigd, voordat 30 het projectiel de buis heeft verlaten, en die in staat is om het projectiel aan de uitgang van de buis met een geringe beginsnelheid te doen voortbewegen, en anderzijds tenminste één vluchtvoortstuwingsinrichting, die is voorzien van zijdelingse middelen voor het teweeg brengen van een besturing met bekrachtiging.
35 Het projectiel wordt aldus vanuit zijn buis gelanceerd door de geïntegreerde versneller die werkzaam is om het projectiel een longitudinale versnelling te geven en eventueel werkzaam is om het projectiel in 82 0 2 1 6 *. ï rotatie te brengen, een en ander zonder dat een noemenswaardige reactie op de afvuurplaats ontstaat. Het verbrandingsproces van de lading of van de versnellers -wordt in het. inwendige van de lanceerbuis voltooid en het projectiel verlaat deze lanceerbuis met een longitudinale snelheid met 5 een grootte-orde van 20 mi/s en een eventuele zelfrotatiesnelheid van ongeveer vijf omwentelingen per seconde.
De middelen voor het teweeg brengen van de besturing met bekrachtiging zijn bij voorkeur uitgevoerd in de vorm van zijdelingse vlucht-voortstuwingspijpen.
10 Deze vluchtvoort stuwingspi jpen worden geactiveerd nadat het pro jectiel de buis heeft verlaten. Door hun zijdelingse opstelling is de achterzijde van het projectiel vrij, waardoor dit tijdens de vlucht minder opvallend is, en. waardoor infra-rood, elektromagnetische en dergelijke verbindingenfeventueel tussen de afvuurplaats en het projectiel 15 nodig zijn, eenvoudig tot stand kunnen worden gebracht. De straalpijpen verlopen ten opzichte van. de as van het projectiel onder een hoek, en wel zodanig, dat hun volgens de as van het projectiel gerichte stuwdruk een samengestelde axiale bijdrage levert aan de longitudinale stuwdruk. - -De besturingsmiddelen zijn gevormd .door op zichzelf bekende inrichtingen, 20 die in staat zijn om de stuwstraal af te buigen, zoals beweegbare straalpijpen, afbuigorganen, straalintereeptie-organen, en dergelijke, bijvoorbeeld van de soorten, zoals beschreven in de Franse octrooischriften 1.099.901 en 1.602.885. Bij een andere, bekende inrichting van een betrekkelijk gecompliceerde uitvoering, wordt gebruik gemaakt van een zich bij 25 de uitgang van de straalpijp bevindende beweegbare rok. Als gevolg van de afbuiging van de stuwstraal wordt de voortstuwingsvector, die behoort bij de straalpijp, afgebogen, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de manoeuvreerkracht. De grootte van de door eenvoudige inrichtingen veroorzaakte afwijkingen is betrekkelijk gering en de manoeuvreerkracht is 30 in vergelijking tot de samengestelde axiale voortstuwingsdruk gering.
De bij het vertrek van het projectiel werkzame manoeuvreerkracht moet de zwaartekracht tegenwerken en door deze manoeuvreerkracht wordt een goede manoeuvreerbaarheid van dit projectiel verkregen, hetgeen leidt tot een factor voor de transversale lading, met een grootte-orde van 35 2, hetgeen voor de vluchtvoortstuwing een aanzienlijke samengestelde axiale stuwdruk meebrengt. Het projectiel wordt voortdurend versneld.
De snelheid van het projectiel groeit langs de in zijn geheel 8202161 » % beschouwde voortbewegingsbaanvanaf ongeveer 20 m/s aan de uitgang van de buis, aan,tot een hoge sub-sonische waarde aan het eind van de vlucht. De aan de achterzijde van het projectiel aangebrachte stabilisatoren die bij het vertrek uit de buis kunnen worden uitgezet, verzekeren, 5 zelfs bij een geringe snelheid, een aërodynamische stabiliteit en leveren vervolgens gedurende de faze,. waarin van. een gemengde besturing sprake is, een bijdrage aan het draagvermogen.
De wijze, waarop de door de voortstuwingsmiddelen teweeg gebrachte stuwkracht werkzaam is, kan als functie van de vluchttijd 10 worden geprogrammeerd en wel door het vastleggen van het profiel van de verbranding van de voortstuwingslading, of de aard van het kruit (bijvoorbeeld een blok van een bi-samenstelling). Aldus kan een groter ver-brandingsoppervlak van deze lading aan het begin van de vlucht aan het projectiel een beschikbaarheid geven ten aanzien van de factor van een 15 grotere lading, waardoor het mogelijk is om vanaf het verlaten van. de buis een compensatie te verkrijgen voor de· zwaartekracht en windverking, en waarbij op korte afstand verschijnende, bewegende doelen in aanmerking kunnen worden genomen.
Wanneer voor het overige gedeelte van de vlucht de wijze, waarop 20 de verbranding plaats vindt, optimaal is, is het mogelijk cm voor de voortstuwingslading een minimale massa te gebruiken.
Volgens de uitvinding is met voordeel gebruik gemaakt van de omstandigheid dat het zwaartepunt zich in de loop van de vlucht kan wijzigen, uitgaande van een bij het vertrek vastgelegde positie. Men 25 neemt bijzondere maatregelen betreffende het monteren van de verschillende sub-samenstelsels, die van het projectiel deel uitmaken, en wel zodanig, dat deze verplaatsing van het zwaartepunt, waardoor aërodynamische krachten worden geïnduceerd, zodanig is, dat beoogde prestaties worden verkregen.
30 Meer in het bijzonder is het mogelijk om de tijdens de vlucht werkzame voortstuwingsinrichting aan te brengen aan de voorzijde van het projectiel, waarbij de militaire lading ofwel als een enkele component is aangebracht aan de achterzijde, ofwel is verdeeld in twee of meerdere elementen, die zich ter Ve'erszijden' van de voortstuwingsinrichting bevinden, 35 een en ander zodanig, dat het zwaartepunt van het projectiel tijdens de vlucht (ontballasten)naar achter verschuift, waardoor de gemengde besturende werking ontstaat. Tevens is een dergelijke opstelling van bijzon-8202161 -7 - 4 * der voordeel in verband met de werking van de holle lading (enkelvoud!^P^^^W8|£i of meervoudig) die in het projectiel is aangebracht, in het bijzonder ten aanzien van het vergroten van de effectieve afstand (de afstand tussen de lading en bepantsering op het moment van de explosie).
5 De uitvinding zal in de onderstaande daarvoor niet-limitatieve beschrijving nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekening.
Deze beschrijving heeft betrekking op een wapensysteem voor het op korte afstand bestrijden van voertuigen. In de tekeningen is : fig. 1 een schema ter illustratie van een axiale doorsnede van 10. een wapensysteem volgens de uitvinding met een projectiel, dat zich in zijn lanceerbuis bevindt, in welk systeem bij het vertrek van het projectiel een zuivere besturing met bekrachtiging werkzaam is, waarbij echter het ballastgewicht vermindert in afhankelijkheid van het verdwijnen van verbruikbare produkten, als gevolg van welke vermindering de manoeuveer-15 baarheid van het projectiel tijdens de vlucht door aërodynamische effecten wordt vergroot; fig. 2 een als vergelijking dienend soortgelijk schema ter illu-'' stratie van een zich inflanceerbuis bevindend projectiel, waarbij gedurende de gehele vlucht een zuivere .besturing met. bekrachtiging werkzaam 20 is, waarbij het zwaartepunt, van het projectiel gefixeerd blijft; fig. 3 een eveneens ter vergelijking dienend schema voor een projectiel, waarbij bij het vertrek uit de buis een zuivere besturing met bekrachtiging werkzaam is, waarbij echter de vermindering van het ballastgewicht, die in afhankelijkheid van het verdwijnen van verbruikbare pro-25 dukten ontstaat, uiteindelijk de manoeuvreerbaarheid aan het einde van de vlucht vermindert; fig. h een schema met kromme lijnen, die illustratief zijn voor de wijze· waarop de plaats van het zwaartepunt voor de soorten van projectielen, zoals weergegeven in de voorafgaande figuren 1, 2 en 3, tijdens 30 de vlucht veranderen, waarbij het schema van deze projectielen tekens is aangegeven, en welke kromme lijnen zijn gegeven om een kwalitatieve en niet een kwantitatieve vergelijking mogelijk te maken; fig. 5 een schema met kromme lijnen ter illustratie van de wijze waarop als functie van de tijd de manoeuvreerbaarheid van de in de fig.
35 1, 2 en 3 weergegeven projectielen verandert en waarbij deze projectielen schematisch zijn weergegeven, welke kromme lijnen zijn gegeven om een kwalitatieve en niet een kwantitatieve vergelijking mogelijk te maken; 82 02 1 61 ,^τη - 8 - fig. 6 een schema, met kromme lijnen ter illustratie van de wijze waarop de snelheid en de afgelegde afstand van een projectiel, zoals weergegeven in fig. 1, als functie van de tijd veranderen; fig. 7a een schema ter illustratie, voor een militaire lading 5 van de als., holle lading aangeduide soort, van de invloed van de actie-afstand (a) op de karakteristieke werkzaamheid ten aanzien van het verkregen doordringend vermogen» (b) in een stalen plaat met een zeer grote dikte; fig. 7¾ een schema ter illustratie van de doordringende eigen- 10. schappen, geldend voor projectielen volgens fig. 1 en 3; fig. 8a en 8b schema's ter illustratie van de met de straalpijpen van· het projectiel volgens fig. 1, bij afwezigheid van een besturende werking,, geldende vectoren, respectievelijk gezien in achteraanzicht en in. bovenaanzicht; en 15 fig. 9a, 9b en 9c schema's ter illustratie van de bij aanwezig heid van een besturende werking, geldende utuwvectoren geldende voor de straalpijpen van het projectiel volgens fig. 1, respectievelijk gezien in achteraanzicht,, in bovenaanzicht en in zij -aanzicht.
De in de fig. 1, 2 en 3 weergegeven voor voertuigbestrijding 20 dienende projectielen X, II en III omvatten: a) twee versnellers 1a en 1b die aan de achterzijde zijn aangebracht en die zijn ingericht om het desbetreffende projectiel te brengen op een snelheid aan de uitgang van de lanceerbuis 7 van bijvoorbeeld 20 m/s.
De versnellers 1a en 1b zijn van de soort waarbij gebruik is gemaakt van 25 een verbrandbare lading en de verbranding van deze voortstuwingslading vindt geheel in het inwendige van de lanceerbuis 7 plaats, teneinde de schutter niet te hinderen. Een dergelijke geringe snelheidstoename wordt verkregen door de verbranding van een eveneens geringe massa explosieve stoffen en welke massa is aangepast aan het vereiste, dat vanuit een be-30 sloten ruimte moet kunnen worden gevuurd; b) een vluchtvoortstuwingsinrichting 2, die nadat enige meters vanaf de uitgang van de buis 7 zijn afgelegd, wordt ontstoken teneinde de schutter niet te hinderen en teneinde pas buiten de besloten ruimte werkzaam te zijn. Deze voortstuwingsinrichting 2 omvat twee identieke straalpijpen 35 3a en 3b, die in eenzelfde vlak zijn bevestigd en met betrekking tot de longitudinale as L-L van het desbetreffende projectiel symmetrisch zijn opgesteld. De assen van deze straalpijpen 3a en 3b snijden elkaar op de - 9 longitudinale as van, het desbetreffende projectiel, en verlopen ten opzichte van deze as symmetrisch. Bij afwezigheid van enige werkzame besturing (zie fig. 8a en 8b) geldt, dat : - de axiaal gerichte resultante R = + Qg van de stuwkrachten 5 F.J en Fg van de twee straalpijpen 3a en 3b er oorzaak van ij3_ dat het projectiel voortvliegt; — het effect op het projectiel van de componenten en Pg van de stuwkrachten en Fg van de straalpijpen 3a en 3b in het vlak van de straalpijpen, wegens de symmetrie nul is..
10'. Voor elk van de straalpijpen 3a en 3b is in de bekleding van het projectiel een opening 8 aangebracht, via welke gassen kunnen ontsnappen.
Elke straalpijp 3a of 3b is voorzien van een straalinterceptie of straalafbuigingssysteem (van een op zichzelf bekende uitvoering en niet weergegeven), waardoor als een bijdrage aan de besturende werking de 15' stuwstralen van de twee straalpijpen 3a en 3b gelijktijdig en in dezelfde zin kunnen worden afgebogen teneinde aldus een transversale stuwcomponent Μ = + Mg teweeg te brengen, die met betrekking tot het vlak van de twee straalpijpen 3a en 3b orthogonaal is gericht (zie fig. 9a, 9b en 9c).
Door deze transversale stuwcomponent M kan het projectiel worden gema-20 noeuvreerd; c) een militaire lading U van de als holle lading aangeduide soort; d) een apparatuureenheid 5s die in het achterste gedeelte van het projectiel is aangebracht en die de voor geleiding en besturing van dit projectiel benodigde middelen omvat; 25 e) opvouwbare stabilisatorvlakken 6, waardoor de aërodynamische stabiliteit is verzekerd; en f) een opslagbuis 7 die als lanceermiddel dienst doet.
Wanneer het desbetreffende projectiel I, II of III de buis 7 door de werking van de twee voortstuwingsinrichtingen 1a en 1b verlaat, is 30 de verbranding van deze inrichtingen beëindigd en het zwaartepunt G van het projectiel bevindt zich dan in het vlak dat de transversale stuwcomponent M van de door een kruisarcering aangeduide voortstuwingsinrich-ting 2 bevat. Het projectiel wordt dan eenduidig door een krachtwerking bestuurd.
35 In het geval van het projectiel II volgens fig. 2 bevindt de la ding k zich aan de voorzijde van het projectiel en de hoofdvoortstuwings-inrichting 2 is onderverdeeld in twee voortstuwingsinrichtingen 2a en 2b, < - 10 - die ter weerszijden van het zwaartepunt G zijn aangebracht en die op identieke wijze worden opgebruikt zodanig, dat gedurende de vlucht het zwaartepunt G op een vaste plaats blijft. Zulks is in fig. 4 door de lijn B geïllustreerd, in welke figuur is weergegeven het verloop van de af-5 stand 1 tussen de voorzijde van het desbetreffende projectiel I, II of III en het zwaartepunt G daarvan, als functie van de tijd T (in fig. ^ is de tijdas verondersteld vanaf rechts naar links te verlopen).
Bij het projectiel III volgens fig. 3 bevindt de lading h zich evenals bij het projectiel volgens fig. 2 aan de voorzijde, waarbij echter 10. de voortstuwingsinrichting 2 als een eenheid is uitgevoerd en aan de van de lading k met betrekking tot het zwaartepunt G afgekeerde zijde is aangebracht. Ook hierbij zal naarmate de lading van de voortstuwings-inrichting 2 wordt opgebruikt, het-zwaartepunt G zich naar de voorzijde van het projectiel III verplaatsen, waarbij de afstand 1 afneemt. Dit is 15 in fig. it· door de kromme lijn G geïllustreerd. Daarentegen bevindt bij het projectiel I volgens de uitvinding (zie fig. l) de vluchtvoortstuwingsinrichting 2 zich aan de voorzijde, terwijl de lading it· is onderverdeeld in een hoofdlading Ub, die is aangebracht aan de achterzijde en een hulplading ita (deze zou achterwege kunnen worden gelaten) die is 20 aangebracht aan de voorzijde. Door een dergelijke constructie wordt bereikt, dat naarmate de brandstof van de vluchtvoortstuwingsinrichting 2 wordt opgebruikt, het zwaartepunt G van het projectiel I in achterwaartse zin wordt verschoven (ballastverminderingj, de axiale snelheid wordt vergroot en bij elke opgedragen manoeuvreerinstructie de samengestelde 25 transversale stuwcomponent M van de voort stuwingsinrichting 2 een koppel veroorzaakt als gevolg waarvan een reactie ontstaat en aldus een bijdrage aan het draagvermogen wordt geleverd. De samengestelde transversale component M en het draagkrachteffect die aldus ontstaan, kunnen elk toe te voegen manoeuvreereffect veroorzaken. In fig. k is door de kromme lijn 30 A aangegeven op welke wijze de afstand 1 tijdens de vlucht wordt vergroot .
In fig. 5 is door de kromme lijnen D, E en F geïllustreerd hoe de projectielen I, II en III als functie van de vluchttijd manoeuvreer-baar zijn. Daartoe is langs de ordinaat-as de factor n indicatief voor 35 de lading uitgezet en langs de abscis-as de tijd T uitgezet. Uit deze figuur blijkt, dat de manoeuvreerbaarheid van een projectiel volgens de uitvinding naarmate de tijd verloopt, groter wordt, terwijl het projec- - 1T - tiel III volgens fig. 3 steeds minder goed manoeuvreerbaar vordt. Voor het projectiel II volgens fig. 2 vordt de manoeuvreerbaarheid in geringe mate vergroot als gevolg van het verminderen van de voortstuvingslading (de recht verlopende lijn H is illustratief voor het fictieve geval vaar-5 in een dergelijke ballastvermindering nul is). Fig. 6 is illustratief voor de snelheid V (uitgedrukt in m/s) van het projectiel I en de daardoor afgelegde afstand X (uitgedrukt in m) als functie van de tijd T (uitgedrukt in s).
Opgemerkt vordt, dat het voordeel biedt om eeh militaire lading 10 van de als holle lading aangeduide soort te verdelen in tvee elementen, vaarvan het ene element ka. zich voor de voortstuvingsinrichting en het andere element kb zich achter deze voortstuvingsinrichting bevindt. Door een dergelijke constructie is het in feite mogelijk cm bij eenzelfde projectiellengte^ctie-afstand (afstand a tussen de lading en de bepant-15 sering op het moment van de explosie) van de achterste hoofdlading Ub te verkrijgen, die effectief aanzienlijk groter is dan die, velke mogelijk is bij een klassieke constructie, vaarbij de hoofdlading zich aan de voorzijde bevindt (zie fig. 2 en 3), hetgeen bijzonder gunstig is voor de ver king van de lading, d.v-z. voor het doordringend vermogen b 20 in een pantserplaat (zie fig. 7a). De kromme J volgens fig. 7b laat zien, dat de doordringingsafstand b een maximale vaarde heeft als functie van de verhouding a/d, vaarin a de in het voorafgaande gedefinieerde actie-afstand voorstelt en d de diameter van het projectiel (fig. 7a) is. Op de kromme lijn J correspondeert het projectiel I volgens de uitvinding 25 msbhet punt K, hetgeen gunstiger is dan het punt N, dat correspondeert met het projectiel III volgens fig. 3.
In het voorafgaande is beschreven een uitvoeringsvoorbeeld van een projectiel, dat automatisch in rotatie om zijn as L-L vordt gebracht, vaarbij tvee straalpijpen voor een krachtbesturingsverking voldoende zijn. 30 Indien het projectiel voor slingeringen zou moeten zijn gestabiliseerd, zal het tenminste vier zijdelings verkzame krachtbesturingsmiddelen moeten omvatten.
Zoals uit fig. 1 blijkt, kan de buis 7 aan de voorzijde een diameter bezitten, die groter is dan die van het achterste gedeelte, en dat 35 het voorste gedeelte van het projectiel, vaarvan de diameter kleiner is dan die van het achterste gedeelte daarvan, op zijn plaats vordt gehouden door een ringvormige vig 9- _ 8202161
Claims (10)
1. Werkwijze voor het besturen wan een projectiel dat met een ge ringe beginsnelheid. wordt, gelanceerd uit een buis, en voorzien van een voortstuwingssysteem, van de soort- waarbij gebruik is gemaakt van een ver brandbare voort stuwingslading, met het kenmerk, dat het genoemde voort-5 stuwingssysteem (1a., 1b', 2.) zodanig wordt ingericht, dat gelijktijdig worden geleverd de axiaal gerichte voortstuwingskracht R en kracht-stuurwerking uitoefenende manoeuvreerkrachten M, waarbij de plaats van het zwaartepunt G van het projectiel I op de as L-L daarvan zodanig varieert als functie van de verbranding van de voortstuwingslading, dat 10. bij het verlaten van de buis(7)het zwaartepunt G zich bevindt op de werk- i lijn van genoemde manoeuvreerkrachten M en dat tijdens de vlucht door een dergelijke zwaartepuntsverplaatsing aërodynamische reactiekoppels ontstaan voor het teweeg brengen van manoeuvreerkrachten die worden toegevoegd aan die van de krachtbesturingswerking. 15’ 2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat tijdens de vlucht het zwaartepunt G van het projectiel I langs de as L-L in achterwaartse richting verschuift.
3. Wapensysteem voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze vol gens conclusie 1 of 2 en omvattende een lanceerbuis (7) en een projectiel 20 (1), welk projectiel is voorzien van een voortstuwingssysteem (1a, 1b,2) en daarvoor dienende besturingsmiddelen (5), met het kenmerk, dat het genoemde voortstuwingssysteem omvat enerzijds tenminste êén geïntegreerde versneller (1a, 1b), waarvan de verbranding is beëindigd voordat de buis (7) wordt verlaten en welke versneller is ingericht om aan het pro-25 jectiel I bij de uitgang van de buis (j) een geringe beginsnelheid mee te geven, en anderzijds tenminste ëên voortstuwingsinrichting (2), die is voorzien van zijdelings werkzame krachtbesturingsmiddelen (3a en 3b).. k. Wapensysteem volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat het pro jectiel tegen slingeringen is gestabiliseerd en tenminste vier zijdelings 30 werkzame krachtbesturingsmiddelen omvat.
5. Wapensysteem volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat het pro jectiel is ingericht om automatisch rondom zijn as L-L in draaiing te worden gebracht, welk projectiel slechts twee zijdelings werkzame krachtbesturingsmiddelen (3a, 3b) omvat.
6. Wapensysteem volgen^een van de voorafgaande conclusies 3-5 8202161 met het kenmerk, dat de zijdelings -werkzame kr ac ht b esturingsmiddelen^-(3a, 3b) zijn gevormd door beweegbare straalpijpen met een constant debiet , of door vast opgestelde straalpijpen met een variabel debiet.
7. Wapensysteem volgens een van de voorafgaande conclusies 3-5 3 met het kenmerk, dat de zijdelings werkzame krachtbesturingsmiddelen (3a, 3b) zijn gevormd door vast opgestelde straalpijpen, die stuwstraal-afbuigingsmiddelen omvatten.
8. Wapensysteem volgens een van de voorafgaande conclusies 3-7 met het kenmerk, dat' de voortstuwingsinrichting (2) ten opzichte van de 10. as L-L van het projectiel symmetrisch werkzaam is.
9- Wapensysteem volgens een van de voorafgaande conclusies 3-8, omvattende een militaire lading (U), met het kenmerk, dat de vlucht-voortstuwingsinrichting (2) is aangebracht aan de voorzijde van het projectiel I en de militaire lading (U) zich aan de achterzijde daarvan be-15 vindt.
10. Wapensysteem volgens een van de voorafgaande conclusies 3-8 met het kenmerk, dat genoemde lading is onderverdeeld in een hoofdlading (Ub)5 die is aangebracht aan de achterzijde van het projectiel, en een hulplading (Ua), die aan de voorzijde daarvan is aangebracht.
11. Wapensysteem volgens conclusie 9 of 10 met het kenmerk, dat de enkelvoudige militaire lading, of de militaire hoofdlading (Ub) zich bevindt juist voor de geïntegreerde versneller (1a, 1b) en dat een eventuele hulplading (Ua) zich juist voor de voortstuwingsinrichting (2) bevindt.
12. Projectiel dat is ontworpen voor een wapensysteem volgens een van de voorafgaande conclusies 3-11. 8202161
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR8111088A FR2578665B1 (fr) | 1981-06-04 | 1981-06-04 | Procede de pilotage d'un missile a faible vitesse, systeme d'arme et missile pour la mise en oeuvre du procede |
FR8111088 | 1981-06-04 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8202161A true NL8202161A (nl) | 1986-08-01 |
NL191654B NL191654B (nl) | 1995-08-01 |
NL191654C NL191654C (nl) | 1995-12-02 |
Family
ID=9259192
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8202161A NL191654C (nl) | 1981-06-04 | 1982-05-27 | Projectiel bestemd voor lancering uit een lanceerbuis en een wapensysteem voor het lanceren van een dergelijk projectiel. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4645139A (nl) |
BE (1) | BE893252A (nl) |
DE (1) | DE3221039C2 (nl) |
FR (1) | FR2578665B1 (nl) |
IT (1) | IT1151233B (nl) |
NL (1) | NL191654C (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3924810A1 (de) * | 1989-07-27 | 1991-02-07 | Bundesrep Deutschland | Drallstabilisierte unterkaliber-rakete mit geteilter nutzlast |
GB2459914B (en) * | 1989-10-17 | 2010-05-19 | Aerospatiale | Guidance system for a missile provided with a photosensitive detector |
US5363766A (en) * | 1990-02-08 | 1994-11-15 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army | Remjet powered, armor piercing, high explosive projectile |
US5076511A (en) * | 1990-12-19 | 1991-12-31 | Honeywell Inc. | Discrete impulse spinning-body hard-kill (disk) |
DE4412687C2 (de) * | 1994-04-13 | 1999-06-24 | Diehl Stiftung & Co | Mittels eines Laser-Leitstrahles fernsteuerbares Projektil |
ES2264295B1 (es) * | 2003-05-21 | 2008-05-16 | Advanced Dynamics, S.A. | Sistema dinamico para el gobierno de moviles. |
IL162027A (en) * | 2004-05-17 | 2009-05-04 | Rafael Advanced Defense Sys | Method and system for resetting the flight path of a non-guided bullet, including compensation for deviation from the oscillations of the launcher |
DE102021003972A1 (de) | 2021-08-03 | 2023-02-09 | Diehl Defence Gmbh & Co. Kg | Antriebssystem für einen Lenkflugkörper |
Family Cites Families (22)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1194102A (nl) * | 1959-11-06 | |||
CH229444A (de) * | 1942-04-21 | 1943-10-31 | F Schwarzer | Raketengeschoss. |
US2524591A (en) * | 1944-07-19 | 1950-10-03 | Edward F Chandler | Rocket projectile |
US2503271A (en) * | 1945-02-06 | 1950-04-11 | Clarence N Hickman | Rocket projectile |
US2804823A (en) * | 1955-05-13 | 1957-09-03 | Jablansky Louis | Multiple unit projectile |
DE1147144B (de) * | 1958-09-08 | 1963-04-11 | Ferdinand Metzler | Strahlangetriebener Flugkoerper |
DE1172156B (de) * | 1959-04-23 | 1964-06-11 | Boelkow Entwicklungen Kg | Aerodynamisch lenkbarer, rueckstossgetriebener Flugkoerper |
US3283721A (en) * | 1964-11-09 | 1966-11-08 | Kruzell George Ralph | Reaction type missile |
FR1569559A (nl) * | 1964-11-26 | 1969-06-06 | ||
FR1488272A (fr) * | 1966-03-22 | 1967-07-13 | Bertin & Cie | Système de pilotage de missiles |
US3749334A (en) * | 1966-04-04 | 1973-07-31 | Us Army | Attitude compensating missile system |
DE1264869B (de) * | 1966-09-15 | 1968-03-28 | Boelkow Gmbh | Dual-Treibsatz fuer Feststoffraketentriebwerke |
US3859890A (en) * | 1968-12-23 | 1975-01-14 | Us Army | Traveling tube ejector system |
US3588003A (en) * | 1969-06-03 | 1971-06-28 | Us Army | Gyro controller |
SE340417B (nl) * | 1969-06-06 | 1971-11-15 | Bofors Ab | |
DE2331031A1 (de) * | 1973-06-19 | 1975-09-25 | Diehl Fa | Rueckstossfreie abschussvorrichtung fuer ein geschoss |
US3986683A (en) * | 1974-03-27 | 1976-10-19 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Air Force | Jet tab steerable missile |
US4078495A (en) * | 1974-08-15 | 1978-03-14 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Control after burnout for reaction steered missiles |
DE2553201C2 (de) * | 1975-11-27 | 1984-05-10 | Rheinmetall GmbH, 4000 Düsseldorf | Rückstoß- und knallfrei abschießbares Geschoß |
FR2386802A1 (fr) * | 1977-04-08 | 1978-11-03 | Thomson Brandt | Dispositif de pilotage pour projectile du genre missile, et projectile equipe de ce dispositif |
FR2448706A1 (fr) * | 1979-02-09 | 1980-09-05 | Luchaire Sa | Perfectionnements apportes aux munitions, notamment antichars, lancees par une arme a tir tendu |
DE3205431A1 (de) * | 1982-02-16 | 1983-08-25 | Licentia Patent-Verwaltungs-Gmbh, 6000 Frankfurt | Raketengeschoss |
-
1981
- 1981-06-04 FR FR8111088A patent/FR2578665B1/fr not_active Expired
-
1982
- 1982-05-19 BE BE0/208145A patent/BE893252A/fr not_active IP Right Cessation
- 1982-05-25 IT IT21465/82A patent/IT1151233B/it active
- 1982-05-27 NL NL8202161A patent/NL191654C/nl not_active IP Right Cessation
- 1982-06-03 US US06/386,636 patent/US4645139A/en not_active Expired - Lifetime
- 1982-06-04 DE DE3221039A patent/DE3221039C2/de not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE893252A (fr) | 1982-11-19 |
IT8221465A0 (it) | 1982-05-25 |
FR2578665A1 (fr) | 1986-09-12 |
DE3221039C2 (de) | 1994-11-10 |
NL191654C (nl) | 1995-12-02 |
NL191654B (nl) | 1995-08-01 |
FR2578665B1 (fr) | 1988-02-12 |
US4645139A (en) | 1987-02-24 |
DE3221039A1 (de) | 1987-01-08 |
IT1151233B (it) | 1986-12-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20100275576A1 (en) | System and method for maneuvering rockets | |
US5123612A (en) | Projectile and process for its use | |
NL8202161A (nl) | Proces voor het besturen van een met geringe snelheid voortbewegend projectiel; wapensysteem; en projectiel dat door het proces kan worden beinvloed. | |
US3000597A (en) | Rocket-propelled missile | |
US8080771B2 (en) | Steering system and method for a guided flying apparatus | |
US4463745A (en) | Device for launching a projectile | |
GB2314612A (en) | A missile for combating moving targets | |
US3637167A (en) | Missile steering system | |
RU2544446C1 (ru) | Вращающаяся крылатая ракета | |
US1108714A (en) | Aeroplane-gun. | |
US1108715A (en) | Apparatus for firing projectiles from aeroplanes. | |
US4465249A (en) | Lateral acceleration control method for missile and corresponding weapon systems | |
US5177316A (en) | Process and apparatus for attacking rotating wing aircraft | |
US3358559A (en) | Wire-guided projectile propelling system | |
EP0423197B1 (en) | Light anti-armor weapon | |
CA1265947A (en) | Procedure for steering a low-speed missile, weapon system and missile for implementation of the procedure | |
GB2172383A (en) | Guided missile system | |
RU2240489C1 (ru) | Способ старта управляемой ракеты из транспортно-пускового контейнера и устройство для его осуществления | |
EP0245565B1 (fr) | Procédé de pilotage d'un missile à faible vitesse, système d'arme et missile pour la mise en oeuvre du procédé | |
GB2328497A (en) | Missile | |
JPH0830640B2 (ja) | ミサイル | |
RU2752730C1 (ru) | Кинетическая ракетно-космическая система вооружения | |
RU2165585C1 (ru) | Способ управления полетом управляемого летательного аппарата и управляемый летательный аппарат | |
US5001982A (en) | Anti-armor weapon | |
RU2496078C2 (ru) | Мобильный боевой лазерный комплекс |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: AEROSPATIALE SOCIETE NATIONALE INDUSTRIELLE |
|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20011201 |