NL8201916A - Container met door verpakkingseenheden bedienbaar blokkeerorgaan. - Google Patents

Description

ï i / * VO 3383 -1-

Titel: Container met door verpakkingseenheden bedienbaar blokkeer- orgaan.

De uitvinding heeft betrekking op een container met horizontale stapel borden, welke container aan een zijde toegankelijk is voor het uitnemen van verpakte produkten en aan de overige drie zijden afgesloten of afsluitbaar is.

‘ 5 Containers, en met name displaycontainers . zijn in vele soorten bekend en worden op grote schaal toegepast bijvoorbeeld in supermarkten voor het daarin opslaan van flessen, dozen, blikken en potten. Het grote voordeel van dergelijke containers bestaat daarin, dat zij kunnen dienen als transportverpakking en ook als opslagreservoir en verkoop-10 stelling. De stapelborden kunnen kantelbaar zijn uitgevoerd en zijn aan de voorzijde doorgaans voorzien van naar boven en/of naar beneden gerichte dwars!ijsten, die verhinderen dat de in de container gestapelde flessen, blikken of dozen aan de voorzijde uit de container worden uitgenomen. Het uitnemen van bijvoorbeeld een fles is eerst dan mogelijk 15 wanneer het boven de fles aanwezige stapelbord is weggekanteld.

Het beladen van dergelijke containers vindt doorgaans plaats met behulp van containerpakkers, die een aantal produkten overeenkomende met het oppervlak van een stapelbord vanuit de pakker in de container duwen. Daartoe moet uiteraard de achterzijde van de container zijn 20 geopend. De achterzijde van de container is doorgaans afgesloten door een deur, die in een van de zijstijlen van de container scharnierend is opgehangen. In de praktijk blijkt dat ten gevolge van de vrij ruwe behandeling tijdens het transport het openen van deze deur lastig is, , doordat bijvoorbeeld de scharnieren zijn beschadigd of de deur op een 25 andere wijze is verbogen en gaat klemmen. In elk geval is bedieningspersoneel nabij het pakstation noodzakelijk voor het openen van de deuren en het op de juiste wijze plaatsen van de containers voor het pakstation.

In de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8104465 30 is een displaycontainer beschreven waarbij een aantal maatregelen zijn toegepast die het mogelijk maken de laadzijde van de container zonder tussenkomst van bedieningspersoneel tijdens het laden automatisch te openen en na het laden automatisch te sluiten. Bij deze displaycontainer % “82 0 1 9 1 6 -2- ΐΓ '% zijn de ruimten tussen de stapelborden aan een zijde afgesloten door wegkantel bare elementen, welke nabij hun beide uiteinden verdraaibaar zijn gemonteerd in de zijstijlen van de displaycontainer en met een uiteinde zijn verbonden 'met een bedieningsmechanisme voor het doen 5 kantelen van de kantelbare elementen. Dit bedieningsmechanisme is in een zijstijl van de container aangebracht en wordt vanuit de container-pakinrichting zodanig bediend dat de wegkantelbare elementen worden weggekanteld zodat het laden van de displaycontainer mogelijk is, terwijl deze wegkantel bare elementen de ruimten tussen de stapelborden automa-10 tisch sluiten wanneer de displaycontainer van de container-pakinrichting wordt weggenomen.Deze oplossing werkt zeer bevredigend voor grote containers, waarin de zijstijlen voldoende ruimte bieden voor het daarin onderbrengen van het bedieningsmechanisme. Voor kleinere containers, die doorgaans worden beladen met produkten welke in koelboxen moeten 15 worden bewaard,zoals bijvoorbeeld verpakte meikprddukten,is deze constructie niet goed toepasbaar, omdat in de zijstijlen de noodzakelijke ruimte ontbreekt. De afmetingen van deze containers zijn doorgaans niet groter dan 120 x 64 x 42 (hoogte x diepte x breedte).

De uitvinding beoogt dergelijke containers te voorzien van midde-20 len, die de in de container geschoven verpakte eenheden op betrouwbare en eenvoudige wijze opsluiten.

De container volgens de uitvinding is daartoe gekenmerkt doordat elke ruimte tussen de stapelborden aan de laadzijde afsluitbaar is door middel van een geleed, kantelbaar hekwerk, bestaande uit tenminste 25 twee boven elkaar geplaatste, om een horizontale stang scharnierbare elementen, welk hekwerk met zijn bovenste stang scharnierbaar is verbonden met de achterstang van een stapel bord en bij ongevulde ruimte vanaf die rand naar beneden hangt (laadpositie), terwijl het hekwerk door de verpakkingseenheden bij het laden van de container in de blok-30 keerstand brengbaar is.

Bij het beladen van een stapel bord wordt dit hekwerk vanuit de laadpositie door de verpakte eenheden meegenomen, waarbij het hekwerk scharniert om de achterstang van het boven de verpakkingseenheden gelegen stapel bord, terwijl dit hekwerk bij volledig gevuld stapel bord 35 terugkantelt in een blokkeerstand, die tenminste de bovenzijde van ~ T2 01916 : «r -3- de verpakkingseenheden in de container opsluit. Een mechanisme dat door c.q. vanuit de container-pakinrichting wordt bediend kan hierbij achterwege blijven.

Een zelfblokkerend hekwerk wordt bij voorkeur verkregen door 5 de scharnierende verbindingen tussen het hekwerk en de achterstang van het stapel bord en tussen de beide hekwerkelementen in laadpositie uitsluitend in de richting van de af te sluiten ruimte beweegbaar te maken. Op deze wijze kan het hekwerk wel door de verpakkingseenheden mee naar binnen worden genomen, na het terugvallen in de blokkeerstand 10 echter niet naar buiten verzwenken.

In de blokkeerstand maken de beide elementen van het gelede hekwerk bij voorkeur een hoek van ongeveer 90° met elkaar. Qm te verhinderen dat het onderste element van het hekwerk een grotere zwenkhoek dan deze 90° kan maken is op de naar de af te sluiten ruimte gerichte 15 zijde van het bovenste hekwerkelement een blokkeerorgaan aangebracht, dat de scharnierbeweging van het onderste hekwerk beperkt.

Uitvoeringsvormen van de container volgens de uitvinding worden aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een container volgens de uitvinding in lege toestand; 20 fig; 2a-c een deel van een vol gepakte container, waarbij de verpakte produkten door een blokkeerhekwerk in de container zijn opgesloten; fig. 3 het beladingsschema van een container volgens de uitvinding; fig. 4 een deel aanzicht van een vol gepakte container met enigszins . 25 gewijzigd blokkeerhekwerk; fig. 5 een beladingsschema overeenkomstig fig. 3, echter voor anders uitgevoerde verpakkingen; en _ fig. 6-10 contstructiedetails van de container volgens de uitvinding.

30 In fig. 1 is een container volgens de uitvinding weergegeven met een doorgaans open voor- of uitneemzijde 2, twee door traliewerken gesloten zijwanden 4 en een achter- of laadzijde 3. In de container is een aantal stapel borden of draag!atten aangebracht, die· aan de achterzijde zijn voorzien van een blokkeerhekwerk 5 volgens de uitvinding.

35 In fig. 2a is het bovenste stapel bord van de container 1 vol beladen met verpakkingseenheden van het z.g. "pure pak"-type, die in de 8201916 -4- T ^ container worden opgesloten door een blokkeerhekwerk 5, zoals in fig. 2c afzonderlijk weergegeven. De bovenste dwarsstij! van de achterwand kan zijn voorzien van een blokkeerhekwerk van een eenvoudiger vorm, zoals weergegeven in fig, 2b.

5 In fig. 3 is het beladen van een container aangegeven. Vanuit een container-pakinrichting wordt een zodanig aantal verpakkingseenheden in de container geschoven dat daarmede een stapel bord volledig wordt gevuld. Het blokkeerhekwerk, verbonden met de achterstang van het eerder-gevuldê stapelbord wordt bij het beladen naar binnen verzwenkt. Bij 10 het terugtrekken van het laadbord van de container-pakinrichting worden de verpakkingseenheden tegengehouden en het blokkeerhekwerk komt daarbij automatisch in de blokkeerpositie, zoals in het hiernavolgende nader wordt toegelicht.

Het blokkeerhekwerk in fig. 4 is ten opzichte van fig. 2c eniger-15 mate gewijzigd, omdat in plaats van "pure pak"-eenheden met blokverpak-kingen wordt gewerkt. Het beladingsschema voor dit type verpakking zoals in fig. 5 weergegeven is overigens gelijk aan het beladingsschema volgens, fig. 3.

In de fig. 6-10 zijn details van het blokkeerhekwerk 5 meer 20 gedetailleerd weergegeven. Een stapelbord of mat 6 van de container bezit een achterstang 7, waarmee het blokkeerhekwerk 5 scharnierbaar is verbonden. Het hekwerk 5 bestaat uit een bovenste element 8 en een onderste element 9, dat scharnierbaar is opgehangen aan de middenstang 10 van het blokkeerhekwerk 5. Behalve het blokkeerhekwerk 5 is op de 25 achterstang 7 eveneens een kantelelement 11 scharnierbaar aangebracht.

Dit kantelelement bestaat uit een over een hoek gebogen raam met een bovenstang 17 en een onderstang. 18. De bovenstang 17 steekt.uit boven het stapelbord 6, terwijl de onderste stang 18 uitsteekt beneden de achterstang 7 van het stapelbord 6. Het kantelelement 11 is met de 30 achterstang 7 van het stapelbord 6 verbonden door middel van twee schar-nierbussen 19 (zie fig. 10). In fig. 6 is het blokkeerhekwerk 5 in verticale positie weergegeven, welke stand wordt ingenomen bij het begin, van het laden van het onder dit hekwerk gelegen stapelbord, zoals weergegeven in fig. 3. In deze verticale stand kunnen de elementen 35 8 en 9 van het blokkeerhekwerk 5 slechts in één richting scharnieren en wel naar binnen.

Ί 2 01916 .........

.W Λ -5- *

De scharnierconstructie van het blokkeerhekwerk 5, die er voor zorgt dat het hekwerk slechts naar één kant kan scharnieren is het duidelijkst weergegeven in fig. 10. Op de achterstang 7 van het stapel-bord 6 is.een vaste bus 13 aangebracht voorzien van een horizontaal 5 blokkeerorgaan 14, dat nagenoeg ligt in het vlak van het stapel bord 6. De bus 13 is derhalve niet verdraaibaar op de achterstang 7 vastgezet. Aan weerszijden van de vaste bus 13 bevindt zich een Scharnierende bus 15, die met het bovenste element 8 van het blokkeerhekwerk 5 zijn verbonden. Aan deze schamierbussen 15 zijn eveneens ongeveer horizontaal . » 10 verlopende blokkeerorganen 16 aangebracht, die bij verticale positie van het blokkeerhekwerk 5 aanslaan op de bovenzijde van het blokkeer-orgaan 14. Het bovenste element 8 van het blokkeerhekwerk 5 kan op deze wijze slechts naar achter verzwenken, d.w.z. in de richting van de af te sluiten ruimte en is geblokkeerd in tegengestelde richting 15 door middel van de hierboven besproken blokkeerorganen 14 en 16.

Het onderste element 9 van het blokkeerhekwerk 5 is op identieke wijze bevestigd aan de middenstang 10 van het hekwerk zodat ook dit onderste element slechts in één richting kan scharnieren en wel naar het inwendige van de af te sluiten ruimte.

20 Bij het beladen van de container volgens de uitvinding met behulp van een container-pakinrichting wordt een groep verpakkingseenheden door middel van een laadbord in de container geschoven. In de eerste fase (zie fig. 7) hangt het blokkeerhekwerk 5 verticaal naar beneden.

De verticale afmetingen van dit hekwerk worden zodanig gekozen dat 25 de bovenrand van de in.de container te verladen verpakkingseenheden komt aan te liggen, tegen de middenstang 10 van het blokkeerhekwerk 5, ten gevolge waarvan dit hekwerk naar binnen wordt verzwenkt, zoals weergegeven in fig. 8. Wanneer de laatste rij "pure pak"-verpakkings-eenheden de middenstang 10 van het blokkeerhekwerk is gepasseerd, kantelt 30 het boveste element 8 van dit blokkeerhekwerk 5 terug naar de verticale stand, waarbij het onderste element 9 van het blokkeerhekwerk 5 komt te liggen achter de opstaande rand van de verpakkingseenheden, zoals weergegeven in fig. 9. Het onderste element 9 kan niet verder naar boven verzwenken doordat aan de binnenzijde van het bovenste element 35 8 een blokkeerstang 12 is aangebracht, die zulks verhindert. Het bovenste 1—1TM)T9T6------------“—~— ---------------- 7 v 4 Μ -6- element 8 wordt in de verticale stand geblokkeerd door samenwerking van de blokkeerorganen 14 en 16. Bij het terugwaarts verzwenken van het bovenste element 8 drukt dit bovenste element 8 tegen de horizontale stang 18 van het kantel element 11, waardoor de bovenste horizontale 5 stang 17 van dit kantel element komt aan te liggen tegen de voet van de .verpakkingseenheden, die in een eerdere cyclus op het stapelbord 6 zijn aangebracht, zodat ook deze groep verpakkingseenheden aan de voet zijn opgesloten.

Bij volledig beladen container zijn alle groepen verpakkings-10 eenheden zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde geblokkeerd.

Ter verduidelijking zijn in de fig. 6-9 pijlen aangebracht voor het aangeven van de mogelijke verzwenkrichting, pijlen voorzien van een kruis om aan te geven in welke richting de diverse elementen zijn geblokkeerd.

15 Zoals uit de fig. 8 en 9 blijkt is het voor het opsluiten van de verpakkingseenheden nodig dat de bovenzijde daarvan is voorzien van een uitsteeksel. Indien zulks niet het geval is, zowel bijvoorbeeld bij toepassing van blokverpakkingen in plaats van "pure pak"-verpakkingseenheden, dient het blokkeerhekwerk 5 enigermate te worden gewijzigd.

20 Op het bovenste element 8 van het blokkeerhekwerk wordt in dat geval een tussenelement aangebracht dat ten opzichte van het bovenste element in verticale richting verschuifbaar is. Het dan uit drie elementen bestaande blokkeerhekwerk 5 wordt, zoals in fig. 5 aangegeven bij het inschuiven van een groep blokverpakkingen in de container naar achter 25 verzwenkt, waarna het blokkeerhekwerk terugzwenkt in verticale positie, , in welke stand het extra element naar beneden verschuift en op deze wijze de voorste rij blokverpakkingen in de container opsluit.

/ * 82 0 Til 16 ~ ~~~

Claims (5)

1. Container met horizontale stapelborden, welke container aan een zijde toegankelijk is voor het uitnemen van produkten en aan de overige drie zijden afgesloten of afsluitbaar is, met het.kenmerk, dat'elke ruimte tussen de stapelborden (6) aan de laadzijde afsluitbaar 5 is door middel van een geleed, kantelbaar hekwerk (5) bestaande uit tenminste twee, boven elkaar geplaatste, om een horizontale· stang (10) scharnierbare elementen (8,9) welk hekwerk (5) met zijn bovenste stang (15) scharnierbaar is verbonden met de achterstang (7) van een stapel-bord (6) en bij ongevulde ruimte vanaf die rand naar beneden hangt 10 (laadpositie), terwijl het hekwerk (5) door de verpakkingseenheden bij het laden van de container in de blokkeerstand brengbaar is.

2. Container volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scharnierende verbindingen tussen het hekwerk (5) en de achterstang (7) van het stapelbord (6) en tussen beide hekwerkelementen (8,9) in laadpositie 15 uitsluitend in de richting van de af te sluiten ruimte beweegbaar zijn.

3. Container volgens de conclusies 1-2, met het kenmerk, dat op de naar de af te sluiten ruimte gerichte zijde van het bovenste hekwerk-element (8) een blokkeerorgaan (12) is aangebracht, dat de scharnier-beweging van het onderste hekwerkelement (9) beperkt tot een hoek van 20 ±90°. .

4. Container volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de achterstang (7) van het stapelbord (5) is voorzien van een vaste . bus (13) met een naar de af te sluiten ruimte gekeerde, horizontale aanslag (14), terwijl aan weerszijden van de vaste bus (13);,twee met 25 het hekwerk (5) verbonden roteerbare bussen (15) zijn aangebracht, eveneens voorzien van horizontale .aanslagen (16), welke in de blokkeerstand komen aan te liggen op de aanslag (14) van de vaste bus (13).

5. Container volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat. op de achterstang (7) van elk stapelbord (6) een om een hoek gebogen 30 kantel element (11) is aangebracht, waarvan de bovenste stang (17) boven het stapelbord (6) is gelegen en de onderste stang (18) beneden dit stapelbord (6) en voor het blokkeerhekwerk (5). 8Τ0ΊΤΪ6 ; ~