NL8201605A

NL8201605A - Systeem voor het distribueren en ter beschikking van de gebruiker stellen van voorwerpen.

Info

Publication number: NL8201605A
Application number: NL8201605A
Authority: NL
Original assignee: Henricus Franciscus Koppelmans
Priority date: 1982-04-16
Filing date: 1982-04-16
Publication date: 1983-11-16
Also published as: US4474294A; EP0092281A1

Description

f ' * - -1-

Korte aanduiding: Systeem voor het distribueren en ter beschikking van de gebruiker stellen van voorwerpen.

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het distribueren en ter beschikking van de gebruiker stellen van voorwerpen, in het bijzonder voedingsmiddelen, meer in het bijzonder zoetwaren, omvattend een verpakking en een houder.

5 De uitvinding beoogt een systeem te verschaffen waarbij het ter beschikking van de gebruiker stellen van kleine voorwerpen zeer wordt vergemakkelijkt» In het bijzonder gaat het erom dat een systeem wordt onderworpen waarbij de gebruiker slechts Sin hand nodig heeft om een voorwerp, wanneer hij over een exemplaar wenst te beschikken, 10 kan pakken»

Kenmerkend voor het systeem volgens de uitvinding is: - dat de houder en een verpakkingseenheid beide voorzien zijn van tenminste Sin recht geleidingsprofiel, welke profielen complementair zijn in die zin dat de verpakkingseenheid ten opzichte 15 van de houder inschuifbaar en vervolgens slechts in Sin richting verschuifbaar is, - dat de houder voorzien is van een aanslag- of rustelement dat zich. bevindt in hoofdzaak aan het einde van de toegestane ver-plaatsingsweg van de verpakkingseenheid ten opzichte van de houder, 20 - dat de verpakking op of nabij een plaats die bestemd is om tegen het aanslag- of rustelement te komen liggen, voorzien is van een opening of een gemakkelijk te openen plaats waaruit de voorwerpen door de gebruiker kunnen worden uitgenomen, - en dat de houder voorzien is van bevestigingsmiddelen» 25 Aldus kan een gevulde verpakkingseenheid, eventueel met ge bruikmaking van twee handen op een moment dat de gebruiker daartoe zonder bezwaar de gelegenheid heeft, in de houder worden geschoven. Vervolgens worden de voorwerpen daarin voor gebruik gereed gehouden, op een gewenste plaats, waarbij het eerste voorwerp op het aanslag- 30 of rustelement ligt ter plaatse van de opening, zodat het daaruit kan worden genomen» Deze laatste handeling kan dan, zoals de bedoeling was, met Sin hand worden uitgevoerd· Ha verwijdering van het eerste voorwerp kan zich een volgend voorwerp in de verpakkingseenheid zover verplaatsen tot het weer op het aanslag- of rustelement terecht komt, 8201605 -2. ' bij de aanwezige opening, om dan als volgende aan de beurt te komen, te worden verwijderd· Hiérbij wordt in het bijzonder gedacht aan verplaatsing van de voorwerpen binnen de verpakking onder invloed van de zwaartekracht· 5 Sen bijzonder interessante toepassing van de uitvindings- gedachte is in auto’s, waar de houder aan het dashboard kan worden bevestigd· Automobilisten hebben in veel gevallen behoefte aan zoetwaren, zoals pepermunt· Het systeem waarbij een houder met een voorraad van dergelijke voorwerpen op het dashboard is bevestigd voor-10 komt, zoals duidelijk zal zijn, de noodzaak de betreffende artikelen in de zak te hebben, of in een dashboardkastje of op een andere plaats, terwijl het bij de bekende verpakkingen van die artikelen, in het algemeen rollen, niet of slechts met veel moeite mogelijk is om tijdens het rijden, wanneer men feitelijk niet meer dan één 15 hand ter beschikking heeft, een exemplaar uit de rol te verwijderen· De uitvindingsgedachte in zijn algemeenheid kan op allerlei wijzen verder in bijzonderheden worden gerealiseerd· He belangrijkste gedachte is dat de houder eenmaal kan worden bevestigd en dat vervolgens verpakkingseenheden op een geschikt moment in die 20 houders geschoven kunnen worden, waarbij ze dan in het algemeen vertikaal zullen blijven staan· Hij voorkeur wordt dit dan zo uitgevoerd dat de houder in hoofdzaak vlak is en voorzien is van twee ge-leidingsprofielen, en dat de verpakking aan tenminste één zijde in hoofdzaak vlak is en dat dit vlak voorzien is van twee rechte kanten, 25 op een onderlinge afstand die aangepast is aan de afstand van de geleidingsprofielen in de houder.

In een verdere uitwerking kan men zo te werk gaan dat de houder voorzien is van twee U-vormig omgezette randen langs evenwijdige zijden· Sen dergelijke houder is zeer eenvoudig te vervaar-30 digen als een spuitgietpoeder uit kunststof·

Afhankelijk van de aard van de voorwerpen, meer in het bijzonder de zoetwaren, is het denkbaar dat ze zich nlosn in een verpakking bevinden, terwijl er toch steeds niet meer dan één voorwerp voor de opening ligt· Hij voorkeur worden de voorwerpen echter ge-35 stapeld verpakt· Men kan dan steeds het onderste exemplaar wegnemen, waarna de rest van de stapel een stukje naar beneden zakt.

Sen gunstige uitvoeringsvorm is verder daardoor gekenmerkt dat het aanslag- of rustelement ten opzichte van het hoofdvlak van de houder dat de geleidingsprofielen draagt schamierbaar is· He 40 voordelen hiervan liggen zowel op het gebied van de fabrikage, in 8201605 I i· -3- het bijzonder wanneer gedacht wordt aan vervaardiging als massa-artikel uit kunststof, maar verder zoals duidelijk zal zijn, ook bij de distributie van de houder, omdat de gehele houder dan in in hoofdzaak vlakke toestand in de handel kan worden gebracht· Eet opklappen 5 van het rustelement is uiteraard een eenvoudige handeling die in de praktijk voor de gebruiker geen enkel probleem oplevert· Bij voorkeur is er dan een snapverbinding aanwezig voor de vastzetting in de gebruiksstand.

Be houder kan verder zo worden uitgevoerd dat de houder 10 uit kunststof vervaardigd is en dat de scharnieaaogelijkheid van de aanslag- of rustelement ten opzichte van het overige gedeelte van de houder wordt verkregen door een plaats waar het materiaal dun is of behandeld is met een geschikte weekmaker om een schamierfuhktie te verkrijgen· Ook is het evenwel mogelijk zo te werk te gaan dat de 15 zwenkmogelijkheid van het aanslag- of rustelement ten opzichte van het resterende gedeelte van de houder wordt gevormd door een schar-nierconstructie tussen de twee delen·

Eet uitnemen van de voorwerpen wordt vergemakkelijkt wanneer de houder zo wordt uitgevoerd dat het gedeelte van het aanslag- of 20 rustelement dat het verst van de verbinding met het resterende gedeelte van de houder af gelegen is zowel wat betreft vorm of wat betreft afmetingen aangepast is aan respektievelijk kleiner is dan een ter beschikking te stellen voorwerp wanneer dit in de verpakking op het aanslag- of rustelement ligt· 25 Yerpakkingstechnisoh is het van voordeel wanneer de ver pakking op op zichzelf bekende wijze wordt gevormd door een vlakke drager, terwijl de te verpakken voorwerpen daarop worden vastgehouden door een geschikt gevormde folie (blisterverpakking) ·

Men kan dit verder zo realiseren dat meerdere verpakkings-30 .eenheden onderling zijn verbonden, terwijl middelen aanwezig zijn om de afzonderlijke eenheden gemakkelijk van elkaar te scheiden.

tenslotte is het, niet alleen voor toepassing op het dashboard in auto's, maar ook voor allerlei andere toepassingen,op het van voordeel wanneer de houder aan de achterzijde voorzien is van een 35 op zichzelf bekende zelfklevende strook voor bevestiging·

Be uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld, £*ig» 1 toont een houder in de in hoofdzaak vlakke toestand waarin deze ter beschikking kan worden gesteld; 8201605 .-4- * r·

Fig* 2 laat dezelfde houder zien met de opgeklapte of ge-bruiksstand van het aaaslagelement voor de voorwerpen;

Hg. 3 toont dezelfde houder op het moment waarop een verpakkingseenheid in de houder wordt geschoven; 5 Hg. 4 toont het volgende stadium waarin de verpakkingseen heid zich in de gehruiksstand in de houder bevindt, waarbij ter verduidelijking het onderste voorwerp reeds over enige afstand is verwijderd;

Hg. 5 laat een uitvoeringsvorm zien van een drievoudige ver- 10 pakking·

Hg· 6 toont een verpakkingseenheid in een andere uitvoeringsvorm;

Hg. 7» 8 en 9 tonen een houder in een andere uitvoeringsvorm, respektievelijk in de ledige toestand van voren, in de gevulde 15 toestand van voren en in de gevulde toestand aan de achterzijde.

De in zijn geheel door 1 aangeduide houder bestaat uit een vlak, rechthoekig hoofddeel 2. De lange zijden daarvan zijn uitgevoerd als in dezelfde richting U-vormig omgezette profielen 3» 3' die zich in hoofdzaak over de gehele lengte van het deel 2 uitstrek-20 ken. Op deze wijze worden twee geleidingsprofielen gevormd.

Onderaan is een aanslagelement of rustelement 4 aanwezig.

Omdat de getekende uitvoeringsvorm gedacht is als een massa-artikel uit kunststof kan het rustelement 4 zwenkbaar zijn ten opzichte van het stuk 2 door op de overgangsplaats 3 bet materiaal zo dun te 23 maken dat het buigzaam wordt. Desgewenst kunnen, bij toepassing op zichzelf stijver kunststofmateriaal, op bekende wijze weekmakers worden toegepast. (Als alternatief is het, voor het beoogde doel, steeds mogelijk om een schamierverbinding toe te passen die bestaat uit ogen die gevormd zijn aan de beide delen, samenwerken met een pen). 30 Het rustelement 4 is langs de rand voorzien van een lip 6 met een verdikte rand 7* De verdikte rand is bestemd om, bij omklappen van het deel 4» snappend terecht te komen in een sleuf 8 die op de overeenkomstige afstand vanaf de scharnierlijn in het vlakke deel 2 van de houder is aangebracht· 35 Men ziet uit de tekening dat de dikte van isfc rustelement 4 iets groter is gekozen dan de materiaaldikte van het resterende gedeelte 2 van de houder. De bedoeling hiervan is om het element 4 iu elk geval bij belasting met een gevulde verpakkingseenheid in hoofdzaak vlak te houden, en ook nog eventuele krachten op te vangen die 40 bij het uitnemen van de voorwerpen ontstaan, zoals nog zal worden 8201605 „ * -5- beschreven.

Men ziet verder uit fig* 1 dat de geleidingsprofielen 3, 3’ aan het ondereinde voorzien zijn van uitsparingen 9 cm het omklappen van het rustelement 4 toe te laten. Men ziet die omgéklapte toestand, 5 wat de gebruiks3tand is, in fig. 2.

Fig. 3 laat zien hoe een verpakkingseenheid in de houder wordt geschoven. Verdere bijzonderheden van die verpakking zullen nog worden toegelicht. Voor het juiste begrip op dit moment is slechts nodig op te merken dat de verpakkingseenheid aan de achter-10 zijde (gezien in de tekening) vlak is, en dat zij aan weerszijden een rechte rand heeft, zoals de rand 10, terwijl de onderlinge afstand van die evenwijdige lange randen aangepast is aan de binnen-maat van de geleidingsprofielen 3, 3' aan de houder* Uiteraard wordt hier de benodigde speling geïntroduceerd om een gemakkelijk inschui-15 ven mogelijk te maken*

De verpakkingseenheid 11 wordt in de richting van de pijl F2 verder naar beneden geschoven tot het ondereinde ervan rust op het plateau 4» d.w.z. tot in hoofdzaak de in fig. 4 weergegeven toestand is bereikt.

20 Be verpakking bevat verder nabij êén van de uiteinden een perforatie of een andere scheurlijn, die in fig. 3 en 4 zichtbaar is bij 12* Het laatste gedeelte van de verpakking is evenwel in fig* 4 reeds langs die scheurlijn verwijderd, waardoor het onderste voorwerp 13 door die opening kan worden uitgenomen. De verdere voorwer-23 pen zijn in de verpakking gestapeld zoals in de tekening is weergegeven, en die stapel zal dus na het wegnemen van het onderste voorwerp 13 vanzelf naar beneden zakken waarbij het volgende voorwerp op het plateau 4 komt te rusten*

In fig. 5 is een uitvoering van de verpakking weergegeven 30 met drie verpakkingseenheden respektievelijk aangeduid door 11, 14 en 15. Er is een op zichzelf bekende verpakkingstechniek toegepast, bekend als een blisterverpakking. Een drager 16, bijvoorbeeld van karton, kan worden voorzien van een bovenlaag (17) van bij voorkeur doorschijnende kunststoffolie. De folie (17) is, zoals bijvoorbeeld 35 zichtbaar is gemaakt bij 17, voorzien van een drietal holten die elk geschikt zijn voor het vasthouden van een stapel ronde schijfvormige zoetwaren. Een bovenste vlak 18 van het karton 16 en een onderste vlak 19 zijn geschikt voor het aanbrengen van een bedrukking. Op die plaats ligt de folie vlak op het karton, hangs de buitenranden 8201605 ¥ -6- zoals 20, en ook op strookvormige gebieden zoals 21 tassen de naburige eenheden zoals 14, 15» is de folie ook aan het draagkarton gehecht. Ter plaatse van die stroken zoals 21 tussan de eenheden zijn soheurlijnen 22 aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van perforaties· 5 Die perforaties 22 en 23 eindigen op enige hoogte boven de eigenlijke verpakkingseenheden 11, 14, 15 in een dwars over het bovenvlak 18 lopende perforatie 24, en onderaan bij een dwarsverlopende perforatie 25. Op deze wijze kannen de drie verpakkingseenheden 11, 14, 13 door de gebruiker gemakkelijk worden losgenomen.

10 De hechting van de kunststof folie ter plaatse van de stro ken zoals 21 dient zo breed te zijn dat ook na doorscheuren volgens de perforatielijnen verbinding tassen de folie en de kartonnen drager 16 behouden blijft. Aldus komen de hanteerbare eenheden tot stand zoals weergegeven in fig. 3 ®n 4, die zich lenen om in de houder 1 15 te worden geschoven·

In deze uitvoeringsvorm is dan verder in de kunst stof folie, nabij het ondereinde, een geschikte perforatie 26 aangebracht· Daardoor is het mogelijk om, juist voordat een eenheid zoals 11 met het ondereinde komt te rusten op het plateau 4» of daarna, door het ver-20 wijèeren van de kunststoffolie onder die perforatielijn 26 een opening in de folie te doen ontstaan, waardoor het onderste voorwerp 13 kan worden uitgenomen· Eet zal nu ook duidelijk zijn dat de vorm respektievelijk de afmetingen van het plateau 4 20 zijn gekozen, dat vanaf de voorzijde, waar de gebruiker met twee vingers het onder-25 sta voorwerp 13 kan pakken, dit voorwerp groter is dan het plateau.

Ha wegnemen van het onderste voorwerp zakt de stapel voorwerpen in de verpakking geleidelijk naar beneden· Vanneer de gehele inhoud opgebruikt is kan de verpakking weer naar buiten worden geschoven om een volgende eenheid in te schuiven.

30 Als gemakkelijk bevestigingsmiddel, niet alleen voor toe passing op het dashboard van een auto maar ook voor bevestiging op andere plaatsen, kan de houder 1 aan de achterzijde (niet weergegeven) op op zichzelf bekende wijze worden voorzien van een zelfklevende strook die aanvankelijk voorzien is van een gemakkelijk verwijder-35 bare beschermfolie.

Men ziet in fig. 6 een andere uitvoeringsvorm van de verpakkingseenheid. Het verschilpunt met de eerste uitvoering ligt in het feit dat in de perforatie voor het openen, die nu door 26 is aangeduid, een doorgesneden lip 27 is opgenomen· In het bijzonder 8201605 * - 7 - doordat bij het buigen van het kunststofmateriaal dat de voorzijde van de verpakking vormt als gevolg van de materiaalstijfheid deze lip enigszins naar voren zal steken, dient hij als een gemakkelijk middel om het onderste gedeelte van het verpakkingsmateriaal te 5 kunnen beetpakken en langs de perforatielijn 26 te kunnen afscheuren.

Fig. 7 toont een andere uitvoeringsvorm van een houder, die hier in zijn geheel door 28 is aangeduid. De wijze waarop, door U-vormige randen over de gehele lengte, een verpakkingseenheid in deze houder geschoven kan worden, komt geheel overeen- met hetgeen hier-10 boven voor de eerste uitvoering is gezegd. Een eerste verschilpunt is nu echter de aanwezigheid van een vast plateau 29- De hele houder is dus een spuitgietprodukt uit kunststof dat zonder verdere bewerkingen bruikbaar is.

Verder is het midden 30 van het hoofddeel van de houder iets 15 naar voren gezet ten opzichte van de lijsten 31» die de schuifpro-fielen bevatten, en die met een dwarsverbinding 32 het draagvlak bepalen. Men ziet dit het beste aan de achterzijde in Fig. 9» in het bijzonder door de aanwezigheid van de schuine overgangslijn 35· Ook zal hiermee duidelijk worden dat er, bij in hoofdzaak constante ma-20 teriaaldikte, aan de voorzijde (Fig. 7) een overgang 3^ is van de dwarslijst 32 naar het verhoogd liggend deel 30. Door die overgang ontstaat bij het inschuiven van de verpakking in de geleidingsprofie-len binnen in de lijsten 31 aanvankelijk wat meer ruimte, terwijl bij verder doorschuiven van de verpakking toch zonder speling in de hou-25 der wordt vastgehouden.

In het hoofdvlak 30 van de houder zijn op verschillende plaatsen weer kleine, naar achteren gezette delen 35 ingevormd. Die dienen als dragers voor stulqfcs 36 van de kleeflaag. Daarmee kan op bekende wijze na verwijdering van een beschermlaag 37» de houder op 30 een ondergrond worden vastgeplakt. Die ondergrond kan het deshbord van een auto zijn, maar uiteraard ook elk ander voorwerp of draagvlak.

-Conclusies- 8201605

Claims

1. Systeem voor het distribueren en ter beschikking van de gebruiker stellen van voorwerpen, in het bijzonder voedingsmiddelen, meer in het bijzonder zoetwaren, omvattend een verpakking en een houder, met het kenmerk, 5. dat de houder (1; 28) en een verpakkingseenheid (11) beide voorzien zijn van tenminste één recht geleidingsprofiel, welke profielen oomplementair zijn in die zin dat de verpakkingseenheid ten opzichte van de houder inschuifbaar en vervolgens slechts in één richting (Pz) verschuifbaar is, 10. dat de houder voorzien is van een aanslag- of rustelement (4ï 29) dat zich bevindt in hoofdzaak aan het einde van de toegestane verplaatsingsweg van de verpakkingseenheid ten opzichte van de houder, - dat de verpakking op of nabij een plaats die bestemd is om tegen het aanslag- of rustelement te komen liggen, voorzien is 15 van een opening of een gemakkelijk te openen plaats (12$ 26) waaruit de voorwerpen (13) door de gebruiker kunnen worden uitgenomen, - en dat de houder voorzien is van bevestigingsmiddelen.

2· Systeem volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de houder (2) in hoofdzaak vlak is en voorzien is van twee gelei-dingsprofielen (3, 3’)> en ^e verpakking aan tenminste één zijde 20 in hoofdzaak vlak is en dat dit vlak voorzien is van twee rechte kanten (10), op een onderlinge afstand die aangepast is aan de afstand van de geleidingsprofielen in de houder.

3. Systeem volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de houder voorzien is van twee U-vormig omgezette randen (3,3f) 25 langs evenwijdige zijden.

4. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorwerpen (13) gestapeld in een verpakkingseenheid zijn opgenomen·

5· Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat het aanslag- of rustelement (4) ten opzichte van het hoofdvlak (2) van de houder dat de geleidingsprofielen draagt schamierbaar is.

6. Systeem volgens conclusie 5, met het kenmerk, 8201605 -9- * dat de houder (1) uit kunststof vervaardigd is en dat de-schar-ni ermogelijkheid van de aanslag- of rustelement ten opzichte van het overige gedeelte van de houder wordt verkregen door een plaats (5) waar het materiaal dun is of behandeld is met een geschikte week-5 maker om een schamierfunktie te verkrijgen.

7* Systeem volgens conclusie 5» m e t het kenmerk, dat de zwenkmogelijkheid van het aanslag- of rustelement ten opzichte van het resterende gedeelte van de houder wordt gevormd door een schamiercons truc tie tussen de twee delen. Ί0

8. Systeem volgens conclusies 6 of J, a e t het ken merk, dat een snapverbinding (jf 8) aanwezig is om het aanslag-of rustelement (4) in zijn werkzame stand te houden.

9* Systeem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het aanslag- of rustelement voorzien is van een lip (6) met 15 een verbrede rand (7), die tot samenwerking kan komen met een sleuf (8) in het resterende gedeelte (2) van de houder.

10. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gedeelte van het aanslag- of rustelement (4) dat het verst van de verbinding met het resterende ge- 20 deelte van de houder af gelegen is zowel wat betreft vorm of wat betreft afmetingen aangepast is aan respektievelijk kleiner is dan een ter beschikking te stellen voorwerp (13) wanneer dit in de verpakking op het aanslag*· of rustelement ligt.

11. Systeem volgens één der conclusies 2-10, met het 23 kenmerk dat de verpakking op op zichzelf bekende wijze wordt gevormd door een vlakke drager (16; 34)» terwijl de te verpakken voorwerpen daarop worden vastgehouden door een geschikt gevormde folie (blisterverpakking).

12. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat meerdere verpakkingseenheden onderling zijn verbonden, terwijl middelen (22) aanwezig zijn om de afzonderlijke eenheden gemakkelijk van elkaar te scheiden.

13. Systeem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de middelen (22) voor het scheiden van de afzonderlijke eenheden 33 worden gevormd door een ril, perforatie of andere scheurlijn.

14* Systeem volgens één der conclusies 11-13» met het kenmerk, dat drie verpakkingseenheden zijn gecombineerd tot 8201605 " ’-Τ'» - 10 - een grotere eenheid, met een gezamenlijk draagvlak (l8, 19) voor het aanbrengen van de benodigde informatie, en voorzien van scheur-lijnen.

15· Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder aan de achterzijde voorzien is 5 van een of meer stukken (36) van een op zichzelf bekende zelfklevende strook voor bevestiging.

16. Systeem volgens één der conclusies 1-4 of 10-15, met het kenm'erk, dat het aanslag- of rust element (26) ten opzichte van het hoofdvlak van de houder (28) vast is. 10

17· Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hoofdvlak (3) van de houder grotendeels ten opzichte van het achtervlak van de geleidingsprofielen (31) naar voren is verplaatst, terwijl enkele kleine vlakdelen 35 weer naar achteren zijn gelegen als dragers voor de bevestigingsmiddelen (36).

18. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verpakking voorzien is van een perforatie (12, 26).

19· Systeem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat in de lijn van de perforatie (26) een doorsnijding is aangebracht 20 zodat een greeplip (27) wordt gevormd voor het openen van de verpakking. 8201605