NL8201478A - Koelinrichting voor wandconstructies en/of dekselconstructies van industrieovens. - Google Patents

Description

- 1 - N/30.889-Jb/h£

Koelinrichting voor wandconstructies en/of dekselconstruc-ties van industrieovens.

De uitvinding heeft betrekking op een koelinrich-ting voor wandconstructies en/of dekselconstructies van industrieovens, in het bijzonder elektro-vlamboogovens, met een aantal met een tussenruimte naast elkaar aangebrachte 5 koelhuizen, die aan de uiteinden aangelaste omkeerelementen bezitten en daardoor tot een slangenlijnvormig koelmiddel-stromingskanaal zijn verenigd.

Een dergelijke koelinrichting is uit de praktijk bekend. Bij deze uit de praktijk bekende koelinrichting 10 zijn de tussenruimten door staalplaten of ribben overbrugd, die tussen naburige koelhuizen, ten opzichte van het inwendige meestal aan de buitenzijde, zijn aangebracht en aan de koelhuizen zijn vastgelast. Deze staalplaten of ribben zijn in hoofdzaak vereist, om het aggregaat de statisch noodzake-15 lijke vormvastheid en stabiliteit te verschaffen. De bekende uitvoering bezit evenwel enige nadelen. Verschillen in warmteuitzetting tussen de koelhuizen en de staalplaten, respectievelijk de ribben en wisselende temperaturen leiden tot voortijdige beschadigingen en scheurvorming in het gebied 20 van de lasnaden. Ook treedt in het gebied van de lasnaden spanningscorrosie op. Daar de koelhuizen met een tussenruimte naast elkaar verlopen zijn de omkeerelementen halfcirkelvormige huistochten, waarbij de krommingsstraal aan de afstand van de koelhuizen is aangepast. Dit leidt tot grote 25^1astechnische problemen, daar beide uiteinden van de buis-bocht met een omtrekslas op de aangesloten koelhuizen moeten worden vastgelast.

De onderhavige uitvinding beoogt een koelinrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig verder te ontwik-30 kelen, dat geen staalplaten of ribben tussen de naburige koelhuizen meer noodzakelijk zijn en derhalve geen voortijdige beschadigingen in het gebied van de lasnaden tussen de koelhuizen en de staalplaten of ribben meer optreden.

Hiertoe wordt de koelinrichting volgens de uitvin-35 ding daardoor gekenmerkt, dat de koelhuizen aan hun met de omkeerelementen verbonden uiteinden naar elkaar toegekeerde 8201478 V' v - 2 - verwijdingen bezitten, die tegen elkaar aanliggen en de tussenruimte bepalen, terwijl hun aanligvlakken aan elkaar vastgelast zijn, waarbij op de aan elkaar gelaste uiteinden van de koelhuizen als omkeerelementen kappen zijn gelast, 5 terwijl de koelhuizen van de koelinrichting door deze kappen tot een zelfdragend aggregaat zijn verenigd,

De uitvinding gaat uit van het inzicht, dat bij de koelinrichting volgens de uitvinding enerzijds de kappen en anderzijds de koelhuizen met hun verwijdingen elementen vor-10 men, welke een groot oppervlaktetraagheidsmoment bezitten en dientengevolge het aggregaat de vereiste vormvastheid en stabiliteit geven en het aggregaat dan ook de eigenschap verschaffen om als zelfdragend aggregaat te kunnen worden benut. Door de verwijding van de uiteinden van de koelhuizen bestaat 15 de mogelijkheid, zonder de stromingsdwarsdoorsnede nadelig te beïnvloedende kappen met een grotere wanddikte dan die van de koelhuizen uit te voeren.

De koelinrichting volgens de uitvinding kan onmiddellijk in een industrieoven worden ingebouwd.

20 Het is evenwel ook mogelijk op de van de ovenruimte van de bijbehorende industrieoven afgekeerde zijde een als montagehulp en/of als ovenwand dienende afdekplaat zonder lasverbinding met de koelhuizen en/of de kappen aan te brengen.

25 Dient deze afdekplaat als montagehulp dan maakt deze op eenvoudige wijze de montage van de koelinrichting mogelijk. De montageplaat kan evenwel gelijktijdig de stalen ovenmantel of een segment daaruit vormen. Voor zover noodzakelijk of doelmatig is, de koelinrichting van ankers te voorzien, 30 die op op zichzelf bekende wijze er voor dienen, op te brengen vuurvast materiaal en/of zich in de ovenruimte afzettende slakken vast te houden, wordt volgens de uitvinding voorgesteld, deze ankers niet meer met de koelhuizen, respectievelijk de kappen te verbinden, doch de afdekplaat met 35 dergelijke ankers uit te voeren, die door de tussenruimte steken. Deze ankers kunnen zonder meer op de afdekplaat worden vastgelast. Indien met dergelijke ankers wordt gewerkt dan kunnen deze gelijktijdig als houder voor de koelhuizen en/of de kappen en derhalve voor het beschreven buisaggregaat 40 in zijn geheel zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld kunnen ankers 8201478 ** 3 - 3 - over de koelhuizen of onder de kappen worden omgebogen.

De bereikte voordelen moeten daarin worden gezien, dat bij de koelinrichting volgens de uitvinding geen staalplaten of ribben, die de tussenruimte tussen naburige koel-5 buizen overbruggen, meer nodig zijn. Derhalve ontbreken ook de hierbij behorende lasnaden, die bij de bekende uitvoering de levensduur van de koelinrichting in bedrijf belangrijk verkorten. Van bijzonder voordeel is verder het feit, dat, zonder laswerkzaamheden aan de koelhuizen, ankers voor het 10 vasthouden van vuurvast materiaal en/of slakken kunnen worden toegepast, indien op de beschreven wijze een afdekplaat wordt benut.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die op schematische wijze een uitvoe-15 ringsvoorbeeld van de koelinrichting volgens de uitvinding weergeeft.

Pig. 1 is een gedeelte van een uitvoering van een koelinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens het vlak A - A in 20 fig. 1.

Fig. 3 is een doorsnede volgens het vlak B - B in fig. 1.

Fig. 4 is een aanzicht van een groter gedeelte van de koelinrichting dan in fig. 1 is weergegeven, op kleinere 25 schaal en voorzien van een afdekplaat.

Fig. 5 is een doorsnede volgens het vlak C - C in fig. 4.

De in de figuren weergegeven koelinrichting dient voor wandconstructies en/of dekselconstructies van indus-30 trieovens, in het bijzonder elektro-vlamboogovens. Deze koelinrichting omvat een aantal met een tussenruimte naast elkaar aangebrachte koelhuizen 1. Deze bezitten aan hun uiteinden aangelaste omkeerelementen 2, De uitvoering is zodanig, dat de koelhuizen 1 door deze omkeerelementen 2 35 tot een slangenlijnvormig (of anders uitgedrukt een meandervormig) koelmiddelstromingskanaal zijn verenigd.

Uit een vergelijking van de fig. 1 en 2 wordt duidelijk, dat de koelhuizen 1 aan hun met de omkeerelementen 2 verbonden uiteinden 3 naar elkaar toe gekeerde verwij-40 dingen 4 bezitten. Deze liggen tegen elkaar aan en bepalen 8201473 - 4 -

V

de tussenruimte 5 tussen de opvolgende koelhuizen 1. De koelhuizen 1 zijn met hun aanligvlakken 6 aan elkaar vastgelast. Verder is de uitvoering in het algemeen zodanig, dat de verwijdingen 4 van naburige koelhuizen 1 ten opzichte van een 5 middenlangsvlak 7 door de tussenruimte 5 symmetrisch zijn.

Op de aan elkaar vastgelaste uiteinden 3 van de koelhuizen 1 zijn als omkeerelementen kappen 2 vastgelast. De uitvoering en dimensionering is in zijn geheel zodanig, dat de koelhuizen 1 van de koelinrichting door de kappen 2 tot een zelf-10 dragend aggregaat zijn verenigd. De kappen 2 kunnen ten opzichte van de koelhuizen 1 een vergrote wanddikte d bezitten, teneinde alle optredende belastingen op te kunnen nemen.

In de uitvoering volgens de fig. 4 en 5 is aan de, van de ovenruimte afgekeerde, zijde een als montagehulp en/of 15 als ovenwand dienende afdekplaat 8 aangebracht. Deze afdekplaat 8 is zonder lasverbinding met het uit de koelhuizen 1 en de kappen 2 bestaande aggregaat verbonden. Hiertoe draagt de afdekplaat 8 in het uitvoeringsvoorbeeld ankers 9 voor op te brengen vuurvast materiaal, respectievelijk voor vast 20 te houden slakken. Deze ankers 9 zijn aan de afdekplaat 8 vastgelast en steken door de tussenruimten 5. De ankers 9 dienen hierbij gelijktijdig als bevestigingsorgaan voor de koelhuizen 1 en/of de kappen 2 en zijn dienovereenkomstig omgebogen.

8201478

Claims (5)

1. Koelinrichting voor wandconstructies en/of dekselconstructies van industrieovens, in het bijzonder elektro-vlamboogovens, met een aantal met een tussenruimte naast elkaar aangebrachte koelhuizen, die aan de uiteinden 5 aangelaste omkeerelementen bezitten en daardoor tot een slangenlijnvormig koelmiddelstromingskanaal zijn verenigd, met het kenmerk, dat de koelhuizen (1) aan hun met de omkeerelementen (2) verbonden uiteinden (3) naar elkaar toegekeerde verwijdingen (4) bezitten, die tegen el-10 kaar aanliggen en de tussenruimte (5) bepalen, terwijl hun aanligvlakken (6) aan elkaar vastgelast zijn, waarbij op de aan elkaar gelaste uiteinden (3) van de koelhuizen (1) als omkeerelementen kappen (2) zijn gelast, terwijl de koelhuizen (1) van de koelinrichting door deze kappen (2) tot een 15 zelfdragend aggregaat zijn verenigd. - -

2. Koelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kappen (2) een grotere wanddikte (d) dan de koelhuizen (1) bezitten.

3. Koelinrichting volgens conclusie 1 of 2, met 20 h e t kenmerk, dat op de van de ovenruimte van de bijbehorende industrieoven afgekeerde zijde een als montage-hulp en/of als ovenwand dienende afdekplaat (8) is aangebracht,

4. Koelinrichting volgens conclusie 3, met 25 het kenmerk, dat de afdekplaat (8) met ankers (9) voor op te brengen vuurvast materiaal en/of vast te houden slakken is uitgevoerd, welke ankers (9) door de tussenruimte (5) steken.

5. Koelinrichting volgens conclusie 4, m e t het 30kenmerk, dat de ankers (9) tevens als vasthoudorgaan voor de koelhuizen (1) en/of de kappen (2) zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld zijn omgebogen. 8201478