NL8201132A - Wegwerpluier met gespannen afdichtingen tussen de benen en rond het middel. - Google Patents

Description

ff 4 t £ -----»···· V.O.3194

Wegwerpluier met gespannen afdichtingen tussen de benen en rond het middel.

De uitvinding heeft betrekking op wegwerpluiers en meer in het bijzonder op een gevormde luier met afdichtingen tussen de benen en/of afdichtingen rond het middel.

In het verleden zijn elastische gevormde luiers ontwikkeld zo-5 als beschreven in het Amerikaanse octrooischrift nr. 3860003, waarbij elastische strips bevestigd zijn aan de gedeelten van de luier voor t tussen de benen op een afstand van 1,8 cm van het absorberende kussen,om elastische afdichtingen te vormen welke aangebracht wordsn rond de benen van het kind om verlies van vloeistof vanuit het in-10 wendige van de luier langs de benen van het kind te verhinderen.De elastische stroken zijn meer dan 1,8 cm van het absorberende kussen geplaatst om te voorzien in een brede samenstrekbare zijstrook voor een beter opneemvennogen.

In het Amerikaanse octrooischrift nr.4050462 is een luier 15 beschreven waarbij elastische stroken zijn aangebracht in het gedeelte voor tussen de benen van de luier,waarbij een aantal grove dwarsrimpe-lingen dwars over de breedte van het gebied voor tussen de benen gevormd zijn om het absorptievermogen in dat gebied te verbeteren. Gebleken is echter dat deze vouwen kunnen functioneren als een kanaal hetgeen 20 resulteert in een overmatige lekkage uit de luier,terwijl de vouwen in het gebied tussen de benen bij het zitten oncomfortabel zijn voor de billen van het kind,in het bijzonder wanneer de luier niet verzadigd is.

Elastisch gemaakte afdichtingen voor rond het middel zijn reeds oud en welbekend voor verschillende kledingsstukken zoals ook luiers.

25 Deze afdichtingen voor rond het middel hebben tot doel om het kledingsstuk op zijn plaats te houden en werden niet ontworpen voor de twee extra doeleinden volgens de onderhavige uitvinding om te voorzien in een vloeistofbarriere en te voorzien in een effect ten gevolge van de samenwerking met de afdichtingen tussen de benen,waarbij de afdichtingen 30 tussen de benen voorzien in een voorspanning op de afdichtingen rond het middel en de afdichtingen rond het middel voorzien in een voorspanning op de afdichtingen tussen de benen. Bovendien kunnen de elastische afdichtingen voor rond het middel zodanig gevormd zijn dat zij tevens dienen als middelen voor het vasthouden van de luier.

-8 2 OH 32-------------------------------- — · -2-

De onderhavige uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende luiers te ondervangen door te voorzien in elastische elementen langs de tegenover gelegen zijde van de luier en langs het gedeelte voor rond het middel van de luier waarbij afdichtingen voor tussen de benen en afdich-5 tingen voor rond het middel gevormd worden die zodanig samenwerken,dat zij op elkaar een voorspanning uitoefenen tengevolge van de spanning welke zij uitoefenen op het materiaal van de luier zelf.

Volgens de uitvinding is voorzien in een in hoofdzaak zandlopervormige luier met een achtervel, een absorberend kussen op het achter-10 vel en een bovenvel dat over het absorberende lichaam heen gelegen is. Tegenover elkaar gelegen elastische zijelementen zijn bevestigd aan het achtervel alsmede een elastisch afdichtelement voor rond het middel welke respectievelijk afdichtingen voor tussen de benen en een afdichting rond het middel verschaffen,welke met elkaar 15 samenwerken om een voorspanning uit te oefenen op respectievelijk de afdichting rond het middel, en de afdichting tussen de benen- De elastische afdichtingen tussen de benen en rond het middel kunnen dienen als vloeistofbarrieres, in het bijzonder wanneer zij gelegen zijn over het absorberende kussen. De afdichting rond het middel of de afdichtingen 20 rond het middel kunnen zich ook uitstrekken tot voorbij de zijranden van de luier om te voorzien in integrale middelen voor het bevestigen van de luier rond het kind in plaats van de conventionele aparte bandvormige bevestigingsorganen.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden beschreven aan 25 de hand van uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de tekening, hierin toont: fig. 1 een bovenaanzicht van een wegwerpluier volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 2 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm 30 van de uitvinding waarbij gebruik wordt gemaakt van elastische elementen voor rond het middel; fig. 3 een detail in doorsnede langs het vlak van de lijn III-III in fig. 2; fig. 4 een detail in doorsnede langs het vlak van de lijn IV-IV 36 in fig. 2; fig. 5 een aanzicht gelijk aan dat van fig .4, maar voor een andere -8T0TTTt~ .................. ' -3- uitvoeringsvonn van de opbouw; fig. 6 een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 7 een bovenaanzicht van een luier volgens fig. 6, welke is 5 opgevouwen voor transport; en fig. 8 een aanzicht in perspectief dat de wijze toont waarop de luier wordt gevormd om aangebracht te worden bij een kind.

In het hiernavolgende zullen gelijke onderdelen van de luier aangegeven worden met gelijke verwijzingscijfers. Met verwijzingscijfer. 10 10 is in het algemeen een elastisch gemaakte en gevormde luier volgens het idee van de uitvinding getoond. De luier 10 heeft de vorm van een zandloper waarbij een gedeelte 14 voor tussen de benen en vier gedeelten met een grotere breedte, welke oren 14, 16, 18 en 20 vormen. De luier omvat een achtervel 22 uit een voor vocht ondoorlatend polyethy-15 leen of iets dergelijks. Een bovenvel 24, bij voorkeur uit een niet-gewo-ven polyethyleen of polypropyleenvezel, is langs de omtreksranden van de luier 10 bevestigd aan het achtervel 22 met een hechtmiddel,zoals bij hitte smeltende lijm of een drukgevoelig hechtmiddel. Een absorberend kussen 26 is geplaatst tussen het bovenvel 24 en het achtervel 22 en kan 20 bestaan uit houtwol of iets dergelijks. Indien gewenst kan voorzien zijn in gewatteerde vellen.

Er is voorzien in een paar elastische stroken 34 en 36. Het achtervel 22 is bedekt met lijnen of plekken 25 met hechtmiddel op het bovenvlak ervan en de stroken 34 en 36 zijn in uitgerekte toestand bevestigd 25 aan het achtervel 22 langs het gedeelte voor tussen de benen 12 van het kussen,waarbij een gedeelte van iedere strook 34 en 36 over het kussen 26 heen ligt en indien gewenst geheel over het kussen heen ligt bij de oren 14, 16, 18 en 20. De stroken 34 en 36 zijn met behulp van het hechtmiddel. bij voorkeur in het gebied voor tussen de benen bevestigd waarbij 30 de uiteinden die over de oren 14, 16, 18 en 20 gelegen zijn niet vastgehecht zijn.

Zoals getoond is in fig. 2 zijn elastische elementen 38 en 40 in uitgerekte toestand bevestigd aan het achtervel 22 op een afstand van het kussen 26. De elastische en water ondoorlatende barrière 42 (fig.4) 35 is bevestigd tussen het achterveld 22 en het bovenvel 24 met behulp van hetzij een hechtmiddel of door het met behulp van hitte lassen en --g£0 H 32-------------- -------- · -4- dient voor het vormen van een afdichting voor rond het middel. Volgens een andere uitvoeringsvorm/ zoals getoond in fig.5,kan het elastisch en wateróndoorlatende element 44 met behulp van bijvoorbeeld een hecht-middeLbevestigd zijn aan het bovenvel waardoor een waterondoorlatende 5 afdichting rond het middel ontstaat tegen de huid van het kind waardoor wordt verhinderd dat de vochtigheid langs het middel weglekt, bijvoorbeeld in het geval dat het kind ligt: Evenals in fig. 1 zijn de uiteinden van de elementen 38 en 40 bij voorbeeld niet bevestigd en deze kunnen eveneens over de oren van het kussen heen liggen.

10 De elastische streken 38 en 40 strekken zich onder in wezen rechte hoeken uit ten opzichte van de elastische stroken 42 of 44 en zijn bevestigd aan het achtervel 22 met een lichte voorspanning erop. De stroken 38 en 40 en de stroken.. 42 en 44 werken dus samen om een voorspanning uit te oefenen op respectievelijk de afdichtingen voor tussen de 15 benen en de afdichting voor rond het middel,welke er door gevormd worden en verzekeren dus een meer comfortabele en betere pasvorm. De stroken 38 en 40 en. de stroken-42 en 44 zijn bij- voorkeur gemaakt uit een water-ondoorlatend materiaal hetgeen een afdichting voor vocht verzekert.

Pig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding welke 20 in het algemeen aangegeven is met. het verwijzingscijfer 70. De luier 70 heeft in het algemeen de vorm van een zandloper met een gedeelte voor tussen de benen 72 en oren 74 , 76, 78 en 80. De luier bezit een conventioneel achtervel, een absorberend kussen en een bovenvel op eenzelfde wijze als bij de luier volgens fig. 1. Elastische zijelementen 82 en 84 25 zijn bijvoorbeeld door middel van lijnen 75 bestaande uit een hechtmiddel aan het achtervel bevestigd op een plaats welke op een afstand gelegen is van het kussen 86 en op gelijke wijze is een elastisch element 88 (en indien gewenst 90) voor rond het middel onder spanning bevestigd aan het achtervel op een afstand van het kussen 86 door middel van vasthech-30 ten of een hechtmiddel. De zijelementen 82 en 84 dienen voor het vormen van afdichtingen voor tussen de benen terwijl het element 88 voor rond het middel dient voor het vormen van een afdichting rond het middel,waarbij beide er toe dienen om eenbetrouwbaardere en betere pasvorm van de luier rond het kind te verschaffen. De zijelementen en het element voor 35 rond het middel bestaan bij voorkeur uit een waterdicht materiaal. Even- -32 0 1 i~5~2~----;------------------—" ................

-5- als bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 zijn bij voorkeur de einden van de elementen 82 en 84 niet bevestigd en vrij van hechtmiddel.

De zijelementen 82 en 84 liggen op een afstand van 5-18 mm van het absorberende kussen 26. Het achtervel is in het algemeen voorzien van 5 op een afstand van elkaar gelegen longitudinale evenwijdige lijnen met een hechtmiddel om het kussen op het achtervel op zijn plaats te houden. De zijranden en de bovenzijden van de luier zijn op de eerder beschreven wijze bevestigd. Zoals in fig. 7 getoond is kan de luier op een geschikte wijze gevouwen worden waarbij de oren, de zijelementen en dergelijke 10 binnenwaarts gevouwen zijn om zo een in wezen rechthoekige vorm te verschaffen welke geschikt is voor verpakken en transporteren.Bij gebruik kunnen, zoals getoond in fig.8, geschikte bandjes, die voorzien kunnen zijn van een zelfklevend hechtmiddel en aangegeven zijn met 102 gebruikt worden om de luier in wezen in de stand zoals die getoond is in fig. 8 15 rond het kind vast te houden.

In plaats van de bandjes 102 kan het elastische element 88 voor rond het middel (fig. 6) verlengd worden voorbij de twee zijranden van het kussen 70 en kunnen de uitstekende gedeelten voorzien worden van een geschikt hechtmiddel (bijvoorbeeld drukgevoelig) om te voorzien in midde-20" len voor het bevestigen van de luier rond een kind. De uitstekende gedeelten kunnen voorzien zijn van geschikte wegneembare beschermings-stroken om het hechtmiddel vooraf aan het gebruik ervan te beschermen. Verder kan de luier in plaats van een "wegwerp"beschermstrook voorzien zijn van een beschermstrook, die op de wijze zoals getoond in de 25 Amerikaanse octrooischriffen 3893460 en 4100921 aan de luier bevestigd is. Bij deze opbouw is het uitstekende uiteinde van het met een hechtmiddel bedekte elastisch element voor rond het middel omgevouwen zodat de hechtlaag in contact is met het oppervlak van de beschermstrook.

Er wordt op gewezen, dat bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 30 2 en 6 de elastische elementen voor rond het middel gelegen zijn tussen het bovenvel en het achtervel van de luier,maar bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 kunnen de elastische element(en) 44 voor rond het middel boven het bovenvel gelegen zijn. Op gelijke wijze kan in het geval dat het elastisch element voor rond het middel uitsteekt voorbij de randen 35 van het kussen zoals bovenstaand beschreven is, dit element ook liggen over het bovenvel? evenzo kan het ook geplaatst zijn op de achterzijde ——4201 1 32 • » -6- van de luier (dat wil zeggen aan de buitenzijde of het buitenoppervlak van het achtervel). In die gevallen waarbij een permanent bevestigde beschermstrook gebruikt wordt, zou dit op het voorvlak (dat wil zeggen het oppervlak van het bovenvel) van de luier aanwezig zijn waarbij het 5 hechtmiddel op het elastische element voor rond het middel is aangepast om contact te maken met de beschermstrook wanneer het elastische element voor rond het middel omgevouwen wordt in de "voor het gebruik" toestand.

Een verdere modificatie is mogelijk door gebruik te maken van het achter (of getoonde) oppervlak van het elastische element voor rond het 10 middel als het oppervlak van de beschermstrook. Deze uitvoeringsvorm is bijzonder nuttig wanneer het elastische element voor rond het middel bevestigd is aan het voor(topvel)oppervlak van de luier en bij deze opbouw is het achtervlak van het elastische element (dat wil zeggen het oppervlak tegenover datgene dat bevestigd is aan het voorvlak van 15 de luier) in een gebied voorzien van of op zodanige wijze gevormd dat aan het uiteinde ervan voorzien is in een drukgevoelig hechtmiddel waarbij aangrenzend aan dat hechtende gebied een gebied aanwezig is met een beschermfunctie.

:-§4-0-11 52------------------

Claims (8)

1. Wegwerpluier omvattende een achtervel, een absorberend kussen op dat achtervel, een bovenvel gelegen over het absorberende lichaam, waarbij het bovenvel aan het achtervel bevestigd is aan tenminste twee tegenovergelegen omtreksranden ervan, met het kenmerk, dat tegen-5 over elkaar gelegen elastische zij elementen bevestigd zijn aan het achtervel langs twee tegenovergelegen randen daarvan,om te voorzien in afdichtingen voor tussen de benen en dat een elastisch element bevestigd is aan het achtervel langs een eindrand ervan, een en ander zodanig dat de afdichtingen voor tussen de benen en de afdichting voor 10 rond het middel samenwerken om een voorspanning uit te oefenen op respectievelijk de afdichting voor rond het middel en de afdichtingen voor tussen de benen om een verbeterde pasvorm en aanpassing aan het lichaam in gebruik te verschaffen.

2. Wegwerpluier volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het absor-15 berende lichaam de vorm van een zandloper bezit,waarbij oren gevormd zijn op een afstand van het gebied voor tussen de benen.

3. Wegwerpluier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zij-elementen en het element voor rond het middel waterdicht zijn en vloeistofbarrieres vormen.

4. Wegwerpluier volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het absorbe rende lichaam de vorm heeft van een zandloper met oren die op een afstand van het gebied voor tussen de benen gelegen zijn, waarbij de elastische zijelementen over de oren heen gelegen zijn.

5. Wegwerpluier volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het absorbe-, 25 rende lichaam de vorm van een zandloper bezit met oren die gelegen zijn op een afstand van het gebied voor tussen de benen, waarbij de elastische zijelementen op een korte afstand van de oren eindigen.

6. Wegwerpluier volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het bovenvel en het achtervel langs de omtreksranden daarvan aan elkaar beves- 30 tigd zijn.

7. Wegwerpluier volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het bovenvel met behulp van warm lassen bevestigd is aan het achtervel-. • * -8-2 0 1 1 52----------------------------------- -......—..........- 4 -8-

7 ? -7- • CONCLDSIES.

8. Wegwerpluier omvattende een achtervel, een absorberend kussen op het achtervel, een bovenvel dat gelegen is over het absorberende kussen, met het kenmerk, dat het bovenvel langs ten minste twee tegenovergelegen omtreksranden ervan bevestigd is aan het achtervel en 5 dat voorzien is in tegenover elkaar gelegen elastische zijelementen, waarbij hechtmiddelen de- elastische zijelementen bevestigen aan het ‘ achtervel langs twee tegenovergelegen zijranden ervan om afdichtingen voor tussen de benen te verschaffen, en dat voorzien is in een elastisch element voor rond het middel dat bevestigd is aan het achtervel langs ' 10 een eindrand ervan om te voorzien in een afdichting voor rond het middel, waarbij de afdichtingen voor tussen de benen en de afdichting rond het middel met elkaar samenwerken om een voorspanning uit te oefenen op respectievelijk de afdichting rond het middel en de afdichtingen tussen de benen, waarbij de zijelementen en het element voor 15 rond het middel waterdicht zijn en vloeistofafdichtingen vormen, waarbij het absorberende kussen de vorm van een zandloper bezit met oren die op een afstand gelegen zijn van het gebied voor tussen de benen, waarbij de hechtmiddelen zich in hoofdzaak over de gehele lengte van het achtervel uitstrekken om te verhinderen dat de luier uit elkaar ge-20 trokken wordt en het absorberende kussen verschuift of samenpropt. ——8-21M-t32---------------------------—