NL8200776A - Inrichting voor het veilig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van een brand in de buurt van de klep. - Google Patents

Inrichting voor het veilig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van een brand in de buurt van de klep. Download PDF

Info

Publication number
NL8200776A
NL8200776A NL8200776A NL8200776A NL8200776A NL 8200776 A NL8200776 A NL 8200776A NL 8200776 A NL8200776 A NL 8200776A NL 8200776 A NL8200776 A NL 8200776A NL 8200776 A NL8200776 A NL 8200776A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
bypass
cavity
housing
bore
Prior art date
Application number
NL8200776A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Combustion Eng
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Combustion Eng filed Critical Combustion Eng
Publication of NL8200776A publication Critical patent/NL8200776A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K17/00Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves
    • F16K17/36Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves actuated in consequence of extraneous circumstances, e.g. shock, change of position
    • F16K17/38Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves actuated in consequence of extraneous circumstances, e.g. shock, change of position of excessive temperature
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K24/00Devices, e.g. valves, for venting or aerating enclosures
    • F16K24/02Devices, e.g. valves, for venting or aerating enclosures the enclosure being itself a valve, tap, or cock

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lift Valve (AREA)
  • Safety Valves (AREA)
  • Magnetically Actuated Valves (AREA)
  • Electrically Driven Valve-Operating Means (AREA)
  • Temperature-Responsive Valves (AREA)
  • Details Of Valves (AREA)

Description

............................... ?. \ YO 3115
Inrichting voor het veilig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van een brand in de buurt van de klep.
In een klep, voorzien van een huis met een doorgaande boring en een klep, die de doorgaande boring snijdt,zijn gewoonlijk een of meer klepzittingen aangebracht bij het snijpunt en is een beweegbaar klep-deel gemonteerd in de holte voor het schuiven, draaien of rondwentelen 5 net betrekking tot de klepzitting of zittingen. Gewoonlijk is het klep-deel voorzien van een steel, die zich tot buiten het huis uitstrekt door een leger- en afdichtsamenstel. Buiten het klephuis is de steel gewoon— lijk voorzien van een of andere vorm van een bedieningsorgaan voor het draaien en/of in lengterichting bewegen van de steel voor het relatief 10 openen en sluiten van de klep door het bewegen van het klepdeel met betrekking tot de klepzitting of -zittingen. In het bijzonder wanneer de klep een kogelklep is of een schuifklep, kan het klepdeel in aanraking blijven met de klepzittingen wanneer de klep wordt geopend en gesloten, en stroomt fluïdum, dat door de klep wordt geregeld, gewoonlijk 15 niet door het gebied van de klepholte, dat tussen het klepdeel en het klepsteelleger-':en afdichtsamenstel ligt. Tijdens' het normale gebruik van een klep is het echter niet ongebruikelijk dat een bepaalde hoeveelheid van het fluïdum, dat door de klep wordt geregeld, in dit gebied stroomt of lekt als gevolg van onvolkomenheden aan of slijtage van de klepzit-20 tingen en het klepdeeloppervlak of zijdelingse speling, toegelaten door het leger- en afdichtsamenstel, in het bijzonder bij veranderingen in temperatuur en na een langdurige diensttijd. Lekkage in dit klepholte-gebied kan heersender zijn wanneer het geregelde fluïdum vluchtig is en onderhevig aan lekkage in het gebied als een damp, waarna het conden-25 seert en zich daar verzamelt. Soms is er geen netto accumulatie van gelekt fluïdum in dit holtegebied, omdat het geen zich daar onder bepaalde omstandigheden verzamelt, op dezelfde wijze waarin het kwam, onder andere omstandigheden teruglekt.
In vele gevallen is de accumulatie van enig gelekt, geregeld 30 fluïdum in het voornoemde holtegebied volledig aanvaardbaar en zou er nauwelijks enige verdere aandacht aan worden geschonken. 'Het kan echter een moeilijkheid vertegenwoordigen in kleppen, die zijn bestemd voor gebruik bij het regelen van brandstof of oxydatiefluida in een omgeving, die onderhevig zou kunnen zijn aan een ongebruikelijk hoge temperatuur, 35 bijv. als gevolg van een brand. Kenmerkend voor dergelijke installaties 8200776 4 * -2- zijn verbuizingskoppen, verzamel-, scheidings—, raffineer—,opslag—, transport- en verspreidings- en gebruiksvoorziéningen voor aardolie, petrochemische bedrijven, krachtopwekkende installaties en in het algemeen in de chemische behandelingsindustrie.' In dergelijke gevallen kan 5 in het geval van een brand en dergelijke, de warmte zodanig intens· worden,. dat de inwendige kleponderdelen worden vervormd en onwerkzaam worden. Kog een ander·:., gevaar kan echter worden vertegenwoordigd door een' willekeurige hoeveelheid gelekt, geregeld fluïdum, dat zich. daarvoor geaccumuleerd in de klepholte tussen het klepdeel en het klepsteellegër— 10 en af dichtsamenstel. Het andere gevaar is, dat de druk van dit ingesloten fluïdum zodanig snel en hoog kan stijgen, dat het klephuis daardoor in een ontploffing uit elkaar wordt geblazen, hetgeen de leiding, het vat of de put, die vroeger werd geregeld door de klep, open laat' en in. staat vrij brandstof,, ozydatieraiddel en dergelijke aan de brand toe te 15 voeren. Als gevolg zou een brand, die in eerste instantie klein en in bedwang te houden was, snel een grote kunnen worden.
De klepverbetering van de onderhavige uitvinding- werd met de voorgaande toestand in gedachte gemaakt , teneinde een middel te ver·^· schaffen voor het veilig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van 20 een. brand in. de buurt van de klep.
Het klephuis is voorzien van een inwendige doorgang, die zich uitstrekt tussen de klepholte, het klepdeel en het klepsteelleger— en afdicht samenstel, en de doorgaande klephui shoring aan de hovenstrooms-e zijde van de bovenstroomse klepzitting of het snijpunt van de doorgaande 25 boring met de klepholte. Deze inwendige doorgang is· gewoonlijk gesloten door· een ontlastingsklep, die een primaire afdichting van metaal of metaal maakt in de inwendige doorgang. Deze klep wordt echter naar zijn gewoonlijk gesloten stand gedrukt door een lichaam van eeh door de temperatuur geactiveerd, bijv. eutectisch materiaal, dat, hoewel omsloten, is aange— 30 bracht om betrekkelijk gevoelig te zijn voor blootstelling aan een hoge temperatuur, indieu er een brand of andere ongebruikelijk, hoge tempera— tuursgebeurtenis zou zijn in de huurt van de klep, die wordt beveiligd,
In het geval van een brand en dergelijke, smelt het door de temperatuur geactiveerde materiaal en loopt het naar buiten of neemt het in totaal 35 volume af of verandert het van gedaante en dergelijke, in voldoende mate voor het verliezen van zijn vermogen de ontlastingsklep te dwingen gesloten te blijven. Dienovereenkomstig dwingt elke verhoging in druk in de 8200776
.--- X
* % -3- klepholte, 'bijv. als gevolg· van verwarming van geregeld fluïdum, dat tot dan in de holte van de beveiligde klep is gelekt om het klepdeel van de beveiligde klep heen, de ontlastingsklep te openen. Bij het openen beweegt de ontlastingsklep vanaf zijn gebruikelijke zitting· van 5 metaal op metaal, en op een tweede. Wanneer de ontlastingsdoorgang dan dus open is, wordt de druk in de klepholte ontlast in de hoven-stroomse zijde van de doorgaande boring van het huis van de beveiligde klep, en beveiligt het tweede afdichtverband van metaal op metaal, tot stand gebracht wanneer de ontlastingsklep opent, tegenlekkage in-10 dien. de steelpakking van de ontlastingsklep ook zou worden beschadigd door warmte,de gevolgen van veroudering en dergelijke.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin figuur 1 een ruimtelijk aanzicht is van een klep, die wordt 15 beveiligd onder gebruikmaking van de inrichting,waarbij bepaalde gedeelten van het klephuis zijn opengebroken en in doorsnede getoond, voor het * blootleggen van inwendige details, figuur 2 een lengtedoorsnede is van een gedeelte van de beveiligde klep, waarbij de inrichting gedetailleerder is weergegeven zoals 20 deze is onder normale omstandigheden, waarbij de amlóopleidihg is gesloten door de omloopklep, die op zijn beurt gesloten wordt gedrukt door een lichaam van een met warmte activeerbaar materiaal en figuur 3 een aan figuur 2 gelijke doorsnede is, waarbij het uiterlijk van de constructie is getoond nadat een brand het met warmte 25 activeerbare materiaal heeft- geactiveerd en het openen van de omloopklep mogelijk heeft gemaakt.
De uitvinding wordt nader toegelicht in samenhang met een schuifklep 10.
De klep 10 bevat een huis 12, voorzien van een lengteboring 30 1¼. Aan elk einde van de boring 1¼ is het huis voorzien van een eindflens· 16, teneinde de klep afdichtend te kunnen verbinden tussen twee leidingen of tussen een vat en een leiding of te kunnen opnemen in een putmond— afwerksamenstel of dergelijke.
Het huis 12 bevat verder een vergroting 18 in het midden, 35 die een klepholte 20 verschaft, die de boring 1k tussen de einden 16' in dwarsrichting snijdt. De holte 2Q snijdt ook een zijde van het huis, welk snijpunt is omgeven door een ringvormige flens 21, Een deksel 22 8200776 -w is vastgezet aan deze flens, "bijv. door een ringschroeft apeinde 2kt opgenomen in de flens 21, en met daarop geschroefde moeren 26. Omdat het deksel 22 ènigzins koppelvormig is, loopt de klèpholte 20 in feite door naar hoven in de onderzijde van het deksel 22, Op het snijpunt is 5 de holtewand langs de omtrek af gedicht door een ringvormige afdichtiring 28.
Bij de hovenstroomse (weergegeven) en henedenstrocrase (ver· borgen) snijpunten van de klepholte 20 met de doorgaande boring 1U' van het klephuis, zijn ringvormige klepzittingen 30 aangebracht'in de he· . 10 treffende, bijbehorende, volgens de omtrek zich uitstrekkende uitspa· ringen 32.
De schuifklep 10 bevat verder een schuif samenstel 3*+, dat een' paar schuifplaten 36 omvat, verder een niet stijgende, draaibare klep· steel 38 en een verbindingsorgaan 1*0 (op zichzelf bekend), dat de schuif· 15 platen door schroeven verbindt met de klepsteel, maar de twee schuif· platen in een zeer beperkte mate naar en vanaf elkaar laat bewegen.
Deze beweegbaarheid is wenselijk, zodat de schuilplaat 36 stevig en af· dichtend uit elkaar kunnen worden gedrukt en' tegen de. betreffende klep· zittingen 30 wanneer de klep zich in de.volledig gesloten toestand be· 20 vindt, maar betrekkelijk direkt loslaten van de klepzittingen wanneer de klep aanvangt met te worden geopend teneinde onnodige slijtage te voor· komen en de kracht te verkleinen, nodig voor het openen en sluiten van de klep, behalve wanneer hij vrijwel volledig is gesloten.
De druk voor het uit elkaar drukken van de schuifplaten wanneer 25 de klep volledig is gesloten, wordt verschaft door een uitzetorgaan 1*2 in de vorm van een paar diametraal tegenover elkaar liggende, vertikaal naar beneden zich uitstrekkende benen kkt die aan hun boveneinden inte· graal zijn verbonden met een ovale ring 1*6, Deze' ring k6 rust op een opligrand 1*8 in de klepholte 20. Elk been kk is nabij zijn onderste einde 30 voorzien van twee zijdelings tegenover ëkaar liggende, naar buiten gerichte, wigoppervlakken 50, die kunnen aanliggen tegen bijbehorende, naar binnen gerichte wigoppervlakken 52 aan de betreffende schuifplaten. lig· aanraking wordt alleen gemaakt wanneer de schuif nagenoeg volledig is· gesloten en blijft zolang de schuif volledig is gesloten. Zij neemt vrij· 35 wel direkt af indien wordt begonnen met het openen van de schuif.
De klepsteel 38 strekt zich uit tot buiten bet huis 12 door een middenboring 5^ van het deksel 22. Een vergrote, coaxiale ringvormige 8200776 V Μ -5- hqlte. 56 ia de boring 54 is voorzien van een leger- en afdi cht s amenstel 1 58, dat de steel 38 voor een niet stijgend draaien draaibaar monteert, en een ringvormige afdichting vorrnb tussen de klepsteel en de dekselbo-ring.
3 -- De inrichting overeenkomstig de beginselen van de uitvinding is in zijn algemeenheid weergegeven door het verwijzingscijfer 60 in figuur 1. Hij is gedetailleerder weergegeven in de figuur 2 en 3.
Eerst verwijzende naar figuur 2, is het klephuis 12 voorzien van een inwendige doorgang 62 met een inlaatpoort 64 bij zijn snijpunt 10 met de-klepholte 20, en een uitlaatpoort 66 bij zijn snijpunt met het bovenstroomse segment van de boring 14.
Voor het gemak van de vervaardiging, kan de doorgang 62 zijn . uitgevoerd, zoals weergegeven, in twee rechte segmenten, die onder in het algemeen rechte hoeken snijden in het klephuis. Een segment 68, 15· het segment dat eindigt bij de uitlaatpoort 66, heeft zijn oorspronkelijke begineinde (nabij de opligrand 48), blijvend afgesloten door een schroefstop 70. Het andere segment 72 neemt tussen zijn begineinde. bij Jk in de dekselmonterende flens van het huis 12 en net voorbij, de plaats van de snijding van de twee segmenten, een omloopklep Jé op. Yoor dit 20 doel is dit segment 72 tegengeboord tot een eerste hoogte, die net voorbij de plaats van het snijden van de eerste en tweede segmenten eindigt voor het verschaffen van een ringvormige klepzitting 78 in de doorgang 62. Het segment 72 is eveneens tegengeboord tot een tweede hoogte, eindigende op ongeveer dezelfde afstand voor de plaats van het snijden voor 25 het verschaffen van een ringvormige schouder 80. Het buitengedeelte van het tweede tegengeboorde gebied is, zoals weergegeven inwendig voorzien van schroefdraad 82.
Eerst is in de schacht 84, verschaft door de tweede tegenborihg, een spiering 86 opgenomen, die een platte bodem heeft, die rust op de 30 ringvormige schouder 80. De ring 86 is nagenoeg even groot in buitendiameter als de binnendiameter van de schacht bij de schouder 80, maar neemt in buitendiameter van daar af af voor het verschaffen van een spievormige ring.
De omloopklep 76 bevat verder een klepdeel 88. Zoals weerge-<-35 geven is dit beginsel een cylindrisch, stangvormig steelelement 90 met een kegelvormig taps. binneneinde 92 en een coaxiale ringvormige vergroting 93, die zich bevindt in de schacht 84 nabij de schouder 80, In het ge- 8200776 -6- bied tussen de klepzitting 78 en de schouder 80, is de doorgang 62, zoals weergegeven, van een iets grotere diameter dan het stangedeelte 90 van het klepdeel 76.
Voorafgaande aan het monteren in de schacht 8U, wordt het klep-5 deel J6 samengevoegd met een pakking- en afdichtsamenstel 95. Dit samenstel, zoals weergegeven, hevat een buisvormig lichaam 9¾ voor een aantal dcêLeinden. Het buisvormige lichaam 9¾ heeft een coaxiale, ringvormige, insnoerende flens 96 in de boring, waarvan het axiale ringvormige binnenvlak 98 een achterzitting vormt, en waarvan het axiale ringvormige buiten-10 vlak 100 de bodemwand vormt van· een pakkingkamer, die,, zoals weergegeven een stapel ringen van gebruikelijk pakkingmateriaal 102 opneemt en daarmee is gevuld. Het axiale binneneinde van het lichaam 9¾ is nabij zijn radiale buitenafmeting voorzien van een tapse, axiaal .zich uitstrekkende buisvormige afdichtflens 103- Het uitwendige van het lichaam 9b is ra-15 diaal naar buiten ten opzichte van de pakkingkamer volgens de omtrek achter gedraaid voor het verschaffen van een axiaal naar buiten gerichte, coaxiale, ringvormige aanslagschouder 106.
Een buisvormig, pakkingbusdeel 108 is aangebracht. Dit deel heeft, een doorgaande boring 110, bemeten voor het telescopisch opnemen 20 van de stang 90 van het klepdeel. De· boring. 110 is aan beide einden te-gengeboord. voor het verschaffen van een binnenschacht 112 en een buitenschacht 11¾. Het. pakkingbusdeel 108 is uitwendig voorzien van schroefdraad 116. Wanneer het in. het schroefdraadgebied 82 is geschroefd,, ligt-.zijn binneneinde 108 aan tegen de aanslagschouder 106 en drukt de 25 omgekeerd ringvormige eindwand. 120 van de binnenschacht 112 de pakking 102 axiaal samen, en zet deze dus radiaal uit en activeert hem voor het volgens de omtrek af dichten tussen het lichaam 9¾ en de steel 90 tot de hoogte van het axiale buiteneinde van het lichaam 9b. Het verder inschroeven van de pakkingbus 108, bijv. door het verdraaien van zijn niet 30 cirkelvormige "omtreksverdraaiingsopperviak 122, dat nog buiten het huis 12 uitsteekt, drukt de afdichtflens 10¾ dieper in de spievormige ring-ruimte radiaal tussen de spiering 86 en de zijwand van de schacht 8^ waardoor de metalen, waarvan deze onderdelen zijn gemaakt, worden verbogen, vervormd en/of samengedrukt tot een afdichtende omtreksaangrijping 35 van metaal op metaal bij 12¾.
De axiale buitenschacht 11¾ van het pakkingflens deel 108, zoals weergegeven, ligt in het algemeen buiten het huis 12 en is voor- 8200776 -7- zien van een inwendige schroefdraad 126 voor het opnemen van een dop 128. De dop 128 heeft een schijfvormige huitenéihdwand 13'Q' en een ran uitwendige schroefdraad voorziene mantel 132. ïn de dop 128 is naar ho— ven tegen de eindwand 130,. alsof het een dopvoeringschijfje, stop en 3 dergelijke was, een cylindrisch lichaam. 13¼ opgenömen van met warmte activeerhaar materiaal. De axiale dikte van dit lichaam 13¼ is zodanig,, dat wanneer de tap is vastgeschroefd, het' lichaam 13¼ aanligt tussen de dopeindwand en het axiale hui teneinde 136 van de steel'90 van de omloop·*· klep. Het verder aanschroeven van de dop 128 drukt dus het klepdeel 10 axiaal naar binnen tot zover het gaat, dat wil zeggen zodanig, dat het kegelvormige tapse axiale binneneinde 92. een afdichting van metaal op metaal vormt tegen de klepzitting 18, waardoor de doorgang 62 tussen zijn poorten 6b en 66 volledig wordt geblokkeerd.
Dit is de normale toestand van de doorgang 62. Voor een ge— 15 bruikelijke klep 10, kan zijn doorgang 62 door zijn omlóopklep' ?6 gedurende de gehele levensduur van de klep 10. gesloten blijven.
Thans moet worden opgemerkt, dat de ringvormige vergroting 93 zich in het midden in een holte bevindt, verschaft door de middenboring van de spiering 86 en de axiale biimenschacht van het buisvormige li-20 chaam 9b. Dienovereenkomstig heeft de vergroting 93 een in het algemeen axiaal naar buiten gericht, ringvormig eindoppervlak. 138, dat gewoonlijk axiaal op afstand ligt van het achterzittingoppervlak 98 van het buisvormige· lichaam 9¼.
Het lichaam van het met warmte activeerhare materiaal 13¼ is 25. gewoonlijk een stop van zogenoemd ”eutectisch:' materiaal, d.w.z, een’ materiaal, dat.zijn structurele eenheid verliest bij verwarming tot een vooraf gekozen verhoogde temperatuur. Gewoonlijk kan het bestaan uit een legering, die lood, bismuth, antimoon en/of tin bevat. Dergelijke licha— men zijn in algemeen gebruik als wegsmeltende bedieningsorganen voor 30 . de automatisch werkende sproeiblusstelsels· van magazijnen en openbare gebouwen. Het lichaam 13¼ kan een massieve stop zijn, die smelt en wegloopt, bijv. door de ringvormige ruimte 1UQ en in de holte lb2. Ook kan het-lichaam zijn gemaakt als een metaalschuim of als een stervormig element, zodat het, wanneer het week wordt of smelt, axiaal dunner kan wor-35 den door het vullen van lege ruimten, oorspronkelijk daarin of daaromheen ergens tussen zijn axiaal tegenover elkaar liggende eindvlakken, aangebracht .
8200776 -8-
In ieder geval is liet lichaam. 1 3&, wanneerhet als· geyolg yan blootstelling aan een ongebruikelijk: hoge temperatuursgeheurt enis, op-* tredende in de buurt van de gesloten klep 3d in voldoende mate -«eek wordt of smelt voor het'verliezen van zijn structurele eenheid, niet' 5 langer in staat te werken als een vulmiddel' tussen de top 328 en het axiale buiteneinde 136 van de steel 90« Wanneer dan de druk op een vlucht tig· geregeld fluïdum in de klepholte 2Q zich. begint'op te bouwen als gevolg van verwarming, komt de veiligheidsmaatregel' in werking* En plaats van hèt verder accumuleren van een' gevaarlijke hoogte,' drukt de druk 10 in de holte 20 het klepdeel j6 naar buiten. Deze. werking deblokkeert de doorgang 62, waardoor de druk wordt ontlast door het naar de horens stroomse zijde van het leidingstelsel, waarin de klep 30. is aangehracht, laten stromen van fluïdum/damp. Bij bet volledig openën, maakt het klep— deel 76 een beveiligende achterzitting van metaal'op metaal bij 138/ 15 98 (figuur 3), Indien er: een mogelijkheid is, dat deze achterzitting niet met voldoende kracht kan worden gehandhaafd, kan een schroefdrukveer' (niet weergegeven} zijn aangebracht als onderdeel van de omloopklep voor het axiaal naar buiten willen dwingen van het'klepdeel' j6.
Bij voorkeur ligt, zoals weergegeven, het lichaam van het 20 door de temperatuur geactiveerde materiaal 13^ hetrekkelijk blootgesteld en betrekkelijk vatbaarder om te worden geactiveerd dan het geval zou zijn, indien het niet in het huis van de klep IQ zou zijn begraven.
Er zijn denkbare toestanden, waarin het omlóopontluchten' veili— ger kan zijn indien uitgevoerd naar de hehedenstroomse zijde in plaats 25 van naar de bovenstroomse zijde van het leidingstelsel of dergelijke, waarin de klep 10 is opgenomen. Indien voor een dergelijk. geval., de klep 10 zelf niet op twee manieren kan worden' gemonteerd, kan een ander model zijn verschaft, waarbij de veiligheidsmaatregel 60 is aangehracht' voor het in verbinding staan met het benedenstroomse segment van de boring 1^.
Het moet thans duidelijk zijn, dat de inrichting voor bet yei— 30 lig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van een brand in de buurt van de klep, zoals hiervoor beschreven, elk der besproken kenmerken bezit. Omdat hij enigermate kan worden gewijzigd zonder de beginselen te verlakten, zoals deze hiervoor zijn geschetst en uiteengezet, moet de onderha— vige uitvinding worden gezien als omvattende alle wijzigingen, die binnen 35 de geest en de strekking van de volgende conclusies' zijn, 8200776

Claims (8)

1. Klep, voorzien van een huis met een doorgaande "boring, van een klepholte, die de doorgaande "boring snijdt en verdeelt in een "bovenstrooms --segment en een "benedenstrooms segment, en van een klep— deel,., dat "beweegbaar is gemonteerd ia de klepholte tassen een gesloten _____; 5 toestand, waarin het klepdeel de doorgaande boring blokkeert tussen het bovenstroomse segment en het benedenstroomse segment, en een open toestand waarin de doorgaande boring althans gedeeltelij kis gedeblokkeerd, zodat de stroming van een fluïdum door de klep kan worden geregeld' door het tussen deze toestanden bewegen van het klepdeel, gekenmerkt door midde-10 len, die een omloopdoorgang verschaffen in het klephuis, welke oraloop-doorgang is voorzien van een inlaatpoort, die in verbinding staat met de klepholte, en van een uitlaatpoort, die in verbinding staat met het segment van de doorgaande boring dat op afstand ligt van de klepholte, door een gewoonlijk gesloten omloopklep, die is geplaatst in. de doorgang 15 tussen de inlaatpoort en de uitlaatpoort, en door met warmte activeerba-re middelen, (die zijn aangebracht, voor gevoeligheid voor het optreden van een hoge temperatuursgebeurtenis in de buurt van de klep, en werkzaam. samenhangen met de gewoonlijk gesloten omloopklep voor het laten openen^.:·daarvan bij warmteactivatie van de met warmte activeerbare midde— 20 len.
2. Klep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het een schuifklep is, voorzien van schuifplaatuitzetmiddelen voor het drukken van een als het klepdeel voorziene klepschuifmiddel nauwsluitend in blokkerend verband met de doorgaande boring, waar deze wordt gesneden 25 door de klepholte, alleen wanneer het klepschuifmiddel zich in de gesloten toestand bevindt.
3. Klep volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het huis.een lichaam bevat, voorzien van een afdichtend daarmee verbonden deksel, waarbij de klepholte gedeeltelijk is bepaald in het lichaam en gedeeltelijk 30 in het deksel, waarbij een klepsteelmiddel is verbonden met het klep- schuifmiddel in de klepholte en zich door het deksel tot "buiten het huis uitstrekt, en middelen aanwezig zijn voor het afdichtend en draaibaar monteren van het klepsteelmiddel met betrekking tot het deksel, zodat het klepst eelmi ddel buiten het huis kan worden bediend voor· het ver— 35 schuiven van het klepschuifmiddel tussen de open toestand en de gesloten toestand. k. Klep volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de omloop- 8200776 -30- « w door gang is bepaald in het deksel. 5.Klep volgens conclusie k, met het kenmerk, dat het ene segment van de doorgaande boring, waarmee de omloopdoorgang in verbinding staat, het bovenstroomse segment is.
6. Klep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omloop- klep de omloopdoorgang bevat,, voorzien van middelen voor het verschaffen van een klepholte met een ringvormige klepzitting, en een in de klep-holte beweegbaar klepdeel, dat een af dicht oppervlak bevat, dat kan af-, dichten met de ringvormige klepzitting, waarbij de met' warmte activeer·*· 10 bare middelen een lichaam omvatten van een materiaal, waarvan de structurele eenheid wordt vernietigd wanneer het lichaam wordt onderworpen aan verwarming tot een vooraf gekozen temperatuur, welk lichaam werkzaam samenhangt met het klepdeel van de omloopklep als een vulplaat voor het afdichtend in aangrijping met de ringvormige klepzitting houden van het 15 afdicht oppervlak van het omloopklepdeel. zolang het lichaam niet wordt onderworpen aan de vooraf gekozen temperatuur.
7. Klep volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het klepdeel van de omloopklep axiaal verschuifbaar is gemonteerd, waarbij het huis een.betrekkelijk dunwandig gebied bevat, dat het lichaam van het 20 met warmte activeerbare materiaal bedekt, welk lichaam van met warmte activeerbaar materiaal axiaal is aangebracht tussen het klepdeel van de omloopklep en het betrekkelijk dunwandige gebied,
8. Klep volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat. het betrekkelijk dunwandige gebied is verschaft als een dop, die het lichaam van 25 met warmte activeerbaar materiaal omsluit.
9- Klep volgens conclusie 8, met het kenmerk,.dat de omloop— doorgang axiaal in verbinding staat met de klepholte van de omloopklep en in het aLgemeen radiaal vanaf de klepholte van de omloopklep, waarbij het omloopklepdeel een stang omvat, voorzien van een' afdichtoppervlak, 30 aangebracht aan een axiaal binneneinde, het huis een opening bevat, die zich axiaal uitstrekt vanaf de klepholte van de omloopklep tot buiten het huis, de stang is voorzien van een vergroting, die zich in deze opening bevindt, klepsteelpakkingmiddelen en pakkingactiverende middelen afdich— tend de opening rond de stang axiaal buiten de klepholte van de omloop-35 klep afsluiten, de dop is voorzien aan de pakkingactiverende middelen, de stang zich uitstrekt tot in de dop, waarin het lichaam van met warmte activeerbaar materiaal axiaal is aangebracht tussen een axiaal buiten— 8200776 ς ς einde van de stang en de dop.
10. Klep volgens conclusie 9, gekenmerkt door achterzitting^ middelen, die een ringvormige zitting bevatten, gevormd aan dè pakking^ activerende middelen 'bij het axiale huitenëinde van de klepholte.van 5 de omloopklep ,· en een hij behorende ringvormige sitting, gevórmd aan de vergroting van de stang, welke twee zittingen gewoonlijk. axiaal op af stand liggen, maar zijn opgesteld voor het afdichtend aangrijpen' wanneer het omloopklepdeel axiaal naar buiten heweègt hij het'openèn, teneinde de opening af dichtend gesloten te houden ten opzichte van het -uitwendige 10 . van het huis, zelfs wanneer de klepsteelpakkingmiddelèn zijn.beschadigd, 8200776
NL8200776A 1981-04-03 1982-02-25 Inrichting voor het veilig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van een brand in de buurt van de klep. NL8200776A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US25072381A 1981-04-03 1981-04-03
US25072381 1981-04-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200776A true NL8200776A (nl) 1982-11-01

Family

ID=22948895

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200776A NL8200776A (nl) 1981-04-03 1982-02-25 Inrichting voor het veilig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van een brand in de buurt van de klep.

Country Status (9)

Country Link
JP (1) JPS57177471A (nl)
AU (1) AU8063982A (nl)
DE (1) DE3212427A1 (nl)
DK (1) DK151882A (nl)
FR (1) FR2503320A1 (nl)
GB (1) GB2096280A (nl)
IT (1) IT8248146A0 (nl)
NL (1) NL8200776A (nl)
NO (1) NO820666L (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1983001100A1 (en) * 1981-09-14 1983-03-31 Beson, John Fusible plug for fire safe valve
FR2542412B1 (fr) * 1983-03-08 1985-08-16 Fmc Europe Dispositif de protection a l'egard d'une elevation dangereuse de temperature et installations a circuit de fluide le comportant

Also Published As

Publication number Publication date
FR2503320A1 (fr) 1982-10-08
NO820666L (no) 1982-10-04
DE3212427A1 (de) 1982-11-25
AU8063982A (en) 1982-10-07
JPS57177471A (en) 1982-11-01
GB2096280A (en) 1982-10-13
DK151882A (da) 1982-10-04
IT8248146A0 (it) 1982-04-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5275194A (en) Fire control valve with replaceable locking pin assembly
CA1100467A (en) Heat responsive back seat arrangement for valve operator
US5743288A (en) Valve having provision for replacing stem packing while the valve is under pressure
US5743285A (en) Gas cylinder thermal relief valve
DE59204374D1 (de) Brandschutzventil mit schliessfeder zum automatischen absperren von leitungen.
JPS60500729A (ja) 耐火型仕切弁
US4307745A (en) Backseating and stop for valve operator
AU784461B2 (en) Equalizing flapper for down hole safety valves
US4082105A (en) Valve stem packing assembly with temperature responsive seal
US3606348A (en) Seals
NL8200776A (nl) Inrichting voor het veilig ontlasten van de klepholtedruk in het geval van een brand in de buurt van de klep.
US4658848A (en) Heat responsive backseat for gate valves
JPH0231038A (ja) 液圧式の衝撃ブレーキ
DE3344704C2 (de) Absperrarmatur für Gasleitungen
CA1024887A (fr) Vannes de securite hydraulique
EP0189526B1 (en) Uni-directional/bi-directional gate valve
US5787918A (en) Reduction valve and gas container valve for a bottle for liquified gas
US5058623A (en) Valve assembly
FR2570793A1 (fr) Soupape d&#39;injection chimique actionnee par piston
FR2553491A1 (fr) Dispositif de retenue d&#39;une tige de vanne, sensible au feu
DE10113371A1 (de) Brandschutzventil für eine Rohrleitung
US3730204A (en) Temperature responsive safety valve stems
US3353783A (en) Closed fluid system for sealing valve closure elements
NL8120363A (nl) Smeltbare stop voor brandveilige klep.
US4402334A (en) Rupture band relief valve

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BI The patent application has been withdrawn