NL8200515A - Draag- en geleidingsrol voor de vertikale lamellen van een vertikaal jaloezie. - Google Patents
Draag- en geleidingsrol voor de vertikale lamellen van een vertikaal jaloezie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8200515A NL8200515A NL8200515A NL8200515A NL8200515A NL 8200515 A NL8200515 A NL 8200515A NL 8200515 A NL8200515 A NL 8200515A NL 8200515 A NL8200515 A NL 8200515A NL 8200515 A NL8200515 A NL 8200515A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- spacer
- support
- roller according
- vertical
- carriage
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/26—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
- E06B9/36—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with vertical lamellae ; Supporting rails therefor
- E06B9/362—Travellers; Lamellae suspension stems
- E06B9/365—Distance pieces therefor
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/26—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
- E06B9/36—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with vertical lamellae ; Supporting rails therefor
- E06B9/362—Travellers; Lamellae suspension stems
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Blinds (AREA)
Description
* . 4 T tJ/EA/1 DRAAG- EN GELEIDINGSROL VOOR DE VERTIKALE LAMELLEN VAN EEN VERTIKAAL JALOEZIE.
De uitvinding heeft betrekking op een draag- en geleidingsrol voor een vertikale lamel van een vertikale ja-; loezie omvattende een loopwagen, een door deze gedragen en tot de volgende loopwagen reikende afstandhouder, een draai-: 5 inrichting, bestaande uit een horizontaal en een vertikaal i cilindrisch orgaan, welke cilindrische organen door uitwendi ge vertanding in verdraaiingsaangrijping met elkaar verkeren, en een met het vertikaal cilindrische orgaan via een koppeling verbonden draaginrichting voor de lamel.
10 De bij de bekende inrichtingen toegepaste slipkop- peling tussen de eigenlijke draai-inrichting en de draagin— richting voor de vertikale lamellen zijn duur en ingewikkeld uitgevoerd, in het bijzonder door tussenvoeging van de eigenlijke slipkoppeling vormende veren. Deze veren hebben het 15 nadeel, dat deze enerzijds de fabrikagekosten voor de eigenlijke draag- en geleidingsrol verhogen, anderzijds storingge-voelig zijn en veel ruimte innemen.
De aan de eigenlijke draag- en.geleidingsrol aansluitende afstandhouders, zijn bij de bekende inrichting zo 20 uitgevoerd, dat deze met een uitstekend onderdeel in een o-vereenkomstige uitsparing in een steunplaat van de eigenlijke loopwagen grijpen, waardoor deze steunplaat van de loopwagen wat betreft zijn draagvermogen wordt beperkt. Bij breuk van deze steunplaat moet de gehele, ingewikkeld opgebouwde loop-25 wagen worden weggegooid, zodat de onderhoudskosten bij de bekende inrichtingen aanzienlijk zijn.
De drijfwerkverbinding tussen de draai-inrichting en de eigenlijke aandrijfas wordt gewoonlijk gevormd, doordat een kruissleuf in het horizontaal liggende cilindrische on-30 derdeel wordt aangebracht, waarbij deze kruissleuf vlak voor de kopkanten van het cilindrische onderdeel eindigt. Het aanbrengen van de drijfwerkstang in dit cilindrische onderdeel 8200515 V % - 2 ~ ' is daardoor moeilijk en vereist grote vakkennis en is in het bijzonder bij ingebouwde vertikale jaloezieën slechts moeilijk uit te voeren.
Het doel van de uitvinding is deze nadelen van de 5 bekende inrichting te vermijden en een onderhoudsvriendelij-ke, gemakkelijk te hanteren draag- en geleidingsrol voor de vertikale lamellen van een vertikaal jaloezie te verschaffen, waarbij die draag- en geleidingsrollen een grote sterkte hebben.
10 Dit aan de uitvinding ten grondslag liggende doel wordt bereikt door de in de conclusies genoemde kenmerken, en wel in het bijzonder doordat de koppeling een slipkoppeling is en een het vertikale cilindrische orgaan met een klempas-sing aangrijpend coaxiaal tweede vertikaal cilindrisch or-15 gaan omvat, dat de draaginrichting rotatievast aan kan grijpen. Dat wil zeggen dus zodanig dat de beide in elkaar grijpende cilinders vast worden gehouden maar bij het overschrijden van een bepaald draaimoment in elkaar kunnen glijden en -slippen.
20 Bij voorkeur omvat de buitencilinder aan zijn bin nenzijde een in de binnenruimte van de buitencilinder uitstekende, zich volgens een koorde uitstrekkende verdikking.
Voor een eenvoudige montage wordt de inrichting volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd dat de buitendiame-25 ter van de binnencilinder aan zijn onderste, naar de buitencilinder toegekeerde zijde een diameter heeft die kleiner is dan de binnenmaat van de buitencilinder, gemeten van de binnenwand van de buitencilinder tot aan de zich volgens een koorde uitstrekkende verdikking en dat de binnencilinder zich 30 vervolgens conisch.naar boven toe verbreedt.
De steunplaat bij de inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat boven het oppervlak daarvan uitstekende nokken zijn aangebracht, die in overeenkomstige uitsparingen of boringen in de afstandhouder grijpen, zodat 35 bij breuk van de hier verzwakte afstandhouder niet de gehele loopwagen vervangen behoeft te worden, maar slechts een nieuwe afstandhouder behoeft te worden aangebracht.
Bovendien kan de afstandhouder gemakkelijk vervaar- /8200515 • * * - 3 - digd worden van een materiaal met een grotere elasticiteit, hetgeen bij de vervaardiging van de eigenlijke loopwagen van kunststof niet mogelijk is.
Het bij de draai-inrichting behorende horizontaal 5 liggende cilindrische onderdeel heeft volgens een belangrijk kenmerk van de uitvinding aan zijn binnenzijde twee zich in langsrichting uitstrekkende, maar op een afstand van de buiteneinden van het cilindrische onderdeel eindigende, tegenover elkaar liggende uitstekende randen, die dienen voor de 10 verbinding van het cilindrische onderdeel met een aandrijfinrichting, waarbij het uitwendige profiel van de uitstekende rand afgerond is.
Door deze maatregelen wordt een draag- en gelei— dingsrol voor de vertikale lamellen van een vertikaal jaloe-15 zie gevormd, welke onderhoudsvriendelijker dan de tot nu toe bekende inrichting is uitgevoerd, goedkoper kan worden vervaardigd en een langere levensduur heeft, zodat in het geheel gezien een verbeterde draag- en geleidingsrol wordt verschaft .
20 Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt hierna aan de hand van de tekening verduidelijkt. De tekening toont daarbij in
Fig. 1 perspektivisch en gedeeltelijk uiteen genomen een draag- en geleidingsrol met afstandhouder, 25 Fig. 2 een deel van de draai-inrichting, de slip- koppeling en de draaginrichting in een perspektivisch aanzicht met uiteen genomen delen.
Fig. 3 een doorsnede volgens III-III in fig. 2 en
Fig. 4 een doorsnede volgens IV-IV in fig. 1.
30 In de tekening is in het algemeen met 1 de eigen lijke loopwagen voor een vertikale lamel van een vertikale jaloezie aangegeven, waarbij deze loopwagen een draaginrichting 2 omvat die als haak 3 is uitgevoerd en waarin de vertikale lamel gehangen kan worden.
35 De loopwagen omvat verder een draai-inrichting 4, die uit een horizontaal cilindrisch onderdeel 5 en een verticaal cilindrisch onderdeel 6 bestaat. De beide cilindrische onderdelen zijn aan hun buitenomtrek voorzien van een schuine 8200515 - 4 - vertanding, zodat bij een draaibeweging van het ene cilindrische onderdeel het andere vanzelf meedraait.
Het horizontaal liggende cilindrische onderdeel 5 heeft, zoals in fig. 1 wordt getoond, aan zijn binnenzijde 5 twee tegenover elkaar liggende uitstekende randen, waarvan in fig. 1 de uitstekende rand 7 zichtbaar is. De rand is afgerond uitgevoerd en ook aan zijn kopvlakken afgeschuind en is ten opzichte van het kopvlak van het cilindrische onderdeel 5 enigszins naar achteren verschoven, zodat wanneer het door 10 het cilindrische onderdeel 5 op te nemen aandrijvingselement daarin gestoken wordt, dit insteken en het centreren gemakkelijk kan geschieden.
De loopwagen 1 omvat verder een steunplaat 8, die aan zijn bovenzijde van ten minste één nok 9 is voorzien. Een 15 afstandhouder 10 heeft aan zijn ene einde een boring 11, die aangepast is aan de buitenomtrek van de nok 9, zodat het mogelijk is de boring 11 in deze nok te steken en daardoor de afstandhouder 10 ten opzichte van de loopwagen te fixeren.
De verbinding van de afstandhouder 10 met de loop-20 wagen 1 wordt ondersteund door aan beide zijden van de steunplaat 8 aangebrachte steunlijsten 12 en 14. Onder deze steun-lijsten 12 en 14 grijpen borgnokken 15 en 16, die aangebracht zijn aan de bovenzijde van de afstandhouder 10. Deze borgnokken kunnen daarbij trapvormig zijn uitgevoerd, waarbij deze 25 met het hoogste vlak achter de steunlijsten 12 en 14 grijpen en anderzijds tegen een beweging naar boven worden gehinderd door de steunlijsten 12 en 14, die op het lagere vlak van de borgnokken 15 en 16 aanliggen.
In fig. 2 is in een aanzicht met uiteen genomen 30 delen de draaginrichting 2 nog een keer weergegeven, welke draaginrichting van-beneden naar boven door twee cilinderele-menten grijpt, door een veer 17 wordt belast en door een be-vestigingsschijf 18 in zijn werkzame stand wordt gehouden. Door middel van steunen 19 en 20 steunt de draaginrichting 2 35 tegen de onderzijde van de onderste cilinder 22. Tegen de werking van de veer 17 in kan deze naar beneden worden uitgetrokken, waardoor het inhangen van de eigenlijke vertikale lamel wordt vergemakkelijkt. Het cilindrische onderdeel 6, _ ___________ ... - : 82 0 0 5 1 5 - 5 - dat bij de draai-inrichting 4 van de loopwagen behoort, is naar'beneden verlengd met een binnencilinder 21, welke in een buitencilinder 22 grijpt, waarbij de buitenafmetingen van de binnencilinder en de binnenafmetingen van de buitencilinder 5 zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat hier bij een draaibewe-ging van het cilindrische onderdeel 6 de buitencilinder 22 wordt meegenomen, maar wanneer een hogere weerstand optreedt een slipkoppeling wordt gevormd die verzekert, dat de aan de draaginrichting 2 opgehangen lamel niet meer dan over de 10 gewenste hoek, gewoonlijk 90 - 180°, kan worden gedraaid.
Deze hoek, die de draaibeweging van de buitencilinder en daardoor van de draaginrichting 2 begrenst, wordt bepaald door aan de buitenzijde van de buitencilinder aangebrachte aanslagen, waarbij in fig. 2 de aanslag 23 zichtbaar is.
, 15 Fig· 3 toont, dat de binnenzijde van de holle bui tencilinder 22 niet geheel rond is uitgevoerd, maar een zich volgens een koorde uitstrekkende verdikking 24 omvat, die in de binnenruimte uitsteekt en dus met de buitenzijde van de binnencilinder 21 in contact komt. De binnencilinder 21 is 20 daarbij aan zijn ondereinde zodanig conisch uitgevoerd, dat de buitendiamter daarvan kleiner is dan de binnendiamter van de buitencilinder 22, zodat het in elkaar zetten van de beide onderdelen wordt vergemakkelijkt, maar anderzijds direkt na het in de buitencilinder 22 insteken van de binnencilinder 25 door het verder naar binnen schuiven van de binnencilinder de gewenste perspassing kan worden bereikt.
De toepassing van de zich volgens een koorde uitstrekkende verdikking van de binnenruimte van de buitencilinder heeft verder het voordeel, dat de binnencilinder in dit 30 gebied slechts volgens een lijn aanligt, zodat daardoor ook ondanks de gewenste perspassing een geringere wrijving wordt bereikt, dat wil zeggen, dat de slipkoppeling dus lichtlopend uitgevoerd kan worden.
De eigenlijke afstandhouder heeft aan zijn voorste, 35 vrije einde een naar boven gewelfde geleidingsneus 17, die zodanig in één geheel aan de af standhouder aansluit, dat de onderzijde van de geleidingsneus en de onderzijde van de af- standhouder vlak zijn uitgevoerd (zoals dit in het bijzonder \ 8200515 - 6 - ‘ duidelijk wordt getoond in de doorsnede van fig. 4)en aan de zijkanten zo buiten de buitenranden van de afstandhouder 10 uitsteekt, dat zijnokken 19 en 20 worden gevormd, die als aanslagschouders kunnen dienen. Hierbij steekt de bovenzijde 5 van de geleidingsneus 7 ter plaatse van de nokken 19 en 20 eveneens buiten de bovenzijde van de afstandhouder 10 uit, zoals aangegeven met het verspringende gedeelte 18 in fig- 2-De afstandhouder 10 heeft aan zijn bevestigingsein-de behalve het voor zijn bevestiging dienende gat 1 1 een an-10 der gat 26. In de steunplaat 8 zijn aan beide zijden van de nokken 9 twee boringen 25 aangebracht, die in hoofdzaak op één lijn liggen met de boring 26 in de afstandhouder 10, maar enigszins ten opzichte van elkaar zijn verschoven, zodat bij het in de beide boringen steken van een puntig voorwerp en 15 door het uitoefenen van een druk in de richting van de langs— as van de afstandhouder, deze uit de aangrijping met de nokken 9 wordt gedwongen. Hierdoor wordt bereikt dat de afstandhouder, bijvoorbeeld bij beschadigingen, gemakkelijk en zonder problemen kan worden losgemaakt.
20 De inrichting volgens de uitvinding wordt bij voor keur vervaardigd uit een kunststof, waarbij voor de vervaardiging van de loopwagen een andere kunststof kan worden gekozen dan voor de vervaardiging van de afstandhouder, zodat daardoor op bijzonder gunstige wijze rekening gehouden kan 25 worden met de aan de verschillende onderdelen te stellen eisen.
Λ - · ------------- - - ...
8200515
Claims (14)
1. Draag- en geleidingsrol voor een vertikale lamel van een vertikale jaloezie omvattende een loopwagen, een door deze gedragen en tot de volgende loopwagen reikende afstandhouder, een draai-inrichting, bestaande uit een horizontaal 5 en een vertikaal cilindrisch orgaan, welke cilindrische organen door uitwendige vertanding in yerdraaiingsaangrijping met elkaar verkeren, en een met het vertikaal cilindrische orgaan via een koppeling verbonden draaginrichting voor de lamel, met het kenmerk, dat de koppeling een slipkoppeling is en een 10 het vertikale cilindrische orgaan (21) met een klempassing aangrijpende coaxiaal tweede vertikaal cilindrisch orgaan (22) omvat, dat de draaginrichting (2) rotatievast aan kan grijpen.
2. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat het tweede vertikale cilindrische orgaan (22) zich gedeeltelijk om het eerste verticale cilindrische orgaan (21) uitstrekt.
3. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de buitencilinder (22) aan zijn binnenzijde 20 een in de binnenruimte van de buitencilinder (22}uitstekende, zich volgens een koorde uitstrekkende verdikking (24) omvat.
4. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de buitendiameter van de binnencilinder (21) aan zijn onderste, naar de buitencilinder (22} toegekeerde 25 zijde een diameter heeft die kleiner is dan de binnenmaat van de buitencilinder (22) ,'gemeten van de binnenwand van de buitencilinder tot aan de zich volgens een koorde uitstrekkende verdikking (24) en'dat de binnencilinder (21) zich vervolgens conisch naar boven toe verbreedt.
5. Draag- en geleidingsrol volgens één van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat op de buitencilinder (22) aanslagen (23) voor de begrenzing van de draaibeweging van de buitencilinder (22) ten opzichte van de eigenlijke loopwagen (1) zijn aangebracht.
6. Draag- en geleidingsrol volgens één van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat in de loopwagen (1) - 8200515 r v • -8 - . . een steunplaat (8) voor het opnenien en vasthouden van de af-standhouder (10) is aangebracht, waarbij de steunplaat (8) voorzien is van een boven zijn oppervlak uitstekende nok (9), die in de op de .steunplaat aangebrachte toestand van de af-5 standhouder (10) in een bijbehorende boring (11) van deze afstandhouder (10) grijpt.
7. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat over de steunplaat (8) in de loopwagen steunlijsten (12, 14) grijpen en dat de afstandhouder (10) 10 aan zijn beide zijkanten rugvormige borgnokken (15, 16) omvat, die bij de op de steunplaat aangebrachte toestand van de afstandhouder (10) in de trekrichting gezien achter de steunlijsten grijpen.
8. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie.7, met 15 het kenmerk, dat de randen van de borgnokken (15, 16) en het buitenprofiel van de steunlijsten (12, 14) scherpkantig zijn uitgevoerd.
9. Draag- en geleidingsrol volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een aan het vrije einde 20 van de afstandhouder (10) aangebrachte, aan beide zijden buiten de breedte van de afstandhouder (10) uitstekende en aan zijn vrije einde naar boven gebogen geleidingsneus (17).
10. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de onderzijde van de geleidingsneus (17) 25 vlak aan de onderzijde van de afstandhouder (10) aansluit en met een trapvormig uitspringend gedeelte (18) boven de bovenzijde van de afstandhouder (10) uitsteekt, waarbij het trap-- vormige uitstekende gedeelte (18) zich in het verlengde van de zijnokken (19, 20) uitstrekt.
11. Draag- en geleidingsrol volgens één van de voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat in de steunplaat (8) behalve de nokken (9) ten minste een boring (25) is aangebracht en in de afstandhouder behalve de boring (11) een andere boring (26) is aangebracht, waarbij de boring (25) in de 35 steunplaat (8) en de boring (26) in de afstandhouder (10) over een kleine afstand in langsrichtirig van de afstandhouder (10) ten opzichte van elkaar zijn verschoven.
12. Draag- en geleidingsrol volgens één van de 8200515 -9 - » „ -<r voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het in de loopwagen (1) aangebrachte, bij de draai-inrichting (4) behorende en horizontaal liggende cilindrische onderdeel (5} aan zijn binnenzijde voorzien is van twee langgerekter maar op een 5 afstand van de buiteneinden van het cilindrische onderdeel eindigende, tegenover elkaar liggende uitstekende randen (7), die dienen voor de verbinding van het cilindrische onderdeel met een aandrijfinrichting.
13. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie 12, 10 met het kenmerk, dat het buitenprofiel van de uitstekende randen 7 afgerond is uitgevoerd.
14. Draag- en geleidingsrol volgens conclusie 12 en 13, met het kenmerk, dat de borgnokken (IS, 16) trapvormig zijn uitgevoerd. 8 2 0 0 5 1 5
Applications Claiming Priority (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE8103811 | 1981-02-12 | ||
DE19818103811U DE8103811U1 (de) | 1981-02-12 | 1981-02-12 | Trag- und fuehrungsrolle fuer die vertikallamellen eines vertikallamellenvorhanges |
DE8136798 | 1981-12-17 | ||
DE19818136799 DE8136799U1 (de) | 1981-12-17 | 1981-12-17 | Trag- und fuehrungsrolle fuer vertikallamellen eines vertikallamellenvorhanges |
DE8136799 | 1981-12-17 | ||
DE19818136798 DE8136798U1 (de) | 1981-12-17 | 1981-12-17 | Trag- und fuehrungsrolle fuer vertikallamellen eines vertikallamellenvorhanges |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8200515A true NL8200515A (nl) | 1982-09-01 |
Family
ID=27207485
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8200515A NL8200515A (nl) | 1981-02-12 | 1982-02-11 | Draag- en geleidingsrol voor de vertikale lamellen van een vertikaal jaloezie. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8200515A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4628981A (en) * | 1985-04-08 | 1986-12-16 | Micro Molds Corporation | Vertical blind assembly |
US4732202A (en) * | 1986-04-18 | 1988-03-22 | Hunter Douglas Inc. | Vertical louvre blind traveller |
-
1982
- 1982-02-11 NL NL8200515A patent/NL8200515A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4628981A (en) * | 1985-04-08 | 1986-12-16 | Micro Molds Corporation | Vertical blind assembly |
US4732202A (en) * | 1986-04-18 | 1988-03-22 | Hunter Douglas Inc. | Vertical louvre blind traveller |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7195052B2 (en) | Cord-driven rotator for driving roller of window blind | |
US6158563A (en) | Winding mechanism | |
US6739373B1 (en) | Lift control device for a roller shade | |
US4079549A (en) | Balance spring lock for tilt out sash | |
CA2291314C (en) | End cap and mounting support combination | |
EP0074397A1 (en) | Bi-directional clutch | |
US3181595A (en) | Venetian blinds | |
CA2993978C (en) | Screwless curtain control assembly | |
US4653127A (en) | Shower partition | |
JPS58207473A (ja) | 垂直ブラインド機構 | |
CA2900214A1 (en) | Shutter panel for an architectural opening | |
NL8400305A (nl) | Vertikale jaloezie en onderdelen daarvoor. | |
NL8001172A (nl) | Lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen. | |
EP2985405A1 (en) | Modular mechanism for making jalousies having orientable sunbreaking slats, and jalousie provided with said mechanism | |
NL8200515A (nl) | Draag- en geleidingsrol voor de vertikale lamellen van een vertikaal jaloezie. | |
CA2847453A1 (en) | Idle end for a roller blind | |
US20090283222A1 (en) | Window shade | |
US4476909A (en) | Cord lock for a venetian blind lift cord | |
EP3819456B1 (en) | Punching-free mounting assembly for installing a curtain | |
US5179990A (en) | Torque limiting drive for blinds | |
US20160090778A1 (en) | Endless loop cord safety device | |
US6866078B1 (en) | Sliding carriage for vertical blind | |
US9200679B2 (en) | Slip clutch for roller shade | |
SK285952B6 (sk) | Sťahovacie žalúzie | |
EP2539526B1 (en) | Window covering with improved controls |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |