NL8200053A - Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband. - Google Patents

Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband. Download PDF

Info

Publication number
NL8200053A
NL8200053A NL8200053A NL8200053A NL8200053A NL 8200053 A NL8200053 A NL 8200053A NL 8200053 A NL8200053 A NL 8200053A NL 8200053 A NL8200053 A NL 8200053A NL 8200053 A NL8200053 A NL 8200053A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rings
carcass
ring
clamping
casing
Prior art date
Application number
NL8200053A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vmi Epe Holland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vmi Epe Holland filed Critical Vmi Epe Holland
Priority to NL8200053A priority Critical patent/NL8200053A/nl
Publication of NL8200053A publication Critical patent/NL8200053A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/36Expansion of tyres in a flat form, i.e. expansion to a toroidal shape independently of their building-up process, e.g. of tyres built by the flat-tyres method or by jointly covering two bead-rings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/08Building tyres
    • B29D30/20Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
    • B29D30/32Fitting the bead-rings or bead-cores; Folding the textile layers around the rings or cores
    • B29D2030/3214Locking the beads on the drum; details of the drum in the bead locking areas, e.g. drum shoulders

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Tyre Moulding (AREA)

Description

-1- 'v t i
Ihrichting voor hst op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op een karkas aanbrengen van een samenstel van een gordel en een loopvlak voor een luchtband, dat wil zeggen een gordelband.
5 Gordelbanden kunnen in twee fasen worden gebouwd, waarbij in de eerste fase de koordbanen en de hielkemen op een karkasbouwtrannel tot een karkas worden samengébouwd en waarbij het karkas aanvankelijk cilindervormig is. Vervolgens komt het karkas in de tweede fase waarbij het karkas wordt gebombeerd, dat 10 wil zeggen dat het ringvormige karkas wordt gébracht tot een ring met een in hoofdzaak U-vormige radiale doorsnede. Daarna wordt in de tweede fase de gordel en het loopvlak cm het-karkas-aangebracht. Het karkas kan in de eerste fase op een afzonderlijke machine worden opgebouwd uit de koordbanen en de hielkemen, waar-15 bij dan het samenstel van gordel en loopvlak op een andere machine wordt opgebouwd, waarna als tweede fase op een derde machine het samenstel van gordel en loopvlak op het karkas wordt gebracht.
De uitvinding heeft nu betrekking op zulk een voor de 20 tweede fase bestemde, derde machine, waarheen het qp een eerste machine gebouwde karkas wordt gevoerd en vervolgens wordt op deze uitgevonden derde machine het karkas gebombeerd tot een ring met een U-vormige radiale doorsnede. Daarna wordt een op een tweede machine gebouwd samenstel van gordel en loopvlak gébracht tot 25 cm het karkas qp de uitgevonden derde machine, waarna de op deze derde machine tot een eenheid samengevoegde karkas, gordel en loopvlak worden verwijderd.
Daartoe voorziet de uitvinding in hoofdzaak in kleuringen voor het karkas, waarbij de klemringen in hun 30 aanvangsstand een kleinere diameter hébben dan de kleinste diameter van het zojuist opgebouwde karkas, dus van de kleinste diameter van de hielkemen aan het karkas zodat het karkas zonder vervormen over de klemringen kan worden geschoven.
8200053 ï \ ♦ * -2-
De klernringen dienen vervolgens uitgezet te worden tot een grotere diameter zodat zij de hielkemen van het karkas aangrijpen en na het qanbrengen van het samenstel van gordel en loopvlak dienen de klernringen te worden ingekraipen cm 5 het geheel bestaande uit het karkas, de gordel en het loopvlak zonder vervormen te kunnen verwijderen. Daarom is de uitgevonden inrichting in hoofdzaak voorzien van twee elastische klernringen die elk door middel van een balg uitzetbaar zijn tot een stand waarbij elk hielgedeelte van het karkas luchtdicht 10 klemmend op een van de klernringen aansluit, waarna elke klem-ring door leeg laten lopen van de bijbehorende balg elastisch inkrimpbaar is naar de uitgangsstand zodat de hielgedeelten dan vrij en concentrisch voorbij de klernringen verschuifbaar zijn. De elastische klernringen zorgen voor automatisch lucht-.15 dicht aansluiten van de klernringen op de hielen van het-karkas want de elastische klernringen passen zich door hun elasticiteit automatisch aan op de onregelmatigheden in de hielen van het karkas.
Bij voorkeur is de uitgevonden inrichting voorzien 20 van bij elke klemring behorende centreerschuiven die door uitzetten van de klemring radiaal uitschuifbaar zijn naar een uitgestoken stand waarbij dan beugels aan de centreerschuiven tegen de binnenzijde van de hielgedeelte van een karkas gedrukt kunnen worden door axiaal van elkaar schuiven van de klernringen. 25 Hierdoor wordt het karkas automatisch gecentreerd ten opzichte van de klernringen, zodat de hielen van het karkas kunnen steken in groeven indien de klernringen van groeven zijn voorzien. Daarbij kan bij voorkeur de uitgevonden inrichting gekenmerkt zijn door een bij elke centreerschuif horend verend drukstuk 30 dat de centreerschuif in de uitgestoken stand houdt nadat de betrokken klemring elastisch ingekrompen is.
Verder kan de uitgevonden inrichting voorzien zijn van een aanslagrand nabij één van de elastische klernringen, waarbij het karkas bij het op de klernringen schuiven tot tegen 35 de aanslagrand schuifbaar is. Door de aanslagrand en door het door de balgen uitzetten van de elastische klernringen heeft 8200053 -3- 1 * het centrisch opstellen van het karkas bij de uitgevonden inrichting automatisch en op eenvoudige wijze plaats.
Om te zorgen dat het pp de klemringen schuiven van het karkas en het van de klemringen verwijderen van het 5 geheel bestaande uit het karkas met de gordel en het loopvlak plaatsheeft zonder dat daarbij het karkas of het genoemde geheel blijft haken aan delen van de inrichting, is de uitgevonden inrichting bovendien bij voorkeur gekenmerkt door een geleidering nabij de klemring waarlangs het karkas aangevoerd IQ wordt en het geheel bestaande uit het karkas, de gordel en het loopvlak afgevoerd wordt. Verder kan cm dit haken te vermijden de uitgevonden inrichting bovendien voorzien zijn van geleide-stroken nabij elke klemring en gericht naar de andere klemring, waarbij de bij de linker klemring behorende eerste -15 geleidestroken verschoven opgesteld zijn ten opzichte vah dé ' bij de rechter klemring behorende tweede geleidestroken, zodat de eerste geleidestroken tussen de tweede geleidestroken steken bij naar elkaar toe geschoven stand van de beide klemringen.
Verder kan de uitgevonden inrichting gekenmerkt 20 zijn doordat elke klemring opgesteld is in een opsluitring waarbij de opsluitringen elk via een meenemer gekoppeld zijn met een verstelmoer die met schroefdraad grijpt in een deel met schroefdraad van een roteerbare spil, waarbij de schroefdraden van beide delen van -de spil tegengesteld gericht zijn 25 zodat bij rotatie van de spil in de ene richting de klemringen van elkaar afschuiven en bij rotatie van de spil in de andere richting de klemringen naar elkaar toe bewegen. Verder kan de uitgevonden inrichting voorzien zijn van een door een rem in stilstand houdbare huls die coaxiaal cm de spil reikt en voorzien 30 is van axiale spleten, waarbij elke meenemer door een spleet reikt zodat bij rotatie van de spil en bij door de rem stilhoucfen van de huls, de meenemers niet kunnen roteren maar slechts axiaal heen en weer beweegbaar zijn langs de spil voor het heen en weer verplaatsen van de klemringen.
35 8200053 -4- 4 » Ψ
Bekend is het toepassen van een balg voor het barberen van het karkas, dat wil zeggen het tot een U-vormige radiale doorsnede vervormen van het cilindervormige .karkas met een aanvankelijk in hoofdzaak vlakke radiale doorsnede. Dit 5 toepassen van een balg heeft als nadeel dat afwijkingen van de balg op het karkas worden overgedragen. Het zonder afwijkingen bomberen van het karkas is volgens de uitvinding mogelijk doordat de uitgevonden inrichting voorzien kan zijn van een luchttoevoer om het op de radiaal uitgezette klemringen 10 luchtdicht ingéklemde karkas op te blazen bij tegelijkertijd naar elkaar toe schuiven van de klemringen.
Bovendien kan de uitgevonden inrichting gekenmerkt zijn doordat elke centreerschuif voorzien is van een hellend oppervlak dat bij naar elkaar toe schuiven van de klemringen 15 in aanraking kan kamen met een dringring, zodanig dat de dring- ring via het hellende oppervlak de centreerschuiven uit hun uitgeschoven stand radiaal binnenwaarts schuift naar hun uitgangsstand.
Deze en andere kenmerken en voordelen van de 20 uitvinding zullen nader worden aangegeven in de volgende
Beschrijving van een voorkeursuitvoering van de uitgevonden inrichting.
Fig. 1 is een gedeeltelijk langsaanzicht en gedeeltelijke langsdoorsnede van de voorkeursuitvoering 25 van de uitgevonden inrichting.
Fig. 2 is een schematische doorsnede van een deel van de inrichting met de klemringen in de ingetrokken aanvangsstand tijdens de aanvoer van het karkas.
Fig. 3 is een schematische doorsnede van een deel 30 van de inrichting nadat de centreerschuiven via door opblazen van de balgen radiaal uitgezette klemringen, radiaal buitenwaarts zijn geschoven waarna de klemringen elastisch inge-krcmpen zijn door weer laten leeglopen van de balgen.
Fig. 4 is een schematische doorsnede van een deel 35 van de inrichting nadat de klemringen door rotatie van de 8200053 « *· -5- spil zover van elkaar zijn geschoven dat de beugels aan de centreer schuiven steunen tegen de hieldelen van het karkas.
Fig. 5 is een schematische doorsnede van een deel van de inrichting nadat de klemringen door opblazen van 5 de balgen luchtdicht kleumen tegen de hieldelen van het karkas.
Fig. 6 is een schematische doorsnede van een deel van de inrichting nadat het karkas is gebombeerd en bij · het aanvoeren van het samenstel van de gordel en het loopvlak tot rondan het gebombeerde karkas.
IQ Fig. 7 is een schematische doorsnede van een deel van de inrichting bij het op het gebombeerde karkas bevestigen van het samenstel van de gordel en het loopvlak.
Fig. 8 is een schematische doorsnede van een deel van de inrichting nadat de klemringen radiaal zijn in-15 getrokken en bij door een overbrengmechanisme vasthouden van- * het geheel bestaande uit het karkas, de gordel en het loopvlak.
Fig. 9 is een schematische doorsnede van een deel van de inrichting als volgens fig. 8 na het door middel van naar de dwingring schuiven van de opsluitringen 2Q radiaal Binnenwaarts drukken van de centreer schuiven.
Volgens fig. 1 is de voorkeursuitvoering van de uitgevonden inrichting koppelbaar met de hoofdas 20 van een op zich bekende en daarom niet getékende en hier verder niet beschreven aandrijving voor een bandenbouwmachine.
25 De inrichting omvat een door de hoofdas roterend aandrijf- bare spil 1 waarvan een linkerdeel 21 voorzien is van schroefdraad waarmee een linker verstelmoer 4 vanuit de stand volgens fig. 1 naar rechts en terug verschuifbaar is, terwijl een rechter deel 22 van de spil voorzien is van schroefdraad waar-30. mee een rechter verstelmoer 24 vanuit de stand volgens fig. 1 naar links en terug verschuifbaar is.
Om de spil 1 is een holle huls 2 via lagers 3 gelagerd waarbij een aan de linker verstelmoer 4 bevestigde meenemer 31 steekt door een axiale spleet 32 in de holle huls 35 2. Een aan de rechter verstelmoer 24 bevestigde meenoner 41 8200053 « » -6- steekt door een axiale spleet 42 in de huls 2. Door een op zich bekende en daarom niet nader aangeduide rem kan de huls 2 ten opzichte van de rotatie van de spil 1 worden tegengehouden zodat dan de meenemers 31 en 41 door de tegengesteld gerichte 5 schroefdraaddelen 21 en 22 van de spil van elkaar af of naar elkaar toe verplaatsbaar zijn. Immers roteert de spil terwijl de linker en rechter verstelmoeren 4 en 24 niet roteerbaar zijn doordat zij zijn verbonden met de meenemers 31 en 41 die niet roteerbaar maar wel axiaal verplaatsbaar steken in 10 de axiale spleten 32 en 42 van de huls 2 in geremde toestand.
Met de linker meenemer 31 gekoppeld en over de huls 2 verschuifbaar is een linker draagring 33 waaromheen een opsluitring 5 is aangébracht alsmede een groefring 34, waarvan de groef 37 door een balg 8 is afgesloten en via een 15 kanaal 4Q aangesloten is op een bron voor persfluidum zodat"' de balg uit de stand volgens fig. 1 radiaal opblaasbaar is. Rondom de Balg zijn elastische vulstukken 7 en daaromheen een elastische klemring 6 aangebracht waarbij deze vulstukken en de klemring verschuifbaar qpgesteld zijn in de opsluitring 5 20 en dus door opblazen van de balg radiaal buitenwaarts drukbaar zijn. De linker opsluitring 5 is bovendien voorzien van geleide stroken 10 die naar rechts reiken in fig. 1 en waarvan bijvoorbeeld zes aanwezig zijn waarbij dan de hoek tussen elk paar naburige geleidestroken 60° bedraagt. Verder is de opsluitring 25 5 voorzien van een geleidering 14.
Evenzo is met de rechter meenemer 41 gekoppeld en over de huls 2 verschuifbaar een rechter draagring 43 waaromheen een opsluitring 45 is aangébracht alsmede een groefring 44 waarvan de groef 49 door een balg 48 is afgesloten en via een 30- kanaal 50 aangesloten is op een bron voor persfluidum, zodat de balg uit de stand volgens fig. 1 radiaal opblaasbaar is. Rondcm de balg zijn elastische vulstukken 47 en daaromheen een elastische klemring 46 aangebracht waarbij deze vulstukken en klemring radiaal verschuifbaar zijn opgesteld in de op-35 sluitring 45 en dus door opblazen van de balg 48 radiaal 8200053 -7- « f *
A
buitenwaarts drukbaar zijn. De vulstukken 7 en 47 kunnen dienen cm te zorgen dat de buitenomtrek van de klemringen 6 en 46 glad aansluit op de buitenomtrek van de opsluitringen 5 en 45.
De rechter cpsluitring 45 is voorzien van 5 geleidestroken 51 die naar links reiken en die verschoven zijn opgesteld ten opzichte van de linker geleidestroken 10 aan de linker cpsluitring 5 zodat de rechter geleidestroken 51 kunnen reiken tussen de linker geleidestroken 10 bij volgens fig. 9 naar elkaar toe geschoven opsluitringen 5 en 45. Er kunnen 10 bijvoorbeeld zes geleidestroken 51 aanwezig zijn, waarbij dan de hoek tussen elk paar naburige geleidestroken 60^ bedraagt.
Verder is de rechter cpsluitring 45 voorzien van een flensvormige aanslag 13.
Aan de rechter opsluitring 45 zijn radiaal ver-15 schuifbare centreerschuiven 9 aangebracht die volgens fig. , 3 . voorzien zijn van beugels 15 die reiken tot een groef 52 in de buitenomtrek van de rechter kleuring 46 volgens fig. 3.
Door met behulp van drukfluidum uitzetten van de balg 48 wordt de elastische klemring 46 radiaal naar buiten gedrukt en 20 doordat de beugels 15 cp de klemring steunen, worden ook de beugels met de daarmee verbonden centreerschuiven 9 radiaal naar buiten gedrukt naar de stand volgens fig. 3. Bij vervolgens laten leeglopen van de balg 48 en dus elastisch inkrimpen van de rechter klemring 46, blijven de centreerschuiven 9 met 25 hun beugels 15 door verende drukstukken 53 in de uitgeschoven stand achter, zodat de toestand volgens fig. 3 bereikt wordt.
Er kunnen bijvoorbeeld zes centreerschuiven 9 aanwezig zijn, waarbij dan de hoek tussen elk paar naburige centreerschuiven 60° bedraagt. Daarbij is elke centreerschuif gelegen tussen 30 een paar naburige geleidestroken 51.
Cm de huls 2 is een bevestigingsring 12 en daaromheen een dringring 11 bevestigd. Door rotatie van de spil 1 ten opzichte van de verstelmoer 24 bij remmen van de huls 2 8200053 \ -8- ¥ * * wordt de draagring 43 naar links verschoven en daardoor kant een hellend oppervlak 54 aan het ondereinde van elke centreer-schuif 9 in aanraking met een hellend dringoppervlak 55 van de dringring ll, waardoor de centreerschuiven radiaal binnen-5 waarts naar hun· oorspronkelijke stand volgens fig. 1 worden gedrukt vanuit de stand volgens fig. 3.
Evenzo zijn aan de linker opsluitring 5 radiaal verschuifbare centreerschuiven 26 aangebracht, waarbij deze centreerschuiven in fig. 1 met stippellijnen zijn aangegeven IQ. cmdat zij in een ander radiaal vlak liggen dan de centreerschuiven 9 aan de rechter opsluitring 45. Ook deze linker centreerschuiven 26 zijn voorzien van beugels 25 die reiken tot een groef 35 in de buitenomtrek van de linker klemring 6 volgens fig. 3. Door met behulp van drukfluidum laten uitzetten van de balg 8 wordt 15 de linker elastische klemring 6 radiaal naar buiten gedrukt en doordat de beugels 25 op de klemring steunen, worden ook deze beugels met de daarmee gekoppelde centreerschuiven 26 radiaal naar buiten gedrukt naar de stand volgens fig. 3.
Bij vervolgens laten leeglopen van de balg 8 en dus elastisch 20. inkrimpen van de linker klemring 6 blijven de centreerschuiven 26 met hun beugels 25 door verende drukstukken 27 in de radiaal uitgeschoven stand gehouden zodat de toestand in fig. 3 bereikt wordt, waarbij duidelijkheidshalve de linker opsluitring 5 met de hierdoor gedragen centreerschuiven en beugels 25 over 60 gedraaid ten opzichte van de rechter opsluitring 45 met de hierdoor gedragen centreerschuiven en beugels getekend is, want de linker centreerschuiven 26 liggen niet tegenover de rechter centreerschuiven 9 maar zijn over een hoek ten opzichte daarvan gezwenkt aangebracht omdat ook de linker geleidestroken 30 10 over een hoek gezwenkt ten opzichte van de rechter geleide stroken 51 zijn opgesteld zodat de geleidestroken 10 en 51 tussen elkaar kunnen steken bij naar elkaar toe geschoven stand van de draagringen 33 en 43 volgens fig. 9. Ook in de fig. 2 en 4 t/m 9 is het linkerdeel in een andere hoekstand getekend dan 35 het rechter deel waarbij in de fig. 2 en 9 de hoekstanden gekozen > 8200053 * * -9- * % * zijn door de geleidestroken 10 en 51. Er kunnen bijvoorbeeld zes centreer schuiven 26 aanwezig zijn, waarbij dan de hoek tussen elk paar naburige centreerschuiven 60° bedraagt. Daarbij is elke linker centreerschuif tussen een paar naburige geleide-5 stroken 10 gelegen.
Ook de linker centreerschuiven 26 zijn elk aan hun ondereinde voorzien van een hellend oppervlak 28 en door rotatie van de spil 1 ten opzichte van de verstelmoer 4 bij geremde huls 2 wordt de linker draagring 33 naar rechts ver-10 schoven waardoor de hellende oppervlakken 28 in aanraking komen met een hellend dringoppervlak 29 van de dringring 11, waardoor de linker centreerschuiven 26 vanuit hun radiaal uitgeschoven stand volgens fig. 3 radiaal binnenwaarts naar hun oorspronkelijke stand volgens de stippellijnen in fig. 1 worden gedrukt.
15 De werking van de uitgevonden inrichting is alS' ' volgt. De spil 1 van de inrichting wordt gekoppeld met de hoofdas 2Q van de op zich bekende aandrijving van een bandenbouw-machine, waarbij de linker opsluitring 5 en de rechter opsluit-ring 45 in van elkaar verwijderde stand zijn opgesteld volgens 20 fig, 1. Vervolgens wordt door een op zich bekend overbrengtoe-stel met dragers 61 volgens fig. 2 een tevoren gebouwd karkas 60 voor een luchtband van links naar rechts cm de inrichting j geschoven totdat de rechterhiel van het karkas kamt te liggen tegen de aanslag 13 van de rechter opsluitring 45. Daarbij 25 zorgen de geleidering 14 en de geleidestroken 10 en 51 dat de hielen 62 en 63 van het karkas niet haken aan de opsluitringen 5 en 45. In werkelijkheid liggen de geleidestroken 10 en 51 niet tegenover elkaar, maar duidelijkheidshalve is in fig. 2 de rechter opsluitring 45 met de geleidestroken 51 over 60° gedraaid 30 getekend ten opzichte van de linker opsluitring 5 met de geleidestroken 10.
Vervolgens worden door het toevoeren van drukmedium de balgen 8 en 48 uitgezet waardoor de klemringen 6 en 46 radiaal worden uitgezet. Hierbij drukken de klemringen 6 en 46 de beugels 35 25 respectievelijk 15 en de daarmee verbonden centreerschuiven 8200053 -10-
A
9 respectievelijk 26 radiaal naar buiten in de uitgezette stand volgens fig. 3. Vervolgens worden de balgen 8 en 48 weer geledigd zodat de klemringen 6 en 46 elastisch inkrirnpen naar de stand volgens fig. 3 die gelijk is aan de uitgangsstand volgens fig. 1.
5 Hierbij blijven echter de beugels 25 en 15 met hun bijbehorende centreer schuiven 26 respectievelijk 9 in hun radiaal uitgeschoven stand volgens fig. 3 doordat de verende drukstukken 27 en 53 de centreer schuiven 26 respectievelijk 9 tegenhouden bij inkrirnpen van de klemringen 6 respectievelijk 46.
10 Vervolgens wordt de spil 1 geroteerd in een zodanige richting dat de linker opsluitring 5 naar links en de rechter opsluitring 45 naar rechts worden getrokken via de linker meenemer 31 en de linker verstelmoer 4 respectievelijk via de rechter meenemer 41 en de rechter verstelmoer 24. Hierbij 15 wordt de huls 2 met behulp van de rem tegen rotatie met de- -- spil 1 tegengehouden zodat de linker meenemer 3¾ die door de axiaal langwerpige spleet 32 in de geremde huls 2 reikt, niet kan roteren, maar wel axiaal kan verschuiven bij samenwerken ’van de linker verstelmoer 4 met de schroefdraad 21 op de · 20 roterende spil 1. Eveneens kan de rechter meenemer 41 doordat deze reikt door de axiaal langwerpige spleet 42 in de huls 2 niet roteren doordat de huls tegen rotatie wordt vastgehouden door de rem, maar deze rechter meenemer kan wel axiaal verschuiven bij samenwerken van de rechter verstelmoer 24 met 25 de schroefdraad 22 van de roterende spil 1. Dit van elkaar af axiaal verplaatsen van de opsluitringen 5 en 45 wordt voortgezet totdat de linker beugel 25 in aanraking kant met de linker hiel 63 van het karkas 60 en de rechter beugel 15 de rechter hiel 62 van het karkas aanraakt als volgens fig. 4. Dit axiaal verplaatsen een 30 wordt beëindigd doordat de hiel of hielen van het karkas hkjvooieêd1 niet getékende microschakelaar aan de opsluitring 5 en/of 45 schakelt. In werkelijkheid zijn de centreerschuiven 9 en 26 niet tegenover elkaar ppgesteld maar duidelijkheidshalve is in fig. 3 de linker centreerschuif 26 over 60° gedraaid ten opzichte van 35 de rechter centreerschuif 9 getekend. Dit geldt ook voor de fig.
4 t/m 8.
8200053 ' -11- 4 % Λ
Volgens fig. 5 worden vervolgens de balgen 8 en 48 opgeblazen zodat de elastische klemringen 6 en 46 radiaal buitenwaarts gedrukt worden. Daardoor wordt de hiel 63 van het karkas 60 luchtdicht opgenanen in de groef 35 van de 5 klemring 6 en de hiel 62 in de groef 52 van de klemring 46 luchtdicht geklemd.
Daarna wordt via het kanaal 16 volgens fig. 1 persmedium zoals perslucht binnen het luchtdicht ingeklemde karkas gevoerd en tegelijkertijd worden de opsluitringen 5 en 45 .10 volgens fig. 6 naar elkaar toe verplaatst door roteren van de spil 1 bij door de rem tegenhouden van de huls 2, zodat de meenemer 31 wel axiaal verplaatst door de spleet 32 in de huls 2 maar niet roteert. Dit verplaatsen gebeurt doordat de verstel-moer 4 grijpt in de schroefdraad 21 van de roterende spil 1.
15 Evenzo wordt de rechter meenemer 41 wel axiaal verplaatst -door · de spleet 42 van de huls 2 maar kan niet roteren doordat de huls tegen rotatie door de rem wordt tegengehouden. Het axiaal verplaatsen gebeurt doordat de verstelmoer 24 grijpt in de schroefdraad 22 van de roterende spil 1. De spil l wordt via 2Q de as 20 aangedreven door de niet getekende aandrijving van de Bandenbouwmachine in een richting tegengesteld aan de rotatie-richting die leidt tot de situatie volgens fig. 4. Door het aangevoerde drukmedium en het naar elkaar toe bewegen van de linker en rechter opsluitringen 5 en 45 wordt het karkas 60 25 gebombeerd, dat wil zeggen gewelfd tot een U-vormige radiale doorsnede volgens fig. 6. Vervolgens wordt door een op zich bekend overdraagtoestel 64 het samenstel 65 van de gordel en het loopvlak cm het karkas 60 gebracht volgens fig. 6.
Na volgens fig. 7 door rollen 66 aandrukken en 30 bevestigen van het samenstel 65 van de gordel en het loopvlak aan het karkas 60, wordt het geheel bestaande uit het karkas en het samenstel 65 van de gordel en het loopvlak door een op zich bekend overbrengtoestel 64 aangegrepen volgens fig. 8.
Daarna wordt het drukmedium uit de balgen 8 en 48 verwijderd 35 waardoor de kleuringen 6 en 46 elastisch inkrimpen naar hun stand 8200053 -12- volgens fig. 1 en dus de luchtband vrij van deze klemringen komt volgens fig. 8.
Tenslotte worden de opsluitringen 5 en 45 nog verder naar elkaar toe bewogen qp de wijze als reeds is aan-5 gegeven in verband met fig. 6 zodat de situatie volgens fig. 9 wordt bereikt waarbij de linker geleidestroken 10 steken tussen de rechter geleidestroken 51. Duidelijkheidshalve zijn beide geleidestroken 10 en 51 beide in fig. 9 getekend zodat de rechter geleidestrook 51 over 60° draait ten opzichte van de 10 linker geleidestrook 10 in fig. 9 is getekend. Door dit naar elkaar toe bewegen van de opsluitringen 5 en 45 kcroen de hellende oppervlakken 54 van de rechter centreerschuiven 9 in aanraking met het rechter hellende öringoppervlak 55 van de dafingring 11 zodat de rechter centreerschuiven radiaal binnen-15 waarts worden gedrukt waardoor de rechter beugels 15 uit hun-· · uitstekende stand volgens de fig. 3 t/m 8 radiaal binnenwaarts worden getrokken tot de stand waarbij zij niet meer buiten de buitenomtrek van de opsluitring 45 uitsteken als volgens fig. 1 en 9. Evenzo worden de'linker centreerschuiven 26 20 radiaal binnenwaarts getrokken bij naar elkaar toe bewegen van de opsluitringen 5 en 45 doordat de hellende oppervlakken 28 van de linker centreerschuiven in aanraking karen met het linker hellende dringoppervlak 29 van de dringring 11. Hierdoor worden de linker beugels 25 uit hun uitstekende stand volgens 25 de fig. 3 t/m 8 radiaal binnenwaarts getrokken tot de stand waarbij zij niet meer buiten de buitenomtrek van de linker opsluitring 5 uitstéken volgens de fig. 1 en 9. Zodoende kan de luchtband 66 door middel van het overdraagtoestel 64 naar links worden verwijderd van de luchtbandopbouwinrichting 30 zonder dat de luchtband kan blijven haken aan enig onderdeel van de inrichting.
Het is duidelijk dat de opeenvolging van bewegingen van de verschillende onderdelen van de uitgevonden inrichting als aangegeven in de fig. 2 t/m 9 automatisch kan 35 plaatshebben door toepassen van microschakelaars.
8200053

Claims (14)

1. Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van een samenstel van een gordel en een loopvlak voor een luchtband, voorzien van twee elastische klemringen die elk door middel van een balg uitzetbaar zijn tot een stand waarbij 5 elk hielgedeelte van het karkas luchtdicht klemmend qp één van de klemringen aansluit, waarna elke klemring door leeg laten lopen van de bijbehorende balg elastisch inkrimpbaar is naar de uitgangsstand zodat de hielgedeelten vrij en concentrisch voorbij de klemringen verschuifbaar zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door bij elke klemring horende centreerschuiven die door uitzetten van de klemring radiaal uitschuifbaar zijn naar een uitgestoken stand waarbij beugels aan de centreerschuiven tegen de binnenzijde van een hielgedeelte van een karkas gedrukt kunnen-worden 15 door axiaal van elkaar schuiven van de klemringen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een bij elke centreerschuif horend verend drukstuk dat de centreerschuif in de uitgestoken stand houdt nadat de betrokken klemring elastisch ingekrcmpen is. 20.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een aanslagrand nabij één van de elastische klemringen waarbij het harkas bij het qp de klemringen schuiven tot tegen de aanslag schuifbaar is.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 25. gekenmerkt door een geleidering nabij de klemring waarlangs het karkas aangevoerd wordt en het geheel bestaande uit het karkas, de gordel en het loopvlak afgevoerd wordt.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door geleidestroken nabij elke klemring en gericht 3Q naar de andere klemring, waarbij de bij de linker klemring horende eerste geleidestrcken verschoven cpgesteld zijn ten opzichte van de bij de rechter klemring horende tweede geleidestroken zodat de eerste geleidestroken tussen de tweede geleidestroken steken bij naar elkaar toegeschoven stand van de beide 35 klemringen. 8200053 <? -14-
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat elke klemring cpgesteld is in een qpsluitring waarbij de qpsluitringen elk. via een meenemer gekoppeld zijn met een verstelmoer die met schroefdraad grijpt in een deel met 5 schroefdraad van een roteerbare spil, waarbij de schroefdraden van beide delen van de spil tegengesteld gericht zijn zodat bij rotatie van de spil in de ene richting de beide klemringen van elkaar af schuiven en bij rotatie van de spil in de andere richting de beide klemringen naar elkaar toe bewegen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt door een door een rem in stilstand houdbare huls die coaxiaal cm de spil reikt en voorzien is van axiale spleten waarbij elke meenemer door een spleet reikt zodat bij rotatie van de spil en bij door de rem stilhouden van de huls, de meenemers 15 niet kunnen roteren maar slechts axiaal heen en weer beweeg- · · baar zijn langs de spil voor het heen en weer verplaatsen van de beide klemringen.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een luchttoevoer cm het op de radiaal uitge-20 zette klemringen luchtdicht ingeklemde karkas op te blazen bij tegelijkertijd naar elkaar toe schuiven van de klemringen.
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat elke centreer schuif voorzien is van een hellend oppervlak dat bij naar elkaar toe schuiven van de klem- 25 ringen in aanraking kan kanen met een dringring, zodanig dat de dringring via het hellende oppervlak de centreerschuiven uit hun uitgeschoven stand radiaal binnenwaarts schuift naar hun uitgangsstand.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 30. gekenmerkt door een groef in elke klemring, waarbij een hiel stuk van een karkas luchtdicht in de groef past.
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door zes geleidestroken die gelijkmatig in een cirkel verdeeld aan elke opsluitring zijn aangebracht.
13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door zes centreerschuiven die gelijkmatig in een 8200053 > -15- r» C cirkel verdeeld en radiaal verschuifbaar zijn aangébracht aan elke cpsluitring, waarbij elke centreerschuif is gelegen tussen een paar naburige geleidestroken.
14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 5 gekenmerkt door vulstukken tussen elke balg en de bijbehorende klemring. 8200053
NL8200053A 1982-01-08 1982-01-08 Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband. NL8200053A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8200053A NL8200053A (nl) 1982-01-08 1982-01-08 Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8200053 1982-01-08
NL8200053A NL8200053A (nl) 1982-01-08 1982-01-08 Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200053A true NL8200053A (nl) 1983-08-01

Family

ID=19839051

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200053A NL8200053A (nl) 1982-01-08 1982-01-08 Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8200053A (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5108527A (en) * 1988-04-23 1992-04-28 Apsley Metals Limited Method of manufacture of a tire
WO2003013835A1 (en) * 2001-07-30 2003-02-20 Pirelli Pneumatici S.P.A. Carcass shaping method and drum for manufacturing a tyre for vehicle wheels
WO2015181654A1 (en) * 2014-05-27 2015-12-03 Pirelli Tyre S.P.A. Process and apparatus for building tyres

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5108527A (en) * 1988-04-23 1992-04-28 Apsley Metals Limited Method of manufacture of a tire
WO2003013835A1 (en) * 2001-07-30 2003-02-20 Pirelli Pneumatici S.P.A. Carcass shaping method and drum for manufacturing a tyre for vehicle wheels
EP1588831A2 (en) * 2001-07-30 2005-10-26 PIRELLI PNEUMATICI S.p.A. Shaping drum for manufacturing a tyre for vehicle wheels
EP1588831A3 (en) * 2001-07-30 2006-06-07 PIRELLI PNEUMATICI S.p.A. Shaping drum for manufacturing a tyre for vehicle wheels
US7431787B2 (en) 2001-07-30 2008-10-07 Pirelli Pneumatici S.P.A. Method, shaping drum, and plant for manufacturing a tire for a vehicle wheel
WO2015181654A1 (en) * 2014-05-27 2015-12-03 Pirelli Tyre S.P.A. Process and apparatus for building tyres
CN106457713A (zh) * 2014-05-27 2017-02-22 倍耐力轮胎股份公司 用于构建轮胎的工艺和设备
JP2017516684A (ja) * 2014-05-27 2017-06-22 ピレリ・タイヤ・ソチエタ・ペル・アツィオーニ タイヤを製造するためのプロセス及び装置
RU2689748C2 (ru) * 2014-05-27 2019-05-28 Пирелли Тайр С.П.А. Способ и устройство для сборки шин
CN106457713B (zh) * 2014-05-27 2020-04-07 倍耐力轮胎股份公司 用于构建轮胎的工艺和设备
US10960624B2 (en) 2014-05-27 2021-03-30 Pirelli Tyre S.P.A. Process and apparatus for building tyres

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPH0211154Y2 (nl)
JP6706686B2 (ja) ドラムハーフ、タイヤビルディングマシーン及びタイヤビルディングマシーンを動作させるための方法
US3171769A (en) Method of and means for forming the bead portions of pneumatic tires
NL8001946A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een luchtband.
US20100000662A1 (en) Method for manufacturing green tire and apparatus for building green tire
EP0090416B1 (en) Process and apparatus for manufacturing pneumatic tires
US3560301A (en) Tire building machine
US20210114323A1 (en) Tire building drum and turn-up method
EP0685324B1 (en) Tread application method and apparatus
WO2009070019A1 (en) Method and tyre building drum for building a tyre
US5322587A (en) Green tire forming apparatus with transfer mechanism
NL8200053A (nl) Inrichting voor het op een karkas aanbrengen van de gordel en het loopvlak van een gordelband.
US4472233A (en) Radial tire building drum
CA1136532A (en) Bead setting apparatus with retractable flange
US5164035A (en) Tire building apparatus
EP0358435B1 (en) Tire building system comprising a transfer apparatus for tire constituting members.
US3770032A (en) Radially expansible tire supporting apparatus
EP0516358B1 (en) Bead lock apparatus and bead lock method
US4708840A (en) Manufacture of pneumatic tires
US4737222A (en) Apparatus for building tires
US3746598A (en) Manufacture of pneumatic tyres
JP2519069B2 (ja) タイヤ成形装置
US3542624A (en) Apparatus for building up pneumatic vehicle tires
US3493454A (en) Pneumatic tire building apparatus
EP0073058A1 (en) Method of and apparatus for folding annular band

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed