NL8120102A - - Google Patents
Download PDFInfo
- Publication number
- NL8120102A NL8120102A NL8120102A NL8120102A NL8120102A NL 8120102 A NL8120102 A NL 8120102A NL 8120102 A NL8120102 A NL 8120102A NL 8120102 A NL8120102 A NL 8120102A NL 8120102 A NL8120102 A NL 8120102A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rod
- piston
- projectile
- firing pin
- launching
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F41—WEAPONS
- F41F—APPARATUS FOR LAUNCHING PROJECTILES OR MISSILES FROM BARRELS, e.g. CANNONS; LAUNCHERS FOR ROCKETS OR TORPEDOES; HARPOON GUNS
- F41F7/00—Launching-apparatus for projecting missiles or projectiles otherwise than from barrels, e.g. using spigots
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F41—WEAPONS
- F41A—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
- F41A19/00—Firing or trigger mechanisms; Cocking mechanisms
- F41A19/06—Mechanical firing mechanisms, e.g. counterrecoil firing, recoil actuated firing mechanisms
- F41A19/25—Mechanical firing mechanisms, e.g. counterrecoil firing, recoil actuated firing mechanisms having only slidably-mounted striker elements, i.e. percussion or firing pins
- F41A19/27—Mechanical firing mechanisms, e.g. counterrecoil firing, recoil actuated firing mechanisms having only slidably-mounted striker elements, i.e. percussion or firing pins the percussion or firing pin being movable relative to the breech-block
- F41A19/29—Mechanical firing mechanisms, e.g. counterrecoil firing, recoil actuated firing mechanisms having only slidably-mounted striker elements, i.e. percussion or firing pins the percussion or firing pin being movable relative to the breech-block propelled by a spring under tension
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
- Excavating Of Shafts Or Tunnels (AREA)
- Toys (AREA)
- Earth Drilling (AREA)
Description
' - 1 - 812 0102
Samenstel bestaande uit een projectiel en de lanceer-inrichting voor dit projectiel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel bestaande uit een projectiel en een lanceer-inrichting voor dit projectiel, welke inrichting een vaste lanceerstang draagt die aan zijn vrije einde een 5 slagpin omvat, en waarbij het projectiel een kop omvat, een buisvormig staartdeel waarvan het ene einde is bevestigd aan de projectielkop en het andere, vrije, einde open is, een zuiger voorzien van een slaghoedje en opgenomen in het inwendige van het staartdeel voor het 10 vormen van het beweegbare deel van een gesloten, uitzet-bare, verbrandingskamer, en een voortstuwingslading aangebracht in het inwendige van deze verbrandingskamer.
In een dergelijk samenstel wordt het projectiel, om gelanceerd te worden, op zijn plaats gehouden op de 15 lanceerstang zodanig dat de punt van de slagpin in kan werken op het slaghoedje en dat de zuiger op het vrije einde van deze stang kan rusten tijdens de verbranding van de voortstuwingslading en de uitzetting van de kamer die er het gevolg van is.
20 Het op de plaats brengen van het projectiel vindt, in het algemeen, met de hand plaats waarbij men ofwel het projectiel op de lanceerstang aanbrengt door het inbrengen daarvan in het open einde van het staartdeel, ofwel men brengt het projectiel in een lanceerbuis op de 25 bodem waarvan de lanceerstang is vastgezet, zodanig dat het projectiel op deze stang valt en de zuiger vast komt te zitten in een stand analoog aan die van het eerste geval.
In de twee bovengenoemde gevallen kan de ont-30 steking van buiten af worden bestuurd, waarbij dan de slagpin naar boven toe wordt gestoken naar het slaghoedje bijvoorbeeld onder invloed van een veer. In geval van lancering door middel van een buis, kan de ontsteking automatisch zijn, dat wil zeggen dat de val van het 35 projectiel op een vaste slagpin de ontsteking veroorzaakt.
0120102 - 2 - fr
De uitvinding beoogt nu een samenstel van het bovenbeschreven type te verschaffen waarbij het mogelijk is in de verbrandingskamer een zeer hoge druk te ontwikkelen terwijl toch een goede afdichting van deze kamer wordt 5 gegarandeerd tijdens de verbranding en een zeer grote nauwkeurigheid wordt verzekerd van de ontsteking benevens van een zeer nauwkeurige geleiding van het projectiel op de lanceerstang tijdens de voortstuwingsfase.
Tot dit doel is het samenstel volgens de uitvinding 10 daardoor gekenmerkt, dat het vrije einde van de lanceer-stang een rotatie-symmetrisch geleidingsvlak bezit, coaxiaal ten opzichte van de slagpin, en dat de zuiger een rotatie-symmetrisch geleidingsvlak bezit, coaxiaal ten opzichte van het slaghoedje en een opening omringt 15 voor de doorgang van de slagpin, welke geleidingsvlakken zodanig zijn uitgevoerd, dat de centrering van de slagpin ten opzichte van het slaghoedje is verzekerd en dat bijgedragen wordt aan het verkrijgen van de coaxiale stand van het projectiel en de lanceerstang tijdens de 20 voortstuwingsfase.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de twee geleidingsvlakken kegelvormig met een zelfde conici-teit, waarbij het geleidingsvlak van de lanceerstang het inwendige oppervlak is van een kegelvormige holte die 25 naar het uitwendige van de stang toe open is, terwijl de zuiger een uitstekend kegelvormig deel draagt, dat het geleidingsvlak van de zuiger vormt.
Anderzijds bezitten de lanceerstang en de zuiger bij voorkeur platte contactvlakken haaks op de hartlijn 30 van het samenstel, die de respectievelijke geleidingsvlakken omringen, zodanig dat aanslagvlakken worden gevormd tussen de ontstekingsstang en de zuiger.
Een eerste voordeel van de uitvinding is gelegen in het feit, dat zij het mogelijk maakt een nauwkeurige 35 centrering te realiseren van het slaghoedje ten opzichte van de slagpin, waardoor in het bijzonder de twee grote risico's worden vermeden, die resulteren uit een excentrische ontsteking. Hierbij gaat het enerzijds om het risico van een excentrische vervorming van het 40 slaghoedje dat is opgenomen in een compartiment van de 8120102 - 3 - zuiger en, dientengevolge, van een lek voor verbrandingsgas op dit niveau, wat een verlies aan energie voor de voortstuwing met zich brengt, dus een vermindering van het bereik van het projectiel, en, bovendien, lawaai veroorzaakt 5 tijdens de lancering. Anderzijds kan, in een excentrische stand, de slagpin een zijwand beschadigen van de corresponderende opening van de zuiger, zodanig dat de energie die noodzakelijk is voor het tot stand brengen van de ontsteking niet beschikbaar zal zijn op het slag-10 hoedje, wat leidt tot het niet tot stand komen van de ontsteking. Dit risico is des te groter wanneer de helling van de lanceerinrichting ten opzichte van de horizontaal gering is.
Een tweede belangrijk voordeel van de uitvinding 15 is daarin gelegen dat de zuiger in een stand wordt gehouden coaxiaal met de lanceerstang tijdens de gehele voortstuwingsfase. Dit maakt het mogelijk een zeer grote nauwkeurigheid van het schot te bereiken en een uniforme herhaling te realiseren van de krachten die door de 20 zuiger worden uitgeoefend op de lanceerstang, dus een beter energetisch rendement en een vermindering van de slijtage van het uiteinde van deze stang.
Verdere voordelen en kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de nu volgende beschrijving, gegeven 25 bij wijze van voorbeeld, van twee varianten van een voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding. In de bijgaande tekening toont: fig. 1 een axiale doorsnede over een samenstel volgens de uitvinding, 30 fig. 2 een axiale doorsnede over een samenstel volgens de uitvinding omvattende een lanceerbuis, met automatische ontsteking, fig. 3 op vergrote schaal, het deel van fig. 2 dat de geleidingsvlakken omvat, 35 fig. 4 een axiale doorsnede over een samenstel zonder lanceerbuis, met bestuurde ontsteking, en fig. 5 op vergrote schaal het deel van fig. 4 dat de geleidingsvlakken omvat.
Fig, 1 toont een projectiel, in het algemeen 40 aangeduid met 1, en een lanceerinrichting 2, 12, in 8120102 - 4 - een relatief tussenliggende stand zoals deze optreedt tijdens het op zijn plaats brengen van het projectiel op de lanceerinrichting.
Het projectiel omvat in hoofdzaak een kop 3 5 en een buisvormig staartdeel 4, dat aan één, gesloten einde is vastgezet aan de kop 3 en dat aan zijn andere, open einde een vinnenstelsel 5 draagt. Een zuiger 6 is opgenomen in het inwendige van het staartdeel zodanig dat met de wanden daarvan een gesloten verbrandingskamer 10 wordt gevormd, die een voortstuwirigslading 7 bevat.
Een slaghoedje 8 is opgenomen in een compartiment van de zuiger achter een opening 9 daarvan, zodanig dat het rust op een kraag die deze opening omringt.Het slaghoedje wordt verder in zijn compartiment vastgehouden door 15 een vastzetring 10.
Fig. 1 toont eveneens de karakteristieke vorm van het oppervlak van de zuiger dat de opening 9 omringt en dat in het bijzonder een afgeknot kegelvormig deel 6' draagt en een plat ringvormig deel 6". Het slaghoedje 8, 20 gevormd door een cilindrische capsule, de opening 9 en de oppervlakken 6' en 6" zijn coaxiaal, waarbij hun hartlijn eveneens samenvalt met die van de zuiger.
Het open einde van het staartdeel van het projectiel omvat een deel 11 waarvan de kleinste inwendige 25 diameter zodanig is gekozen, dat de centrering van het uiteinde van het projectiel ten opzichte van de lanceer-stang 2 wordt gewaarborgd. Naar het inwendige van het buisvormige deel 4 toe bezit het deel 11 een afgeknot kegelvormig oppervlak 11', dat een vasthoudaanslag vormt 30 voor de zuiger wanneer deze zich verplaatst in het buisvormige deel 4 ten gevolge van het afvuren. Naar buiten toe bezit het deel 11 eveneens een afgeknot kegelvormig oppervlak, aangeduid met 11" en bestemd voor het vergemakkelijken van het op de plaats brengen van het projectiel 35 op de lanceerinrichting.
De lanceerinrichting omvat een lanceerstang 2, die in hoofdzaak cilindrisch is en is gemonteerd op een geschikte steun 12. Bij het weergegeven voorbeeld is de stang 2 hol en bevat hij een ontstekingsorgaan dat 40 een slagpin 14 draagt die één geheel vormt met de ont- 8120102 - 5 - stekingsstang 13 welke axiaal verplaatsbaar is onder invloed van een niet weergegeven bedieningsinrichting, die in hoofdzaak is opgenomen in de ondersteuning 12.
Het vrije einde van de lanceerstang 2 bezit een afgeknot 5 kegelvormige holte 2' waarvan de rand wordt gevormd door een plat ringvormig vlak 2". De lanceerstang, de slagpin en de oppervlakken 2', 2" zijn coaxiaal.
Voor de lancering van een projectiel wordt dit op zijn plaats gebracht op de lanceerstang zodanig dat 10 het uiteinde van deze stang wordt opgenomen in de opening van het buisvormige staartdeel. Het vrije einde van het staartdeel wordt dan gecentreerd ten opzichte van de lanceerstang, ten gevolge van de aanwezigheid van het deel 11.
15 Wanneer de uiteinden van de lanceerstang en van de zuiger vervolgens met elkaar in aanraking komen zal eveneens op dit niveau een centrering tot stand worden gebracht ten gevolge van de samenwerking tussen de geleidingsvlakken 2' en 6'. Fig. 1 toont een stand van 20 deze twee oppervlakken welke zich voordoet bij het begin van de centrering. In de uiteindelijke stand zullen de twee kegelvormige oppervlakken 2' en 6' met elkaar in aanraking zijn over hun gehele omtrek terwijl anderzijds de oppervlakken van de platte aanslagen 2" en 6" eveneens 25 met elkaar in aanraking zullen zijn.
In de uiteindelijke stand heeft dan het volgende plaats: 1. Het slaghoedje 8 en de slagpin zijn zuiver coaxiaal zodanig dat de ontsteking plaats zal hebben 30 door de opening 9 heen in het midden van het slaghoedje waarbij uiteraard de opening 9 zodanig is gekozen, dat de slagpin er doorheen kan gaan zonder in aanraking te komen met de wanden. Deze nauwkeurige centrering vermijdt dus de bovengenoemde risico's, benevens een 35 slijtage van de punt en een verzwakking van de ontsteking; 2. De geleidingsoppervlakken en de aanslagen 2', 6' en 2", 6" verzekeren een zeer gunstige verdeling van de druk die de zuiger zal uitoefenen op de lanceerstang op het moment van de voortstuwing. Daar de zuiger in 40 het algemeen wordt uitgevoerd uit een licht-metaallegering 812 010 2 - 6 - en minder hard is dan de lanceerstang, zal hij zich ook nauwkeurig aanpassen op de zitting gevormd door het uiteinde van deze stang en kan hij zelfs enigszins vervormen op deze plaats zonder direkt de afdichting tussen 5 de kegelvormige oppervlakken nadelig te beïnvloeden.
De weergegeven uitvoeringsvorm, waarbij twee afgeknotte kegelvormige oppervlakken met dezelfde coniciteit worden gecombineerd met platte ringvormige oppervlakken blijkt in dit opzicht bijzonder gunstig 10 te zijn hoewel de respectievelijke geleidingsoppervlakken in principe ook andere vormen kunnen bezitten, bijvoorbeeld spitsboogvormig zijn. Verder kan de stang een uitstekend geleidingsvlak bezitten en de zuiger zou een holte kunnen vertonen.
15 In elk geval biedt het weergegeven voorbeeld, waarbij het geleidingsvlak van de stang concaaf is, het voordeel dat het gevaar van een radiale expansie van de zuiger tijdens de lancering wordt vermeden en, ten minste, de energieverliezen die daarvan het gevolg 20 zouden zijn.
3. Het projectiel zal zich gecentreerd bevinden bij het vrije einde van zijn buisvormige deel en ter hoogte van de zuiger en in een goede coaxiale stand ten opzichte van de lanceerstang en deze coaxialiteit 25 wordt gehandhaafd tijdens de gehele voortstuwingsfase.
De figuren 2 en 3 tonen een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding in het geval van een lanceerinrichting die een lanceerbuis omvat.
Het projectiel 1 komt overeen met dat weergegeven 30 in fig. 1 en dezelfde onderdelen zijn dus met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
De lanceerbuis, aangeduid met 17, is afneembaar aangebracht op een voet 19, 19' door middel van een steundeel 20, dat op het deel 19' van de voet is geschroefd, 35 en van een kraag 21 die één geheel vormt met de buis 17, waarbij de kraag is aangepast op het steundeel 20 en een bajonetverbindingsinrichting 22 omvat.
Een in hoofdzaak cilindrische lanceerbuis is eveneens op afneembare wijze aangebracht op de voet 19, 19' 40 door middel van het steundeel 20. Het vrije einde van 8120102 .-7- de lanceerstang ondersteunt in zijn midden een onderdeel ,16 dat een vaste slagpin vormt. Rondom deze punt vertoont het einde van de stang 15 een afgeknotte kegelvormige holte 15' waarvan de rand, op overeenkomstige wijze als 5 bij fig. 1, wordt gevormd door een plat ringvormig oppervlak.
De lanceerinrichting omvat bovendien een inrichting 18 voor' het meten en het regelen van de helling van de buis 17.
Voor de lancering wordt het projectiel 1 in de 10 buis 17 gebracht en tijdens zijn val wordt hij eerst geleid door de omtreksdelen van de staartvinnen en van zijn kop. Daarna wordt het einde 11 van het staartdeel gecentreerd ten opzichte van de lanceerstang en, aan het eind van zijn baan wordt de zuiger gecentreerd ten opzichte van het 15 einde van deze stang op overeenkomstige wijze als beschreven aan de hand van fig. 1. Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 2 en 3 is echter al een voor-centrering door de lanceerbuis verkregen voor de uiteindelijke centrering en de ontsteking vindt plaats zodra het projectiel zijn 20 laagste stand heeft bereikt.
De figuren 4 en 5 tonen een uitvoeringsvorm waarbij de lanceerstang niet wordt omringd door een buis en het projectiel direkt op deze buis wordt geplaatst. Dezelfde verwijzipgscijfers zijn gebruikt in deze figuren voor 25 elementen overeenkomstig met die van fig. 1, in het bijzonder het projectiel 1, de lanceerbuis 2 en zijn ondersteuning 12.
De ontsteking moet in dit geval bestuurd plaatsvinden nadat het projectiel op zijn plaats is gebracht.
30 Fig. 4 toont schematisch de slagpin 14, die gemonteerd is op een ontstekingsstang 13 welke onder inwerking staat yan een veer en wordt vastgehouden door een palinrichting 26, die zich in de weergegeven stand in de vergrendelde stand bevindt. Door het omlaag brengen van een handgreep 25 35 in de vorm van een huls die over een ondersteuningsbuis 23 glijdt en die is verbonden met de as van de inrichting 26, kan de ontstekingsstang worden vrijgemaakt door het openen van de pal. De buis 23 wordt op een geschikte voet 24 vastgezet.
40 Fig. 5 toont het projectiel 1 in een stand waarbij 8120102 - 8 - de zuiger 6 over de maximale afstand gedecentreerd is op het moment dat hij in aanraking komt met de lanceer-stang 2. Deze toestand, die zich uiteraard vaak voordoet bij dit type lanceerinrichting, toont het grote belang 5 van de centrering voor de ontsteking enerzijds en voor de voortstuwingsfase anderzijds. De voordelen die reeds werden genoemd bij beschouwing van fig. 1 worden eveneens geheel verkregen bij de inrichting volgens de fig. 4 en 5 en het is duidelijk dat de afwezigheid van een voor-10 centrering op het niveau van de kop van het projectiel nog hét belang vergroot van de automatische centrering in het onderhavige geval. Verder moet worden opgemerkt, dat de kwaliteit van de centrering niet slechts het compenseren van fabricagetoleranties mogelijk maakt en 15 van de spreiding in de stand van het projectiel tijdens het op zijn plaats brengen daarvan, maar dat deze eveneens, in het bijzonder bij de voorkeursuitvoeringsvorm, wordt gehandhaafd bij een slijtage van de ontstekingsorganen.
- conclusies - 8120102
Claims (6)
1. Samenstel bestaande uit een projectiel en een lanceerinrichting voor dit projectiel, welke inrichting een vaste lanceerstang draagt die aan zijn vrije einde een slagpin omvat, en waarbij het projectiel een kop 5 omvat, een buisvormig staartdeel waarvan het ene einde is bevestigd aan de projectielkop en het andere, vr^je einde open is, een zuiger voorzien van een slaghoedje en opgenomen in het inwendige van het staartdeel voor het vormen van het beweegbare deel van een gesloten, 10 uitzetbare, verbrandingskamer, en een voortstuwingslading aangebracht in het inwendige van deze verbrandingskamer, met het kenmerk, dat het vrije einde van de lanceerstang een rotatie-symmetrisch geleidingsvlak bezit, coaxiaal ten opzichte van de slagpin, en dat de zuiger 15 een rotatie-symmetrisch geleidingsvlak bezit, coaxiaal ten opzichte van het slaghoedje en een opening omringt voor de doorgang van de slagpin, welke geleidingsvlakken zodanig zijn uitgevoerd, dat de centrering van de slagpin ten opzichte van het slaghoedje is verzekerd en dat 20 bijgedragen wordt aan het verkrijgen van de coaxiale stand van het projectiel en de lanceerstang tijdens de voortstuwingsfase.
2. Samenstel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat ten minste één van de geleidingsvlakken 25 ten minste één kegelvormig of spitsboogvormig deel omvat.
3. Samenstel volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de twee geleidingsvlakken kegelvormige oppervlakken zijn met een zelfde coniciteit.
4. Samenstel volgens conclusie 3, m e t het 30 kenmerk, dat het geleidingsvlak van de lanceerstang het inwendige oppervlak is van een kegelvormige holte die naar het uitwendige van de stang toe open is, terwijl de zuiger een uitstekend kegelvormig deel draagt, dat het geleidingsvlak van de zuiger vormt. 8120102 ♦ - 10 -
5. Samenstel volgens conclusie 1, m e t h e t kenmerk, dat de lanceerstang en de zuiger platte contactvlakken bezitten, haaks op de hartlijn van het samenstel, die de respectievelijke geleidingsvlakken 5 omringen, zodanig dat aanslagvlakken worden gevormd tussen de ontstekingsstang en de zuiger. 8120102 τ * -tl' UITTREKSEL Het projectiel (1) omvat een kop (3) en een buisvormig deel (4) dat een vinnenstelsel (5) draagt. Een zuiger (6) is opgenomen in het inwendige van het staartdeel zodanig dat met de wanden daarvan een gesloten 5 verbrandingskamer wordt gevormd die een voortstuwings-lading (7) bevat. De lanceerinrichting draagt een cilindrische lanceerstang (2), gemonteerd op een ondersteuning (12). De stang (2) is hol en bezit een ontstekings-orgaan dat een slagpin (14) draagt die ëën geheel vormt 10 met een ontstekingsstang (13). Voor de lancering van een projectiel wordt dit op zijn plaats op de lanceerstang (2) gebracht zodanig dat het einde van deze stang is opgenomen in de opening van het buisvormige staartdeel (4). Het vrije einde van het staartdeel wordt dan gecentreerd 15 ten opzichte van de lanceerstang (2). Wanneer de uiteinden van de lanceerstang (2) en van de zuiger (6) vervolgens in aanraking met elkaar komen wordt eveneens op dit niveau een centrering verkregen ten gevolge van de samenwerking tussen de geleidingsvlakken (2') en (6')·
20 Hierdoor kan een nauwkeurige centrering worden verkregen van het slaghoedje (8) ten opzichte van de slagpin (14) en wordt de zuiger (6) gehouden in een stand coaxiaal ten opzichte van de lanceerstang (2) tijdens de gehele voortstuwingsfase. 25 (Fig. 1). 81201 02
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
CH602180 | 1980-08-08 | ||
CH602180A CH637761A5 (fr) | 1980-08-08 | 1980-08-08 | Ensemble constitue par un projectile et le dispositif de lancement de ce projectile. |
PCT/CH1981/000044 WO1982000512A1 (en) | 1980-08-08 | 1981-04-22 | Assembly comprised of a projectile,and launching device for such projectile |
CH8100044 | 1981-04-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8120102A true NL8120102A (nl) | 1982-05-03 |
Family
ID=4302934
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8120102A NL8120102A (nl) | 1980-08-08 | 1981-04-22 |
Country Status (20)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4458598A (nl) |
JP (1) | JPS57501196A (nl) |
AR (1) | AR226115A1 (nl) |
AT (1) | AT373689B (nl) |
BE (1) | BE889561A (nl) |
BR (1) | BR8108716A (nl) |
CH (1) | CH637761A5 (nl) |
DE (1) | DE3152055A1 (nl) |
DK (1) | DK539781A (nl) |
ES (1) | ES8204163A1 (nl) |
FR (1) | FR2488385A1 (nl) |
GB (1) | GB2095800B (nl) |
IL (1) | IL63413A (nl) |
IT (1) | IT1144459B (nl) |
NL (1) | NL8120102A (nl) |
NO (1) | NO820774L (nl) |
PT (1) | PT73477B (nl) |
SE (1) | SE8200461L (nl) |
WO (1) | WO1982000512A1 (nl) |
ZA (1) | ZA815187B (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2278909A (en) * | 1993-06-09 | 1994-12-14 | Richmond Electronics & Enginee | Projection device |
FR3046457B1 (fr) * | 2015-12-30 | 2018-02-16 | Cathyor Engineering SA | Equipement d'armement et projectile specialement adapte pour un tel equipement d'armement |
US10631836B2 (en) | 2016-04-07 | 2020-04-28 | Gyrus Acmi, Inc. | Laparoscopic surgical device with flared tube |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1399243A (en) * | 1919-02-24 | 1921-12-06 | Ordnance Engineering Corp | Trench-mortar |
GB572661A (en) * | 1940-09-28 | 1945-10-18 | Latham Valentine Stewart Black | Improvements in bombs and the like |
US2415803A (en) * | 1944-12-23 | 1947-02-18 | Abell Royal Allen | Cartridge |
DE1026665B (de) * | 1955-01-10 | 1958-03-20 | Gerda Johanne Odenberg Geb Sch | Abschussvorrichtung fuer Gewehrgranaten, Leucht- und Signalpatronen |
NL124802C (nl) * | 1961-07-20 | Energa | ||
FR1415544A (fr) * | 1964-04-30 | 1965-10-29 | Perfectionnements apportés aux dispositifs lance-projectiles | |
CH464736A (fr) * | 1967-10-03 | 1968-10-31 | Batou Boris | Matériel de tir comprenant un mortier et un projectile |
BE740484A (nl) * | 1969-10-20 | 1970-04-20 | ||
FR2210281A5 (nl) * | 1972-12-12 | 1974-07-05 | France Etat | |
CH580794A5 (nl) * | 1973-10-10 | 1976-10-15 | Valinor Anstalt | |
DE2446881A1 (de) * | 1974-10-01 | 1976-04-22 | Gaf Corp | Verfahren zur reinigung von stark gefaerbten arylphenonen |
-
1980
- 1980-08-08 CH CH602180A patent/CH637761A5/fr not_active IP Right Cessation
-
1981
- 1981-04-22 JP JP56501227A patent/JPS57501196A/ja active Pending
- 1981-04-22 BR BR8108716A patent/BR8108716A/pt unknown
- 1981-04-22 DE DE813152055A patent/DE3152055A1/de not_active Withdrawn
- 1981-04-22 WO PCT/CH1981/000044 patent/WO1982000512A1/en active Application Filing
- 1981-04-22 NL NL8120102A patent/NL8120102A/nl unknown
- 1981-04-22 US US06/333,851 patent/US4458598A/en not_active Expired - Fee Related
- 1981-04-22 GB GB8200575A patent/GB2095800B/en not_active Expired
- 1981-04-22 AT AT0903781A patent/AT373689B/de not_active IP Right Cessation
- 1981-07-08 BE BE0/205359A patent/BE889561A/fr not_active IP Right Cessation
- 1981-07-15 ES ES503981A patent/ES8204163A1/es not_active Expired
- 1981-07-15 AR AR286093A patent/AR226115A1/es active
- 1981-07-24 IL IL63413A patent/IL63413A/xx unknown
- 1981-07-28 ZA ZA815187A patent/ZA815187B/xx unknown
- 1981-07-31 IT IT68072/81A patent/IT1144459B/it active
- 1981-08-04 PT PT73477A patent/PT73477B/pt unknown
- 1981-08-10 FR FR8115444A patent/FR2488385A1/fr not_active Withdrawn
- 1981-12-07 DK DK539781A patent/DK539781A/da not_active Application Discontinuation
-
1982
- 1982-01-28 SE SE8200461A patent/SE8200461L/xx unknown
- 1982-03-10 NO NO820774A patent/NO820774L/no unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2488385A1 (fr) | 1982-02-12 |
ES503981A0 (es) | 1982-04-16 |
SE8200461L (sv) | 1982-02-09 |
PT73477B (fr) | 1982-11-05 |
NO820774L (no) | 1982-03-10 |
AT373689B (de) | 1984-02-10 |
US4458598A (en) | 1984-07-10 |
IT8168072A0 (it) | 1981-07-31 |
BR8108716A (pt) | 1982-06-01 |
ES8204163A1 (es) | 1982-04-16 |
IT1144459B (it) | 1986-10-29 |
DE3152055A1 (en) | 1982-08-12 |
BE889561A (fr) | 1981-11-03 |
ZA815187B (en) | 1982-08-25 |
ATA903781A (de) | 1983-06-15 |
GB2095800B (en) | 1983-12-14 |
DK539781A (da) | 1982-02-18 |
AR226115A1 (es) | 1982-05-31 |
WO1982000512A1 (en) | 1982-02-18 |
GB2095800A (en) | 1982-10-06 |
PT73477A (fr) | 1981-09-01 |
CH637761A5 (fr) | 1983-08-15 |
JPS57501196A (nl) | 1982-07-08 |
IL63413A (en) | 1984-11-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US2397114A (en) | Rocket construction | |
US9175939B1 (en) | Cartridge for muzzle loading firearms | |
US2785632A (en) | Pyrotechnic device | |
US5196650A (en) | Projectile and sabot assembly | |
US1318954A (en) | Explosive devices | |
NL8120102A (nl) | ||
US1360602A (en) | Projectile | |
FR2881517A1 (fr) | "dispositif de surete pour une fusee de projectile stabilise par rotation" | |
US3377952A (en) | Probe ejecting rocket motor | |
US1669969A (en) | Gun cartridge | |
US5157224A (en) | Device for holding and guiding a sub-projectile in a cylindrical casing and in a weapon barrel | |
US2359814A (en) | Illuminating shell | |
US2340047A (en) | Flare gun | |
GB1605324A (en) | A launching projectile for electromagnetic decoys | |
KR940004642B1 (ko) | 가스 발생기를 이용한 미사일 발사 시스템 | |
US2475632A (en) | Bullet | |
GB578583A (en) | Improvements in riflings for ordnance | |
JPS6143639B2 (nl) | ||
US2490101A (en) | Rocket type weapon | |
RU2313762C2 (ru) | Способ отделения маршевой ступени снаряда от стартового двигателя и устройство для его реализации | |
US1817503A (en) | Aerial flare | |
US2579323A (en) | Rocket projectile | |
US2399398A (en) | Ammunition | |
BE447865A (nl) | ||
US3978793A (en) | Muzzle-expellable cartridge |