NL8105608A - Walsbromdetector. - Google Patents

Description

φ ψ * HO 466 ,/.

'*/ .

WALSBROKDETECTOR

Door aanvraagster worden als uitvinders genoemd:

Ing. Marius WOUTERS te Castricum en Ir. Herman Gerhardus RAVE te Alkmaar 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het detecteren van brom aan een walstuig uit een walsgroep " voor het koudwalsen van dunne staalplaat. Bij het koudwalsen van dunne staalplaat blijkt in het bijzonder bij het eindwalstuig, dat met zeer grote snelheid de laatste reductie geeft, een hinderlijke 10 brom te kunnen voorkomen. Onder brom wordt hier verstaan een verticale trilling van de walsen en het frame van een walstuig. Deze brom blijkt een betrekkelijk constante frequentie te hebben.

De gevolgen van brom zijn: 1. ontoelaatbare diktevariaties in het walsgoed die vooral na het 15 vertinnen zichtbaar zijn; 2. grotere kans op bandbreuk met als gevolg schade aan walsen, walstuig en walsgoed; 3. ongunstige invloed op de levensduur van de strekwalslagers.

De oorzaak van brom is niet geheel duidelijk, en het optreden 20 van brom is niet altijd geheel te voorkomen. Door verschillende onderzoekers zijn pogingen in het werk gesteld brom te detecteren ’ voordat deze te grote waarden aanneemt, zodat door ingrepen in het walsproces - b.v. vermindering van de walssnelheid - de brom tijdig kan worden onderdrukt.

25 De volgende detectiemethoden zijn beproefd: 1. een microfoon geplaatst nabij de walsspleet van het walstuig.

Dit levert evenwel bezwaren op bij de signaalverwerking (met name ten aanzien van de signaal-stoorverhouding); 2. een trillingsopnemer geplaatst op het inbouwstuk van het lager 30 van de bovenste steunwals. Dit levert evenwel bezwaren op bij het st eunwalswisselen; 3. een trillingsopnemer op de top van het walsframe (vergelijk 8103608 /2 2 * HO 466 f 1 het Luxemburgs octrooischriftrr· 82911 van 4 november 1980). Dit levert evenwel bezwaren op bij de signaalverwerking als gevolg van éen slechte signaal-stoorverhouding.

De uitvinding beoogt de genoemde bezwaren te ondervangen en een 5 . betrouwbare detectie voor het ontstaan van brom te verschaffen. Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag voortgekomen uit een waargenomen verband tussen brommen en het gelijktijdig optreden van trekkrachtvariaties in het walsgoed voor en na het betreffende walstuig.

10 Volgens de uitvinding wordt voorgesteld het bromsignaal te.

ontlenen aan de zich voor de intreezijde van het walstuig bevindende trekkrachtmeter. Een dergelijke trekkrachtmeter bevindt zich normaliter reeds tussen het laatste en het voorlaatste walstuig en bestaat uit een tegen het walsgoed gedrukte looprol met drukkracht-15 opnemers. Door het walsgoed onder een vaste hoek over de looprol te leiden, wordt de trekkracht in het walsgoed op de looprol gemeten als drukkracht met de bovengenoemde opnemers.

Essentieel voor de toepassing van de uitvinding is dat de drukkracht opnemers de frequentie van het bromsignaal kunnen volgen. 20 Volgens een nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte is de trekkrachtmeter aangesloten op een elektrische schakeling om het bromsignaal uit de ruis in het trekkrachtsignaal te detecteren.

Teneinde meer inzicht in de aard en grootte van het bromsignaal te verkrijgen, bevat de genoemde elektrische schakeling bij 25 voorkeur een handdoorlaatfilter waarvan de middenfrequentie is afgestemd op de frequentie van het bromsignaal- en een topwaardebe- > paler, alsmede een inrichting om het bromniveau afleesbaar te maken.

De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van bijgaande 30 tekening nader worden toegelicht.

Daarin is fig. 1 een schetsmatig zijaanzicht van het laatste en voorlaatste walstuig uit een koudwalsgroep en een daartussen geplaatste trekkrachtmeter, gezien vanaf de bedieningszijde.

Fig. 2 toont schetsmatig de trekkrachtmeter gezien volgens 35 pijl II-II in fig. 1.

Fig. 3 toont in blokschema een schakeling voor het bewerken van de uit de trekkrachtmeter verkregen signalen.

Fig. 4 'toont in blokschema een schakeling voor het verwerken /3 810ÖS08 t' Λ 3 HO 466 / r van het daarin aanwezige bromsignaal.

Fig. 1 toont twee in een koudbandwalserij gebruikelijke eind-

V

walstuigen 1 en 2. Het koudwalsen van het walsgoed 3 vindt continu plaats in een groep van vier of vijf direkt achter elkaar geplaatste 5 . walstuigen. Om de nodige druk voor de zeer hoge reducties te berei ken, worden kwarto’s met relatief dunne strekwalsen en dikke steun-walsen gebruikt. De reductie wordt bevorderd door een trek tussen de walstuigen in het materiaal te onderhouden. De band wordt na het laatste walstuig 1 - eveneens onder trek - op een haspel (niet 10 afgebeeld) weer tot een rol gewikkeld.

De trek in het materiaal wordt gemeten met behulp van een trek-krachtmeter 4, onder meer bestaande uit een tegen het materiaal lopende rol.

Deze trekkrachtmeter 4 is in fig. 2 in vooraanzicht schema-15 tische afgebeeld. De band 3 loopt onder een vaste hoek over een looprol 40· Deze rol 40 is aan beide einden draaibaar in lagers 41 en 42 opgenomen. Elk huis van deze lagers rust op een drukdoos 43 resp. 44 (dergelijke drukdozen zijn bekend en bevatten bijv. een in het midden verjongd uitgevoerde drukpen , op de zijkant waarvan 20 een of meer rekstrookjes zijn bevestigd). De trek in de band 3 veroorzaakt over de looprol 40 verdeeld een verticale kracht, die zich op de beide drukdozen 43 en 44 als kracht K1 resp. K2 manifesteert.

Deze krachten KI en 12 worden met behulp van rekstrookjes in elektrische signalen omgezet. Het is gebleken dat bij het optreden van 25 brom in een bepaald frequentiegebied een bróm in het trekkrachtsig-naal voorkomt.

7

Pig. 3 toont in blokschema de schakelingen die op de trekkrachtmeter 4 (fig* 1) zijn aangesloten, om het daaruit verkregen signaal te bewerken. De uit de drukdozen 43, 44 (fig. 2) verkregen 30 signalen zijn dus de beide trekkrachtsignalen tussen het laatste en voorlaatste walstuig. Deze beide trekkrachtsignalen, te weten dat van de aandrijfzijde en dat van de bedieningszijde van de wals-groep, worden aan de bestaande trekkrachtsignaalverwerking toegevoerd. Deze bestaande schakeling omvat twee versterkers 51> waar-35 uit het ongefilterde trekkrachtsignaal wordt toegevoerd enerzijds naar een trekkrachtsignaalverwerking 52 om een duidelijk trekkracht- /4 810:208 4 HO 466 / t i indicatie te verschaffen, en anderzijds naar een uitbreiding van de bestaande schakeling, bestaande uit een bromsignaalverwerking 53·

Zoals heden te dage te doen gebruikelijk is, geschiedt het walsen onder besturing van een procescomputer die voortdurend op 5 · verschillende manieren in het walsproces ingrijpt. In de schakeling van fig. 3 is deze computer met 54 aangegeven. Zowel het trekkracht-signaal als het bromsignaal worden als ingangssignalen aan deze computer toegevoerd. Schematisch is aangegeven dat de uitgang van de computer 54 met de walsgroep, bijv, beide in fig. 1 getekende 10 walstuigen 1 en 2 is verbonden om in het walsproces in te grijpen.

Fig. 4 toont in blokschema de bromsignaalverwerking 53 van . fig. 3 in meer bijzonderheden. Aan de ingangsklemmen 61 en 62 komen van de aandrijf zijde resp. bedieningszijde van de -walsgroep de ongefilterde trekkrachtsignalen. afkomstig van de uitgang van de ver-15 sterkers 51 binnen. In elk kanaal is een banddoorlaatfilter 63 resp.

64 opgenomen om het bromsignaal van het trekkrachtsignaal af te zonderen. De middenfrequentie van de filters is instelbaar op de t bromfrequentie, die in een praktijkgeval rond 150 Hz blijkt te bedragen.

20 De uitgangen van beide filters 63 en 64 zijn aangesloten op twee topwaardebepalèrs 65 en 66. Tot dit punt is de schakeling voor beide van de drukdozen 43 en 44 afkomstige signalen gelijk uitgevoerd. De twee uitgangssignalen van de topwaardebepalers 65 en 66 gaan naar een maximumvo1ger 68 die van beide signalen alleen 25 het grootste signaal doorlaat. Dit bromsignaal gaat via een lijnbuffer (niet afgebeeld) naar een aanwijsinstrument 69. Dit instru- 9 _ ment bevat bijv. een LED-linedisplay voor het visueel kenbaar maken van het bromniveau aan de bsdieningsman van de betreffende eindwals-groep.

30 De uit de banddoorlaatfilters 63 en 64 afkomstige bromsignalen worden tevens via een schakeling 67 waarin een gelijkriehter en middelaar zijn opgenomen - dus in bewerkte vorm, zodat een gecorreleerd signaal ontstaat - aan de procescomputer 54 toegevoerd. Af ' hankelijk van de grootte van het bromsignaal grijpt deze computer 35 eventueel in op bijv. de walssnelheid met het oogmerk het brommen te doen verminderen.

Uiteraard is overal waar nodig voorzien in galvanische scheiding tussen verschillende delen van de schakeling.

8103608 /5

Claims (6)

1. 5 ‘HO 466 : ι • t sssssssssssssssssrssssss
2. 1· Werkwijze voor het detecteren van brom aan een walstuig uit een walsgroep voor het koudwalsen van dunne staalplaat, met het kenmerk, dat het hromsignaal ontleend wondt aan een zich voor het 5 . walstuig "bevindende trekkrachtmeter.
3. 2. Inrichting voor het detecteren van brom aan een walstuig uit een walsgroep voor het koudwalsen van dunne staalplaat, waarbij voor het walstuig een trekkrachtmeter is geplaatst, met het kenmerk, dat de trekkrachtmeter is aangesloten op een elektrische schake-10 ling om het bromsignaal uit de ruis in het trekkrachtsignaal te detecteren.
4. 3· Werkwijze voor het detecteren van brom volgens conclusie 1, waarbij het walsproces geschiedt onder besturing van een procescomputer, met het kenmerk, dat een met het bromsignaal gecorreleerd sig-15 naai aan de procescomputer wordt toegevoerd teneinde het walsproces in die zin te beïnvloeden dat het brommen vermindert. 4* Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de walsgroep is verbonden met een procescomputer, met het kenmerk, dat de uitgang van de elektrische schakeling om het bromsignaal uit de ruis in het trek-20 krachtsignaal te detecteren op de procescomputer is aangesloten.
5. 5· Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een elektrische schakeling met een banddöorlaatfilter - waarvan de middenfrequentie is afgestemd op de frequentie van het bromsignaal - een topwaarde-bepaler, een maxiaaalvolger en een inrichting om de grootte van 25 het bromniveau visueel af te beelden.
6. 8. O s 3 O 8