NL8105409A

NL8105409A - DRILL.

Info

Publication number: NL8105409A
Application number: NL8105409A
Authority: NL
Original assignee: Komet Stahlhalter Werkzeug
Priority date: 1981-01-29
Filing date: 1981-11-30
Publication date: 1982-08-16
Also published as: DE3108438A1; FR2498502B1; SE8106468L; NL190925B; IT1139727B; NL190925C; ATA464081A; DE8106316U1; GB2092034A; AT383070B; SE447074B; CH654232A5; GB2092034B; DE3108438C2; IT8125060A0; FR2498502A1

Description

* . _ **. _ *

BoorwerktuigDrilling tool

De uitvinding heeft betrekking op een boorwerktuig met een hoofdzakelijk cilindrische schacht, ten minste twee aan het voorste kopdeel van de schacht uitwisselbaar aangebrachte snijplaten, waarop ten minste twee in het bijzonder spiraalvormige spaankanalen aansluiten, die naar 5 een achterste inspandeel van de schacht verlopen en naar buiten naar het mantelvlak van de schacht toe open zijn.The invention relates to a drilling tool with a substantially cylindrical shank, at least two inserts arranged interchangeably on the front head part of the shank, to which at least two, in particular, spiral chip channels connect, which extend to a rear clamping part of the shank and to open to the lateral surface of the shaft.

Dergelijke bekende boorwerktuigen (vergelijk Duitse "Auslege-schrift" 27 30 418) hebben zich in de praktijk steeds meer doorgezet. Ondanks de meest zorgvuldige bewerking van het boorwerktuig en van de 10 bij dit boorwerktuig toegepaste snijplaten kan het voorkomen dat spanen klem raken of sneden uitbreken. Aangezien dit meestal diep binnen in ______ een boring geschiedt, worden dergelijke storingen meestal niet direct bemerkt, zodat vaak niet slechts de snijplaat zelf maar ook het boorwerktuig wordt beschadigd. Dergelijke beschadigingen treden in de regel 15 aan het kopdeel van de schacht op. Hierbij kan het voorkomen dat de schacht zover wordt beschadigd dat deze niet meer geschikt is voor de correcte ondersteuning van de snijplaten. Aangezien bij het bekende boorwerktuig kopdeel en inspandeel uit êén stuk bestaan, moet dan het gehele boorwerktuig door een nieuw worden vervangen. Dergelijke boor-20 werktuigen met werkdiameters van 50 mm en meer zijn echter betrekkelijk duur én boorwerktuigen met grotere werkdiameters zijn in de regel niet uit voorraad leverbaar. Bij de vervangingskosten komt ook nog een langere levertijd. Een ander nadeel van de bekende boorwerktuigen bestaat daarin, dat elk boorwerktuig steeds slechts voor een geheel be-25 paalde werkdiameter toepasbaar is.Such known drilling tools (compare German "Auslegeschrift" 27 30 418) have increasingly been practiced. Despite the most careful machining of the drilling tool and of the inserts used with this drilling tool, chips can jam or break out. Since this is usually done deep inside a ______ borehole, such failures are usually not noticed immediately, so that often not only the cutting plate itself but also the drilling tool is damaged. Such damage generally occurs on the head part of the shaft. It can happen that the shank is damaged to such an extent that it is no longer suitable for the correct support of the inserts. Since in the known drilling tool the head part and clamping part consist of one piece, the entire drilling tool must then be replaced by a new one. However, such drilling tools with working diameters of 50 mm and more are relatively expensive and drilling tools with larger working diameters are generally not available from stock. The replacement costs also include a longer delivery time. Another drawback of the known drilling tools consists in that each drilling tool can always be used only for a completely determined working diameter.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een boorwerktuig van de in de aanhef genoemde soort, dat na een beschadiging aan zijn kopdeel op eenvoudige en materiaal en kosten besparende wijze weer kan worden hersteld en dat binnen een bepaald werkdiameterbereik voor de 30 bewerking van boringen van verschillende diameters geschikt is.The object of the invention is to provide a drilling tool of the type mentioned in the preamble, which can be repaired in a simple and material and cost-saving manner after damage to its head part and which is within a certain working diameter range for the processing of bores of different diameters is suitable.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat de schacht ten minste tweedelig is uitgevoerd en het inspandeel losmaakbaar met het kopdeel is verbonden, dat aan zijn van de snijplaten afgekeerde achterzijde met een radiaal verlopend vlak eindvlak aanligt te-35 gen een overeenkomstig radiaal verlopend vlak kopvlak van het inspandeel, dat in het kopvlak van het inspandeel ten minste twee cilindrische pasbouten zijn verzonken en bevestigd, die in overeenkomstige pas-boringen in het eindvlak van het kopdeel ingrijpen, en dat aan het 3105409 f \ 2 v kopdeel vasthoudmiddelen aanwezig zijn die aan de pasbouten aangrijpen of omgekeerd.According to the invention, this object is achieved in that the shank is at least two-piece and the clamping part is detachably connected to the head part, which abuts on its rear side facing away from the cutting plates with a radially extending flat end surface against a corresponding radially extending flat end face of the clamping part, which at least two cylindrical adjusting bolts are countersunk and fixed in the end face of the clamping part, which engage in corresponding fitting holes in the end face of the head part, and which means for holding the 3105409 f \ 2 v head part that engage the fitting bolts or vice versa.

Bij een of andere grote beschadiging van het kopdeel van het boorwerktuig kan het beschadigde kopdeel na het lossen van het vasthoudmid-5 del van het inspandeel worden verwijderd en door een nieuw kopdeel worden vervangen. Het nieuwe kopdeel is wezenlijk goedkoper dan een compleet boorwerktuig, aangezien voor zijn vervaardiging slechts een fractie van het voor de vervaardiging van een compleet boorwerktuig noodzakelijke materiaal vereist is en bovendien vele bewerkingshandelingen 10 vervallen, die aan het achterste inspandeel noodzakelijk zijn. Het inspandeel kan telkens verder worden gebruikt. Door overeenkomstige hulpmiddelen, bijvoorbeeld boorsjablonen, kan worden gewaarborgd, dat de nieuw vervaardigde kopdelen op de reeds aanwezige en verder bruikbare inspandelen passen. Een belangrijke functie bij het boorwerktuig vol-15 gens de uitvinding hebben de pasbouten en de daaraan grijpende vast-houdmiddelen. De pasbouten zorgen voor een correcte krachtoverbrenging tussen het kopdeel en het inspandeel in om treks richting en dwars op de hartlijn van de boor. Zij dienen echter ook ervoor het kopdeel in een voorafbepaalde stand ten opzichte van het inspandeel te fixeren. Dit is 20 van belang opdat de wanden van de spaankanalen van het kopdeel zonder sprong in de wanden van de spaankanalen van het inspandeel overgaan* Elke sprong zou namelijk tot een storing van de spaanafvoer kunnen leiden. Bovendien centreren de pasbouten het kopdeel ten opzichte van het inspandeel. Tenslotte dienen de pasbouten ook nog voor het aangrijpen 25 van het vasthoudmiddel. Ook dit is een belangrijke functie, omdat vanwege de spaankanalen en extra in het kopdeel en in het inspandeel aanwezige koelmiddelboringen slechts betrekkelijk weinig ruimte voor het onderbrengen van de vasthoudmiddelen ter beschikking staat.In the event of some major damage to the head part of the drilling tool, the damaged head part can be removed after releasing the retaining means from the clamping part and replaced by a new head part. The new head part is considerably cheaper than a complete drilling tool, since only a fraction of the material required for the manufacture of a complete drilling tool is required for its manufacture and, moreover, many machining operations are required which are required on the rear clamping part. The clamping part can be used further and further. By means of corresponding aids, for example drilling templates, it can be ensured that the newly manufactured head parts fit onto the already present and further usable spandrels. An important function in the drilling tool according to the invention is the fitting bolts and the gripping means engaging thereon. The adjusting bolts ensure correct power transmission between the head part and the clamping part in the opposite direction and transversely to the axis of the drill. However, they also serve to fix the head part in a predetermined position relative to the clamping part. This is important so that the walls of the chip channels of the head part transition without jump into the walls of the chip channels of the clamping part. Any jump could lead to a failure of chip evacuation. In addition, the fitting bolts center the head part relative to the clamping part. Finally, the fitting bolts also serve for gripping the retaining means. This is also an important function, because due to the chip channels and additional coolant bores in the head part and in the clamping part, only relatively little space is available for accommodating the holding means.

Een ander voordeel van de uitvoering volgens de uitvinding bestaat 30 daarin dat men binnen een bepaald werkdiameterbereik een kopdeel met een ander met een enigszins grotere of kleinere werkdiameter kan uitwisselen om verschillende werkdiameters te verkrijgen. Ook kunnen verschillend lange kopdelen onderling worden uitgewisseld om daardoor grotere boringdiepten te bereiken.Another advantage of the embodiment according to the invention consists in that it is possible to exchange a head part with another with a slightly larger or smaller working diameter within a certain working diameter range in order to obtain different working diameters. Also different long head parts can be interchanged to achieve greater bore depths.

35 Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de uitvin ding kan tussen kopdeel en inspandeel ten minste een tussenstuk worden ingezet, dat aan zijn naar het kopdeel toegekeerde voorste einde is uitgevoerd als het voorste einde van het inspandeel en waarvan het naar het inspandeel toegekeerde achterste einde is uitgevoerd als de 40 achterijde van het kopdeel. Door deze uitvoering wordt een extreem va- 8105409 - - i % 3 ‘ riabel boorwerktuigsysteem geschapen. Men kan inspandelen met verschil lende kegelvormige schachten die aan de opneemorganen van de verschillende raachineassen zijn aangepast, als zogenaamde aanpasorganen vervaardigen en onderling uitwisselen. De verbinding tussen de inspandelen 5 en het tussenstuk vindt hierbij op dezelfde wijze als gewoonlijk tussen een kopstuk en een inspandeel plaats. De verbindingsplaats tussen het tussenstuk en het inspandeel wordt ongeveer daar aangebracht, waar bij een normaal uit een stuk bestaand boorwerktuig de spaankanalen beginnen. Door uitwisseling van de inspandelen kan men dan het boorwerktuig 10 in de meest verschillende machineassen inzetten. Voorts is het echter ook mogelijk tussenstukken van verschillende lengte en eventueel ook verschillende diameters toe te passen, aan het voorste einde waarvan dan telkens een kopdeel met behulp van de pasbouten en de vasthoudmid-delen wordt bevestigd. Op deze wijze kan men het boorwerktuig ook qua 15 lengte en diameter zeer gemakkelijk aanpassen aan de betreffende be-werkingshandeling. Een dergelijk uit meer delen bestaand boorwerktuig heeft ook een trillingsstijve eigenschap, aangezien de qua lengte beperkte afzonderlijke delen op zichzelf minder trillingen opwekken en ook op hun verbindingsplaatsen trillingen minder doorlaten.In a preferred embodiment of the invention, at least one intermediate piece can be inserted between the head part and the clamping part, which at its front end facing the head part is designed as the front end of the clamping part and of which the facing end faces the clamping part. rear end is designed as the 40 rear end of the head section. This embodiment creates an extremely variable 8105409 -% i 3 riable drilling rig system. One can work with different conical shafts which are adapted to the pick-up members of the different raachine axes, as so-called adapters can be manufactured and exchanged with one another. The connection between the clamping members 5 and the intermediate piece here takes place in the same manner as usual between a head piece and a clamping member. The connection point between the intermediate piece and the clamping part is placed approximately where a normal one-piece drilling tool starts the chip channels. By exchanging the clamping, the drilling tool 10 can then be used in the most different machine axes. Furthermore, it is also possible to use intermediate pieces of different lengths and possibly also different diameters, at the front end of which a head part is then each time fixed with the aid of the adjusting bolts and the retaining means. In this way it is also very easy to adapt the drilling tool in terms of length and diameter to the respective machining operation. Such a multi-part drilling tool also has a vibration-rigid property, since the length-limited individual parts in themselves generate less vibration and also transmit less vibration at their connection points.

20 Er zijn weliswaar boorwerktuigen met zogenaamde boorkronen bekend, waarbij de boorkroon uitwisselbare snijplaten ondersteunt en ook op het voorste einde van een holle schacht kan worden geschroefd. Bij deze boorwerktuigen is ook de boorkroon als cilindrisch hol lichaam uitgevoerd. De spaanafvoer vindt bij deze boren plaats door de inwendige 25 ruimte van de boorkroon en de inwendige ruimte van de schacht. Voor de verbinding van boorkroon en schacht heeft de boorkroon een inwendige schroefdraad en het voorste einde van de schacht een uitwendige schroefdraad. Deze constructie is echter niet toepasbaar voor boorwerktuigen waarbij naar buiten open spaankanalen in de schacht aanwezig 30 zijn.Although drilling tools with so-called core bits are known, the core bit supports interchangeable cutting plates and can also be screwed onto the front end of a hollow shaft. With these drilling tools, the core bit is also designed as a cylindrical hollow body. The chip evacuation during these drills takes place through the internal space of the core bit and the internal space of the shank. For the connection of core bit and shank, the core bit has an internal screw thread and the front end of the shank has an external screw thread. However, this construction is not applicable to drilling tools where outwardly open chip channels are present in the shaft.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawings.

In de tekeningen toont:In the drawings shows:

Fig. 1 een bovenaanzicht en een langsdoorsnede door een deel van 35 een eerste uitvoeringsvorm van het boorwerktuig;Fig. 1 shows a top view and a longitudinal section through part of a first embodiment of the drilling tool;

Fig. 2 een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm;Fig. 2 a side view of a second embodiment;

Fig. 3 een langsdoorsnede van een deel van deze uitvoeringsvorm volgens de lijn III-III van fig. 4;Fig. 3 is a longitudinal section of part of this embodiment taken on the line III-III of FIG. 4;

Fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 3; 40 Fig. 5 een volledig boorwerktuig; 8105409 ί V " 4 ' Fig. 6 een zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm; enFig. 4 is a section on line IV-IV of FIG. 3; Fig. 40 5 a complete drilling tool; 8105409 V '4' Fig. 6 is a side view of a third embodiment;

Fig. 7 een langsdoorsnede van een deel van deze uitvoeringsvorm.Fig. 7 is a longitudinal section of part of this embodiment.

In fig. 5 is het volledige boorwerktuig 1 getoond, dat een hoofdzakelijk cilindrische schacht heeft. Aan het voorste, van het achterste 5 inspandeel 2 losmaakbare kopdeel 3 van de schacht zijn ten minste twee uitwisselbare snijplaten 4 aangebracht. Bovendien heeft de schacht 2 op de snijplaten 4 aansluitende spiraalvormige spaankanalen 5 die naar buiten naar het mantelvlak van de schacht toe open zijn. Deze spaankanalen 5 verlopen van de snijplaten 4 af tot aan het inspandeel 2 van de 10 schacht. Aan het achterste einde van het inspandeel 2 kan deze eveneens cilindrisch zijn uitgevoerd, of, zoals het in de tekening is getoond van een konus 6 zijn voorzien, die voor het opnemen in een werktuigmachine dient. Het inspandeel 2 heeft voorts nog een centrale koelmiddel-boring 7 die op twee of meer in het kopdeel 3 aanwezige koelmiddelkana-15 len 8 is aangesloten. Deze koelmiddelkanalen 8 monden uit in de voorste kopzijde 3a van het kopdeel 3 nabij de snijplaten 4. De koelmiddeltoe-voer naar de koelmiddelboring 7 vindt plaats via een in de tekening niet weergegeven koelmiddelring die het inspandeel 2 omgeeft, en een in het inspandeel aanwezige dwarsboring 9. Zoals men voorts in fig. 2 en 5 20 kan zien, is het kopdeel 3 van het inspandeel 2 losmaakhaar. Het kopdeel 3 is in verhouding tot het inspandeel 2 kort uitgevoerd en de ver-bindingsplaats van beide delen 2, 3 is in het gebied van de spaankalen 5 aangebracht.Fig. 5 shows the complete drilling tool 1, which has a mainly cylindrical shank. At least two interchangeable cutting plates 4 are arranged on the front head part 3 of the shaft, which can be detachable from the rear clamping part 2. In addition, the shaft 2 has spiral flutes 5 connecting to the cutting plates 4, which are open outwards towards the lateral surface of the shaft. These chip channels 5 run from the cutting plates 4 to the clamping part 2 of the 10 shaft. At the rear end of the clamping part 2, it can also be cylindrical, or, as shown in the drawing, provided with a cone 6, which serves for receiving in a machine tool. The clamping part 2 further has a central coolant bore 7 which is connected to two or more coolant channels 8 present in the head part 3. These coolant channels 8 open into the front end side 3a of the head part 3 near the cutting plates 4. The coolant supply to the coolant bore 7 takes place via a coolant ring not shown in the drawing, which surrounds the clamping part 2 and a transverse bore present in the clamping part. 9. As can further be seen in Figs. 2 and 5, the head part 3 of the clamping part 2 is release hair. The head part 3 is short in relation to the clamping part 2 and the connection point of both parts 2, 3 is arranged in the region of the chip chambers 5.

Het kopdeel 3 is aan zijn van dê snijplaten 4 afgekeerde achter-25 zijde voorzien van een radiaal verlopend vlak eindvlak 10 dat aanligt tegen een overeenkomstig radiaal verlopend vlak kopvlak 11 van het inspandeel 2. Het kopvlak 11 van het inspandeel 2 heeft twee diametraal tegenover elkaar liggende pasboringen 12 en daarop aansluitende coaxiale schroef draadboringen 13. Er zijn voorts twee pas bouten 14 aange-30 bracht, waarvan elke aan zijn naar het inspandeel 2 toegekeerde einde een van schroefdraad voorziene tap 15 heeft. Met deze tap 15 is de pasbout in de van schroefdraad voorziene boring 13 ingeschroefd, waarbij deze in de pasboring 12 grijpt.The head part 3 is provided on its rear side remote from the cutting plates 4 with a radially extending flat end face 10 which abuts against a corresponding radially running flat end face 11 of the clamping part 2. The end face 11 of the clamping part 2 has two diametrically opposite horizontal locating bores 12 and subsequent coaxial screw threaded bores 13. Furthermore, two pass bolts 14 are provided, each of which has a threaded stud 15 at its end facing the clamping part 2. With this tap 15, the fitting bolt is screwed into the threaded bore 13, whereby it engages in the fitting bore 12.

In het eindvlak 10 van het kopdeel 3 zijn twee pasboringen 16 aan-35 wezig, die coaxiaal ten opzichte van de cilindrische pasbouten 14 verlopen. In deze pasboringen 16 grijpen de buiten de kopvlakken 11 uitstekende voorste einden van de pasbouten 14 in. Hierdoor wordt het kopdeel 3 ten opzichte van het inspandeel 2 in een voorafbepaalde stand gefixeerd, zodat de wanden van de in het kopdeel 3 aanwezige spaankana-40 len 5, zoals uit fig. 2 blijkt, nauwkeurig in lijn liggen met de wanden 8105409 5 van de in het inspandeel 2 aanwezige spaankanalen 5.In the end face 10 of the head part 3, two fitting holes 16 are provided, which run coaxially with the cylindrical fitting bolts 14. The front ends of the fitting bolts 14 projecting outside the end faces 11 engage in these fitting bores 16. The head part 3 is hereby fixed relative to the clamping part 2 in a predetermined position, so that the walls of the chip channels 5 present in the head part 3, as appears from Fig. 2, are exactly in line with the walls 8105409 of the chip channels present in clamping part 2.

Elke pasbout 14 heeft in zijn voorste einde een radiaal ten opzichte van de hartlijn B van het boorwerktuig verlopende dwarsboring 17. In deze dwarsboring 17 is een vasthoudpen 18 verschuifbaar geleid.Each fitting bolt 14 has in its front end a transverse bore 17 extending radially with respect to the center line B of the drilling tool. A retaining pin 18 is slidably guided in this transverse bore 17.

5 In het kopdeel 3 is voorts een vasthoudschroef 19 aangebracht, waarvan de hartlijn C eveneens radiaal ten opzichte van de hartlijn B van de boor verloopt. De vasthoudschroef 19 heeft aan zijn radiaal binnenste einde een kegelvormig aanzetstuk 20 dat in een overeenkomstige kegelvormige uitsparing 21 van de vasthoudpen 18 ingrijpt. De vasthoudpen 18 10 is voorts aan zijn radiaal binnenste einde voorzien van een kegelvormig aanzetstuk 22 dat in een overeenkomstige kegelvormige uitsparing 23 in het kopdeel 3 ingrijpt. Het midden Z van deze kegelvormige uitsparing 23 is coaxiaal ten opzichte van de hartlijn C van de vasthoudschroef 19 aangebracht. De spitse hoeken van de kegelvormige aanzetstukken 20, 22 15 en van de kegelvormige uitsparingen 21, 23 zijn even groot en bedragen bij voorkeur ongeveer 90°.A holding screw 19 is further arranged in the head part 3, the center line of which C also extends radially with respect to the center line B of the drill. The retaining screw 19 has a conical extension 20 at its radially innermost end which engages in a corresponding conical recess 21 of the retaining pin 18. The retaining pin 18 10 is further provided at its radially innermost end with a conical extension 22 which engages in a corresponding conical recess 23 in the head part 3. The center Z of this conical recess 23 is arranged coaxially with respect to the center line C of the retaining screw 19. The pointed corners of the conical projections 20, 22 and of the conical recesses 21, 23 are the same size and are preferably approximately 90 °.

Voorts is het van belang dat de hartlijn C van de vasthoudschroef 9 niet nauwkeurig in lijn is met de hartlijn D van de dwarsboring 17.Furthermore, it is important that the centerline C of the retaining screw 9 is not exactly in line with the centerline D of the transverse bore 17.

De hartlijn C van de vasthoudschroef 19 heeft tot het eindvlak 10 van 20 het kopdeel 3 een afstand A die enigszins groter is dan de afstand a van de hartlijn D van de dwarsboring 17 tot het kopvlak 11 van het inspandeel 2. Het verschil tussen beide afstanden A en a kan ongeveer 0,5 mm bedragen.The center line C of the retaining screw 19 has a distance A to the end face 10 of the head part 3 which is slightly greater than the distance a from the center line D of the transverse bore 17 to the head surface 11 of the clamping part 2. The difference between the two distances A and a can be about 0.5 mm.

Wordt de vasthoudschroef 19 aangetrokken, dan komt zijn kegelvor-25 mig aanzetstuk 20 tegen de zijde van de kegelvormige uitsparing 21 van de vasthoudpen 18 aan te liggen, die van het kopvlak 11 is afgekeerd. Hierdoor wordt de vasthoudpen 18 in axiale richting verschoven, totdat zijn kegelvormig aanzetstuk 22 in de uitsparing 23 komt aan te liggen en wel tegen die zijde die naar het kopvlak 11 is toegekeerd. Hierdoor 30 wordt op het kopdeel 3 een in de richting van het inspandeel 2 gerichte kracht uitgeoefend, die het eindvlak 10 vastdrukt tegen het kopvlak 11. Bedraagt de voorspanning van elk van de beide vasthoudschroeven bijvoorbeeld 2000 kp, dan gaat van elke vasthoudschroef een in de richting van de hartlijn van de boor gerichte kracht van 4000 kp uit, zodat een 35 aandrukkracht van het kopdeel 3 tegen het inspandeel 2 van totaal 8000 kp ontstaat. Deze kracht is meer dan voldoende, temeer daar de overbrenging van het draaimoment via de pas bouten 14 tot stand wordt gebracht, die door het draaimoment op afschuiven worden belast.When the retaining screw 19 is tightened, its conical extension 20 comes to rest against the side of the conical recess 21 of the retaining pin 18, which faces away from the end face 11. The retaining pin 18 is hereby shifted in the axial direction until its conical projection 22 comes to rest in the recess 23, on that side which faces the end face 11. As a result, a force directed in the direction of the clamping part 2 is exerted on the head part 3, which presses the end face 10 against the end face 11. If the pre-tension of each of the two holding screws is, for example, 2000 kp, one of each holding screw goes into the force of 4000 kp directed towards the center line of the drill, so that a pressing force of the head part 3 against the clamping part 2 of a total of 8000 kp is created. This force is more than sufficient, especially since the transmission of the torque is effected via the adjusting bolts 14, which are subjected to shearing by the torque.

Indien een beschadiging van het kopdeel 3 optreedt, behoeven 40 slechts de vasthoudschroeven 19 te worden uitgeschroefd en men kan dan 8105409 J ‘ψ 6 „ de vasthoud pennen 18 verwijderen. Om dit te vergemakkelijken kan elk van de vasthoudpennen nog van een schroefdraadboring worden voorzien, waarin een langere pen kan worden ingeschroefd, die aan zijn voorste einde eveneens een schroefdraad heeft. Met behulp van deze pen kan men 5 dan elk van de vasthoudpennen uit de dwarsboring 17 trekken. Daarna kan het kopdeel 3 van de pasbouten 14 worden afgetrokken en door een nieuw kopdeel worden vervangen. £r moet dus telkens slechts het kopdeel 3 worden vernieuwd. Het voor de vervaardiging van het kopdeel benodigde materiaal is ongeveer slechts een zevende van het materiaal dat voor 10 een compleet boorwerktuig nodig zal zijn.If damage is caused to the head part 3, only the retaining screws 19 need to be unscrewed and the retaining pins 18 can then be removed. To facilitate this, each of the retaining pins can still be provided with a threaded bore into which a longer pin can be screwed in, which also has a screw thread at its front end. With the aid of this pin one can then pull each of the holding pins out of the transverse bore 17. After that, the head part 3 can be pulled off from the adjusting bolts 14 and replaced by a new head part. Thus, only the head part 3 has to be renewed each time. The material required for the manufacture of the head part is approximately only one-seventh of the material that will be required for a complete drilling tool.

Bij de in -fig. 2 t/m 4 getoonde uitvoeringsvormen zijn onderdelen van gelijke functie met dezelfde verwijzingstrekens aangegeven, zodat de hierboven gegeven beschrijving zinvol geldt. Bij deze uitvoeringsvorm is echter de pasbout 14’ voorzien van een langsboring 24. Met be-15 hulp van een door deze langsboring 214 heen tredende bevestigings- schroef 25 die in de sehroefboring 13 ingrijpt, is de pasbout 14’ vast verbonden met het inspandeel 2. In het kopdeel 3’ kan een vasthoud-schroef 19 radiaal ten opzichte van de hartlijn van de pas bout 14’ worden geschroefd. Deze grijpt met zijn kegelvormig aanzetstuk 20 in een 20 ringvormige uitsparing 26 waarvan de doorsnede konisch kleiner wordt naar de hartlijn van de pasbout toe. Ook hierbij is de opstelling zodanig gekozen, dat de hartlijn C van de vasthoudschroef 19 tot het eind-vlak 10 van het kopdeel 3 een afstand A heeft, die enigszins groter is dan de afstand a van het midden Z van de uitsparing 26 tot het kopvlak 25 11. Bij het aantrekken van de vasthoudschroef 19 komt het kegelvormige aanzetstuk 20 daarvan met een zijde in de uitsparing 26 aan te liggen en drukt het kopdeel met zijn eindvlak 10 tegen het kopvlak 11, Voor het uitwisselen van het kopdeel 3 behoeven slechts de vasthoudschroeven 19 enigszins te worden uitgedraaid.At the in-fig. Embodiments 2 through 4 are shown to have parts of similar function with the same reference marks, so that the description given above is meaningful. In this embodiment, however, the fitting bolt 14 'is provided with a longitudinal bore 24. With the aid of a fastening screw 25 passing through this longitudinal bore 214, which engages in the screw bore 13, the fitting bolt 14' is fixedly connected to the clamping part 2 A retaining screw 19 can be screwed into the head part 3 'radially with respect to the center line of the adjusting bolt 14'. With its conical extension 20, it engages in an annular recess 26, the cross-section of which decreases conically towards the center line of the fitting bolt. Here too, the arrangement is chosen such that the center line C of the retaining screw 19 to the end face 10 of the head part 3 has a distance A which is slightly greater than the distance a from the center Z of the recess 26 to the end face. 11. When the retaining screw 19 is tightened, its conical projection 20 comes to rest with one side in the recess 26 and the head part with its end face 10 presses against the head face 11. To exchange the head part 3, only the retaining screws need 19 to be turned out slightly.

30 Ook bij de in fig. 6 en 7 getoonde uitvoeringsvorm zijn onderdelen van dezelfde functie met hetzelfde verwijzingsteken aangegeven en de voor de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 en 5 gegeven beschrijving geldt eveneens zinvol daarvoor. Bij deze uitvoeringsvorm zijn echter de vast-houdpen 18’ en de vasthoudschroef 19' enigszins anders uitgevoerd. De 35 vasthoudpen is aan zijn beide einden voorzien van telkens een kegelvormig aanzetstuk 22, 22a. Het aanzetstuk 22 grijpt in een in het kopdeel 3 aanwezige kegelvormige uitsparing 23. Het kegelvormige aanzetstuk 22a werkt samen met een in de vasthoudschroef 19' aanwezige kegelvormige uitsparing 27. Ook hierbij heeft de hartlijn C van de vasthoudschroef 40 19' tot het eindvlak 10 een afstand A die enigszins groter is dan de 8105409Also in the embodiment shown in Figs. 6 and 7, parts of the same function are indicated with the same reference sign and the description given for the embodiment according to Figs. 1 and 5 also applies meaningfully thereto. In this embodiment, however, the retaining pin 18 'and the retaining screw 19' are slightly different. The retaining pin is provided with a conical extension 22, 22a at each end. The projection 22 engages in a conical recess 23 present in the head part 3. The conical projection 22a interacts with a conical recess 27 present in the retaining screw 19 '. The center line C of the retaining screw 40 19' up to the end face 10 also has a distance A slightly larger than 8105409

* V* V

7 afstand a van de hartlijn D van de dwarsboring 17 tot het kopvlak 11. Wordt de vasthoudschroef 19' aangetrokken, dan komt zijn kegelvormige uitsparing 27 tegen de zijde van het kegelvormige aanzetstuk 22a aan te liggen, die naar het kopvlak 11 is toegekeerd. Hierdoor wordt de vast-5 houdpen 18r in axiale richting geschoven, totdat zijn kegelvormig aanzetstuk 22 in de uitsparing 23 komt aan te liggen en wel tegen de zijde die eveneens naar het kopvlak 11 is toegekeerd. Hierdoor wordt op het kopdeel 3 een in de richting van het inspandeel 2 gerichte kracht uitgeoefend, die het eindvlak 10 vastdrukt tegen het kopvlak 11.7 distance a from the center line D of the transverse bore 17 to the end face 11. When the retaining screw 19 'is tightened, its conical recess 27 abuts the side of the conical projection 22a, which faces the end face 11. The retaining pin 18r is hereby pushed in the axial direction, until its conical projection 22 comes to rest in the recess 23, namely on the side which also faces the end face 11. As a result, a force directed in the direction of the clamping part 2 is exerted on the head part 3, which presses the end surface 10 against the head surface 11.

10 De lengte van de vasthoudpen 18r is bij voorkeur enigszins kleiner dan de diameter van de pasbout 14. Hierdoor wordt bereikt dat bij het lossen van de vasthoudschroef 19' en bij het ten opzichte van elkaar verschuiven van de beide delen 3, 2, de vasthoudpen 18’ volledig in de dwarsboring 17 kan treden. Door de kegelvormige uitvoering van zijn 15 aanzetstuk 22 en de kegelvormige uitsparing 23 wordt de vasthoudpen 18T in de dwarsboring 17 ingeschoven. Ook bij deze uitvoeringsvorm bedraagt de spitse hoek van de kegelvormige aanzetstukken 22, 22a en van de uitsparingen 23, 27 ongeveer 90°.The length of the retaining pin 18r is preferably slightly smaller than the diameter of the fitting bolt 14. This ensures that when the retaining screw 19 'is loosened and when the two parts 3, 2 are displaced relative to each other, the retaining pin is 18 'can fully enter the transverse bore 17. Due to the conical design of its extension 22 and the conical recess 23, the retaining pin 18T is pushed into the transverse bore 17. In this embodiment too, the pointed angle of the conical projections 22, 22a and of the recesses 23, 27 is approximately 90 °.

Om het boorwerktuig beter te kunnen aanpassen aan de verschillende 20 bewerkingsgevallen, kan bij de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm tussen het kopdeel 3 en het inspandeel 2' een tussenstuk 28 worden ingezet, dat aan zijn naar het kopdeel 3 toegekeerde voorste einde 28a is uitgevoerd als het voorste einde van het inspandeel 2' en waarvan het naar het inspandeel 2' toegekeerde achterste einde 28b is uitgevoerd 25 als de achterzijde van het kopdeel 3. Er is dus aan het voorste einde 28a een radiaal verlopend vlak kopvlak 11 met pasbouten 14 aangebracht en aan het achterste einde 28b een vlak eindvlak 10 met overeenkomstige pasboringen 16. De diameter van de pasbouten 14 en van de pasboringen 16 alsmede hun radiale afstand tot de hartlijn van het boorwerktuig 30 komt overeen met het tussenstuk 28 van de overeenkomstige inrichting aan het kopdeel 3 en het inspandeel 2', zodat het kopdeel 3 eventueel ook direct aan het inspandeel 2’ zou kunnen worden bevestigd.In order to better adapt the drilling tool to the different machining cases, in the embodiment shown in Fig. 6 an intermediate piece 28 can be inserted between the head part 3 and the clamping part 2 ', which is formed at its front end 28a facing the head part 3 as the front end of the clamping part 2 'and of which the rear end 28b facing the clamping part 2' is designed as the rear side of the head part 3. Thus, a radially extending flat face 11 with fitting bolts 14 is provided at the front end 28a and at the rear end 28b a flat end face 10 with corresponding fitting bores 16. The diameter of the fitting bolts 14 and of the fitting bores 16 as well as their radial distance from the center line of the drilling tool 30 corresponds to the intermediate piece 28 of the corresponding device on the head part 3 and the clamping part 2 ', so that the head part 3 could possibly also be attached directly to the clamping part 2'.

Bij de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm van het boorwerktuig is eerst het kopdeel 3 bij beschadiging op dezelfde wijze uitwisselbaar 35 als bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm. Bovendien kan echter ook het inspandeel 2' worden uitgewisseld. Dit is bijvoorbeeld nodig wanneer het boorwerktuig in een andere machine moet worden ingezet, die in zijn as een ander opneemorgaan voor de kegel 6, bijvoorbeeld met een andere kegelhoek, heeft. In dit geval wordt dan het inspandeel 2’ uit-40 gewisseld met een ander inspandeel waarvan de kegel 6 past bij het 8105409 4 v 8 overeenkomstige opneemorgaan. In plaats van een kegel zou het inspan-deel 2' ook een cilindrische schacht of een bevestigingsflens kunnen hebben.In the embodiment of the drilling tool shown in Fig. 6, the head part 3 is first exchangeable in the same manner in case of damage as in the embodiment described above. Moreover, however, the clamping part 2 'can also be exchanged. This is necessary, for example, if the drilling tool is to be used in another machine, which has a different cone 6 receiving means in its axis, for example with a different cone angle. In this case, the clamping part 2 'out of 40 is then exchanged with another clamping part, the cone 6 of which matches the 8105409 4 v 8 corresponding receiving member. Instead of a cone, the clamping part 2 'could also have a cylindrical shaft or a mounting flange.

Ook door toepassing van verschillende tussenstukken 28 kan het 5 boorwerktuig zeer goed worden aangepast aan de betreffende bewerkings-handelingen. Men kan tussenstukken 28 van verschillende lengte toepassen en bijvoorbeeld ook twee of meer tussenstukken. Bovendien is het ook mogelijk om aan het schachtdeel V tussenstukken te bevestigen, die een enigszins grotere of kleinere diameter hebben en waaraan dan kopde-10 len met overeenkomstige diameters worden aangezet.The drilling tool can also be adapted very well to the respective machining operations by using different intermediate pieces 28. Intermediate pieces 28 of different lengths and, for example, two or more intermediate pieces can also be used. In addition, it is also possible to attach intermediate pieces to the shaft part V, which have a slightly larger or smaller diameter and on which head parts of corresponding diameters are then attached.

Het tussenstuk 28’ is eveneens voorzien van spaankanalen 5 die bij voorkeur spiraalvormig zijn. In fig. 6 zijn echter duidelijkheidshalve deze spaankanalen 5 rechtlijnig getekend. De verbindingsplaats tussen het tussenstuk 28 en het inspandeel 2* vindt bij voorkeur daar plaats 15 waar de spaankanalen 5 nog niet zijn begonnen.The intermediate piece 28 'is also provided with chip channels 5 which are preferably spiral-shaped. For the sake of clarity, however, these chip channels 5 are shown in a straight line in FIG. The connection point between the intermediate piece 28 and the clamping part 2 * preferably takes place 15 where the chip channels 5 have not yet started.

De uitvinding moet niet worden beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringhsvormen. Aldus is het bijvoorbeeld ook mogelijk om aan het in fig.6 getoonde inspandeel 2' een kopdeel aan te zetten, dat is uitgevoerd als een kern- of kronenboor.The invention is not to be limited to the above-described embodiments. It is thus also possible, for example, to attach to the clamping part 2 'shown in Fig. 6 a head part, which is designed as a core or crown drill.

81054098105409

Claims

1. Drilling tool with a mainly cylindrical shank and at least two inserts exchangeably arranged on the front head part of the shank, to which connect at least two, in particular spiral-shaped chip channels, which extend to a rear clamping part of the shank and which extend outwards open to the lateral surface of the shank, characterized in that the shank is at least in two parts and the clamping part (2, 2 *) is detachably connected to the head part (3, 3 *), which are on the inserts (4) facing back with a radially extending flat end face (10) abutting a corresponding radially extending flat end face (11) of the clamping part (2, 2r) »which in the end face (11) of the clamping part (2 , 2 ') at least two cylindrical adjusting bolts (14, 14') are countersunk and fastened, which engage in corresponding fitting bores (16) in the end face (10) of the head part (3, 3 '), and that the head part (3, 3 *) holding means (19, 19 ') that engage the fitting bolts (14, 14') or vice versa.

Drilling tool according to claim 1, characterized in that the head part (3) is short in relation to the clamping part (2) and the connection point of the two parts is arranged in the region of the chip channels (5).

Drilling tool according to claim 1 or 2, characterized in that at least one intermediate piece (28) can be inserted between the head part (3) and the clamping part (2 ') which is attached to its front facing the head part (3). end (28a) is formed as the front end of the clamping part (2 ') and the rear end of which (28 *) facing the clamping part (2 *) is designed as the rear side of the head part (3).

Drilling tool according to claim 1 or 3, characterized in that each fitting bolt (14, 14 ") is connected to the clamping part (2) or the intermediate piece by means of a screw connection (13, 15, 25).

Drilling tool according to claim 4, characterized in that the fitting bolt (14) at its end facing the clamping part (2 *) or the intermediate piece (28) is provided with a threaded pin (15) which is threaded provided bore (13) of the clamping part (2, 2 ') or of the intermediate piece (28) is screwed in.

Drilling tool according to claim 4, characterized in that the fitting bolt (14 ') has a central bore (24), through which a bore (13) of the clamping part (2, 2') provided with a screw thread respectively. screw (25) 8105409 w - screwed through the intermediate piece (28).

Drilling tool according to claim 1 or 3, characterized in that the retaining means is a retaining screw (19), which can be screwed radially relative to the centerline (E) of the jaw bolt in the head part (3, 3 '). 5 and which with an extension piece (20) arranged at its radially innermost end engages in a recess of the fitting bolt (21, 26).

Drilling tool according to claim 7, characterized in that the attachment (20) is conical and that the recess (21, 26) tapers conically with respect to the center line (E) of the fitting bolt.

Drilling tool according to claim 8, characterized in that the center line from the retaining screw (19) to the end face (10) of the head part (3, 3 ') has a distance (A) slightly greater than the distance (a) from the center (Z) of the recess (23, 26) to the end face (11) of the clamping member (2).

Drilling tool according to claims 7 and 8, characterized in that each filler bolt (14) has a transverse bore (17) extending radially with respect to the centerline (B) of the drilling tool, the centerline (D) of which extends to the end face (11). ) of the clamping member (2) has a distance (a) slightly smaller than the distance (A) from the centerline (C) of the retaining screw (19) to the end face (10) and that in the cross bore (17 ) a retaining pin (18) is slidably guided, the radially outer end of which faces the retaining screw (19) has a conical recess (21) and the radially innermost end of which engages in a conical extension (22) ) arranged conical recess (23), the center (Z) of which is arranged coaxial to the centerline (C) of the retaining screw.

Drilling tool according to claim 1, characterized in that each fitting bolt (14) has a transverse bore (17) extending radially with respect to the centerline (B) of the drilling tool, the centerline of which (D) to the end face ( 11) of the shaft (2 ') has a distance (a) slightly smaller than the distance (A) from the centerline (C) of a screwable in the head part (3) radially relative to the centerline of the adjusting bolt retaining screw (19 ') to the end face (10) and that a retaining pin (28 *) is slidably guided in the transverse groove (17), the radial outer end of which faces the retaining screw (19') with a conical extension (22a) engages a conical recess (27) of the retaining screw and the radially inner end of which with a conical extension (22) engages a conical recess (23) present in the head-40 part (3) whose center (Z) 8105409 is coaxial relative to the center line (C) of the retaining screw (19 ') ht.

Drilling tool according to claim 11, characterized in that the length of the retaining pin (18 ") is less than the diameter of the fitting bolt (14).

Drilling tool according to at least one of the preceding claims, characterized in that the pointed corners of the attachment (20, 22, 22a) and recess (21, 23, 27) are the same size and are approximately 90 °. 10 8105409