NL8105389A - Trogtransporteur. - Google Patents
Trogtransporteur. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8105389A NL8105389A NL8105389A NL8105389A NL8105389A NL 8105389 A NL8105389 A NL 8105389A NL 8105389 A NL8105389 A NL 8105389A NL 8105389 A NL8105389 A NL 8105389A NL 8105389 A NL8105389 A NL 8105389A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- trough
- flaps
- shaft
- wall
- conveyor according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G47/00—Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
- B65G47/74—Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
- B65G47/78—Troughs having discharge openings and closures
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Pusher Or Impeller Conveyors (AREA)
Description
* £ % » VO 4012 i - | 27
Titel: Trogtransporteur ^
De uitvinding heeft betrekking op een trogtransporteur bestaande uit een binnen een kanaal of goat beweegbare, van dwarsuitsteeksels voorziene transportketting, welke om en over schijven wordt geleid, van welke ketting het onderpart zich over de trogbodem beweegt, in welke 5 bodem een aantal, door kleppen afsluitbare afvoeropeningen aanwezig is.
Wanneer met een dergelijke transporteur fijnkorrelige stoffen of poeders, respectievelijk meel verplaatst moeten worden, ontstaan tus-sen de gladde wanden van de trog opstoppingen in de vorm van een staaf, welke boven een bodemafvoer, gesteund door de transportketting, niet 10 geheel afbreekt en aanleiding kan geven tot stagnatie.
Ook zeer lichte stoffen, welke meer tijd nodig hebben om van richting te veranderen, passeren, zonder afgevoerd te worden de bodem-opening. Verlengen van de bodemafvoer of het verbreden van de trog biedt geen doelmatige oplossing. De enige mogelijkheid om storingvrij te 15 transporteren is het beperken van de laagdikte, doch hierdoor wordt de capaciteit van de transporteur sterk verminderd.
Het doel van de uitvinding is de geschetste bezwaren te onder-vangen, hetgeen wordt verkregen, doordat ter plaatse van een bodemaf-voeropening in de opstaande trogwanden een afsluitbare opening aanwezig 20 is.
Behalve door de bodem kan het materiaal nu ook in dwarsrichting uit de trog worden gelost, waarbij bijvoorbeeld kleppen in de trogwand-openingen of -vensters tevens als richt- en stuurmiddel kunnen dienen.
De onderste laag van het te transporteren materiaal verlaat de trog via 25 de bodemopening, terwijl het daarboven gelegen gedeelte, min of meer geleid door de kleppen, via de wandopeningen uit de trog wordt afgevoerd.
Een trechter of een dergelijk opvangmiddel zorgt ervoor dat de materiaal-stromen weer verenigd worden. Een doelmatige uitvoeringsvorm is die, waarbij de kleppen in de wandopeningen zodanig zijn uitgevoerd, dat zij 30 binnen de trog een V vormen, waarvan de punt in de richting van het aankomende materiaal wijst. Daardoor ontstaat een wig, welke staafvormig of andere blokkeringen teniet doet en tevens het dwarse transport begun-stigt.
3 'v -2-
Wanneer de elkaar rakende randan van de trogwandkleppen zijn af-geschuind vormen zij een in het midden van de trog opstaand mes, dat touwtjes en andere ongerechtigheden kan doorsnijden, waardoor eveneens storingen ondervangen kunnen worden.
5 De bediening· van de bodemkleppen en die van de kleppen voor de vensters in de opstaande trogwanden geschiedt bij voorkeur centraal via een krukmechanisme.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de.. uitvinding zijn een bodemklep en een klep, welke de opening in de opstaande trogwand kan 10 afsluiten tot een, om een. horizontaal in de betreffende trogwand ge-lagerde as zwenkbaar geheel verenigd, terwijl een verticaal in de be-v treffende trogwand gelagerde plaat naar een overliggende gezwenkt. kan worden ter vonning van een V, waarvan de punt in de richting van het aankomende materiaal wijst.
15 Deze uitvoeringsvorm wordt toegepast wanneer het gaat om het transporteren van produkten met klevende eigenschappen en/of een zeer lage soortelijke massa. In dat geval bestaat namelijk het bezwaar dat het materiaal boven de geopende klep op de ketting van de transporteur blijft liggen en de transporteur niet zal verlaten.
20 Teneinde het dwarstransport te bevorderen zijn de platen geprofileerd uitgevoerd."
De uitvinding wordt onder verwijzing naar de tekening toegelicht. Daarin toont: fig. 1 schematisoh in perspectief een gedeelte van een transport-25 inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 schematisoh een dwarsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm, en fig. 3 een bovenaanzicht van die uitvoeringsvorm,
De opstaande wanden van de trog zijn door 1 en 2. aangeduid. Het 30 bodemgedeelte is afsluitbaar door kleppen 3 en 4, welke om assen 5 en 6 zwenkbaar zijn. Door de trog is een. eindloze transportketting 7 in de door de pijlen weergegeven richting verplaatsbaar. Deze ketting heeft dwars verlopende uitsteeksels 8 en 9. De ketting wordt geleid over een aantal rollen, waarvan er een door 10 is weergegeven- Nabij de einden 35 van de trog bevinden zich, niet weergegeven keerrollen, waarvan er een motorisch wordt aangedreven- Het onderpart van de ketting beweegt zich dicht nabij de trogbodem.
- .. -3-
In de opstaande wanden 1 en 2 van de trog zijn vensters 11 en 12 aangebracht, we Ike door kleppen 13 en 14 afsluitbaar zijn. De kleppen 13 en 14 zijn schamierbaar om assen 15 en 16, en hebben een zodanige afmeting, dat zij/in de getekende, open stand met de randen tegen elkaar 5 aanliggen. Zij vormen aldus een V, welke met de punt naar de aanvoer-richting van de transportketting 7 wijst.
Binnen de trog bevindt zich een afstrijker 17, welke in de getekende, werkzame stand nagenoeg op de transportketting rust. De afstrijker kan een horizontale, niet werkzame stand innemen en is daartoe 10 zwenkbaar om een as 18.
Wanneer een opening in de trog niet wordt gebruikt, doch de afvoer in een andere opening dient te geschieden, dan zijn de bodem-kleppen 3 en 4, en de wandkleppen 13 en 14 gesloten, terwijl de afstrijker de horizontale stand heeft ingenomen. De trog heeft dan daar 15 ter plaatse geen enkele doorlaatmogelijkheid. Moet de aflevering van materiaal plaatsvinden boven een bepaalde bunker of silo, waarvan de valtrechter in de tekening door 19 is aangeduid, dan zijn de kleppen 3,4 en 13, 14 geopend. Daartoe is een bedieningshandel 20, automatisch of met de hand in de getekende stand versteld. Deze handel 20 is gemonteerd 20 op een as 21. Met deze as 21 is een krukmechanisme 22, 23, 24 gekoppeld, waarmede de as 5 gedraaid kan worden. Een dergelijk krukmechanisme 25, 26, 27 bevindt zich aan de andere zijde van de trog, zodat ook de as 6 dienovereenkomstig gedraaid kan worden.
Om de as 5 is een aantal buisstukken aangebracht. Het buisstuk 25 28 is verbonden met het krukdeel 24 enerzijds en anderzijds met de as 5.
Voorts heeft het buisstuk 28 een grendel 29 met een verende pal 30, waarmede de bodemklep 3 in de gesloten stand vergrendelbaar is in een middenrail 31. Bedoelde middelen bevinden zich ook aan de andere zijde voor de trog voor het bedienen en grendelen van de bodemklep 4.
30 Om de as 5 is een buisstuk 32 aangebracht, dat gekoppeld is met het krukmechanisme 33, 34. Het deel 34 van het krukmechanisme is verbonden met de wandklep 13.
Een overeenkomstig krukmechanisme 35, 36 bevindt zich aan de andere zijde van de trog en is verbonden met de wandklep 14. Door middel 35 van een instelmechanisme 37 is het buisstuk 32 gekoppeld met de as 5.
-4-
Het buisstuk 28 is eveneens door middel van een instelmechanisme 38 gekoppeld met: de as 5. Dezelfde middelen bevinden zich aan de andere zijde van de trog en zijn niet nader getekend.
De overige buisstukken op de assen 5 en 6 vormen het scharnier 5 voor de bodemkleppen 3 en 4. Enkele buisstukken zijn daartoe verbonden met de trogwand, andere met.de betreffende· bodemklep*
Opgemerkt zi j, dat de randen van de kleppen 13 en 14 afgeschuind kunnen zijn,- zodat zij in staat zijn een materiaalkolom en ook touwtjes en andere ongerechtighaden te doorsnijden.
10 ‘ Bij het transporteren van bijvoorbeeld meel of een dergelijk poedervormig materiaal, worden eventueel gevormde proppen door de wig 13, 14 stuk: gedrukt- De afvoer vindt dan zowel door de bodemopening als. de vensters 11 en 12 in de. opstaande trogwanden plaats.. Van materiaal- f ophoping, verstopping en andere storingen is geen sprake.
15 Doordat de afstrijker 17 in de werkzame stand staat is men ook van een zo volledig mogelijke afvoer verzekerd.
Voor het sluiten van de afvoer wordt de bedieningshandgreep zo over een bepaalde hoek. gedraaid (linksom in dit geval). De as 21 volgt deze draaibewegingt zodat. de krukmechanismen 22, 23, 24 en 25, 26, 27 20 de bodemkleppen 3 en. 4 sluiten, waarbij tevens een vergrendeling op de middenrail 31, zoals eerder besproken, plaatsvindt. Doordat. de assen 5 en 6 eveneens worden gedraaid zullen de daarmede gekoppelde krukmechanismen 33, 34 en 35, 36 de kleppen 13 en 14 naar buiten bewegen, waar-door de vensters 11 en 12 in de trogwanden 1 en 2 worden gesloten.
25 De meedraaiend op de as 21 gemonteerde afstrijker 17 komt dan horizon-taal te staan,. wijzend. in de transportrichting van het onderpart van de transportketting 7. Op deze wijze wordt ter plaatse van de bodemopening en de vensters een niet van doorsnede veranderende doorgang voor het te transporteren materiaal verkregen.
30 Opgemerkt zij, dat de slag van de kleppen 13 en 14 ingesteld wordt door de inrichting 37, aangezien deze kleiner is dan die van de kleppen 3 en 4, welke dienen voor het afsluiten van de bodemopening.
Zoals rechts weergegeven in fig. 2 en 3 kan een bodemklep 39 met een zijklep 40 verenigd, om een. horizontaal in de betreffende trogwand 35 41 gelagerde as 42 zwenken, waardoor de getekende toestand ontstaat en materiaal zowel via de bodem als zijwaarts uit de transporteur afgevoerd -5- wordt. Ook de links getekende bodem- en zijklep vormen een om een hori-zontaal in de trogwand gelegerde as zwenkbaar geheel.
Zoals uit fig. 3 blijkt zijn in de overliggende trogwanden 43 en 44 verticale assen 45 en 46 aanwezig waarom platen 47 en 48 kunnen · 5 draaien ter vorming van een V, waarvan de punt in de richting van aan-komend materiaal wijst. Btj gesloten bodem- en zijkleppen liggen deze platen tegen de betreffende trogwand aan en storen het langstransport dan niet.. Bij het openen van bedoelde kleppen worden tevens de platen 47 en 48 naar binnen gezwenkt, waarbij zij de bedoelde V vormen, welke 10 het dwarstransport begunstigt. De platen kunnen doelamtig geprofileerd zijn uitgevoerd teneinde bedoeld transport nog verder te begunstigen.
t
Claims (5)
1. Trogtransporteur bestaande uit een binnen een kanaal of goot beweegbare, van dwarsuitsteeksels voorziene transportketting, weIke om en over schijven wordt geleid, van walks ketting bet onderpart zich over de trogbodem beweegt, in welke bodem een aantal, door kleppen a£- 5 sluitbare afvoeropeningen aanwezig is, met het kenmerk, dat ter plaatse van een bodemafvoeropening. in de opstaande trogwanden een afsluitbare opening aanwezig is.
2. Transporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de openingen in de wand, afsluitbare kleppen aanwezig zijn, die in de naar 10 binnen gezwenkte stand een V vormen, waarvan de punt in de richting van het aankomende materiaal wijst.
3. Transporteur volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat elke klep voor het afsluiten van de wandopeningen, via een krukmechanisme gekoppeld is met een as, welke tevens de schamieras voor die kleppen 15 vormt, welke as via een tweede krukmechanisme gekoppeld is met de as van een bedieningshandel.
4. Transporteur volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de schamieras voor de bodemkleppen is samengesteld uit buisstukken, welke op een massieve as zijn geschoven, van welke buisstukken er enkele ver- 20 bonden zijn met de krukmechanismen, respectievelijk voor het bedienen van de bodemkleppen en de kleppen in de trogwand, terwijl de overige het schamier vormen, waarom de bodemkleppen zwenkbaar zijn. 5. _ Transporteur volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het buisstuk, waaraan het bedieningsmechanisme voor een bodemklep verbonden 25 is, voorzien is van een grendel, waarmede deze klep in de gesloten stand vergrendelbaar is.
5. Transporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een bodemklep en een klep, welke de·-opening--in een. opstaande·.trogwand kan afs.lui-ten-tot..een: om; een-.horizontaal xn .de betreffenae trogwand. gelagerde as 30 zwenkbaar geheel verenigd zijn, terwijl een verticaal in de betreffende trogwand gelagerde plaat naar een overliggende gezwenkt kan worden ter vorming van een V, waarvan de punt in de richting van het aankomende materiaal wijst. -7- '7. Transporteur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de platen geprofileerd zijn uitgevoerd ter bevordering van de zijwaarts gerichte beweging van bet aankomende materiaal.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8105389A NL8105389A (nl) | 1981-11-27 | 1981-11-27 | Trogtransporteur. |
DE19823243024 DE3243024A1 (de) | 1981-11-27 | 1982-11-20 | Trogkettenfoerderer |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8105389A NL8105389A (nl) | 1981-11-27 | 1981-11-27 | Trogtransporteur. |
NL8105389 | 1981-11-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8105389A true NL8105389A (nl) | 1983-06-16 |
Family
ID=19838464
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8105389A NL8105389A (nl) | 1981-11-27 | 1981-11-27 | Trogtransporteur. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3243024A1 (nl) |
NL (1) | NL8105389A (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3560014D1 (en) * | 1984-04-17 | 1986-12-11 | Buehler Ag Geb | Slider for unloading a chain and flight conveyor |
DE19800082A1 (de) * | 1998-01-02 | 1999-07-08 | Buehler Ag | Kettenförderer |
-
1981
- 1981-11-27 NL NL8105389A patent/NL8105389A/nl not_active Application Discontinuation
-
1982
- 1982-11-20 DE DE19823243024 patent/DE3243024A1/de not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3243024A1 (de) | 1983-06-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4058239A (en) | Gravity feed box | |
EP3293130A1 (de) | Verfahren zum öffnen einer an einem laufwagen hängenden transporttasche sowie taschenöffnungsvorrichtung zur durchführung des verfahrens | |
DE4115114A1 (de) | Foerdereinrichtung mit beweglichen trennstegen | |
EP1851151A1 (de) | Vertikalf\rderer in einem kommissioniersystem zum vertikalf\rdern von f\rderg]tern | |
US11618636B2 (en) | Bulk material conveyor | |
DE102016208866A1 (de) | Fördergutübergabestation sowie eine damit ausgestattete Hängefördereinrichtung | |
WO2019076932A2 (de) | Siebbandeinheit für eine erntemaschine sowie zugehörige klappeneinheit | |
US3543916A (en) | Flow diverting shaker conveyor trough | |
DE102014224147A1 (de) | Verfahren zur Packgutzusammenführung und Packgutfördervorrichtung | |
US3300068A (en) | Tail gate attachment | |
NL8105389A (nl) | Trogtransporteur. | |
US6059094A (en) | Slide gate for an en-masse conveyor system | |
US2764320A (en) | Adjustable hood for unloader trough of a storage tank | |
JPS5934593B2 (ja) | 突当板とかみ合つているばら荷流ベルト送りゲ−ト | |
EP3231683B1 (de) | Transportfahrzeug für schüttgut | |
US7540398B2 (en) | Gating system for a transport vehicle | |
DE1756681A1 (de) | Endlosfoerderer | |
JPH0530014Y2 (nl) | ||
DE3040946C2 (de) | Futtermischeinrichtung | |
DE19822011C1 (de) | Austragvorrichtung für Getreidetrockner | |
DE102006037610A1 (de) | Schrägkettenförderer | |
US174617A (en) | Improvement in delivery-gates for conveyer-boxes | |
EP0251258B1 (de) | Stückholz-Beschickungseinrichtung für Heizkessel | |
US3265189A (en) | Bucket conveyors | |
DE3444462A1 (de) | Foerdervorrichtung fuer aufrechtstehende flaschen oder dgl. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |