NL8105034A - Vulpotlood met uitwisselbare stiftvoorraadhouder. - Google Patents

Description

*.- if -1- i * >sss· ^

Valpotlood met uitwisselbare stiftvoorraadhouder

De uitvinding heeft betrekking op een vulpotlood met een uitwisselbare stiftvoorraadhouder voor een aantal stiften, die aan een vooruitschuifnechanisme aan te koppelen is, dat uit een, onder inwerking van een veer staande, in langsrichting 5 beweegbare spantang met klemconus bestaat, die met een bedieningsknop verbonden is.

In de meeste gevallen worden bij vulpotloden vooruit-schuifnechanismen gébruikt, welke uit een spantang bestaan, die met een drukknop aan het achtereinde van het vulpotlood of 10 met een soortgelijk bedieningsorgaan beïnvloed kan worden.

Bij ongeveer verticale stand van het schrijfgerei volgt op de verbruikt rakende stift een reservestift uit de stiftvoorraadhouder, wanneer het vooruitschuifnechanisme bediend wordt. De stiftvoorraadhouders moeten derhalve zo uitgevoerd zijn, dat 15' een aantal stiften daarin plaats vindt en telkens de ene stift na de andere de uit de punt vooruitgeschoven stift opvolgen kan wanneer deze verbruikt is. Voor de goede werking van het schrijfgerei moeten de stiften zelf gemakkelijk vervangen kunnen worden en bovendien moet zékergesteld zijn, 20 dat de stiften zonder storingen uit de stiftvoorraadhouder naar de schrijfpunt getransporteerd kunnen worden.

In het Duitse Offenlegungsschrift 28 31 750 is een druk-potlood beschreven, waarbij de reservestiften in een stiftpatroon opgenomen zijn, die als cilindrisch hol bestanddeel uitgevoerd 25 is, dat aan- de ene zijde een bodem heeft en aan de andere zijde door een afneembare kap afgesloten is. De stiften zijn korter uitgevoerd dan de binnenruimte van de stiftpatroon, zodat een deel daarvan als geleiding gébruikt kan worden, om de stiftpatroon op een cilindrisch bestanddeel van het vooruitschuif-3Q mechanisme op te steken. Om zéker te stellen, dat alleen patronen net Bij het vcoruitschuifinechanisme passende stiftdiameter gébruikt kunnen worden, is aan het cilindrische bestanddeel van het mechanisme en aan de stiftpatroon eenzelfde aantal van over 8105034

ï* T

\ . · . . ' ' " -2- gelijke afstanden verdeelde geleidingen aangebracht, die alleen het opsteken van de passende stiftpatroon toelaten. .

Als reservestifthouder zijn ook busjes uit kunststof bekend, die een cilindrisch aanzetstuk hebben, dat op een vast 5 op het schrijfgerei ingebouwde stifthouder op te zetten is.

Deze houders hebbén het bezwaar, dat na het afnemsn van de afsluitkap er reèds stiften uit de bus kunnen vallen, voordat deze op het schrijfgerei opgestoken· is. Bovendien kan het schrijfgerei met te veel stiften gevuld worden en deze klemmen 10 dan tegen elkaar en er wordt geen verdere stift door het vooruit-schuifmechanisme aangevat. Dit bezwaar wordt reeds door het stiftbusje volgens het Duitse Gebrauchsmuster 77 23 734 ondervangen Dit heeft twee kamers, waarin telkens slechts een beperkt aantal stiften' opgenomen isv Bezwaarlijk is echter ook hier nog, dat 15 na het afnemen van de afsluitkap de stiften er uit vallen kunnen, voordat het' busje iret' het' vulpotlood verbonden is om dit met de dunnen' stiften te vullen'. Dit bezwaar wordt ook door de in het voorgaande vermelde stiftpatroon nog niet geheel ondervangen.

Ben beter bedieningsgemak kennen de gebruikers reeds 20 van de wijd verbreide kleurpatronen voor vulpenhouders, die geheel' dicht’ afgesloten zijn en waarbij het schrij fmiddel pas in het schrijfgerei' vloeien kan, wanneer een steékverbinding tussen' patroon en b:.v, vulpenhouder tot stand gebracht is.

Man stelt zich derhalve tot taak,, ook voor vulpotloden een 25 systeem te verschaffen, waarbij een houder met reservestiften zo met het schrijfgerei' verbonden kan worden, dat pas na het opsteken' van de patroon de daarin opgenamen stiften in het vooruitschuifmechanisme ingevoerd worden. Ook hierbij is zeker te stellen', dat met het schrijfgerei alleen een heel bepaald 30 soort stiftpatronen' te koppelen is, om een verkeerde werking te vermijden, Eën' verder' doel van de uitvinding is de hantering bij het uitwisselen van de patronen te vereenvoudigen, zonder hierbij van de bekende ophouw van traditionele vulpotloden 35 af te wijken en zonder het vulpotlood op een plaats te moeten 8105034 4Γ *4 -3- scheiden, zoals dit ook bij de patroon-vulpenhouders gebruikelijk is. Door een aanwi jsinrichting moet bovendien de gebruiker er van in kennis gesteld worden, wanneer een nieuwe patroon in te zetten is. Al deze oogmerken zijn te realiseren met een vulpotlood, 5 dat eenvoudig van opbouw en tegen geringe kosten te fabriceren is.

Ben eenvoudige realisering van deze oogmerken wordt bereikt met een stiffcpatroon, die uit slechts weinig afzonderljke delen bestaat en die gekenmerkt is doordat het vooruitschuif-10 mechanisme aan het, naaf het inwendige van de kast gerichte einde een koppelingspen heeft, waarmee de stiftvoorraadhouder op zodanige wijze te koppelen is, dat een afsluitopening, waarvan de diameter kleiner is dan die van de stiften, na het aankoppelen door middel van de geleidingsring op de koppelings-15 pen verder dan de stiftdiametèr verwijd is.

Om de gebruiker een akoestisch of ook slechts een voelbaar signaal te kunnen leveren, wanneer de patroon ordelijk net het schrijfgerei verbonden is, is er in voorzien, dat aan de koppelingspen een snapgroef en in de geleidingsring een snapribbe aangevormd 20 zijn. Een verder signaal verkrijgt de gebruiker na het verbruiken van de laatste in de patroon opgencmen stift doordat de voorraad-houder uit doorzichtig materiaal gefabriceerd is en in de voorraadruimte van de patroon de stiften direct tegen de scheidingswand aanliggen, terwijl tegen het andere einde daarvan 25 een schijf ligt, die qp de reinigingsnaald geleid is.

Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn in de tekening voorgesteld en worden in het volgende nader beschreven.

Fig. 1 toont een vulpotlood met drukmechanisme en ingezette stiftpatroan, 3Q fig. 2 toont een stiftpatroan met ingezette schijf, fig, 2a toont het vooruitschnifmechanisme met een conische koppelingspen, fig, 3 toont een verder: uitvoeringsvoorbeeld van een stiftpatroan, 35 fig. 4 toont een verder uitvoeringsvoorbeeld van een stiftpatroon met scheidingsinzetsel en 8105034 ï· - . ' -4- fig. 5 isreén afbeelding in perspectief van een uitvoerings- delen voorbeeld van een scheidingsinzetsel, waarbij de beide/ opengeklapt zijn.

In fig. 1 is een vulpotlood net drukmechanisme voorgesteld, 5 dat op traditionele wijze uit een kast 1 bestaat, net een aanslag- ribbe 2 en schroefdraad 3 in de binnenruimte 4. Op de aanslag- ribbe 2 sluit een geleidingsboring 2 aan, welke ingevomid is in de punt 6, die aan de kast vastgeschroefd is. In de punt feen zijn bovendien een stiftrem 7 en /stiftgeleidingsbuis 8 aange-10 bracht. Het vooruitschuifmechanisme 9 heeft aan het vooreinde daarvan een spantang 10 en aan het tegenoverliggende einde een geleidingsribbe 11, waarop een koppelingspen 12 aansluit, waaraan weer een snapgroef 13 en een afkanting 14 aangevormd zijn. De spantang 10 is in een klemring 15 geleid, die in de geleidings-15 boring 5 Beperkt Beweegbaar is, tussen de aanslagribbe 2 en het einde van de geleidingsboring 5. Tussen de geleidingsribbe 11 en de aanslagribbe 2 is een drukveer 16 ingespannen, waarmee de spantang in de klemring 15 gedrukt wordt, die tegen de aanslagribbe 2 aanligt.

20 De stiftvoorraadhouder 17, die voor het opnemen van de stiften 18 dient, is ter plaatse van het achterste deel door een stop 19 afgesloten, die als vlakgom uitgevoerd kan zijn en waarin een reinigingsnaald 20 bevestigd is. De stiftvoorraadhouder neemt zodoende de stiften 18 op tussen de stop 25 19. en een'afsluitopening 21, waarvan de diameter kleiner is dan die van de. stiften, zoolang de stiftvoorraadhouder niet op de koppelingspen 12 opgestoken' is. Een geleidingsring 22 stelt het verbihdingsorgaan met de koppelingspen 12 voor, waarbij een snapribbe 23 na het opstéken een' bespeurbaar en hoorbaar 30 signaal levért, dat aangeeft, dat de verbinding exact tot stand gebracht is·, De scheidingswand 24, waarin de afsluitopening 21 aangebracht is, kan zo uitgevoerd zijn, dat deze naar binnen naar de stiftvoorraadruimte 25 toe tischtervormig uitloopt.

. Een .verdere uitvoering van de patroon volgens de uit-35 vinding is· in f£g., 2 voorgesteld, waarin gezien wordt dat de patroon 26 een binnenconus 27 heeft, die op een conus 28 (fig. .

8105034 er- -i? % -5- 2a) van het vooruitschuifiiechanisme 9 qp te steken is, waarbij de afsluitopening 21 ook verwijd wordt. Evenals bij het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 is de patroon 26 door een stop 19 afgesloten, waarbij echter 5 op de reinigingsnaald 20 een schijf 29, die gekleurd kan zijn, geleid is. Deze schijf 29 is naar buiten door de wand van de patroon zichtbaar, daar de patroonwand uit glashelder resp. doorschijnend materiaal gefabriceerd is. De patroon 26 is iets langer uitgevoerd dan de in het vulpotlood volgens fig. 1 10 ingezette stiftvoorraadhouder 17, zodat, de schijf 29 buiten de kast 1 zichtbaar wordt.

Een verder uitvoeringsvoorbeeld van de patroon 31 is in fig. 3 voorgesteld. Ook hierbij is de patroon door een stqp 19 aan de ene zijde afgesloten, terwijl de afsluiting aan de 15 tegenoverliggende zijde door een scheidingsinzetsel 32 gebeurt.

Eet scheidingsinzetsel 32 heeft ‘een scheidingswand 33, waarin de afsluitopening 34 ingevormd is en waarop een binnenconus 35 aansluit. Het aanvullend in de patroon 31 bevestigde scheidingsinzetsel 32 maakt een optimale materiaalkeuze mogelijk 2Q voor zowel de patroon 31 als voor het scheidingsinzetsel 32, dat in het bereik van de scheidingswand 33 vervormbaar moet zijn, cm de afsluitopening 34 na het opsteken op de overeenstemmende conus van het vooruitschuifraechanisme 9 te verwijden.

In fig. 4 is een patroon 36 voorgesteld, die eveneens 25 tot vlak voor een ringkraag 37 een scheidingsinzetsel 38 daarin gedrukt opneemt. Cm de stiften aan het vooruitschuif-mechanisme 9 toe te voeren treedt in het scheidingsinzetsel 38 een toevoertrechter 39 op, die aan de andere zijde van de afsluitopening 34 een verdere centreertrechter bevat. Deze tweede 3Q. centreertrechter 40 dient er toe, de voor het opsteken van de patroon uit het vooruitschuifirechanisme 9 uitstékende stiften in de afsluitopening in te voeren en zodoende het afbreken te verhinderen. Het verwijden van de afsluitopening 34 wordt bij deze patroon 36 door sleuven 42 vergemakkelijkt, die gedeeltelijk 35 in de binnenconus 43 steken.

8105034 Λ ; -6-,. '

Daar dit soort stiftpatronen bijzonder geschikt is voor het opnemen van stiften roet geringe diameter wordt een verdere uitvoeringsvorm van een scheidingsinzetsél voorgesteld, die uit twee schaalhelften 45 bestaat, welke door middel van 5 een filmscharnier 46 verbonden zijn. Deze uitvoeringsvorm is in fig. 5 voorgesteld. Een exacte centrering van de beide schaalhelften 45 onderling wordt dooi snappennen 47 bereikt, die in tenminste een uitsparing 48 in de tegenoverliggende schaalhelft 45 ingrijpen, waarbij de beide schaalhelften 45 aan ' 10 met de aanlegvlakken 49 tegen.elkaar /liggen. Zoals in het voorgaande reeds Beschreven is heeft dit scheidingsinzetsel eveneens een cilindrische geleidingboring 50, waarop een steekconus 51 aansluit. De steekconus 51 wordt afgesloten door eenvtoevoer-trachter 52, welke in de afsluitopening 53 overgaat, die in 15 de scheidingswand 55 ingevormd is. Sleuven 54 dienen er toe cm het verwijden van de afsluitopening 53 te vergemakkelijken.

Elk van de in fig. 1 t/m 5 weergegeven uitvoeringsvormen van patronen is geschikt voor het inzetten in een vulpotlood, zoals in fig. 1 compleet voorgesteld is. De stiftvoorraadhouder 20 17 wordt van achter in de kast 1 ingevoerd en met lichte druk op de koppelingspen 12 opgedrukt, tot het inschieten van de snapribbe 23 in de snapgroef 13 bespeurbaar en hoorbaar is.

Daarbij wordt de afsluitopening 21 zo ver verwijd, dat een van de stiften 18 in het toevoerkanaal van het vooruitschuif-25 mechanisme 9 terecht kernen kan. Door drukken op de stop 19 wordt het vooruitschuifinechanisme 9 en daarmee de spantang 10 samen met de klemring 15 bewogen en transporteert dit daarbij qpbêcende wijze de stift door de stiftrem 7 heen, tot deze uit de stiftgeleidingsbuis 8 tevoorschijn steekt. Daar de 30 afsluitopening 21 steeds verwijd blijft, kan na het verbruik van de eerste stift 18 elke verdere in de voorraadruimte 25 opgenomen stift 18 hierop volgen.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2 treedt in plaats van de cilindrische· koppelingspen een conische koppelings-35 pen 28 op, die een lichte uitzetting van de afsluitopening 21 8105034 -7- bewerkstelligt. Op overeenkanstige wijze wordt dit ook bij de cilindrische koppelingspen 12 in fig. 1 door de afkanting 14 bewerkstelligd.

Vooral voor de massafabricage ligt de vervaardiging van - 31, 5 de stiftpatroon 17, 26Λ 36 uit kunststof bijzonder gunstig in prijs. Gn hierbij een optimale materiaalkeuze te kunnen uitvoeren, biedt het voordeel, de stiftpatroon, af gezien van de afsluitstop 19, tweedelig uit te voeren en een scheidingsinzetsel 32 resp. 38 aan te brengen, dat uit een 10. kunststof van grotere elasticiteit gefabriceerd kan worden dan die welke voor de patroanwand zelf nodig is. Bij de uitvoering volgens fig. 4 wordt door een ringkraag 37 de spleet tussen het scheidingsinzetsel en de binnenwand van de patroon 36 af gedekt, zodat geen stift zich daar vastklemmen kan, zolang de afsluit-15 opening niet verder dan de binnenconus 43 verwijd wordt, waardoor de spleet nagenoeg geheel verdwijnt.

Voor het bijvullen van stiften wordt bij het vulpotlood • volgens de uitvinding uitsluitend de patroon uit de kast 1 getrokken en een nieuwe patroon met een nieuw vlakgom weer 20 ingezet. De gebruiker behoeft hier geen speciale zorg te betrachten en er zijn ook geen delen van het vulpotlood uit elkaar te nemen. De hantering is zodoende nog wat eenvoudiger dan die van de bij de vulpenhouders békende kleur-patronen, voor de uitwisseling waarvan zoals bekend de schacht 25 van de vulpenhouder af geschroefd moet worden. Gebruikt men een doorzichtige patroon in samenhang met een schijf 29, die tegen de stiften 18 aanligt, dan kan na het verbruik van de laatste stift op het oog vastgesteld worden, dat de patroon door een nieuwe gevulde patroon vervangen moet worden. Hiertoe is het 3Q alleen nodig, de patroonfcmp wat langer te houden, zodat zowel de patroon zelf als ook de schijf 29 zichtbaar uit de kast 1 steekt.

de

Door verandering van'diameter en van de lengte van <fe de koppelingspen is het mogelijk, de patronen en'vulpotloden 35 zo op elkaar af te stemmen, dat een verkeerde bediening niet plaats vinden kan. Het is dan niet neer mogelijk, een patroon 8105034 -·'·* -s y Λ ' . · - - . .,. —8“' met blv.' stiften van een grotere diameter op de koppelingspen andere van een vulpotlood op te zetten, die voor een/binnendiameter geschikt is.

Kort samengevat is in het voorgaande een vulpotlood 5 met een uitwisselbare stiftvoorraadhouder voor een aantal potloden beschreven, die aan een vooruitschuifmechanisme aan te koppelen is, dat uit een onder inwerking van een veer staande in langsrichting beweegbare spantang met klemconus bestaat, die met een bedieningsknop verbonden is. Het 10 vooruitschuifmechanisme heeft een koppelingsstuk, waaraan de stiftvoorraadhouder op zodanige wijze te koppelen is, dat de afsluitopening verder dan de stiftdiameter verwijd wordt.

8105034 -9-

Verwij zingscij fers

Figuur 1 Figuur 2 1 kast 26 patroon 2 aanslagribbe 27 binnenconus 3 schroefdraad 28 conus (fig. 2a) 4 (boring) kast · 29 schijf binnenruimte 5 geleidingsboring Figuur 3 31 stiftvoorraadhouder 6 punt (patroon) 7 stiftrem 32 scheidingsinzetsel 8 stiftgeleidingsbuis 33 scheidingswand 9 vooruitschuijBiechanisire 34 afsluitopening .10 spantang 35 binnenconus 11 geleidingsribbe Figuur 4 12 koppelingspen 36 patroon 13 snapgroef 37 ringkraag 14 afkanting 38 scheidingsinzetsel 15 klemring 39 toevoertrechter 40 centreertrechter 16 drukveer 17 stiftvoorraadhouder 41 snapribbe 18 stiften 42 sleuf 19 stop (vlakganl. 43 binnenconus 2Q réinigingsnaald 50 cilindrische gdeidings- 21 afsluitopening boring 51 steekconus 22 geleidingsrxng n_ «T-. 52 toevoertrechter 23 snapribbe , 53 afsluitopening 24 scheidingswand 25 voorraadruimte ~*4 s^eu^ 55 scheidingswand 8105034

Claims (20)

1. Vulpotlood met een uitwisselbare stiftvoorraadhouder voor een aantal stiften, die aan een vooruitschuifmechanisme aan te koppelen is, dat uit een, onder inwerking van een veer staande, in langsrichting beweegbare span^tang met klem- 5 conus bestaat, dié met een bedieningsknop verbonden is, gekenmerkt doordat bet vooruitschuifmechanisme (9) aan het, naar het inwendige van de kast (1) gerichte èinde een koppelingspen (121 heeft, waarmee de stiftvoorraadhouder (17) op zodanige wijze te koppelen is, dat een afsluitopening (21), waarvan de 1. diameter kleiner is dan die van de stiften (18), na het aankoppelen door middel van de geleidingsring (22) op de koppelings— pen (12) verder dan de stiftdiameter verwijd is.

2. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat in de stiftvoorraadhouder (17) een afsluit- 15 opening (21) in een scheidingswand (24) aangébracht is, welke tussen de voorraadruimte (25) en de geleidingsring (22) ligt.

3. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de koppelingspen (12) cilindrisch uitgevoerd is en in diameter groter is dan de boring van de 20 geleidingsring (22).

4. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1 - 3, gekenmerkt doordat het koppelingsdeel aan de patroon (26) uit een binnenconus (27) en aan het vooruitschuifmechanisme (9) uit een conus (28) bestaat.

5. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1 - 4, gekenmerkt doordat aan de koppelingspen . (12) een 'snapgroef (13) en in de geleidingsring (22) een snapribbe (23) aangevormd zijn.

6. ! Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een 3Q der conclusies 1-5, 'gekenmerkt doordat de opAoppelingspen (12).. aangekoppelde stiftvoorraadhouder (17) uit het achtereinde van de kast (II. tevoorschijn steekt. '

7. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1-6, gekenmerkt doordat de geleidingsring (22) 8105034 <*- . -=~sr Λ -11- V de scheidingswand (24) net de afslüitppenlng (21) en de stiftvoorraadhouder (17) in één stuk uitgevoerd zijn, waarbij de voorraadruimte (25) door een stop (19) afgesloten is.

8. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der 5 conclusies 1-7, gekenmerkt doordat de voor de afsluiting van de voorraadruimte (25) dienende stop (19) een vlakgom is.

9. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1-8, ‘gekenmerkt doordat in het vlakgom (19), dat voor de afsluiting van de stiftvoorraadruimfce (25) dient, een IQ reinigingsnaald (201 bevestigd is.

10. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1-9, gekenmerkt doordat de stiftvoorraadhouder (171 uit doorzichtig materiaal gefabriceerd is.

11. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der .15 conclusies 1-10, gekenmerkt doordat in de voorraadruimte (251 van de patroon (26) de stiften (18) direct tegen de scheidingswand (24). aanliggen, terwijl tegen het andere einde daarvan een schijf (29) ligt, die op de reinigingsnaald (20) geleid is. 2Q

12. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1-6, gekenmerkt doordat in de, aan de ene zijde van de stiften (18) door een stop (19) afgesloten stiftvoorraadhouder (31) van de tegenovergestelde zijde een scheidings-inzetsel (52) ingedrukt is, dat een scheidingswand (33) met 25 een afsluitopening (34) heeft.

13. -Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1-12, gekenmerkt doordat de scheidingswand (33) in het scheidingsinzetsel (38) tenminste een, doorgaande sleuf (42) naar de afsluitopening (34) heeft. 3Q

14. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1 - 13,gekenmerkt doordat het scheidingsinzetsel (38) hoedvormig uitgevoerd is en in het, naar de scheidingswand (34) wijzende deel als binnenconus (35) gevormd is.

15. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der 35 conclusies 1-14, gekenmerkt doordat het scheidingsinzetsel (381 uit twee schaalhelften (45) bestaat, die met telkens een 8105034 ' . . .,. ..--V ..." - -12- ' aanlegvlak (49). tegen elkaar aanliggen en een scheidingswand ($5) met een afsluitopenlng (53) vormen.

16. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1 - 15, gekenmerkt doordat de schaalhelften (45) 5 een steekconus (51) vormen, waarvan de doorsnede in elke schaalhelft (45) door telkens een sleuf (54) verkleind is.

17. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1 - 16, gekenmerkt doordat voor de fixering van de beide schaalhelften (45) telkens snappennen (47) en uitsparingen -10- (48) aangevormd zijn.

18. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1 -17, gekenmerkt doordat de beide schaalhelften (45) door een filmschamier (46) net elkaar verbonden zijn.

19. Vulpotlood met stiftvoorraadhouder volgens een der conclusies 1 - 18, gekenmerkt doordat in de patroon (36) een ringkraag (37) aangevormd is, welke het, aan de buitenzijde van de binnenconus (43) ontstane conische bereik van het scheidingsinzetsel (38) in de uitgangsstand van de patroon (36) overdekt.

20. 20. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekening. 8105034