NL8104889A - Transportinrichting.. - Google Patents

Description

l > -1- 22155/CV/tl

Korte Aanduiding: Transportinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voorzien van een eindloze ketting,welke aan te drijven is en is voorzien van een uit althens enigszins elastisch materiaal Sestaande bekleding,welke be-stemd is voor samenwerking met in beweging te brengen voorwerpen,in het 5 bijzonder langs een bepaalde baan te verplaatsen,door loopwielen onder-steunde vagentjes.

De toepassing van een eindloze,van een bekleding voorziene ketting zoals bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7514253 in een transportinrichting maakt een eenvoudige uitvoering van het aan- 10 drijfmechanisme voor de te verplaatsen voorwerpen mogelijk. In vele gevallen , in het bijzonder bijvoorbeeld bij het verplaatsen van wagentjes langs een bepaalde baan kan het gewenst zijn,dat op bepaalde punten langs de baan waarover de voorwerpen moeten worden verplaatst, de mogelijkheid aanwezig is om naar keus al dan niet zich daar tex^>laatse bevindende 15 voorwerpen aan te drijven.

Volgens de uitvinding kan dit nu op eenvoudige wijze worden bewerk-« stelligd doordat het werkzame part van de ketting wordt ondersteund door een aantal onafhankelijk van elkaar en dwars op de lengterichting van het . desbetreffende part te verplaatsen steunorganen.

20 Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kunnen ge- wenste delen van het werkzame part van de ketting naar keus al dan niet in aandrijvend contact met de door de ketting in beweging te brengen voorwerpen worden gebracht.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 25 van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een transportinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch in · perspectief een aanzicht op een deel van een transportinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont op vergrote schaal een dwarsdoorsnede over de in fig.l 50 weergegeven transportinrichting.

Fig. 3 toont op grotere schaal een deel van de in fig.2 weergegeven dwarsdoorsnede.

De in de figuren weergegeven uitvoeringsvorra van de transportinrichting volgens de uitvinding omvat een tweetal zich evenwijdig aan elkaar 55 uitstrekkende geleidingsrails 1 en 2, die met elkaar zijn verbonden met 8104.389

O' V

« -2- _ 22155/CV/tl behulp van op regelmatige afstand van elkaar tussen de geleidingsrails 1 en 2 aangebrachte dwarsbalken '3. De geleidingsrails 1 en 2 omvatten horizontaal gelegen plaatvormige delen 4 resp.5,die aan hun van elkaar afgekeerde randen zijn voorzien van zich omhoog uitstrekkende plaatvormi-5 ge delen 6 resp.7. Aan hun naar elkaar. toegekeerde einden zijn de plaatvormige delen voorzien van zich naar beneden toe uitstrekkende plaatvormige delen 8 resp.9,waarvan de ondereinden haaks in een van elkaar afgekeerde richting zijn omgebogen.

Op de bovenranden van de plaatvormige delen 6 en 7 sluiten zich 10 naar buiten toe uitstrekkende flenzen 10 resp.ll aan. Op de flhnzen 10 en 11 zijn om verticale draaiingsassen vrij draaibare geleidingsrollen 12 resp.13 aangebracht.

Tussen de geleidingsrails 1 en 2 zijn een aantal in elkaars ver-lengde gelegen,in doorsnede hoedvormige profielbalken 14 opgesteld. De 15 hoedvormige profielbalken 14 worden op hun plaats gehouden met behulp van aan de gestelbalken 3 bevestigde en door in de balken 14 aangebrachte r gaten gevoerde stiften 15,zodanig,dat de balken 14 over een zekere afstand in hoogterichting verplaatsbaar zijn.

Op regelmatige afstand van elkaar zijn in de proffelbalk rollen 20 1$ opgesteld,welke rollen vrij draaibaar zijn om horizpntaal gelegen en zkch loodrecht op de lengterichting van de balken 14 uitstrekkende assen 17. Op de bovenzijden van de profielbalken 14 zijn in doorsnede U-vormige lijsten 18 aangebracht,welke lijsten uit een een laag wrijvingscoefficient bezittend materiaal bijvoorbeeld een geeigende kunststof zijn vervaardigd. 25 Deze op de in de elkaars verlengde gelegen balken 14 aangebrachte en even-eens in elkaars verlengde opgestelde lijsten 18 ondersteunen het boven-part van een eindloze schalmketting 19,terwijl het onderpart* van deze eindloze ketting 19 is gevoerd door de ruimte bcgrensd door de profielbalken 14 en wordt ondersteund door de rollen 16.

30 De eindloze ketting 19 is op op zichzelf bekende wijze verder geleid langs op assen 20 aangebrachte kettingwielen 21,waarbij althans een van deze assen 20 met behulp van niet weergegeven aandrijfmiddelen in draaiing te brengen is.

Verder is de ketting 19 aan een zijde voorzien van een uit enigs-35 zins elastisch materiaal,bij voorkeur kunststof bestaande bekleding 22.

8104089 -3- 22155/CV/tl η 4

Tussen de balken 3 en de balken 14 zijn verstelmiddelenaangebracht, met behulp waarvan de balken 14 in hoogterichting verstelbaar zijn.

Bij voorkeur worden deze verstelmiddelen gevormd door pneumatisch in werking te stellen membraancilinders 23,zoals weergegeven in de figuren.

5 De bovenomschreven transportinrichting is in het bijzonder gedacht voor het langs een bepaalde baan verplaatsen van door loopwielen 9t> ondersteunde wagentjes 25,waarbij ,zoals weergegeven in de fig.2 en 3, indien de verstelbalken 14 hun hoogste stand innemen,de bekleding 22 van de schalmketting 19 tegen de onderzijde van de desbetreffende wagentjes 10 wordt aangedrukt. Het zal duidelijk zijn,dat zodoende de wagentjes met behulp van de schalmketting kunnen worden verplaatst in dezelfde rich-ting als waarin het bovenpart van de schalmketting beweegt.floorrlat nu de schalmketting wordt ondersteund door de onafhankelijk van elkaar in hoogterichting verstelbare profielbalken kan op iedere gewenste plaats 15 een profielbalk 14 naar beneden worden bewogen,zodanig ,dat ter plaatse van deze profielbalk ook het bovenpart van de ketting B naar beneden zal bewegen tot in een stand,waarin dit gedeelte van het bovenpart niet meer in aandrijvend contact za^· zijn met daarboven gelegen voorwerpen en dus daar ter plaatse geen aandrijvende kracbt op een zich daar bevindend 20 voorwerp zal worden uitgeoefend. In het algemeen zal de uitvoering zo- Λ danig zijn,dat een bepaalde balk 14 naar beneden wordt verplaatst met behulp van een taster,die wordt gecoiranandeerd door een wagentje ,dat de desbetreffende balk 14 juist is gepasseerd,zodat een desbetreffend wagentje een daarachier gelegen deel van de transportinrichting buiteir werking 25 stelt en een bij dit buiten werking gestelde deel van de transportinrichting aankomend verder wagentje niet meer zai worden aangedreven en zodoende geen ongewenste kracht zal uitoefenen op het de genoemde balk 14 gepasseerde wagentje,dat via de desbetreffende taster de desbetreffende balk 14 naar beneden heeft verplaatst.

30 D e constructie volgens de uitvinding geeft dus een zeer eenvoudige uitvoering van een transportinrichting voor het verplaatsen van door loop-wielen ondersteunde wagentjes en dergelijke,waarbij bijvoorbeeld op een bepaalde plaats van de transportinrichting ,in het algemeen nabij het einde van de transportinrichting een accumulatie van de wagentjes kan 35 plaatsvinden zonder dat daarbij een aandrijvende kracht op de wagentjes blijft uitgeoefend.

8 i G ; 8 3 9 -4- . 22155/CV/tl

Ofschoon de uitvinding hierboven is uiteengezet aan de hand van een transportinrichting voor het verplaatseh van wagentjes zal het duidelijk zijn,dat met behulp van de eindloze ketting bijvoorbeeld ook boven de ketting opgestelde rollen ,die vrij draaibaar zijn om zich 5 dwars op de lengterichting van de ketting uitstrekkende draaiingsassen, aan te drijven zijn. Met behulp van deze rollen kunnen dan bijvoorbeeld weer op deze rollen geplaatste voorwerpen worden verpiaatst en geaccumuleerd.

10 · r f 8104889 Λ

Claims (7)

1. Transportinrichting voorzien van een eindloze ketting,welke aan te drijven is en is voorzien van.een uit althans*enigszins elastisch materiaal bestaande bekleding,welke bestemd is voor samenwerking met in beweging te brengen voorwerpen, in het bijzonder langs een bepaalde baan te ver-5 plaatsen door loopwielen ondersteunde wagentjes, met het kenmerk,dat het werkzame part van de ketting vordt ondersteund door een aantal onaf-hankelijk van elkaar en dwars op de lengterichting van het desbetreffen-de part te verplaatsen steunorganen.

2. Transportinrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat ieder 10 steunorgaan zich over een deel van de lengte van het bovenpart uitstrekt.

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het steunorgaan wordt gevormd door een langgestrekt profiel,dat een ruim-te begrenst waardoorheen het retourpart van de ketting loopt.

4. Transportinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat het 15 retourpart van de ketting is geleid over in de langgestrekte profielen r vrij draaibaar opgestelde rollen. f

5. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de ketting is gelegen tussen een tweetal op afstand van elkaar gelegen geleidingsrails voor de te verplaatsen wagentjes. 2d

6. Transportinrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat iedere geleidingsrails is voorzien van ee.n loopvlak voor de' loopwielen van de te verplaatsen wagentjes en van om verticale assen draaibare geleidings-rollen,die samenwerken met de zijkanten van de te verplaatsen wagentjes.

7. Transportinrichting volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerkjdat 25 de steunorganen in hoogterichting verstelbaar zijn aangebracht op de geleidingsrails verbindende dwarsbalken. 30 810. s9